Maandau 1878. i YaITS^bIIÏTC H te N. ff. 5761. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Kommer toestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. 'lAf PRIJS DEZER COURANT: Voar Lei ten per 3 nnanderi1.10. Fi r,co per postn 1.40. Al. hinderlijke Nommersn 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Met Él'ecemlier beglstt een nieuw kwar- tiial t r. Isoi Lciciscli E9agb2a«3. Zij die zich alsdan op deze Courant wcnschen te abon- 1 ncercn ontvangende tot dien datum ver- schijn en «3 c nommers gratia. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezit n het adres van J. OVERDUIN, Sajethandelaar alhier, houdende verzoek om in zijn pand in de Lange- straat Nr'. '29 varkens te mogen houden en mesten; Gelet 0)i art. 132 der Algemeene Politieverordening van It October 1873; Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en bewoners van de naastbijgelegene en belendende panden, ten opzichte der informatiën de commodo eiincommodo, door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer gemeente, op Donderdag den 28sten Novem ber aanst., 's voorrniddags te el/u ren; zullende de belang- hebbe' n ve rplicht zijn hunne bezwaren tegen dat verzoek op dit- tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, V. d. ERANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 23 November 1878. De BURGEMEESTER der gemeente Leiden, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad N». 134); Brengt, ter kennis van de ingezetenen dat ie de afgeloopen week zijn o gegeven als door roodvonk aangetast 23 personen en aan die ziekte overleden 2. En geschiedt hiervan openbare afkondiging door plaatsing in de Leid'che Courant. Eeu nalezing op de Gemeentebegrooting. De geineentebegrooting, of liever de discussie daarover, behoort alweder sedert eenigen tijd tot de geschiedenis, en achtereenvolgens kwamen de bladen van het officiëele verslag met een bii zoo groote hoeveelheid wel eenigszins verklaarbare langzaamheid ons aan de toenmaals gevoerde de batten herinneren. Bij het doorbladeren van dat verslag trok vooral één punt weder meer bijzonder onze aandacht, nl. waar onder No. 101 de bijdrage van de ge meente in de kosten van het aanleggen der duin waterleiding wordt behandeld. Er werd bij die gelegenheid op gewezen, dat art. 5 der concessie de concessionarissen verplicht om volgens in te dienen plannen 20 kilometer pijpen in de ge meente te leggen, terwijl in de volgende alinea wordt bepaald, dat, wanneer het in de eerste alinea bedoelde pijpennet voltooid is, concessio narissen verplicht zijn met het leggen van pijpen voort te gaan daar, waar zulks wordt verlangd, mits alsdan door de belanghebbenden een opbrengst van hot waterverbruik worde gegarandeerd tot een bedrag van minstens 10 pet. der aanlegkosten van bedoelde pijpen. Naur aanleiding van een bijzonder geval, waar over wij hier thans niet willen uitweiden, ont stond de vraag of die garantie zich niet minstens over 10 jaren moest uitstrekken, ten einde der Duinwatermaatschappij althans de volle kosten van aanleg te vergoeden, ongerekend het rente verlies enz. Terecht werd opgemerkt dat ook hier weder I bleek, dat men niet te voorzichtig kan zijn met bgt opmaken van dergelijke statutaire bepalingen, een opmerking, die wij ten volle beamen niet alleen, maar die wij zelfs nog vrij wat verder zouden willen uitstrekken door er bij te voegen in de eerste plaats dient in bet oog te worden gehouden het doel, welks bereiking men zich voor stelt bij het tot stand brengen van het werk, waarvoor men concessie verleent; zoo niet, dan zullen geen statuten, met hoeveel scherpzinnigheid overigens ook opgesteld, ooit een voldoenden waar borg opleveren. Dat laatste nu schijnt ons hier toe het geval te zijn. En met te meer recht mogen wij daarop wijzen, omdat wij ten tijde toen het verleenen der concessie aanhangig was, menigmaal een waar schuwende stem hebben doen hooren tegen de onzes inziens verkeerde richting, die men toen dreigde te volgen en werkelijk gevolgd heeft. De geheele aanleg der waterleiding toch heeft op te bekrompen schaal plaats gehad. Het standpunt, waarop de Gemeenteraad zich in deze had moeten plaatsen, was naar onze mee ning altijdhet duinwater zooveel mogelijk onder ieders bereik te brengen. Wat befeekende anders het indertijd zoo schier tot. vervelens toe herhaalde argument, dat het aanleggen eener duinwaterlei ding gebiedend werd gevordord door het hygiënisch belang der gemeente? De algemeene gezondheids toestand regelt zich toch niet naar de gunstiger voorwaarden, waaronder zich de bewoners van enkele perceelen bevinden, maar naar de gesteld heid in de woningen van de meerderheid der ingezetenen. Om nn het gebruik van het duinwater zoo algemeen mogelijk te maken, had men reeds ter stond het hoofdbuizennet een veel grootere uitge breidheid moeten geven, ten einde de aansluiting met minder bezwaar te doen plaats hebben, en ten andere in de statuien zoodanige bepalingen moeten opnemen, dat ook zij, wier woningen min der gunstig gelegen waren, zich