5810.
A0. 1S79.
31 Januari.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.16.
Fraueo per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS DEB ADVERTENTIES
Vtn 1—6 regel»1.05.
Iedere regel meer0.17
Grooiere teller» nasr plaatsruimte.
Hot succes dat do bezorging van het Letdsch
Dagblad op enkele singels ondervindt, heeft
den Uitgever doen besluiten het blad ook op
de ondere Singels to doen brengen.
Het L. D. wordt dus voortaan 's avonds be
zorgd op alle Singels om de stad zoomede
buiten de Koepoort,
op het Sehulpenpad,
in de Witterozenlaan,
buiten de Wittepoort tot de 1ste brug,
buiten de Morschpoort tot Rhynzigt,
in de Haverzaklaan,
buiten de Rijusburgsche poort tot Zomerzorg,
in de Aloëlaan,
op den Marendijk tot de Aloëlaan,
op de Haarlemmervaart tot aan de 'ste brug,
buiten de Zijlpoort tot aan den molen,
op het Broederpad,
buiten de Hoogewoerdspoort tot aan Giardini,
en op het pad over den molen de Oranjeboom.
STAÜS-BERICHTEK.
NOTIFICATIE.
De GEDEPUTEERDE STATEN der Provincie Zuid-Holland,
Gekt op art. 73, alinea 2 der Wet van den 4den Jali 1850
(Staatsblad n°. 37),
Noodigen de inwoners der ProvÏDcie Zuid Holland, die elders
in 's llijks directe belastingen zijn aangeslagen, nit, om daarvan
vuur 1 April aanstaande aan hun Cellege te doen blijken, door
overlegging van het aanslagbiljet of van een uittreksel nit de
kohieren der Rijks directe belastingen, ten einde daarop worde
gelet bij het opmaken der Lijst van de Hoogstaangeslagenen, ver
kiesbaar tot Afgevaardigden ter Eerste Kamer van de Staten-
Generaal.
De bedoelde stukken bebooren door belanghebbenden te worden
ingezonden aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur van
Zuid-Holland, met opgave van:
1°. den Daana, de voornamen en de woonplaats van den
aangeslagene
2°. de Gemeente en de dagteekening zijner geboorte -, en
3°. bijaldien hij buitenslands is geboren, of, en zoo ja,
waarom hy als Nederlander is te beschouwen, met ver
melding van de dagteekening zijner naturalisatie, indien
deze mocht hebben plaats gehad.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
FOCK, Voorzitter.
F. TAVENRAAT, Griffier.
's-Gravcnhage, den 27sten Jannari 1879.
IJit de rechtszaal.
De rijen der voorstanders van gemeenschappe
lijke gevangenisstraf tegenover cellulaire zijn in
den laatsten tijd heel wat gedund en de quaes-
tie, welke straf de voorkeur verdient, mag eigen
lijk geen quaestie meer heeten. In dien geest
ten gunste der eenzame opsluiting is dan ook
het zooveel besproken en zoolang verwachte ont-
werp-strafwetboek samengesteld.
At mag dus de zaak vrij wel als uitgemaakt
zijn te beschouwen, het kan niettemin eenig nut
hebben enkele voorbeelden uit de praktijk
want op ander terrein willan wij ons niet be
geven aan te halen, die ten sterkste voor
uitbreiding van het cellulaire stelsel pleiten. Aan
die uitbreiding toch zullen belangrijke uitgaven
verbonden zijn; immers thans reeds moet niet
zelden bet uitspreken eener cellulaire straf ach
terwege blijven uit gebrek aan de noodige gele
genheid om haar toe te passen. Er zuilen dus
nieuwe celgevangenissen moeten worden gebouwd,
en bij den juist niet zoo bijzonder gunstigen
toestand der schatkist kan het zeker geen kwaad
ook in meer algemeenen kring de overtuiging te
vestigen van het noodzakelijke van dien kostbaren
maatregel.
