V. 5779. A0. 1878. 16 December. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad ft TADS-BE RICHTEN. LEIDSCÏÏ PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S maanden......1.1#. 1.40. Franco per post Afzonderlijke NommersB 0.05. Van 1—regel».106. leden regel meer0.17$. Greotere letters naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER der gemeente Leiden, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad N°- 134);' Brengt ter kennis van de ingezetenen dat in de afgeloopen week lijn aangegeven als door roodvonk aangetast 21 personen aan die ziekte overleden 4. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 14 December 1878. V. D. BRANDELER. LEIDEN, 14 December. Heden zijn aan de universiteit alhier bevorderd tot doet.;; in de geneeskunde de heer K. Polano, geb. te Rotterdam, met academisch proefschrift: „Bijdrage lot de pneumato-therapie"tot doctor in de rechtswetenschap de heer A. J. Van Thiel, geb. te Haarlem, met academisch proefschrift: „Art. 106 Code Pénal", en tot doctor in de wijs begeerte en letteren de heer P. J. Hoekstra, geb. te Grouw (Friesland), met academisch proefschrift „Quaostiones de Aristophanis Vespis." Bij den burgemeester dezer gemeente is ingekomen het belangrijk bedrag van 177.75, zijnde de zuivere opbrengst van het op 26 Novem ber 11 door heeren commissarissen van het muziek gezelschap „Sempre Crescendo" gegeven concert ten voordcele van de algemeene armen alhier. In de departementsvergadering der Ned. Maat schappij van nijverheid alhier op a. s. Wpensdag zal optreden prof. nar. B. Pekelharing, uit Delft, die zal spreken over „een hoofdstuk uit de sociale beweging in Engeland". Het belangrijke van het onderwerp zal, te meer daar men een heldere en boeiende voordracht kan verwachten, zeker tot eene talrijke opkomst leiden. De reeks van kinderfeesten, welke gemeen lijk omstreeks dezen tijd telken jare terugkeeren, werd gisteravond geopend door de openbare uit voering en prijsuitdeeling der Muziekschool van de Leidsche Maatschappij voor Toonkunst; want een feest is het zeer zeker voor de kleinen wan neer ze voor een zoo groot aantal toehoorders door zingen of spelen hunne gaven mogen ten toon spreiden. De uitvoering der 47 nommers van het programma, zoowel 's middags als 1s avonds, deed opnieuw den besten indruk van het onder wijs ontvangen. De goede vruchten er van ook gedurende het afgeloopen jaar waren niet ach terwege. gebleven. Sommige voordrachten gaven onwillekeurig aanleiding te meenen dat men met een concert te doen had. Na de prijsuitdee ling bad de heer mr. E. Kist dan ook alleszins reden namens zijne mede-commissarissen aan de leerlingen dank te betuigen voor den schoonen avond ion zij hadden bezorgd, met een woord van op wekking om steeds goede vorderingen te makenaan den directeur, de onderwijzers en onderwijzeressen, wien dit hoofdzakelijk was te danken, wegens den ijver dien zij steeds aan den dag legden, waardoor ook de bloei der school bleef toenemenen eindelijk aan allen die de vergadering met hunne tegenwoordig heid hadden vereerd. Ook den laatsten bleef hij de Muziekschool en de Maatschappij in hunne belangstelling aanbevelen. Niettegenstaande de volle zaal was toch de Fran- sche opera-voorstelling vrijgoed bezocht. Na den grooten bijval, dien het gezelschap thans, na een paar jaren afwezigheid, ook hier heeft verworven, is het te wenschen dat het bij deze enkele voor stelling niet zal blijven. Voor vele onzer kunst minnende stadgeuooten zou het zeker eene teleur stelling zijn. Bij de behandeling van den post voorjaar- wedden van het personeel bij het museum van oud heden te Leiden, drong de heer Patijn gisteren aan op splitsing van de traktementen van den directeur van het museum en van het ethnographisch museum, door een en denzelfden titularis bekleed. De minister meende, dat hierdoor geene besparing wordt ver kregen. Bij de uitgaven en subsidiën voor onder nemingen van wetenschap en kunst en hare aanmoe diging drong de heer De Beaafort aan op het ver- leenen van steun van regeeringswege aan de uitgave van het woordenboek der Nederlandsche taal, op het voetspoor van het Belgische gouvernement, dat de uitgave van taalkundige werken eveneens bevor dert. De minister verklaarde niet in onderhandeling te kunnen treden over de bekostiging van het werk van regeeringswege. De regeering heeft nu reeds gedurende twintig jaren aan de kosten van redactie f 1600 's jaars besteed. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen vau 6090 volwas sen personen en van 10 16 kinderen. