N°. 5729.
A0. 4878.
Vrijdag
18 October.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 nnanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
LEIDEN, 17 October.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Ned. Indië door middel van
het stoomschip „Overijsel", waarvan de laatste
buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is
bepaald op 23 dezer, des morgens te acht urep.
Voor den aanleg en de exploitatie van
paardenspoorwegen binnen deze gemeente zijn in het
geheel twee inschrijvingen ingekomen, die van
de heeren Van Overeem te Alkmaar en Herens te
's-Hage, alsmede van den directeur der Haagscbe
tramway-maatschappij namens den heer B. Wauthy
te Scheveningen met een bankier te Brussel, de
eersten voor ƒ2510, de laatste voor ƒ4350. Over
eenkomstig de voorwaarden van uitschrijving wordt
de gunning veertien dagen aangehouden. Voor
het maken van een overdekte speelplaats, tevens
gymnastiekschool, bij de school voor minvermo
genden op de gedempte Korte Langegracht waren
tien biljetten ingeleverd, waarvan de hoogste in
schrijving ƒ6225 en de laagste f 4626 bedroeg.
Gedurende de maanden Juli, Augustus en Sep
tember zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende naar het buitenland verzonden brieven,
die wegens onbekendheid der geadresseerden niet
besteld konden worden
België: I. B. Mommens, Molenbeek; H. Zijl
mans, BrusselDuitschlandRichard, Freiburg
N. J. L. Van Slijpe, Bonn; Miena Sternfeld,
Elberfeld; Hamburger, Frankfort; H. A. J. Krüger,
Stadtlohn; Engeland: W. Huygens, Aldershot; J.
Bletcher Davis, DalkeyFrankrijkP. N. Engel-
berts, Monaco. Oost-Indië: mevr. M. Osterloh,
Batavia.
Morgenavond zullen de nieuw aangekomen
leden van het Leidsche studentencorps worden
geïnaugureerd.
Óp de drieëntwintigste algemeene vergade
ring van het aardrijkskundig genootschap, te Delft
op Zaterdag den 26sten October te houden, zullen
door den heer J. Boissevain mededeelingen worden
gedaan omtrent het congres voor handels-aardrijks-
kunde te Parijs in September jl. en zal door prof.
P. J. Veth over ethnologische verzamelingen ge
handeld worden.
Aan den minister van waterstaat enz. zal
door burg. en weth. van Haarlem een adres worden
gericht tot ondersteuning van dat van het ge
meentebestuur van Uithoorn, aandringende op
uitbreiding van het spoorwegverkeer voor de ge
deelten van Noord-Holland en Utrecht, gelegen
tusschen den Hollandschen-, den Rijnspoorweg en
de lijn LeidenWoerden.
Op de algemeene vergadering van 1874
van het Nederlandsch Tooneelverbond werd beslo
ten, de afdeelingen uit te noodigen om uit haar
midden een commissie te benoemen ten einde oude
stukken te bestudeeren en na te gaan, welke ver
dienen omgewerkt en geschikt gemaakt te worden
voor het tooneel. Dit besluit heeft tot geen resul
taat geleid, althans het hoofdbestuur heeft van de te
dier zake benoemde centrale commissie niets ver
nomen. Met het oog hierop, en naar aanleiding
van een vraag van de Haagsche afdeeling, geeft
het hoofdbestuur, terwijl het de zaak zelve aan de
belangstellende aandacht van letterkundigen en
tooneelvrienden blijft aanbevelen, aan de den 9den
November a. s. te houden algemeene vergadering
in overweging, om de centrale commissie, bestaande
uit de heeren A. C. Loffelt, D. F. Van Heyst en
J. H. Róssing, welke zich indertijd vormde, van
hare taak te ontheffen. Een besluit van dezelfde
algemeene vergadering strekte om, vanwege het
Tooneelverbond, iedere drie jaren eene medaille uit
te reiken aan den schrijver van het tooneelstuk,
dat in den loop dier drie jaren verschenen en
vertoond of voor de vertooning geschikt geoor
deeld was en waaraan buitengewone verdiensten
kunnen worden toegekend. Op uitnoodiging van
het hoofdbestuur vormde zich eene commissie van
beoordeeling, die echter tot heden nog geen voor
stel tot het verleenen van de driejaarlijksche me
daille heeft ingediend. Naai aanleiding van eene
door de afdeeling 's-Gravenhage gedane vraag,
meent het hoofdbestuur het aan de beslissing der
vergadering te moeten overlaten of de medaille
voortdurend zal blijven uitgeloofd, dan wel of er
termen zijn om op het besluit van 1874 térug
te komen.
