raad (parare) voor den prijs van 45 mille aan twee leden van den Amsterdamschen gemeenteraad, Jitta en Mendes, chefs van twee voorname han delsfirma's in edeie steenen, op te dragen. Uit goede broa werd mij verzekerd dat onze juweliers goede zaken maken. Bij een der voornaamste firma's in goud- en diamantwerken alhier zijn niet minder dan 10 diamanten hoofd- en halssieraden besteld, die een waarde hebben van 15 tot 20 mille per stuk. Het geschenk, door den gemeenteraad van Apeldoorn den Koning aan te bieden en vervaar digd in de fabriek van de lieeren J. M. Van Kempen en Zn. te Voorschoten, bestaat uit eene massief zilveren corbeille met twee fijn geslepen kristallen coupes. De corheille is ter wederzijden versierd inet de geëmailleerde wapenschilden en tenanten van Nederland en Waldeck-Pyrmont, in haut relief, terwijl de wapenspreukeu „Je raain- tiendrai" en „Palma sub poudere crescit'' op elegante jarretières zijn gegraveerd. Aan de voor- en achterzijden prijken, van oranje en mirtenloof om geven, medaillons, waarop de ineengestrengelde naamcijfers van den Koning en de Koningin, en het vorstelijke slot van Waldeck in niellé gravure zijn aangebracht. Op den -voet staan, door het wapen der gemeente Apeldoorn en den datum 7 Januari 1879, oorsprong en bestemming van het geschenk uitgedrukt. De zij-coupes zijn behalve met de vorstelijke monogrammen nog versierd met afbeeldingen in niellé gravure van de slotkapel te Arolsen, waar de inzegening van het huwelijk plaats had, en van eene jachtpartij in de bosschen van Waldeck, door onzen Koning bijgewoond. Voor het fonds tot restauratie van de Groote kerk en het orgel te 's-Hage is een som van 3000 ontvangen, namelijk f 2000 bij den kerk voogd baron Van Wassenaer van Catwijck voor de restauratie der kerk en bet orgel en f 1000 bij bet college van kerkvoogden voor de restauratie der Groote kerk. De Eerste Kamer heeft hare afdeeüngs- verslagen over de staatsbegrooting gereed, waar over de discussiën tegen het eind der week worden verwacht. Morgen te drie uren zal de Kamer eene zitting houden. De Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin heeft van een onbekende door tusschenkomst der heeren Van Leuvenigh Willink Co. ontvangen de belangrijke gift van twee duizend gulden. Van de 400 veroordeelden, aan wie door den Koning kwijtschelding of vermindering van straf is verleend, hebben er ruim veertig volledige gra tie erlangd. Sommige der zich thans in hechtenis bevindende in bet huis van militaire detentie te Leiden en in het huis van correctie te Hoorn hebben twee jaren afslag gekregen, terwijl van bet grootste aantal de straftijd is verminderd met één jaar of zes maanden. De overigen hebben geringer afslag erlangd. Het stoomschip „Madura", van Nieuwediep naar Batavia, is Zaterdag-avond te Napels aange komen en zette gisteren de reis voort. Z. M. beeft den sultan van Djokjokarta, Hamangkoe Boewono VII, benoemd tot comm. der orde van den Ned. Leeuw. Gemengd Nieuws. Ofschoon bet sedert eenige dagentot gisteren zeer hard gevroren heeft em er overal reeds druk werd schaatsengereden, zoo blijveu er toch altijd plekken over, waar het gevaarlijk is zich op bet ijs te begeven, en uit vele plaatsen des lands komen dan ook berichten van jongere of oudere personen, die hunne roekeloosheid met een nat pak of zelfs met den dood hebben bekocht. Vooral bier is het ijs zeer gevaarlijk, doordien er te Katwijk steeds gespuid wordt. Op bet Gal gewater zakten gisteren niet minder dan zes per sonen door bet ijs, doch ze werden gelukkig gered. Hedenmorgen is een jongetje van acht jaren, ge naamd A. K„ wonende in de Scbeistraat, in een bijt aan den Ouden Singel gevallen, doch spoedig door den heer Hasselenbacb eu II. J. Erades gered «i om kwart over ééuen een winkelbediende, genaamd L. O., die onder de Watersteegsbrug, niettegenstaande die brug aan weerszijden ter voorkoming van gevaar was afgezet, wilde door rijden, aldaar door het ijs gezakt, doch gered door den schoenmaker Koet, wonende in de Watersteeg. Zaterdag reden twee paar