N°. 5794.
Maandag
A0. 1879.
6 Januari.
Tweede Blad.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17a-
Grooterc letters naar plaatsruimte.
Gemengd Nieuws.
Dinsdag-ochtend is ten gevolge van
den hevigen wind op het riviertje de Augstel
schipper B., uit Benschop, een schuit voerende
met grint beladen, door het omslaan van het zeil
te water geraakt. Alle mogelijke pogingen werden
aangewend om den ongelukkige te redden, doch
vruchteloos.
Uit Deventer wordt gemeld dat de
IJsel nog aan het wassen is. Alle langs de rivier
gelegen hooi- en weilanden zijn geïnundeerd. Er
bestaat groote vrees dat vele in de kuilen gebor
gen appelen en aardappelen zullen verloren gaan.
Ook op de kusten van andere landen
hebben de jongste stormen een aantal zeerampen
veroorzaakt. Zoo wordt uit Gravelines gemeld, dat
de geheele bevolking in rouw werd gedompeld ten
gevolge van het vergaan van twee visschersvaar-
tuigeu met niet minder dan zestien opvarenden,
die een groot aantal onverzorgde weduwen en
weezen nalaten.
De oude toren van BelemnabijLissa-
bon, een merkwaardig gedeukteeken in Gothische
bouworde opgetrokken, is neergestort. Acht perso
nen hebben bij bet onheil bet leven verloren. In
de laatste jaren diende de toren tot gevangenis.
Twee militairen, dezer dagen des
avonds den boulevard Pereire te Parijs overgaande,
zagen tot hunne ontzetting eene jonge vrouw be
wegingloos op den grond liggen. De geneesheer,
wiens hulp men inriep, verklaarde na gedaan onder
zoek, dat de ongelukkige een revolverkogel in de
borst bad gekregen, die voor liet oogenblik
althans onmogelijk was te verwijderen. De
levensgeesten waren echter nog niet verdwenen;
na eenigen tijd kwam zij zelfs tot bewustzijn. Op
de tot haar gerichte vragen gaf zij ten antwoord,
dat zij 23 jaar oud was en van beroep tooneel-
speelstcr. Zij zou binnenkort in het huwelijk zijn
getreden; echter was enkele uren te voren haar
beminde haar komen aankondigen dat hij met haar
brak, en had zij uit wanhoop hierover de band
aan zich zelve geslagen. Men hoopt haar in het leven
te kunnen houden.
Te Londen zijn, gelijk op eene alge-
meene vergadering van „cahmen" geconstateerd
werd, ruim 13,900 koetsiers van openbare rijtui
gen, en onder hen enkelen die vroeger advocaat,
geestelijke, geneesheer, enz. waren. Eén hunner
maakt zelfs aanspraak op den titel van mylord.
Een konijnenvanger te Wijk aan Zee
en Duin had gisteren de onvoorzichtigheid bij het
vervolgen van een bunsing met zijn bovenlijf in
een uitgegraven konijnenhol te kruipen. Eene zand-
storting vond plaats en ondanks onmiddellijk toe
gesnelde hulp vermocht men den man niet levend
te voorschijn te halen.
Aan boord van het Ned.-Ind. stoom
schip „William Lac Kinnon," dat in de nieuwe
haven gedokt werd, ontstond, naar uit Singapore
gemeld wordt, brand in het magazijn van den ma
chinist welke met adsistentie van den dokbeambte
gebluscht werd. De machinekamer en het magazijn
werden geheel vernield. Het dek werd gedeeltelijk
opengehakt om de slang door te laten zakken.
Het stoomschip was te Singapore in het dok om
voor de reis naar Australië uitgerust te worden.
Onlangs is eene zekere juffrouw Sa
muel in Burton-Crescent vermoord en de recht
bank was met groote zekerheid er van overtuigd,
dat eene vrouw, die eenige uren te voren bij de
vermoorde gezien was, op wier kleeren bloedvlekken
waren en tegen wie andere bewijzen werden inge
bracht, de moordenares was. Thans is echter zekere
Jozef Perkius komen verklaren dat hij de pleger
van dezen veel gerucht gemaakt hebbenden moord
geweest is. Dit wekte aanvankelijk natuurlijk op
zien en ontsteltenis. De man lijdt echter aan
delirium tremens en zijne zelfaanklacht verdient
geen geloof. De „Globe" meent dat op dergelijke
valsche zelfbeschuldigingen, dieden rechter het spoor
bijster dreigen te maken, straf gesteld moest worden.
De eerste der ringvormige zoneclip
sen van 1879, eene herhaling van die van 10
Jannari 1861, zal plaats hebben op den 22sten
dezer maand, doch voor Nederland onzichtbaar zijn.
Zij begint in Uruguay, vertoont zich vervolgens
ringvormig op de Tristan d'Acunha-eilanden en
kan overigens worden waargenomen in het zuide
lijke deel van Afrika, in de Koode Zee en op
Madagaskar.
Uit Nieuw-York wordt gemeld dat
de zolders met de katoenpersen van de „Ünion
Cottonpress Company" te Charlestown met 10,121
balen katoen zijn afgebrand.
Op oudejaarsdag werden dicht bij het
Engelsche hoofdkwartier vier Afgbanen door ophan
ging ter dood gebracht, die in koelen bloede eenige
Engelsclien hadden vermoord, welke in hunne handen
gevallen waren.
Het in Japan gebouwde stoomschip
„Tokusima Maru" is, naar uit Hongkong wordt
gemeld, door eene buskruitontploffing bij Tonda
totaal vernield. Al de opvarenden, ten getale van
95, waaronder S3 passagiers, kwamen bij die
ramp om.
