T. 5771.
A". 1878.
Vrijday
6 December.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
S TADS-BERICilTEN.
Wut hot Nederlaudscho volk ontbrak.
LEIDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 nmnderif 1.10.
Franco per post.,
1.00.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 1—6 regel»i105.
Iedere regel a 0.17%.
Grootere letters naar plaatsruimte.
De Bnrpenjeest.T, hoofd van het Gemeentebestnnr van Leiden,
doet te weten, dat aan den ontvanger der directe belastingen
alhier is ter hand gesteld een op den 3dcn December invorder
baar verklaard kohier voor de belastiug op het patent
over bel 2de kwartaal van het dienstjaar 1878/79, zijnde een
ieder verplicht zijuen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Leiden, De Bnrgemepster voornoemd,
6 December 1878. V. d. BRANDELER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van JAN BREVÉE, smid alhier,
houdende verzoek om het pand aan den Vliet N°. 23 in te
richten tot smederij;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad n°. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd
verzoek, niet de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente
Ier visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag den 19den
December aanst., 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis
gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat
verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, V. D. BRANDELER, Burgemeester.
5 December 1878. E. KIST, Secretaris.
Ondanks allerlei afwisseling van regeeringsvorm,
ondanks de veranderingen die de geest des tijds
steeds medebrengt, nog is bij de Nederlanders
de huiselijkheid, over 't algemeen genomen, niet
verdwenen Vooral in dezen tijd des jaars ziet men
veelal des avonds het gezin gezellig bijeen; vooral
de St.-Nienlaas avond is in den vollen zin des
woord-, een huiselijk feest te noemen. Gelukkig
dat in dit opzicht onze natie niet veranderd is en
noch spoorwegen, noch stooinbooten, noch tele
grafen in die behoefte aan gezellig bijeenzijn
stoornis konden brengen. „Oost west, thuis best"
blijft nog steeds in eere en „eigen haard is goud
waard" niet minder bij eiken huisvader, die zich
iu 't bezit van vrouw en kinderen mag verheugen.
Elk rechtgeaard Nederlander is er echter op
gesteld, dat, ook zijn vorst, de vertegenwoordiger
van de vrije constitutioneele monarchie, waar noch
het geweien noch de vrije uiting van gedachten
aan banden gelegd is, voorga in huiselijkheid.
Sympathie tusschen echtelingen is in paleis en
stulp onontbeerlijk om een gelukkige echtelijke
woning de zijne te kunnen noemen, en nu de
Koning geheel vrij, zonder eenigen dwang van
politiek of convenance, zich eene gade heeft ge
kozen, die om hare lieftalligheid geroemd wordt,
is er redc-n om te juichen. Gaf Z. M. bewijs haar
ter eere afstand te doen van een huldeblijk, beiden
toegedacht, deze galanterie, der jeugdige aanstaande
Koningin bewezen, wordt op prijs gesteld, omdat
men er voor het vervolg van kan verwachten, dat
ook in het koninklijk paleis een gelukkige huise
lijke haard zal gevonden worden. Alom openbaren
zich dan ook teekenen, dat het volk het inderdaad
met onze aanstaande Koningin goed meent. Met
vreugiie worden gelden bijeengebracht om haar
een nationaal bewijs van ingenomenheid te geven.
„Kom tot ons, wees ons een voorbeeld van huise-
lijken zin, toon ons dat gij den vorst en de zijnen
aan eigen haard kunt boeien, geef ons wat ons
zoo lang ontbrak," wordt door het Nederlandsche
volk der aanstaande vorstin toegeroepen, „en gij
zult ons gelukkig maken
Dan alléén kunnen Vorst en Volk één zijn en
zal uit volle borst de juichtoon klinkenOranje
boven! Leve Koningin Emma!
LEIDEN, 5 December.
Daar onlangs enkele processen-verbaal zijn op
gemaakt tegen hoofden van huisgezinnen wegens
verzuim van aangifte van roodvonk, wijzen wij er
op dat krachtens art. 19 der wet van 4 December
1872 (Staatsblad n°. 134) de aangifte aan den
burgemeester geschieden moet binnen 24 uren na
dat het voorkomen van de besmettelijke ziekte
is ter kennis gekomen van het hoofd des gezins.
