N\ 5746.
A°. 1878.
Donderdag
7 November.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Een treurig drama.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 mianden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regelsf 1-05.
Iedere regel meer0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Met diep leedwezen, bij niet weinigen in ver
ontwaardiging overgaande, werd de droevige mare
vernomen, dat in den nacht van 29 op 30 Octo
ber 11- onder de gemeente Monster een brik, de
„Areta", van Whitby, met zeven man en ver
moedelijk vrouw en kind van den gezagvoerder
aan boord onder de gemeente Monster was ge
strand, zonder dat het gelukt was ook maar eeu
enkel persoon der bemanning te redden. Veron-
waardigiugen geen wonderImmers er werd
bijgevoegd„Tot in het midden van den nacht
iverd onophoudelijk en blijkbaar met bovenmatige
krachtsinspanning om hulp geroepen. Maar tever
geefs. Door de slechte inriehting van het redding-
station te Monster was 't niet mogelijk de brik
te bereikeu, en al de opvarenden zijn jammerlijk
verdronken."
De pennen kwamen in beweging om de treu
rige zaak te verklaren bewijs genoeg, dat men
gevoelde, dat het Nederlandsche volk niet koel
blijft bij het vernemen van een zoo vreeselijke
ramp, die had kunnen worden voorkomen. Want
was misschien het eerste bericht minder juist, nl.
dat het reddingstation te Monster zoo slecht zou
zijn ingericht, in één punt stemmen alle mede-
deelingen overeendat het ten eenenmale ontbrak
aan het noodige geoefend personeel om de redding
boot te bemannen.
De toestellen werkten juist; immers er werden
twee, drie lijnen over het schip geschoten, zoodat
de verbinding met den vasten wal tot stand was
gebracht, een eerste voorwaarde om met eenige
hoop op goeden uitslag een redding te beproeven.
Een enkele poging werd dan ook gedaan door
een viertal schelpenvisschers, tot de oude be
manning der reddingboot behoorende, met een
wakker burger als stuurman, den hulponderwijzer
A. De Vletter, wiens naam wij met trots
als dien van een landgenoot mogen nederschrij-
ven. Doch nadat de eerste maal de boot op het
strand was teruggeworpen, waren de visschers noch
door beloften, noch door aanbiedingen te bewegen
zich voor den tweeden keer te wagen.
Vreeselijke toestand! De schipbreukelingen,
waarschijnlijk met een wanhopige moeder en een
weerloos kind in hun midden, die elkander reeds
omhelsden in het vooruitzicht der zoo angstig
verbeide redding, toen de eerste lijn naar hen
werd overgeschoten ze zijn thans weer aan
hun ontzettend lot overgelaten. Maar neen, een
tweetal burgers, weder met den wakkeren De Vlet
ter aan het hoofd, bieden zich aan om een tweede
poging tot redding te doen, doch en dit is
een zware beschuldiging de directeur van het
reddingstatiou, de heer Van der Goes, weigerde
aan de particulieren uit Monster het gebruik der
boot, ofschoon zij waarschijnlijk niet slechter voor
de taak berekend waren dan de lafhartige visschers
en althans een hart toonden te bezitten, waarin de
steeds angstiger klinkende noodkreten der schip
breukelingen weerklank vonden.
Volgens de afgelegde verklaringen van de
heeren Van der Goes en- Veen daarentegen
zouden er geen mannen zijn geweest met moed
genoeg om den tocht te ondernemen. Ziedaar een
zaak, die ernstig dient onderzocht te worden, op
dat men wete, wat in dergelijke gevallen de hoofd
zaak is: de zorg voor het behoud eener redding
boot, dan wel het bevorderen der redding van de
in nood verkeerenden.