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika door middel van het stoomschip „Schiedam", waarvan de laatste buslichting aan het postkantoor te Eotterdam is bepaald op den 17den dezer te middernacht. Door den heer W. Yan den Bijtel, cand., is voor het beroep naar de Ned; Lcrv. gemeente te Benthuizen bedankt. Tot hulponderwijzer aan de gemeenschap pelijke openbare school van Zoetermeer en Zegwaard is benoemd de heer H. A. Meerburg, te Delft. Naar aanleiding der verschillende opmer kingen en betoogen tot behoud der commissie van rijks-adviseurs heeft thans de minister der volks vertegenwoordiging mondeling meegedeeld dat de reden van den post op de begrooting daarvoor eenvoudig deze is, dat hij moet worden gehand haafd zoolang het koninklijk besluit tot instelling der commissie niet is ingetrokken. Het is het voor nemen van den minister, de commissie af te schaffen, omdat hare organisatie op verkeerde grondslagen rast. Hij verklaarde in reorganisatie geen heil te zien. Wat betreft de behoefte aan eene commissie naast den referendaris, de minister kon die niet erkennen bij den uiteenloopenden werkkring van den ambtenaar en de commissie. De minister gelooft ook niet dat de commissie nuttig zal kunnen zijn bij de bevordering van het teeken-onderwijs, want met het onderwijs heeft de commissie niets te maken. De minister was dus door de verschillende argumenten niet van gevoelen veranderd en bleef meenen dat de commissie moest worden afgeschaft. Wenschte de Kamer reorganisatie, dan zou ze een wensch uiten, dien de minister niet kon beloven te zullen vervallen. Zooals reeds gemeld is hechtte de Kamer aan het voorstel van den minister hare goedkeuring. Het nieuwe rijksmuseum te Amsterdam heeft gisteren in de Tweede Kamer tot discussie aan leiding gegeven. De heer Yan Naamen wees op de ongunstige geruchten omtrent den bouw van dat museum. Hij vroeg eene bepaalde mededeeling omtrent de kosten van het gebouw en eenige in lichtingen omtrent de waarheid van de bedoelde geruchten. De minister kon niet verzekeren wat er aan het einde van het werk meer dan de raming zal blijken te zijn uitgegeven. Hij kon dus niet zeggen dat het museum voor eene bepaalde som zal worden gebouwd, maar zeide dat de archi tect, die er over gehoord is, de geruchten omtrent den bouw bepaald had tegengesproken. De heer Borgesius vroeg een antwoord op de vraag in het verslag, of de bestekken van aanbesteding wel een voldoende waarborg voor goede mededinging zijn. De heer Yan Houten wees er op dat de betrokken persoon zelf de geruchten heeft tegen gesproken. Zijne inlichtingen acht hij niet vol doende, zoodat hij het instellen van een onderzoek in bedenking geeft. De minister verklaarde zich tot eene enquête bereid, onder opmerking dat de architect aan veel wangunst blootstaat. Eerste Kamer. In de zitting van heden zijn de beraadslagingen gehouden over de vier wetsontwerpen tot vaststelling der begrooting van Ned.-Iudië voor 1879. Het woord werd gevoerd door de heeren Duymaer van Twist, Pincoffs, Blij- denstein en Van Voorthuysen. De minister van koloniën heeft zoowel het verslag der Kamer als de sprekers breedvoerig beantwoord en zich ver heugd dat hij omtrent eene vasle bijdrage een afzonderlijk ontwerp had ingediend. De wetsont werpen zijn met algemeene stemmen aangenomen. Daarop werd bepaald, om, in afwachting van de ontvangst van al de begrootingsontwerpen van de Tweede Kamer, de vergadering te verdagen tot Maandag 23 dezer en om op dien dag de beraadslaging te houden over het ontwerp der Artsenwet. Tweede Kamer. De hoofdstukken Natio nale Schuld en Financiën zijn unaniem onveran derd aangenomen, na discussie ook over den poet voor nieuwe traktementen aan godsdienstleeraars, welke aangenomen is met 30 tegen 21 stemmen. De beraadslaging over het hoofdstuk Oorlog is aan gevangen. Eenige Amsterdamsche ingezetenen wenschen gelden bijeen te brengen, om ook aan hunne univer siteit twee kerkelijke hoogleeraren te verbinden. Het stoomschip „Maas1' is eergisteren te Nieuw-York aangekomen; de „Celebes" is heden van Batavia vertrokken. Z. M. heeft met ingang van 1 Januari a. s. benoemd tot directeur van het postkantoor te Haarlem, H. J. Vinkers, thans directeur van het postkantoor te Leeuwardenbenoemda. bij den prov. staf: tot majoor en prov. adjudant in Fries land, den kapt. J. G. Strootman, van het 1ste reg. inf.b. bij het wapen der inf., tot lsten luit., de 2de luit. J. W. De Groot, B. G. De Gouber- ville en P. A. H. F. Tergau, allen van het wapen, gedetacheerd bij het leger in Ned.-Indië; bij het lste reg., tot kapt. van de 2de kl., den lsten luit. C. T. Verkerk, van het 8ste reg. tot lsten luit., den 2den luit. W. G. L. Van Teng nagell de Raad, mede van het 8ste reg.hij het 3de reg.tot lsten luit., de 2de luit. R. K. De Jong en L. A. De Jong van Lier, beiden van het corps bij het 4de reg., tot majoor, den kapt. W. C. D. Van Rijen, van het corps; tot kapt. van de 2de kl., den lsten luit. B. Jonquière, van het reg. grenadiers en jagers; bij het 5de reg., tot kapt. van de 2de kl., den lsten luit. L. W. Muller, van het 7de reg.; tot lsten luit., deu 2den luit. II. H. E. baron Van Voorst tot Voorst, mede van het 7de reg.; bij het 7de reg., tot kapt. van de 2de kl., den lsten luit.-adj. L. P. Van der Wal, van het 2de reg.bij het 8ste reg., tot lsten luit., de 2de luit. H. Vreede en C. F. Ouwer- ling, beiden van het corps; bij het instr.-bat., tot lsten luit., den 2den luit. C. A. Engelbregt, van het corps; dr. F. W. Stammeshaus, practiseerend geneesheer te Duhr bij Wülfrath (Pruisen), voor den tijd van vijf jaren benoemd tot officier van gezondheid 2de kl. bij het leger in Ned.-Indië.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1