Telegrammen.
justitie op Dinsdag en die van de ministers van
financiën, oorlog en waterstaat op Donderdag a. s.
zullen niet plaats hebben.
Tweede Kamer. Morgen zal het adres
tot gelukwensching van den Koning behandeld
worden. Het algemeen debat over hoofdstuk V
is afgeloopen. Na behandeling van enkele punten
van de administratieve wetgeving bij art. 2 werd
de opheffing der afdeeling statistiek door de
heereu De Bruyn Kops en Borgesius gelaakt,
door den minister verdedigddoor eerstgenoemde
werd eene motie voorgesteld om de wenschelijk-
heid uit te spreken van eene meer afdoende or
ganisatie der rijksstatistiek.
De 1ste luit. J. F. P. Bekkers, van het 4de
reg. inf., is bij het 3de reg. overgeplaatst en in
gedeeld bij het 1ste bat. te Ylissingen; de lsle
luit D. J. Ileiasius, van het 3de reg. inf., is bij
het 4de reg. te Haarlem overgeplaatst.
In den afgeloopen nacht is te's-Hage over
leden de heer J. L. Nierstrasz, oud-lid van de
Tweede Kamer voor het hoofdkiesdistrict Delft,
die wegens redenen van gezondheid verzocht had
voor de betrekking van volksvertegenwoordiger
niet meer in aanmerking te komen. Bij 's lands
marine was hij tot den rang van kapitein-luitenant
ter zee geklommen. Hij was den 20sten April 1824
te Gorcum geboren.
Het stoomschip „Prins van Oranje", van
Nieuwediep naar Batavia, arriveerde gisteravond
te Southampton; de „Harald" is dien dag van
Rotterdam via Maassluis naar Nieuw-York ver
trokken.
G-emeng-d Nieuws.
Een tienjarige jongen is hedenmiddag
te twee uren doordien hij uitgleed op de Middel
stegracht te water geraakt. Men stak hem een
stok toe, met behulp waarvan hij weder zonder
letsel op het droge gebracht werd.
In de vorige week zijn te Noordwijk
de laatste haringschuiten aangekomen. Hoewel de
vangst financieel minder goed gelukt is dan vo
rige jaren, is er reden van dankbaarheid dat al
de zeelui er behouden weer aan wal zijn gekomen.
Te Amsterdam trad onlangs een net
gekleed jongmensch een koffiehuis binnen en be
stelde een glas bier. Hij knoopte een gesprek
met den koffiehuishouder aan en vertelde voorts dat
er over een groot uur iemand zou komen die van
hem vijf en twintig gulden moest ontvangen. Hij
had echter geen tijd en verzocht daarom den kof
fiehuishouder, dit geld te willen overhandigen.
Hij had echter niets anders bij zich dan een
bankje van veertig gulden. Dit sloot hij in een
envelop, deed daar een lakje op en verzocht den
koffiehuishouder dit aan den bewusten persoon te
overhandigen en het meerdere voor hem terug te
ontvangen, welk geld later wel door hem zou
worden teruggehaald. De koffiehuishouder had geen
kwaad vermoeden. De bewuste persoon kwam ech
ter niet, en het bankbiljet van f 40 bleef in het
bezit van den koffiehuishouder. Een paar uren later
komt dezelfde persoon terug en vraagt de over
geblevene f 15. Hem wordt te kennen gegeven,
dat men nog niet om het geld is geweest, waarop
hij den houder van het koffiehuis verzoekt, hem
op dat bankbiljet f 25 te leenen. De koffiehuis
houder laat zich bepraten en geeft hem f 25.
Na zijn vertrek krijgt hij echter argwaan, hij
breekt de envelop open en ziet daarin geen bank
biljet van f 40, maar een bon van veertig cent,
uitgegeven door een kleedingmagazijn in den vorm
van een bankbiljet van 40. De politie werd
natuurlijk met deze oplichting in kennis gesteld
en de inspecteur Van den Berg had spoedig den
oplichter gevonden. Hij stond rustig een partijtje
biljart bij Krasnapolsky te spelen. Later is nog
gebleken dat hij van den restauratiehouder West
rus in de Nes de jas, die hij aanhad, had ge
stolen. Hij was die restauratie binnengetreden,
had zich voorgedaan als ziekelijk en verzocht in
een afzonderlijk vertrek het middagmaal te mogen
gebruiken, hetgeen hem toegestaan werd. Yan
deze gelegenheid maakte hij gebruik om zijne
oprechte dankbaarheid te betoonen, door de jas
weg te nemen.