Een der laatste correetioneele terechtzittingen
van het gerechtshof te 's-Gravenhage dan leverde
een drietal allercurieuste voorbeelden op ten
bewijze dat de celstraf een straf is, die heel wat
beter doel treft dan gemeenschappelijke gevan
genzetting. Er werden, zooals wij reeds mede
deelden, drie, appeilen beuandeld, alle van perso
nen, door de rechtbank daar ter stede lot cel
lulaire gevangenisstraf veroordeeld ter zake van
diefstal. Zij verzochten allen, dat de celstraf
in gemeenschappelijke gevangenisstraf mocht vror-
den verwisseld, de eersie, zooals hij he.t karak-
tersiiek uitdrukte, „omdat hij niet goed tegen
de cel kon", de tweede, omdat bij „met het
oog op zijn gezondheidstoestand liever niet in
cel wilde", terwijl eindelijk de derde „vriende
lijk verzocht, dat zijn celstraf van zes weken
mocht, veranderd worden in gemeenschappelijke
gevangenisstraf van zoodanigeu duur, dat hij
pas tegen den zomer zoude woruen ontslagen,
wanneer hij hoopte werk te zullen kunnen vinden."
Drie dergelijke „vriendelijke" verzoeken op één
terechtzitting geven het reclit om te spreken van
meer dan op zich zelf staande gevallen. He advo
caat-generaal eischte de bevestiging der vonnissen,
misschien wel uit overweging dat een zoo groote
fijngevoeligheid of een zoo teedere lichaamsgesteld
heid moeilijk is aan te nemen bij heeren, die hun
werk maken van het plegen van diefstal.
Wat het derde geval betreft, het bewijst, dat
de toepassing van celstraf bijzonder "geschikt is
om hen, die de gevangenis als een toevluchtsoord
in den nood beschouwen, van die voor de maat
schappij vrij schadelijke dwaling te geuezen. Voor
hem, die alle eergevoel heeft uitgeschud en zich
in dergelijk gezelschap thuis gevoelt, schijnt de
gemeenschappelijke gevangenis een gezellig ver
blijf te zijn. Staat heen echter eenzame opsluiting
te wachten, dan begrijpt hij vrij wat beter, dat hij
„gestraft" wordt.
Inderdaad, men mag de toepassing der celstraf
veilig het middel noemen om den veroordeelde
gevoelig te treffen, zonder hem te kort te doen
in de onontbeerlijkste levensbehoeften. Een meer
algemeen opleggen van die straf zou dan ook on
getwijfeld het aantal gevallen van recidive doen
verminderen; voor zoover men althans mag aan
nemen, dat de aard der eventueele straf het in
dividu kan terughouden van 't plegen eener misdaad,
is de eenzame opsluiting, die hij in het verschiet
voor zich heeft, zeker wel geschikt hem af te
schrikken.
Spraken wij van het onvermijdelijk bouwen van
celgevangenissen voor uitbreiding van het celstel
sel, ook voor de toepassing op do meer beperkte
schaal, waarop dat thans geschiedt, is dat bouweD
reeds onvermijdelijk. Het in het huis van arrest
te Middelburg voorgevallene kan dit ten over
vloede bewijzen, waar door een preventief cellulair
gevangene weder een poging tot zelfmoord gedaan
werd. Het moet reeds de vierde poging van
dien aard zijn, die in den korten tijd dat te
Middelburg de cellen in gebruik zijn, werd aan
gewend, eenmaal zelfs met doodelijken afloop. Men
schrijft de zelfmoorden toe aan het sombere der
cellen, waarin het daglicht niet kan doordringen.
De gevangene geraakt daardoor in een te droef
geestige stemming. Hij vindt dan in het tonwnet
der krib een geschikten strop en aan de warm
waterbuis boven zijn hoofd gelegenheid om den
strop te bevestigen.
Dat is dus het toepassen van celstraf, zonder
dat men daarvoor de noodige inrichtingen bezit.
