N\ 5802.
Woensdag
A0. 1879.
15 Januari.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 nmnden1.1#.
Franco per poste 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deie Conrant wordt dagelijks, met uitzondering
?an Zon- en Feestdagen, uitgegeven-
PRIJS DER ADVERTENTIE!f:
Tm 1C regels1.05.
Iedere regel meer0.171.
Grootere lelUrs Daar plaatsruimte.
De droeve treurmare.
Nauw een zevental dagen nog is het ge
leden, dat wij een woord van hulde brach
ten aan het Koninklijk echtpaar en daarbij
ook herinnerden aan het kortelings gesloten
huwelijk van 's Konings welbeminden broeder.
Kortzichtigen, die we waren, als wij die i wee
heuglijke feiten beschouwden als de voorbo
den van een lange reeks van blijde dagen
voor het vorstelijk stamhuis van Oranje en
dus ook voor het vaderland.
Nog waren hoofd- en hofstad bezig om
zich in feestdos te tooien voor den blijden
intocht van Koning en Koninginnog weer
klonken er de hamerslageu aan eereboog en
fee8tzuilMaar hoe? De baud des nijve
ren werkmans scheen plotseling verlamd. Ja,
laat af! Uw mokerslagen ze zouden hol
klinken en akelig als de doffe dreun van het
zand op de lijkkist, die aan onze blikken het
stoffelijk overschot onttrok van een, die ons
dierbaar was.
Nietwaar, ook uwe ooren trof ze, de
treurmare, die daar weerklonk door gansch
het land„Prins Hendrik, 's Konings broe
der, is ontslapenDoor gansch het land
Neen, voorwaar, 't is geen overdrijving. Of
wie herinnert zich niet de uitbundige feest
vreugde van geheel het Nederlandsche volk
bij de voltrekking van 's Prinsen huwelijk
met een doorluchtige vorstin uit het stam
huis der Pruisische dynastie?
En geen wonder! Dat was geen vorsteu-
vleierij; dat was de uitstorting der oprechte
genegenheid jegens den geliefden Prins als
mensch, van wien men het wist, dat tijdens
zijn huwelijk met de eerste gade zijner keuze,
de hertogin van Saksen-Weimar-Eisenach,
zijn huiselijk leven een toonbeeld was ge
weest voor geheel het volk; den trouwen
echtgenoot, in wiens diepe ronw de gansche
natie had gedeeld, toen die band, den 19den
Mei 1853 gesloten, op zoo smartelijke wijze
den lsten Mei 1872 werd vaneengereten.
Dat was de geestdrift voor den admiraal
van 's lands vloot, dec trots van Janmaat,
die het wist, dat de prinselijke vlootvoogd
óók de gevaren der zee had getrotseerd in
Oost en West, en Noord en Zuidhet ideaal
van nederbuigende welwillendheid voor de
knapen onzer „Kweekschool voor Zeevaart",
die het gevoelden dat hun vorstelijke bescherm
heer hen beschermde met woord en daad beide.
Dat was de gehechtheid van die breede
schare in den laude van allen, die het wis
ten te waardeeren wat Prins Hendrik deed
voor handel, scheepvaart en nijverheid, voor
wetenschap en kunst; die het beseften dat
de namen der stoomvaartmaatschappijen Ne
derland en Zeeland, der mijnontginningen
op Billiton, der haudelsstichlingen te Port-
Saïd een schooner devies vormden op 's Prin
sen blazoen dan voor menig vorstentelg de
namen, die herinnerden aan glorierijke over
winningen, behaald ten koste van het goed
en bloed des volks; immers die woorden
ze spraken luide van warme belangstelling
in de welvaart der natie, van vorstelijke edel
moedigheid en vrijgevigheid, van helder oor
deel en badaard overleg, van doortastende
geestkracht en onvermoeide volharding.
Dat eindelijk was de eerbied voor den Prins,
's Konings broeder, maar ook Z. M. zelf
getuigde het menigmalen 's Konings rech
terhand bij de behandeling va» gewichtige
staatszaken, 's Konings stedehouder in het
groothertogelijk gewest, waar hij met vaste
hand het staatsbestuur leidde.
Dat alles wist, neen gevoelde de natie,
toen zij in deu nazomer des vorigen jaars
haar Prins Hendrik met zijn tweede gema-
linue een blijden intocht bereidde. En de
Pruisische vorstin, die aan 's Prinsen zijde
het kleine, maar roemrijke Nederland bin
nentrok, zij kou er trotsch op zijn de hand
te hebben geschonken aan een vorstentelg,
die van zijn volk zoo tallooze bewijzen van
innige gehechtheid ontving, en zeker dacht
zij toen aan de vele gelukkige jaren, die haar
als Prinses Hendrik der Nederlanden kouden
beschoren zijn.
En gansch het volk stemde in met de heil
bede voor Prins en Prinses.
Helaashet mocht niet zijn. De hand, die
zooveel goeds, zooveel edels wrochtte, is ver
stijfd. De vorstelijke grafkelder, waar de Prins
eenmaal, door droefheid overmand, de thans
gevoellooze hand uitstrekte als om het lang
zaam verdwijnend lijkgevaarte zijner eerste
gemaliu terug te houden; die grafkelder,
door den Prins nog kort vóór het sluiten
zijner jongste echtverbintenis bezocht ter
nagedachtenis der overleden vorstin, wier
plaats wel door eene andere gade zou worden
ingenomen, maar die hij, de edelman van
geboorte en hart beide, niet had vergeten
diezelfde grafkelder zal weldra weder worden
geopend om het stoffelijk overschot op te
nemen van den geliefden Prins, die zoo plot
seling den lande ontviel.