De kroonprins en kroonprinses van Dene
marken en de prinses Von Wied met een talrijk
gevolg bezochten heden dekoninklijkeNederlandsche
fabriek van gouden en zilveren werken van de
heeren J". M. Yan Kempen Zonen te Voorscho
ten. De vorstelijke personen hielden zich gerui-
I men tijd in de verschillende afdeelingen van
dit belangrijk etablissement op, en gaven hunne
hooge ingenomenheid te kennen over de voortdu-
rende uitbreiding en het aesthetisch gehalte dezer
j belangrijke inrichting.
Tot zetters voor 's rijks directe belastingen
zijn herbenoemdte Stompwijk de heeren A.
Haagen en C. J. Mooyman; te Veur de heer G.
W. Boonekamp, terwijl aldaar als zoodanig, in
plaats van den overleden B. J. Fokker, is benoemd
de heer H. A. W. Köhne.
Op de voordracht voor hoofdonderwijzer te
Katwijk aan den Rijn staan: Van Dixhoorn te Haar
lemmermeer, Walther en Grolleman te Amsterdam.
Het eerste viertal der onderofficieren, die
in Den Haag het examen voor 2den luitenant der
infanterie hebben afgelegd, zijn geslaagd. Het zijn
de heeren Van Driel, Schwartz, Van Thiel en
Tissot van Patot.
Voor het middelbaar onderwijs werden giste
ren nog toegelaten de dames G. J. Arts, van 's-Gra
venhage, voor Fransche taal- en letterkunde, en
M. C. De Bruyn, van Geertruidenberg, voor ge
schiedenis.
Voor de akte in de wiskunde deden giste
ren in Den Haag 7 candidaten examentoegelaten
de heeren M. Brezet uit Rotterdam en J. L. Wever
uit Schiedamvoor de akte in de Engelsche taal is
toegelaten de heer P. H. De Haan uit Rotterdam.
Men meldt, onder reserve echter, dat op
het Rembrandtsplein te Amsterdam nog een nieuwe
schouwburg verrijzen zal. De noodige grond zou
reeds door aankoop van een paar perceelen voor
68,000 zijn verkregen.
In de gisteravond gehouden zitting van de
Eerste Kamer zijn ingekomen de laatstelijk door
de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen,
waaronder dat betreffende het huwelijk van Z. M.
den Koning en de artsenwet. Zij zijn alle ver
zonden naar de afdeelingen, die opnieuw zijn
samengesteld en ze heden onderzochten.
De kweekschool voor machinisten te Am
sterdam, tot welker oprichting in April jl. de
eerste stappen werden gedaan, wordt geopend op
Zaterdag a. s. des morgens te elf uren. De lessen
zullen aanvangen op Maandag d. a. v. De cursus
begint met tien kweekelingen, waarvan de helft
internes, die gehuisvest worden in het Zeemans
huis op het Kadijksplein.
De Haarlemsche gemeenteraad heeft besloten,
aan Z. M. den Koning een adres van gelukwen-
sching te zenden, ter gelegenheid van zijn voor
genomen huwelijk.
