N°. 5755.
A°. 1878.
(8 November.
Maandag
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
LEIDSOH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regelsl-05-
Iedere regel meer0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Gemengd Nieuws.
In het chemisch laboratorium der
hoogere normaalschool in de rue d'Ulm te Parijs
heeft een hevige ontploffing plaats gehad. Toen
de hoogleeraren en de leerlingen op bet vernemen
van den geweldigen slag ter plaatse des onheils
kwamen, vonden zij op den grond uitgestrekt den
hoofdingenieur voor den scheepsbouw Heuze, die
ernstig verminkt bleek te zijn bij het nemen van
een wetenschappelijke proef. Met gebroken rechter
been en verschillende lichte verwondingen werd
hij naar de woning van den directeur der inrich
ting overgebracht. Bij onderzoek is gebleken, dat
het onheil was veroorzaakt door het ontploften
van schietkatoen, besloten in een koperen buis,
waarvan echter geen enkel stuk was terug te
vinden. De knal was zoo hevig, dat al de ramen
van het laboratorium benevens al het daar aan
wezige glaswerk verbrijzeld werden. Tot aller
verbazing had de heer Heuze bet bewustzijn be
houden, welk verschijnsel men toeschrijft aan de
werking van een groote hoeveelheid ammoniak,
uit verbrijzelde fiesschen door het lokaal verspreid.
Een gauwdief had zich in een stal
houderij der rue Albony te Parijs in een rijtuig
verborgen, ten einde een gunstig oogenblik af te
wachten om zijn slag te slaan. Toen, naar hij
meende, dat lang verbeide tijdstip was genaderd,
wilde hij met een sprong uit zijn schuilhoek te
voorschijn komen, doch bleef met een zijner voeten
in een strik hangen, dien hij niet had opgemerkt
en die zich stevig om zijn been sloot. Daar hij
met het hoofd naar beneden hing, zoodat de bloeds-
aandrang hem dreigde te doen stikken, was hij
genoodzaakt zijns ondanks om hulp te roepen, die
hem door den stalhouder op uiterst voorkomende
wijze werd verleend dochmet medewerking
van een paar politiebeambten.
Een kantoorbediende te Par ij s, die
voor zijn patroon een som van 10,000 franken had
geïnkasseerd aan de Pransche bank, begaf zich
met den daarmee gevulden geldzak naar zijn bureel
terug, toen hij in de rue Jean-Jacques-Rousseau
werd aangesproken door een persoon met Engelsch
accent, die eveneens een geldzak droeg en hem
vroeg, of hij hem voor 20 franken naar het station
van den Westerspoorweg wilde brengen. Dejeugdige
kantoorbediende, die haast had, weigerde dit, maar
trad op uitnoodiging van den onbekende met hem
het naastbijgelegen café binnen. Bij het binnen
komen echter deed de vreemdeling als bij ongeluk
zijn metgezel op een tafeltje vallen en maakte van
de daardoor ontstane verwarring gebruik om het
op een loopen te zetten met den welgevulden geld
zak, waarvoor hij behendig den zijnen in de
plaats had gelegd. Die verwisseling werd terstond
door den kantoorklerk opgemerkt, en nu ging
men op een herhaald: houd den dief! aan het
vervolgen. De handige bedrieger zou echter zeker
zijn ontkomen, ware hij niet op den hoek eener
straat in handen van twee politiebeambten gevallen,
die in hem zekeren beruchten William herkenden,
pas den vorigen morgen uit de gevangenis ontslagen.
In het toevluchtsoord voor menschen
zonder huisvesting te Berlijn, overnachtten alleen
in October 11. niet minder dan 10,000 personen.
Te Havre is een persoon, die ver
lamd was en in het hospitaal verpleegd werd,
zoodanig door een aanval van catalepsie overval
len, dat men hem voor dood verklaarde. Hij werd
naar de snijkamer getransporteerd om den volgenden
dag onder het ontleedmes gebracht te worden,
's Nachts was de catalepsie geweken, zoodat de
wakers in plaats van een doode een levende
vonden.
De koning van Beieren heeft gelast,
dat een zeker percentage van het netto bedrag
van iedere uitvoering van de „Fidelio" in den
koninklijken schouwburg, zal worden uitgekeerd
aan den nicht van den componist, mej. Caroline
Yan Beethoven.
Te Nieuw-York is op klaarlichten
dag eene som van drie millioen dollars aan papier
uit eene bankinstelling in Broadway, de „Man
hattan Savings Institution", gestolen. Den 27sten
October, 's voormiddags te negen uren, zag de
oppasser of huisbewaarder tot zijne verbazing ver
scheidene personen voor zich staan. Hoe zij in huis
waren gekomen, waar zij ten volle bekend sche
nen, is een raadsel. Niemand dan de oppasser en
zijne vrouw en schoonmoeder waren thuis. Het
was een Zondag. De heeren met hunne familie
waren naar buiten. „De sleutels van de geldkist
voegden de dieven den oppasser toe, en zij lieten
er op volgen„Yerder hebben wij u niet noo-
dig; het geheim om bet slot te doen springen,
kennen wij". Twee gemaskerde personen bleven
als wacht staan bij den oppasser, wien zij de hand
boeien hadden aangelegd en dien zij een pistool
op de borst zetten, om hem bij de minste bewe
ging voor altijd het zwijgen op te leggen. Hierna
gingen de anderen bij de geldkist aan 't werk.
De vrouw en de schoonmoeder van den oppasser
lagen nog te bed, maar ook deze werden bewaakt.
Toen de dieven vertrokken waren, vond men breek
ijzers, enz. Bij onderzoek is gebleken, dat de som,
waarvan de dieven zich meester gemaakt hadden,
voor 2'/ï millioen bestond uit papier op naam der
bankinstelling, dat thans niet uitbetaald wordt.