Zware beproeving voor den Koning, die
zijn welbeminden broeder een zoo innige ge
negenheid toedroeg, beproeving ook voor
den hoogbejaarden Prins Prederik, die reeds
zoovele telgen uit het stamhuis van Oranje
vóór zich zag heengaan. Maar bovenal tref
fende slag voor de jeugdige Prinses-weduwe,
die nog slechts zoo korten tijd door den band
des huwelijks met den overledene was ver
bonden.
Moge de waarachtige deelneming der gan
sche natie den leden van ons vorstelijk stam
huis een troost zijn bij den diepen rouw, die
hen zoo plotseling overstelpte.
LEIDEK, 14 Janaart.
De verkiezing van een lid van den gemeente
raad ten gevolge van het overlijden van den heer
B. F. Krantz, die in 1879 moest aftreden, zal
plaats hebben op Dinsdag 11 Februari a. s.
De dood van prins Hendrik was onverwacht.
Vrijdag luidden de berichten omtrent den toestand
nog vrij geruststellend. Zaterdag evenwel kwam
er, juist op den negenden dag nadat zich de ziekte
had geopenbaard, een wending ten kwade; de
nacht was ten gevolge van toenemende koorts
onrustig en ook gedurende den geheelen dag nam
de koorts toe. Zoo ook Zondag-nacht, toen de
koorts naar de hersenen steeg en in den vroegen
morgen een einde maakte aan 's prinsen leren.
De Koning heeft den opperceremoniemeester per
telegram kennis gegeven, dat uithoofde van het
overiijden van prins Hendrik de aankomst van
Koning en Koningin in Amsterdam en 's-Graven-
hage op den in het programma vastgestelden datum
Diet zal plaats hebben en mitsdien de feestelijk
heden te dezer gelegenheid onbepaald worden
uitgesteld. De koninklijke paleizen te 's-Hage
werden te twaalf uren geheel gesloten. Van ge
meentewege werden de toebereidselen voor de
feesten onmiddellijk gestaakt, terwijl tot nader
order de sluiting van alle publieke vermakelijk
heden door den burgemeester is bevolen.
Dit laatste is ook hier ter stede het geval.
De comedievoorstelling had geen doorgang en, naar
het oordeel van den beschermheer, onzen burge
meester, moest ook de feestviering van het 25-jarig
bestaan der typographische vereeniging tot later
uitgesteld worden. Tot nog toe meende men altijd
dat deze feestvieringen huishoudelijk waren en
niet tot de publieke vermakelijkheden konden
gerekend worden. Zelfs in Den Haag, in de
koninklijke residentie, is men blijkbaar die meening
toegedaan. Immers, de Kopperfeestviering heeft daar
wel degelijk mogen plaats hebben. Bovendien komt
men ons nog mededeelen dat „Sempre Crescendo",
ook een besloten gezelschap, dat anders zijn repe
tities in zaal N°. 2 houdt, hedenavond zal repe-
teeren in de door de typografen versierde groote
zaal. Ter wille van de billijkheid vraagt men zich
nu onwillekeurig af, waarom aan den een meer voor
rechten dan aan een ander worden toegekend,
althans indien het nog een voorrecht voor een
huishoudelijke samenkomst kan zijn wanneer reeds
aan de huurverplichtingen is voldaan. De teleurstel
ling van de velen die zich gisteravond reeds aan
de Stadszaal bevonden was, zooals men licht be
grijpen kan, niet geriDg. Als tegenhanger van hier
kan nog gemeld worden dat in den Grooten Schouw
burg te Rotterdam de voorstelling der leerlingen
van het Nederlandsch Tooneel heeft plaats gehad.
Eerst heden is daar de afkondiging tot sluiting
geschied.
In de gisteren gehouden korte vergadering
der afdeeling Letterkunde van de Kon. Academie
van wetenschappen, waar zoo pas het doodsbericht
van Prins Hendrik bekend was geworden, stelde
de voorzitter voor, dadelijk aan Z. M. den Koning
en aan II. K. H. Prinses Hendrik een brief van
rouwbeklag te zenden met dit voor de natie en
de dynastie zoo tredend onheil. Prof. Beets meende,
dat aan dezen brief een telegram aan Z. M. den
Koning en aan de ongelukkige weduwe moest voor
afgaan, houdende de uitdrukking van het smart
gevoel, dat de Academie, in vergadering bijeen,
door dit noodlottig bericht ondervindt. Dienover
eenkomstig werd besloten.
Aan de heeren J. Scheltema en A. J. Lin
deman is wegens woonplaatsverandering op hun
verzoek eervol ontslag verleend als lsten luit. bij
de dd. schutterij alhier, terwijl tot lsten luit.
benoemd zijn de heeren J. Kimmel en mr. W.
D. Bosch, thans 2de luitenant.
Bij de gisteren gehouden openbare verkoo-
ping van cokes van partijen van 100, 50, 10 en
5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 30.00,
f 15.50, f 3.40 en f 1.75; de laagste 30.00,
f 15.50, f 3.10 en f 1.65.
Den 29sten dezer vieren de heeren F. K.
Ternooy Apèl en dr. E. Laurillard, te Amsterdam,
de laatste vroeger te Leiden, hnn 25-jarig jubile
al s predikant. Zij hebben op denzelfden dag hunne
intrede gedaan. Het voornemen bestaat den 2den
Februari dit feit kerkelijk te herdenken.
In de vierentwintigste vergadering van het