Overtreding wordt gestraft met f 10 tot f 100
boete en met gevangenis van drie dagen tot één
maand, te zamen of afzonderlijk.
In de afgeloopen week is de bij kon. besluit
van 27 April 1877 ingestelde graad „cum laude"
ten deel gevallen aan den heer H. Treub bij zijne
promotie in de geneeskunde en aan den heer C.
B. L. F. Van Ewijk bij diens doctoraal in de
rechten. Sinds de invoering der nieuwe wet op
het hooger onderwijs is dit. de eerste maal dat
die onderscheiding aan de universiteit alhier ge
geven werd. Blijkt het dus al dat niet, zooals
sommige studeerenden meenden, deze graad een
onbereikbaar ideaal blijft, toch schijnt men er zeer,
zeer zuinig mede te zullen wezen, 't Is dan ook
maar te wenschen, zegt „MineTva", dat het Leidscke
„cum laude" hooger geschat zal worden dan dat
van onze naburige hoofdstad, waar men er naar
evenredigheid kwistig mee te werk gaat.
Dezelfde commissie uit studenten, die zich
bereid verklaard had tot het innen van gelden
voor een geschenk aan prinses Hendrik, heeft zich
weder ten taak gesteld om gelden in te zamelen
voor een huldeblijk aan onze nieuwe Koningin.
Ten gevolge van de laatste benoemingen is
de commissie tot regeling der iu 1880 alhier te
houden maskerade thans definitief samengesteld.
Ze bestaat uit de heeren Vrolik, L. H. Browne,
J. A. De Vicq, H. J. C. De Jonge en F. J.
J. M. Van Rijckevorsel.
De commissie van het studenten-muziek
gezelschap „Sempre Crescendo" alhier doet pogin
gen om een 20-tal muzenzonen, voorzien van goede
stemmen, bij elkaar te krijgen ten einde het koor
van het door de Maatschappij tot bevordering
van Toonkunst op 7 Februari a. s. te geven con
cert te versterken. Het bestuur dezer laatste ver-
eeniging wil namelijk deze uitvoering doen aan
sluiten aan de diés-viering onzer universiteit op
den volgenden dag en heeft, naar men mededeelt,
ook reeds toezegging ontvangen van enkele mu
sici uit het studentencorps om hun kunstgave dien
avond ten beste te geven.
Is het studenten-weekblad „Minerva" goed
ingelicht, dan was 't kleine aantal genomen loge
plaatsen oorzaak, dat er van de onlangs aange
kondigde opera-voorstelling van „le Petit Due"
niets gekomen is. Wel liep er onder Leidens burgerij
een „praatje", dat 't stuk in quaestie onzedelijk
was en oorkwetsend, doch daar alle couranten, die van
de opvoering in Den Haag en Amsterdam gewaagden,
het tegendeel beweerden, kan het blad niet aan
nemen dat men daarom wegbleef. Of zijn^soms
Leidsche ooren lichter te kwetsen dan andere?
Hoe 't ook zij, wij betreuren ten zeerste, zegt het
verder, de weinige medewerking, die de opera
directie te wachteu schijnt te hebben van de
families hier ter stede, aangezien dit reeds het tweede
jaar is dat een poging hier gedaan om een opera
op te voeren totaal mislukt is. Hierdoor blijven
wij toch ook verstoken van een genot, waarvoor
we nog altijd, zoo we 't willen genieten, ons naar
elders moeten begeven.
Voor de vacature bij de Ned. Her v. gem. te
Breda is het volgende twaalftal van predikanten
opgemaakt; M. A. Adriani, te Maarssen D. Beek
man, te Voorschoten; J. J. Damsté, te Diepenheim;
H. Fortuyn, te SassenheiinC. F. Gronemeyer,
te Apeldoorn; J. Van Heerde, te Breukelen; J.