De overige 500,000 dollars zijn als gereed geld
te beschouwen. Gelukkig dat de bank het verlies
lijden kan, zoodat de deposito-gevers geen schade
zullen hebben. De politie heeft, ondanks hare ijve
rige nasporingen, de dieven nog niet ontdekt.
Te Marseille heeft een voorval plaats
gehad, dat tot een aantal onthullingen in eene
echter nog vrij duistere zaak aanleiding heeft ge
geven. Zekere C. aldaar werd nl., nadat hij in een
restauratie met een vriend het middagmaal had
gebruikt, door hevige brakingen overvallen, waaraan
hij nog denzelfden avond kwam te overlijden. Ter
stond verspreidden zich geruchten van vergiftiging,
die aanleiding gaven tot een gerechtelijk onder
zoek, ten gevolge waarvan de vriend des overle
denen in arrest werd genomen. Men beweerde nl.,
dat er tusschen C. en den anderen persoon een
geschil was ontstaan naar aanleiding van een ver
zoek des laatsten om ongeveer 50.000 fr. tot het
inlossen van onwettig uitgegeven geldswaardig
papier tot het exploiteereu van bosschen op het eiland
Corsica. Bij een huiszoeking in de woning des ver
dachten vond men een uitgebreide correspondentie
met verschillende personen te Parijs en daaronder
een in den omtrek van Parijs woonachtige jonge
en bevallige weduwe. Een onderzoek, daarop ook
ten huize van die dame ingesteld, leidde bovendien
tot de ontdekking van een geregelde correspon
dentie over handels- en geldzaken tusschen de
weduwe en den overledene. Volgens verklaringen
van den verdachte zou de vergiftigde zelfmoord
hebben gepleegd uit vrees voor vervolging in een
zaak, die op zijn vroeger leven betrekking had.
Zooveel is zeker, dat er in dit zonderlinge drama
nog veel duisters is gelegen, maar tevens dat men
niet alleen tegen den vriend van C., maar ook
tegen de weduwe zware verdenking heeft opgevat.
In de omstreken van Fürtwangen, in
het groothertogdom Baden, heeft verleden Zaterdag
zulk een hevige sneeuwstorm gewoed, dat de weg
ven daar naar Triberg onbruikbaar was, daar op
vele plaatsen de sneeuw ter hoogte van2'/1a3'/2
meter lag opgehoopt.
Volgens een door de „Débats" mede
gedeeld en door het „Journal Officiel" overgenomen
bericht is een stoutmoedig Amerikaan voornemens
om van Nieuw-York naar Parijs over te steken
op eene onlangs uitgevonden vélocipède, welke zoo
wel te land als te water kan gebruikt worden. Er
is plaats op voor meer dan één persoon.
INGEZONDEN.
Aan den Weled. lieer L. M. De Laat de
Kanter, Wethouder van Fabricage.
Nu ik, door het officieel verslag, bekend ben
geworden met hetgeen door u in den Gemeente
raad is gezegd omtrent mijn geschil met de Direc
tie der Leidsche Duinwater-Maatschappij, acht ik
mij veiplicht in het openbaar hiertegen op te ko
komen. Uwe voorstelling van de zaak is toch ge
heel onjuist.
Wat is het geval?
Toen ik in het vorig jaar een tweetal mijner
perceelen in de Zandstraat liet verbouwen lot
woonhuizen, ontstond de vraag: hoe de toekom
stige bewoners aan goed drinkwater te helpen. De
ondervinding had mij geleerd, dat daar ter plaatse,
door het graven van een put, geen zuiver water
te krijgen was. Ik besloot dus die woningen van
duinwater te doen voorzien, hetgeen alleen geschie
den kon door aanleg van een buis van den Ouden
Singel door de Zandstraat. Ik heb er aanvanke
lijk geen oogenblik over gedacht in mijn eigen
huis eene waterleiding te brengen. Aan goed drink
water bestond bij mij geen gebrek. Gedurende de
jaren, dat ik in Leiden woonde, heb ik meerma
len, bij langdurige droogte, anderen van mijn over
vloed kunnen geven. Maar nu toch de buis
voor die woningen in de Zandstraat langs mijn
achterhuis liep, waarin de keuken is geplaatst,
besloot ik, èu in het belang van de goede
zaak, èn omdat, door eene of andere oorzaak, ge
brek aan zuiver water zich, althans tijdelijk, bij
mij zou kunnen voordoen, uit die buis in de
Zandstraat een pijp te doen leggen tot in mijn
keuken. Verder niet.
Dit is u zult dit toestemmen geheel iets
anders, als dat ik „voor mijn gemak het laten
brengen van de aansluiling door mijne perceelen
in de steeg, en zoo terug in mijn huis", zou
hebben verkozen boven „de aansluiting op den Ouden
Singel door mijn voorhuis".
Ware uwe voorstelling van de zaak de ware,
dan zou het zeker hoogst onredelijk zijn, indien
ik verlangde dat zulk een aanleg zou komen voor
rekening van de Duinwater-Maatschappij. Nu het
perceelen geldt, waaraan de Maatschappij op geene
andere wijze dan door zulk een aanleg het drink
water kon leveren, vertoont zich de quaestie, waar
over ik verder niet spreken wil, in een geheel an
der licht.
Ik houd mij overtuigd dat deze nadere toelich
ting, die ik niet achterwege mocht houden, nu
deze aangelegenheid in een publiek debat ter sprake
is gebracht u welkom zal zijn.
Met de meeste hoogachting teeken ik mij
Amsterdam, Uw dienstw. Dienaar
15 November '78. II. C. Rogge.