van duinwater konden voorzien zonder in zoo bovenmate hooge aanlegkosten te vervallen als thans veelal van hen worden geëischt. Dat zij, wier persoonlijk belang bij de exploi tatie der duinwaterleiding betrokken is, daarvan zooveel mogelijk voordeel trachten te trekken, is te begrijpen en tot zekere hoogte niet te mis duiden, doch die zucht mag zich niet zoo sterk openbaren, dat zij in flagranten strijd komt met het algemeen belang. Waar dat dreigt te geschie den, is het tijd dat het gemeentebestuur zich doe gelden, en daarover schijnt men in den boezem van den Gemeenteraad reeds ernstig te denken. Wat anders zou de uitdrukking beteekenenwij hebben nu de Duinwater maatschappij nog eenigs zins in handen door de rentegarantie? een uit drukking overigens, die wel de aandacht verdient, daar zij aanduidt, dat men de Duinwatermaat schappij beschouwt als niet naast, maar tegenover de gemeente te staan. Toch zou naar onze meening die maatschappij ook haar eigen voordeel behartigen door haar eigen belang op ééne lijn te stellen met dat der gemeente, zij het ook hier of daar met een aan vankelijk gering verlies. Dat toch wordt later ruimschoots vergoed door toetreding van meer dere deelnemers. Trouwens de ondervinding, op andere plaatsen opgedaan, bevestigt dat volkomen. In de naburige residentie b.v., waar de duinwa terleiding terstond op ruime schaal, ja op wel ietwat al te weelderigen voet werd ingericht, neemt het aanfal verbruikers meer en meer toe, zoodat de onderneming reeds gunstige uitkomsten oplevert, en dat tegen een betrekkelijk matig ta rief en gemakkelijke voorwaarden van aansluiting. Moge dat goede voorbeeld ook hier worden ge volgd ten bate van gemeente en Duinwatermaat schappij beiden LiEIDEW, 23 November. Heden is aan de universiteit alhier bevorderd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte de heer C. J. Eggink, geb. te Oegstgeest, met academisch proefschrift„Observaliones in Plutarchi vitam Solonis.'1 De minister van binnenlandsche zaken zegt in zijne memorie van antwoord dat het hem niet duidelijk is hoe hij, gesteld hij wilde aan de stich ting van een nieuw academiegebouw te Leiden beginnen, dit zou kunnen doen, nu er voor nieuwe gebouwen te Leiden niets op de begroo ting is gebracht en zelfs het cijfer voor de gebou wen beneden dat voor 1878 toegestaan gesteld is. De toestand van het gebouw van 's rijks mu seum van oudheden alhier acht de minister niet te ongunstig afgeschilderd. Verbetering zou echter vrij aanzienlijke uitgaven eischen. De Maatschappij van Nederlandsche letter kunde alhier heeft den jaarlijkschen bundel levens berichten barer gestorven leden het licht doen zien, waarin biographieën van dr. G. Ruitenschild, nor. M. E. Lantsheer, H. J. Van Lummel, J. A. Obreen, ds. J. P. De Keyser, ds. II. M. C. Van Oosterzee, J. M. Obreen, mr. J. B. Van Ilugen- poth en prof. J. A. Boogaard. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 6381 volwas sen personen en van 9 15 kinderen. De heer Z. T. De Jongh van Arkel, rijks ontvanger te Woubrugge, heeft tegen I Januari e. k. bedankt als wethouder en ook als lid van den gemeenleraad aldaar. Onder goedkeuring van de ambachtsvrouw- van Benthuizen is aldaar tot predikant bij de Ned. Herv. gemeente beroepen de heer W. Van den Bijtel, candidaat bij het provinciaal kerkbe stuur van Overijsel. Uit Nieuwediep zal den 7den December per stoomschip „Prins van Oranje" vertrekken een detachement aanvullingstroepen, met bestem ming naar Java, sterk 210 militairen, waaronder 10 onderofficieren. De kapitein der infanterie van het Indisch leger C. J. J. H. Van Kempen is belast met het bevel. Als medcgeleiders zijn aan gesteld de 1ste luit. E. Weersma van dat wapen en leger, benevens de 2de luit. der inf. A. B. J. Prakken (met echtgenoote), E. Van Dijk, C. J. Van Griethuysen en W. J. Kroef (met echtge noote). De beide eerstgenoemde officieren keeren van verlof naar Iudië terug. Donderdag-morgen zijn ten stadhuize te Utrecht de heereu bijeengekomen, die op uitnoo- diging van den burgemeester zich belasten met het verwezenlijken van het plan, om bij gelegen heid van 't huwelijk van den Koning met Prin ses Emma van Waldeck-Pyrmont der Koningin een nationaal huldeblijk aan te bieden. Op die bijeenkomst is o. a. medegedeeld, dat alle hoofd steden der provinciën zich bereid hebben verklaard zich met die van Amsterdam, Rotterdam en 's-Gra- venhage te vereenigen, behalve Groningen, en dat het plan is der Koningin een parure aan te bieden. De algemeene synodale commissie van de Nederlandsche Hervormde Kerk heeft de verande ringen in artt. 38 en 4<0 van het reglement op het godsdienstonderwijs aangenomen met 52 stem men voor en 16 tegen. De verandering in het reglement op de kerkvisitatie, in dat op de kos ten voor het bestuur der Nederlandsche Hervormde kerk en verschillende veranderingen in reglementen om daarmede het reglement op het hooger onder wijs te doen overeenstemmen, zijn alle met bijna 1 eenparige stemmen aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1