schaatsen rijders tusschen Grouw en Drachten ia een wak, met het ongelukkig gevolg dat de beide manaen verdronken. Vau de beide vrouwen, die met moeite gered werden, verkeert er een in een hoogst bc- denkelijken toestand. Ook onder Huizum, nabij Leeuwarden, zijn Zaterdag twee schaatsenrijders door het ijs gezakt; de een moest het met den dood bekoopen. Te Oostermeer brak het ijs onder een man; hij werd gered, doch eeu zijner armen is gebroken. Bij den burgemeester van Delft is van een Protestant, die onbekend wenscht te blijven, ontvangen de som van f 500, om in den vorm van gas- cokes, afkomstig van de gemeentelijke gasfabriek, aan de algemeene armen dier gemeente te worden uitgereikt. De rentenier J. T. De V. tc Schal- sum, die beschuldigd was uit de offerschaal in de Hervormde kerk aldaar bij gelegenheid van het avondmaal geld te hebben genomen, is door de arrondissements-rechlbank te Leeuwarden schul dig verklaard en veroordeeld tot 183 dagen celstraf. De gezagvoerder van het schip „Al batross", te Falmouth aangekomen, rapporteert den 24sten December op 41° NBr. eu 34° WL., in den nacht, die zeer duister was, geschreeuw gehoord te hebbenvooruitloopende zag bij drie man uit eene sloep springen en zich aan het schip vasthouden. De mast der sloep brak bij het ach- teruitzakken tegen den grooten boom van den schoener. Het woei een storm, en men lag bij voor dichtgereefd groot- en stagzeil. In de sloep be vonden zich nog acht personen, Italianen, die vreeselijk om hulp schreeuwden. Door het neder- halen van het stagzeil en het te loevert ophalen van de groote schoot, zakte het schip achteruit, waardoor men weder dicht genoeg bij de sloep kwam om een touw te kunnen toewerpen, waar door deze op zijde kwam en allen die er in waren aan boord gehaald werden, waarna men de sloep liet drijven. Er waren geene riemen iu en dewijl hun mast gebroken was, waren zij hulpeloos. De geredden behoorden tot de equipage van het Italiaausche schip „Giuseppe Accame", met tarwe van Baltimore naar Queeustown bestemd, welk schip door stormweder den boegspriet verloren had en zoo lek was geworden dat de equipage zes dagen aan de pompen vastgebonden had doorge bracht, totdat het des ochtends gezonken was, waardoor zij genoodzaakt waren geweest zich in de sloep te bergen. Een grondeigenaar in Saksen be veelt in een Duitsch blad aan eigenaars van paarden ten dringendste aan, om alle gebroken gebitten uit de hoofdstellen der paarden te verwijderen en niets dan rechte of zoogenaamde „stangen" te gebruiken. Sedert een lange reeks van jaren had hij de ervaring opgedaan, dat krachtige en nog jonge paarden, niettegenstaande het beste voeder, vermagerden, zonder vooraf ziek geweest te zijn. Bij een nauwkeurig onderzoek vond hij in de meeste gevallen, dat de tong van zulke dieren meer of minder verwond was en wel alleen ten gevolge van het gebruik van een gebroken gebit. Zooals men weet bestaat zulk een gebit uit twee deelen, in het midden aan elkander, bij wijze van scharnier door twee oogeu bevestigd. Het spreekt van zelf dat een paard met verwonde tong veel langzamer zijn voedsel kauwt en hierin ligt het groote nadeel. Men bemerkt het meestal eerst dan, wanneer de tong reeds veel geleden heeft, en in dit geval ondervindt het paard, ook nadat de won den geheeld zijn, nog langen tijd daarna de kwade gevolgen. Daar er helaas onder de boerenknech ten slechts weinigen zijn, die de teugels met ge noegzame zorg hanteeren, is het hier beschreveue kwaad veel meer algemeen dan mem zou denken en worden er groote verliezen aan paarden, door gebroken gebitten veroorzaakt, geleden. De Amerikaansche bladen melden den terugkeer van den bekenden kapitein Boyton in zijn vaderland, waar hij, na drie jaren in Europa te hebben doorgebracht, zich wat wil verpoozen alvorens in Frankrijk en Rusland zijne drijfvaarten te hervatten. Gedurende voorzegde drie jaren heeft hij niet minder dan 42 ridder kruisen cn medailles ontvangen en is hij lid ge worden van alle mogelijke reddingmaatschappijen. De „Jewish World" meldt