Van 't Hooft, te Koudekerk; A. Meerdink, te
HarderwijkJ. Offerhaus, teEeldeW. Van Roggen,
te Hendrik-Ido-Ambacht; C. H. Van Rhijn, te
LeusdeD, en L. C. Schuller tot Peursum, te Heukelom.
Uit Arolsen wordt aan het Rott. Nwbl. ge-1
meld dat in de beschikkingen betreffende de vol
trekking van het huwelijk tusschen den Koning
en Prinses Emma eenige verandering is gebracht,
in dien zin nl. dat de kerkelijke inzegening in
den avond van 7 Januari zal plaats hebben en
wel in de slotkapel, waar een jaar geleden ook
het huwelijk van den kroonprins van Wurtemberg
met prinses Marie van Waldeck werd ingezegend.
De burgerlijke huwelijksvoltrekking zal geschieden
door den landsdirecteur, Von Sommerfeld, op den
voormiddag van denzelfden dag. De beide vooraf
gaande dagen zullen aan schitterende feestelijkhe
den gewijd zijn, die in zekere mate een kunst-ka
rakter zullen hebbenop de soirées zullen voor
namelijk gebeurtenissen uit de Nederlandsche
geschiedenis door levende beelden in prachtige
kostumes worden voorgesteld; ook zal door buiten-
landsche kunstenaars eene operette worden opge
voerd. Het echtpaar zal, na de voltrekking van het
huwelijk, waarschijnlijk tot 10 Januari te Arolsen
vertoeven.
Naar men verneemt was te Amsterdam reed3
vóór de verspreiding der circulaire ter inteekening
voor de feestelijke ontvangst van den KoniDg en
zijne gemalin te dier stede, een som van 25,000
gulden voor dit doel bijeengebracht, waaronder be-
laugrijke bijdragen voorkomen van de Nederl.
Handelmaatschappij, de Nederlandsche Bank, de
Amsterdamsche Bank en een aantal andere han
delsvennootschappen.
Maandag 20 Januari zullen de Koning en de
Koningin hun feestelijken intocht houden in de
hoofdstadDinsdag plechtige ontvangst in de Nieuwe
Kerk, Woensdag cour ten paleize, Donderdag
gala-voorstelling in den stadsschouwburg, Yrijdag
gala-concert in Felix, Zaterdag bal ten paleize.
Maandag daaraanvolgende zullen HH. MM. waar
schijnlijk vertrekken.
De heer Schipperus te Rotterdam heeft van
den Koning de opdracht ontvangen, het paleis te
Arolsen, door Zr. Ms. gemalin en hare familie
bewoond, met de omgeving te schilderen.
Blijkens den staat van den afloop der jongste
najaars-examens zijn in het geheel geëxamineerd
2628 adspiranten, waarvan 1520, dat is 57.8 pet.,
zijn geslaagd. Voor hoofdonderwijzer werden van
de 272 slechts 96, of ruim 35 pet., toegelaten.
Het aantal hulponderwijzers is met 176 en dat
der hulponderwijzeressen met 171 vermeerderd.
Van •de hulponderwijzers slaagden ongeveer de helft.
Naar men verneemt is mr. W. Von Weckherlin
door den koning van Zweden en Noorwegen be
noemd tot commandeur met de ster van de orde
der Poolster, wegens de waarneming der Zweedsche
en Noorweegsche belangen in Japan gedurende
den tijd dat hij aan het hoofd stond van het
Nederlandsch gezantschap te Yokohama.
Het stoomschip „Schiedam", van Nieuw-
York naar Rotterdam bestemd, is heden te] Brou
wershaven binnengekomen.
Tweede Kamer. Heden zijn verschillende
kleine ontwerpen aangenomen, doch is met 43 tegen
16 stemmen verworpen de bekrachtiging van den
verkoop van spoorweggrond onder Zutphen. Hoofd
stuk II der staatsbegrooting is unaniem aangeno
men, evenzoo hoofdstuk III, buitenlandsche zaken,
na eenige discussie met den minister, waarbij deze
mededeelde dat onderhandeld wordt over een hand-
delstractaat met Japan. Morgen is het hoofdstuk
justitie aan de orde.