Naar aanleiding vaneen aan het II a n-
delsblad ontleend middel tegen brandwonden wordt
van geachte zijde de opmerking gemaakt, dat met
water en compresseu men nacht eu dag moet vol
houden, want dat de pijn niet spoedig wijkt. Men
houdt dan den patiënt noodcloos uit den slaap.
Voor volwassen personen is het best het gebrande
deel zoo dicht mogelijk bij het vuur te houden,
hetgeen echter pijnlijk is en dus van kinderen niet
gevergd kan worden. Bij hen moet men, wanneer
de wond tot een blaar is opgetrokken, deze door
prikken en de geheele wond bedekken met een
pleister van Spaansche zeep (zeer dik) en lauw
water, om de twee dagen te vernieuwen, en daarbij
zorgende dat de plek zoo kort mogelijk aan de
lucht is blootgesteld. Mocht deze methode echter
tegen de regelen van de kunst in zijn, dan zou
een geneeskundige zijn raad eens moeten geven.
Ter gelegenheid van eene executo
riale inbeslagneming te Amsterdam, krachtens eene
beslissing van de rechtbank aldaar, vond de deur
waarder, houder van bet vonnis, Vrijdag jl. de
deur gesloten van de woning der persooD, tegen
wie het beslag geschiedde, eene bejaarde, noch
tans krachtige, flink gebouwde vrouw, welke se
dert den dood van haren man geheel alleen woonde
en noch de aanmaningen van den deurwaarder of
die van den commissaris van politie, in wiens
tegenwoordigheid bij dergelijke gevallen de deureu
ondanks den bewoner, geopend moeten worden, moch
ten iets uitwerken. Zij hield deuren en vensters hard
nekkig op ketting en grendels en wees iedere
poging om te onderhandelen af, zoodat eindelijk
op last van den commissaris van politie door het
verbrijzelen van een vensterraam aan de mannen
van de wet de toegang kon worden verleend.
Het bleek toen dat de vrouw krankzinnig was
en de ongelukkige werd nog dienzelfden middag
door de politie naar het gesticht overgebracht en
de gerechtelijke executie geschorst.
Aan boord van de stoomboot „Johan
de Witt I", varende tusschen Gorcum en Rot
terdam, is Vrijdag-ochtend de keukenmeid dood
op haar bed gevonden. Zij sliep in de keuken,
en had den vorigen avond, voordat zij naar bed
ging, eenig vuur aangelegd; dientengevolge is zij
gestikt.
Uit een der spoorwegr ij tuigen van
de Eransche Messageries zijn twee verzegelde pak
ketten gestolen, eene waarde van omstreeks
800,000 fr. aan effecten inhoudende en toebe-
hoorende aan de bankiers Rothschild en Oppen-
heim. De nommers der effecten zijn aan de Fransche
justitie opgegeven en politie-dienaren zijn uit
Parijs naar Londen, Brussel, Berlijn, Weenen en
Amsterdam vertrokken, om nasporingen te dier
zake te doen.
Ongeveer een jaar geleden had een
belangrijke diefstal plaats ten nadeele eener dame
te Parijs, die een uitgebreiden handel in kantwerk
drijft. Dezer dagen nu ontdekte de dame op een
wandeling door de rue de Provence onder een
winkeluitstalling een aantal voorwerpen, behoorende
tot die, welke haar vroeger waren ontvreemd.
Nauwelijks heeft de dame dat ontwaard, of zij dient
een aanklacht in aan het naaste politiebureel. Er heeft
een onderzoek plaats en daarbij blijft het, dat
de tegenwoordige eigenares der gestolen kanten
alles heeft gekocht op een veiling van voorwerpen.
Niets is nu gemakkelijker dan den naam te weten
te komen van den inbrenger of, wat hetzelfde
is, van den dief. Inderdaad, de politie slaagt daarin,
maar ontvangt tevens van de aanklaagster het
dringend verzoek de zaak niet verder te vervolgen.
Geen wonder. In den dief had de dame een persoon
herkend met wien zij eerstdaags in het huwelijk
hoopte te treden. Doch het was reeds te laat.
De zaak, in handen der onverbiddelijke justitie,
was reeds te ver gekomen en moet thans haar
loop hebben.
BUITENLAND.
Duitschland.