Andere belangrijke punten van verschil in de
verklaringen der betrokken personen en in nadere
berichten van correspondenten, verdienen evenzeer
de aandachtzoo de bewering, dat de directeur, die
te ver landwaarts in woont, eerst drie uur na
het begin der schipbreuk op de plaats des on-
heiis zou zijn gekomende vermelding dat er
genoeg paarden aanwezig waren om het redding-
materieel naar het strand te brengen, enz.
Te 4 uren was het ontzettende drama afge-
loopen. Acht uren tijds dus tusschen het begin
der stranding en het uiteenslaan van het vaartuig.
Tijds genoeg alzoo om ondanks late aankomsten
andere ongunstige omstandigheden de schipbreu
kelingen te redden, had het slechts niet ontbro
ken aan een moedige en geoefende bemanning.
Daarom zijn wij het volkomen eens met den cor
respondent van „Het Vaderland", waar deze zegt
„De lafheid der schelpenvisschers wekt onze ver
ontwaardiging, maar de (Zuidhollandsche) Maat
schappij (tot redding van schipbreukelingen) blijft
de hoofdschuldige. Zij diende te zorgen, dat er
voldoend personeel aanwezig was. Het kan niet
moeilijk zijn in de gemeente Monster een vast
corps redders door oefening te verkrijgen. Het
gaat niet aan een personeel te nemen, dat nooit
geoefend wordt en dat voor een groot deel op
zee zwerft. Moet het personeel zeer zeker goed
beloond worden, de middelen daarvoor zijn wel
te vinden."
Door dien wenk te volgen zal men eeu goede
schrede zetten op eeu weg, die in deze tot ver
betering kan leiden. Het gebeurde in den nood-
lottigen nacht van 29 op 30 October jl. heeft
men trachte het te verbloemen of niet een
smet geworpen op een der schoonste inrichtin
gen, op wier bezit het Nederlandsche volk terecht
roem draagt. Nu het op zoo treurige wijze is
gebleken, welk ecu groote fout die inrichting
aankleeft, zal de geheele natie van harte toe
juichen, dat daarin door middel van een goed
geoefend en goed bezoldigd personeel wordt voor
zien. Een betrekkelijk geringe geldelijke opoffe
ring zal haar, zoo noodig, daarvoor niet te veel
i zijn. Een drama als onder Monster werd afge-
I speeld, moet niet meer plaats kunnen hebben.
LEIDEN, G November.
Gisteravond hield de Leidsche afdeeling van
de Nederlandsche Maatschappij voor tuinbouw en
i plantenkunde in het gebouw der Loge een ver-
gadering met dames, waarin als spreker optrad
i de heer II. Witte, die zich bereid had verklaard
eeu paar voordrachten te houden, ten einde leeken
in eenige geheimen van het plantenrijk in te wij
den. Na eeue korte inleiding, waarin hij in eenige
beschouwingen trad over het nut dat dergelijke
voordrachten al of niet hebben, ging spreker de
samenstelling der bloemen na en voornamelijk de
wijze waarop de voortplanting of bevruchting bij
verschillende planten plaats heeft. Hij slaagde er
in de aanwezigen met de hem zoo eigene gave al
vertellende op niet alleen onderhoudende maar
zelfs boeiende wijze ruim een tweetal uren bezig
te houden. Men zal niet verlangen dat de spreker
hier al zijne beschouwingen omtrent de wind- en
insectenbloemen, opgehelderd door een menigte,
zelfs op eigen ervaring gegronde voorbeelden en
teekeningen, gevolgd worde, of omtrent de door
hem aangehaalde bewijzen voor de tusschen die
ren en planten in menig opzicht bestaande over-
eenkomst. Het zou, zoo niet onmogelijk, dan toch
geheel doelloos zijn. Het ware slechts een flauwe
schets van het gesprokene, terwijl de indruk, op
de vergadering gemaakt, ten eenenmale zoh ont-
breken. Moge spreker vroeger dan ook al het
nut van het houden van voordrachten als deze
in twijfel hebben getrokken, zeker is 't dat, ware
dit later niet reeds het geval geweest getuige
de voordracht van gisteravond zelve hij na de
thans opgedane ervaring er wel van zou zijn terug
gekomen. De onverdeelde aandacht die hem den
geheelen avond geschonken werd, de liefde voor
en de lust tot het onderzoek van Elora's kinde
ren zoo niet bij allen, dan toch bij enkelen opge
wekt, en het verlangen waarmede de volgende
voordracht wordt te gemoet gezien, zijn er vol
doende bewijzen voor.