dat bij eeu brand in het Russische dorp Meute, een Israëliet, die roede den brand hielp blusschen, door de dweepzieke dorpsbewoners wegens zijn geloof als oorzaak van den brand beschouwd eu geweldig mishandeld werd. Hij zou in de vlammen gewi.rjten zijn, zoo de politie het niet bijtijds verhinderd had. Te Cbisseaux, nabij Tours, is de zol- dering van de zaal, waar een jong paar het brui loftsbal hield, ingestort. De jonggehuwden eu drie hunner vrienden werden gedood en tien personen zwaar gekwetst. Onlangs kwam een boerenvrouw in het kanton Chüteauneuf aangifte doen, dat haar nichtje Virgiuie Dubois, ruim elf jaar oud, ver- dweneu was. 's Morgens was het kind, als ge woonlijk, de koeien naar de weide gaan drijven. Omstreeks 12 uren was een der koeien geheel alleen den stal komen opzoeken. Dit verwonderde de tante, zij was naar de heuvels gesneld, waar de koeien graasden, en had ze allen verstrooid gevonden; kind en hond waren nergens te zien. Tevergeefs had de pleegmoeder overal haar nichtje geroepen en gezocht; uilg -put van vermoeie nis had zij de koeien naar huis gedreven, en was zelve, daar haar man ver van huis uit werken was, de aangifte gaau doen. 's Avonds kwam de houd thuis. Het weder was afschuwelijk, regen eu wind, zoodat het zoeken der gendarmes in deu donker geheel vruchteloos bleef. Deu volgenden morgen te vijf uren waren zij reeds weder op weg, vergezeld van de tante en de moeder van de ongelukkige koewachtster. Reeds verscheidene ureu had het zoeken ge duurd, toeu een der gendarmes, tegen negen uren riep: „Spoedige hulp! hierheen: het kind is niet dood!" Hij had uit een kuil een blooten voet zien spartelen en nabij komende hoorde men een ge smoord gekerm uit den grond komen. Het ge- heele bovenlijf van het kind was bedolven in een vossenhol. Men beproefde haar bij de beenen naar hoven te trekken, maar de kleeren sloten zich als een prop om haar middel; de wortels drongen in het broze lichaampje, eu men kwam tot de conclusie dat, zoo voortgaande, het kind ernstig bezeerd kon worden. Men besloot dus de aarde er rond om heen af te graven, de wortels uit te rukken, eu eindelijk werd het kind nog levend uit het graf gehaald. Het zag er vreeslijk uit. Mond, oogen, ooren en neus zaten vol zand en aarde, de rech terkant was bijna geheel verlamd, de rechterschou der uit het lid, de beenen zeer gekneusd, de han den krampachtig verwrongen en geheel bebloed. Het kind had daar meer dan 24 uren in dien toe stand verkeerd, met het hoofd een meter onder den grond, en alleen door een bijzonder toeval en doordat het hol van een vos vele uitgangen en dus veel luchttoevoer heeft, was zij niet gestikt. Een weinig bijgebracht, vertelde zij de geschie denis van haar ongeval. Haar klomp was geval len en in den kuil verdwenen. Zij had eerst ge probeerd dien met een stok te bereiken, maar toen zij hem daarmede niet kon terughalen, had zij er haren arm ingestoken. Zij voelde den klomp, maar deze schoof terug zij schoof haren schouder, daarna haar hoofd dieper in den kuil, en kon toen niet terug. Hoe meer zij spartelde, des te dieper werkte zij zich er in. De wortels schuurden haar langs het gezicht, ein delijk werd het haar te benauwd en zij verloor het bewustzijn. Zij dacht dat zij stierf. Sedert dat oogenblik herinnerde zij zich niets meer. De vreugde van de moeder en de tante gingen alle beschrijving te boven; hoewel de schouder weinig hoop op spoedig herstellen gaf, was het toch een klein ongeluk iu vergelijking van het groote, dat zij gevreesd hadden. De „II anno versche Gartenbau-Ver- ein" is voornemens, in deu zomer van 1S80 eene groote tentoonstelling van voorwerpen betreffende den tuinbouw en daarmede verwante vakken te houden. Ten einde te kunnen beslissen, of deze tentoonstelling zich tot Duitschlaud bepalen dan wel eene Europeesch-inlernationale zijn zal, noo- digt zij alle liefhebbers van bloemen en tuinen, fabrikanten enz. uit, in den loop dezer maand aan den secretaris der Vereeniging, den heer Metz, te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2