Door het aardrijkskundig genootschap te Berlijn
zijn ongunstige berichten ontvangen over den
door de Afrikaansche Vereeniging naar de West
kust van Afrika gezonden reiziger Schiitt. Uit diens
eigen schrijven blijkt, dat hij niet is vermoord,
zooals zijn Portugeesche medereiziger had bericht,
maar dat hij door de Bangalas van alles is be
roofd. Toch dacht Schütt zijne reis te kunnen
vervolgen.
Groot-Britannie.
Het antwoord van den emir op het ultimatum
is te Lahore aangekomen en schijnt na de ver
overing van het fort Alimusjid geschreven te zijn.
Het critiseert de voorgewende gevoelens van vriend
schap der Britsche regeering en doet uitkomen
dat de vroegere handelingen van die regeering,
in het bijzonder de tusschenkomst ten gunste van
Jakoeb-Khan, daarmede in tegenspraak zijn. De
emir weigerde de zending te ontvangen, omdat
hij vreesde er zijne onafhankelijkheid bij te ver
liezen; hij verklaart echter dat er geen vijand
schap bestaat tusschen Afghanistan en de Britsche
regeering en wenscht de vroegere vriendschappe
lijke betrekkingen weder op te vatten. Hij is
bereid een klein tijdelijk gezantschap te ontvangen.
Uit Londen wordt gemeld dat het Beurscomité
•aldaar de officiëele noteering der nieuwe, door
Rothschild uitgeschreven Egyptische domein-leening
geweigerd heeft, omdat de Egyptische regeering
hare verplichtingen jegens de houders der geüni
ficeerde schuld niet nagekomen is, daar zij de
amortisatie voor dit jaar heeft uitgesteld.
Oostenr.-IIong. Monarchie.
In de zitting van het Hongaarsche Lager- en
Hoogerhuis is een koninklijk schijven voorgelezen,
kennis gevende dat het Kabinet in functie blijft,
met benoeming van Szapary tot minister van
financiën en van baron Kemeny tot minister van
koophandel. Tisza noemde als programma der regee
ring: herstel van het evenwicht in de staatshuis
houding, hervormingen in de rechterlijke macht,
overeenstemming met Oostenrijk in de bezettings-
quaestie. Zijne verklaringen werden met bijval
ontvangen.
In de Oostenrijksche delegatie heeft de
commissie voorgesteld om voor de bezetting van
Bosnië en de Herzegowina een gedeeltelijk kre
diet van 15 millioen voor 1879 toe te staan.
Widmann stelde voor 20 millioen te bewilligen.
Nadat de minister van oorlog ten gunste van dit
laatste gesproken had, werd 20 millioen bewilligd.
Rusland.
Timacheff, minister van binnenlandsche zakeD,
heeft zijn ontslag aangeboden, hetwelk door den
keizer is aangenomen. De benoeming van Schu-
waloff tot minister van binnenlandsche zaken
wordt waarschijnlijk geacht.
Turkije.
De sultan heeft verklaard dat de benoeming
van Caratheodory tot minister van buitenlandsche
zaken een bewijs is van zijn vaste voornemen om
het Berlijnsch tractaat uit te voeren. Het nieuwe
ministerie heeft in last, aan den wensch van Europa
te voldoen en de binnenlandsche hervorming ten
krachtigste te bevorderen.
KONSTANTINOPEL, 8 December. Er is een
wetsontwerp op de ministeriëele verantwoordelijk
heid gereed.
De Armenische patriarch heeft in antwoord
op de hem aangeboden felicitatiën gezegd: „Alle
onderdanen zijn gelijk; er zal onpartijdig recht
worden gedaan; bij de benoeming voor ambten
en bedieningen zal geen verschil wegens gods
dienst worden gemaakt; wij aanbidden een en
denzelfden God, wij in onze kerken, gij in uwe
moskeeën."
PARIJS, 7 December. Een decreet, waarbij
de heer Dareste, rector der faculteit te Lyon, ter
beschikking wordt gesteld, is hedenochtend ge-
tcckood
KONSTANTINOPEL, 9 December. Een En-
gelsch onderdaan, betrapt op het verkoopen van
gesloken buskruit te Adrianopel, vluchtte in het
Engelsche consulaatsgebouw, doch de Russen schon
den het gebouw en maakten zich van den schuldige
meester.
LONDEN, 9 December. De Russen eischen van
de commissie voor Oost-Rumelië 23 millioen fran
ken voor bezettingskosten.
Volgens telegram van generaal Biddulph heeft
hij den straatweg van Candahar open gevonden.
BRISTOL, 9 December. De „West England
and South Wales district Bank" heeft hare beta
lingen gestaakt, ten gevolge van de outzaglijk
groote opvragen van depots.