Uit Norderney wordt bericht dat de
diphtheritis aldaar tot staan is gekomen en doo-
delijk afgeloopen ziektegevallen laatstelijk niet weder
zijn voorgekomen.
Een zeventienjarige knaap trachtte
zich bij een bazar in de rue Rivoli te Parijs
eenige uitgestalde voorwerpen toe te eigenen, doch
hij werd op beeterdaad betrapt en aan een poli
tiebeambte overgeleverd. Een der makkers van den
jeugdigen booswicht, die den arrestant met zijn
geleider voorbijkwam, stak een zijner beenen uit,
met het gevolg dat de politieagent struikelde en
viel. Het tweetal ging aan den looptoch gelukte
het hun niet te ontkomen, want eenige voorbij
gangers stuitten de gauwdieven in hun vlucht
en hielpen ben naar een verzekerde verblijfplaats
overbrengen.
Uit alle landen komen berichten om
trent het wassen der rivieren uit Frankrijk van
de Rhone, de Saöne, de Loire, de Seine en de
Aubeuit België van de Maasuit Keulen van
den Rijn. In laatstgenoemde stad worden laagge
legen woningen en kelders reeds ontruimd. Ook
in Engeland en in Schotland zijn verscheidene
rivieren buiten hare oevers getreden.
Dezer dagen zag men in de rue du Cha
teau d'Eau te Parijs een boer, die op den rug
een zwaar pak droeg. Yoor den winkel van den
heer Chalot gekomen, viel de man juist tegen de
groote spiegelruit, welke daardoor verbrijzeld werd.
De winkelier pakte den onhandigen drager en eischte
schadevergoeding. De ongelukkige boer verzekerde
dat hij doodaroi was en de schade niet kon betalen.
Doch twee mannen, die in den winkel waren, ga
ven aan Chalot den raad de zakken van den man,
die er arm uitzag, te onderzoekendeze volgde
den raad en vond een bankbiljet van 1000 fr.
De boer riep dat het geld aan zijn meester toe
behoorde. Chalot luisterde er niet naar, was zijn
eigen rgchter, gaf den boer 500 fr. terug en deze
ging heen, zeggende, dat hij eene klacht bij de
politie zou indienen, ten einde het biljet weer te
krijgen. Doch toen Chalot bet bankbiljet nader
onderzocht, merkte hij, dat bet valsch was. De
klacht bij de politie werd dan ook niet ingediend.
Nieuwjaarsdag kwam zekere K. te
Sloten, die aan vele huizen „nieuwjaar" was wezen
wenschen, tegen den avond in eene herberg te
Osdorp. Zijne vrouw trachtte hem met zich mede
te nemen naar huis, doch hij weigerde dit. Niet
lang daarna zakte hij ineen en eenige oogenblik-
ken later was hij een lijk. Hij laat vrouw en drie
kinderen onverzorgd achter.
De vermoedelijke dader van den m a n-
slag, te Rimburg gepleegd, is gearresteerd.
Adelina Patti is thans te Hamburg;
zij leed aan rheumatiek aan het been, doch is thans
weer hersteld. Op het gerucht van haar ongesteld
heid ontving de „diva" ruim 10,000 brieven of
telegrammen.
Donderdag-avond is te Zevenaar door
den sneltrein een wisselwachter overreden, die zich
te dicht nabij de rails had gewaagd. De man bleef
op de plaats dood.
De werklieden eener spinner ij te
Nancy, ongeveer 600 man, hebben het werk ge
staakt, omdat hun loon met 10 pCt. werd ver
minderd, hetgeen volgens verklaring der werkge
vers onvermijdelijk was geworden uithoofde der
buitenlandsche concurrentie. Er heeft echter niet
de minste ongeregeldheid plaats gehad.
Te Soerabaia heeft een veelbelo
vend kweekeling van de hoogere burgerschool,
met name Jansen, een inwoner dier stad tot een
gevecht genoodzaakt. Doordien een der toeschou
wers echter wist dat dit jonge mensch de ge
woonte had gewapend uit te gaan, werd hij voor
den aanvang des strijds aan den lijve onderzocht,
en, zegt een inzender in het Soer. Hbl., „nauwe
lijks waren de handen van den heer E. in Jan-
sens broekzakken, of hij haalde er een zakrevolver,
met scherpe patronen geladen, uit. En nauwelijks
was bet publiek door den inzender bij dui
zenden geteld biervan overtuigd, of het regende
onverwachts tal van vuistslagen en trappen op
den lieer Jansen, door vriend en vijand toege
bracht." De zaak is iH handen van den officier
van justitie.
Te Lemberg zou dezer dagen een
70-jarige Israëliet begraven worden, wiens dood
behoorlijk geconstateerd scheen te zijn. Alleen
wegens den ingevallen sabbat werd van de ge
woonte der Poolsche Joden afgeweken om hunne
dooden onmiddellijk ter aarde te bestellen en twee
geloofsgenooten hielden de wacht bij de lijkbaar.
Men kan zich hunne ontsteltenis verbeelden toen
de gewaande doode plotseling overeind rees. De
wachters namen de vlucht en een hunner is van
den schrik gestorven. De 70-jarige grijsaard daaren
tegen bevindt zich weder zoo wel als ooit te
voren. Men hoopt te Lemberg dat de overheid
naar aanleiding van dit voorval een einde zal
maken aan het overhaast begraven.