Eerste Kamer. In de zitting van heden
is tegen morgen te elf uren aan de orde gesteld
het ontwerp tot goedkeuring van het huwelijk van
Z. M. den Koning (waarvan rapporteurs waren de
heeren Schot, Borgesius, Nobel en Teding) en alle
overige ontwerpen, uitgezonderd dat betreffende
de artsenwet.
Prins Alexander wordt Zaterdag a. s. uit
het buitenland in Den Haag verwacht.
Het stoomschip „Iraouaddy", met berichten
uit Batavia tot 19 Sept., is 13 Oct. van Suez
via Port Said naar Marseille vertrokken en wordt
aldaar den 20sten dezer verwacht; de „P. Caland",
van Rotterdam naar Nieuw-York, kwam gister
namiddag langs den Nieuwen Waterweg met 54
decimeter diepgang goed en wel in zeede „Prins
van Oranje", van Batavia naar Nieuwediep, is
gistermorgen van Port-Saïd vertrokken en praaide
de „Prins Hendrik" den Ssten October ter hoogte
van Perim.
Blijkens het algemeen verslag over de begroo
ting dezer gemeente werden in eene sectie door
een lid klachten ingebracht over de hoedanigheid
van het duinwater, die op sommige tijden en
plaatsen veel te wenschen overliet. Sommige leden
hadden eene tegenovergestelde ondervinding, ande
ren bevestigden de ingebrachte klacht, die door
den eersten spreker met proeven werd gestaafd.
Naar aanleiding daarvan zou een onderzoek naar
de oorzaak van die minder goede hoedanigheid
worden ingesteld. In eene andere sectie werd door
een lid de wenschelijkheid betoogd om meer pu
bliciteit te geven aan de huizen waar duinwater
verkrijgbaar is, b. v. door aan zoodanige wonin
gen borden te plaatsen, die voor het publiek goed
zichtbaar zijn. Ook drong dat lid er ten sterkste
op aan om geen duinwater verkrijgbaar te stellen
in huizen waar tevens eene tapperij wordt uitge
oefend. Hij meende op die beide punten de aan
dacht te moeten vestigen.
In eene sectie wees een lid op de noodzakelijk
heid dat het politietoezicht op het plantsoen worde
verscherpt en alzoo bloemen en heestergewas meer
beveiligd worden tegen de vernielzucht der straat
jeugd. Ook op het nederwerpen van asch en vuilnis
aan den Singel tegenover den kruittoren behoorde,
naar het inzien van dat lid, strenger te worden
toegezien. Daardoor toch wordt het aanzien van
den Singel zeer ontsierd. Een ander lid ondersteunde
zeer de opmerking omtrent het toezicht op het
plantsoen en wees er met nadruk op, dat het
politietoezicht aldaar, ook na de aanstelling van
een vast werkman, tevens onbezoldigd agent van
politie, stellig niet minder moet zijn dan thans,
omdat één man onmogelijk voor het onderhoud
kan zorgen en tegelijk overal toezicht uitoefenen.
In eene andere sectie achtte een lid de meerdere
uitgaaf dan het vorige jaar van 180 voor het
aanschaffen van heesters, bloemen enz. niet gewet
tigd, vooral met het oog op het hooge eindcijfer
der begrooting. Hij drong er op aan dat die meer
dere uitgaaf zoude worden achterwege gelaten.
Twee andere leden daarentegen oordeelden de tegen
woordige verfraaiing van het plantsoen alleszins
doelmatig en hielden zich overtuigd dat, wilde
men dien toestand bestendigen, het daarvoor uit
getrokken bedrag geenszins te hoog is te beschouwen.
Een der leden meende in den voorgestelden maat
regel, betreffende het dagelijksch onderhoud van
het plantsoen door een vast werkman, voor het
vervolg eene aanmerkelijke bezuiniging te mogen
zien, waardoor de uitgaven voor dat onderhoud in
volgende jaren veel minder zouden bedragen.