En nu moge men het afkeuren, indien de gevan
genissen, gelijk wel eens werd beweerd, zoo weel
derig worden ingericht, dat het verblijf aldaar
voor zekere klasse van personen, die alles behalve
verwend zijn, geen ontbering, maar integendeel
uit een stoflelijk oogpunt een soort van voorrecht
wordt, aan den anderen kant mag men den mis
dadiger, vooral den ter correetioneele veroordeelde
niet verwijzen naar een cel, zoo ingericht, dat
het verblijf aldaar geen straf, maar een marteling
ter dood wordt. Zoo iets behoorde thuis 111 de
middeleeuwen met haar barbaursche straffen en
walging wekkende foltertuigen, maar past niet in
een beschaafde maatschappij. Daar is een zoo alge
meen mogelijke toepassing van het celstelsel een
eerste vereisehte, mits gezorgd worde voor een
geuoegzaam aantal zoodanige inrichtingen, dat het
den veroordeelden althans niet aan deze twee onmis
bare levensvoorwaarden outbrokelicht en lucht.
Li-.IDEN, 3© .Januari.
De Maatschappij voor Tooukunst alhier zal
morgenavond in de Stadszaal een concert geven,
dat weder liet bewijs zal leveren dat getracht
wordt den bezoekers immer iets goeds en schoons
aan te bieden. Behalve een symphonie van Mozart
en een ouverture van Spohr door het orkest, zul
len door mej. Schulz-Lessig eeuige voordrachten
voor piano worden uitgevoerd, terwijl het velen
tevens aangenaam zal zijn dat eindelijk ook de
Leidsche Zangvereeniging hare medewerking zal
verleenen. Wel zal hare uitvoering niet van dien
aard zijn als men tot nog toe in de Iloogl. kerk
of bij andere gelegenheden van haar gewoon was,
maar toch zal volgens het programma het concert
er niet te minder door worden opgeluisterd, daar
zoowel de nnmmers enkel voor het vrouwenkoor
als die voor het gemengde koor inderdaad lief
en schoon zijn. Niet het minst is dit het geval
met de liederen van Mendelssohn, waarvan het
waarlijk te betreureu is dat zij niet méér door
dergelijke gezelschappen worden ten gehoore ge
bracht. Ze zijn wel heel klein, maar o zoo rein, mits
ze goed worden uitgevoerd, en daar is de Ver-
eeniging ons borg voor. Een woord van opwekking
tot hij woning van dit concert mag dus zeker wel
overbodig geacht worden.
Door de afdeeling Leiden van het Ned. Onder
wijzersgenootschap zijn tot leden van het geweste
lijk bestuur van Zuid-Holland benoemd de heeren
J. A. Van Dijk, voorzitter; G. Japikse, ouder-voor-
zitter; J. D. Van Wijk, penningmeester; N. Brou
wer, 1ste secretaris, en W. E. Oostveen, 2de secre
taris, die zich die keuze hebben laten welgevallen.
Do heer A. M. Biekart alhier is benoemd
tot hulponderwijzer aan de tusschenschool in het
Bovenwijk te Kampen.
P. J. Baale alhier heeft voor de aanbieding
zijner dichtregelen aan de nagedachtenis van Prins
Hendrik gewijd nog dankbetuigingen ontvangen
namens de Prinses-weduwe en de Prinsen van Oranje
en Alexander.
Het Staatsblad n°. 4 bevat een besluit van
den 17den Januari jl., houdende nadere regeling
van het port der brieven en verdere stukken, die
tusschen het rijk en zijue koloniën en bezittin
gen in Oost- en West-Indië worden uitgewisseld,
en zulks met intrekking van het koninklijk be
sluit van 7 Pebruari 1877. Het port der brieven
wordt vastgesteld als volgtvoor gefrankeerde
brieven op 25 cents en voor ongefrankeerde brie
ven op 40 cents voor elk gewicht van 15 gram
men of gedeelte van 15 grammenvoor brief
kaarten op 7 '/a cenf Per kaart; voor akten es
geschreven bescheiden tot het gewicht van hoog
stens 50 grammen op 15 cents, boven 50 tot
en met 100 grammen 17'/2, hoven 100 tot en
met 150 gr. 20, boven 150 tot en met 200
gr. 22'/2) boven 200 tot en met 250 gr. 25,
boven 250 tot en met 300 gr. 30 cents en voorts
voor elk gewicht, van 50 grammen of gedeelte