Omtrent de doorloopende tentoonstelling in
China heeft de minister van waterstaat enz. aan
de Kamers van koophandel nader medegedeeld,
dat modellen en teekeningen van werktuigen voor
mijnoutginning, tramspoorwegen en verdere ver
voermiddelen voor mijnproducten, alsmede die voor
het boren van artesische putten, niet naar Shan-
gai, maar naar het Nederlandsche consulaat te
Cheefoo (Noord-China) moeten worden gezonden,
daar in de provincie Chihli en andere deelen van
noordelijk China kolen- en ijzermijnen zullen ge
ëxploiteerd worden door eene maatschappij van
Chineesche kooplieden.
De gemeenteraad van Aarlanderveen heeft
zijnen secretaris, jhr. W. Van Loon Jz., op ver
zoek als zoodanig ontslagen. Op de aanbeveling
van burgemeester en wethouders, ter voorziening
in de vacature, zijn geplaatst de heeren G. E. J.
Tydeman, van Rotterdam, en G. C. B. Suringar,
van Leiden. De benoeming zal plaats hebben op
19 November e. k.
Voor de akte als hulponderwijzeres werden
gisteren in Den Haag geëxamineerd 14 caudidaten,
1 trok zich terug, 5 werden afgewezen toegelaten
mej.: S. A. E. B. Hansen en C. W. Van der
Keilen uit 's-IIage, M. Koekoek en E. D. M.
Looyaard uit Rotterdam, V. C. Van der Meer
van Kuft'eler en E. van Rijnen uit Dordrecht, P.
C. Van der Sprong uit Rotterdam en B. Van
Steden uit Gouda. Voor de akte in de Hoog-
duitsche taal waren 5 caudidaten opgekomen toe
gelaten mej.J. M. Kist uit Leidén, A. C. Browne
en mevr. A. Hiulopen geb. Troost, uit 's-Hage.
Omtrent den oorlogstoestand in Atjeh zegt
de minister in de memorie van beantwoording dat
hij den oorlog spoedig ten einde wenscht, maar
geen heil ziet in onafgebroken den vijand te ver
moeien en te vervolgen. Alleen dan moet met
klem agressief worden opgetreden, als er bepaalde
aanleiding is.
Vrijdag a. s. wordt de tooneelschool te Am
sterdam, die sinds 2 September in een nieuw ge
bouw is gevestigd, ingewijd met een tooneel uit
Oberlanders dramatische werken, een uit „De ideeën
van mevr. Aubray", verder de tooneelstukjes „Het
Huismoedertje" en „Een dienst aan mijn vriend
Blauchard." Op den dag der inwijding wordt alleen
toegang verleend aan de afgevaardigden ter alge-
meene vergaderingdaarom zal de voorstelling later
voor de leden der Amsterdamsche afdeeling van
het tooneelverbond worden herhaald.
Op het oogenblik worden de lessen aan
de tooneelschool gevolgd door vijf jongens en
zeven meisjes, van 14- tot 18-jarigen leeftijd;
terwijl eerlang nog een dertiende kweekelinge,
van 21-jarigen leeftijd, uit Leiden, in het gebouw
haar intrek zal nemen om van het onderwijs te
genieten en tevens kleine rollen te vervullen aan
den stadsschouwburg te Amsterdam.
Z. M. de koning heeft het verlangen te
kennen gegeven, een opgave te ontvangen van de
namen en woonplaatsen der hoofddirecteuren, pre-