N°. 5722. Tooneelzaken en nog lets. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. A°. 1878. 10 October. PRIJS DEZEK COÜRANT: Voor Leidon per 3 nnanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Noinmers0.05. Met niet weinig bevreemding werd in den lande het bericht vernomen, dat de vereeniging het „Nederlandsch Tooneel" in liquidatie was. Welke beteekenis aan die woorden te hechten, vooral op dit tijdstip? Immers men stond aan het begin der theatrale campagne, en met het oog daarop is het zeker niet te verwonderen, dat op menigeen die tijding den indruk maakte van datgene, wat men in de Tweede Kamer een „fait accompli" pleegt te noemen, iets, waaraan nu eenmaal niets te ver anderen valt. Zij, die deze opvatting waren toegedaan, vonden zich daarin versterkt, toen zij den volgenden dag kennis kregen van een ander bericht, inhoudende dat de vereeniging zou worden voortgezet met wijziging der statuten. Brengt men met die laatste tijding in verband wat de heer A. C. Loffelt in het voorlaatste nommer van de „Nederlandsche Spectator" daar omtrent zegt in een stuk getiteldHet verslag der vereeniging „het Nederlandsch Tooneel" over 1877/78 dan wordt de zaak eenigszins duide lijker. Daar lezen wij„Het vertrouwen in het beheer der vereeniging is te sterk geschokt om niet met ongerustheid de onweerswolken te zien, die zich boven haar hoofd dreigen saam te pakken. Zooals vanouds zal men in het reizen een aanlei ding zoeken om Amsterdam en Den Haag te schei den. Rotterdam zal plotseling in reizen geen bezwa ren zien. Den Haag zal weder een eigen tooneelgezel- schap verlangen. Yerscheiden leden van „het Ne derlandsch Tooneel" zullen van directeurschappen droomen, hetzij in Amsterdam of Den Haag. Kortom er zijn „splijtzwammen" in de atmosfeer der pacht voor het volgende jaar." Zou wellicht zoo vraagt men zich thans niet onnatuurlijkerwijze af de vrees voor dat droo men van directeurschappen de reden zijn, waarom men zoo op het allerlaatste oogeublik voor den dag kwam met een bericht, dat maar al te luide sprak van den veegen toestand der vereeniging? Maar dan bestaat er weinig hoop, dat zelfs dit laatste, dit derde vereenigingsjaar tot een gelukkig einde zal worden gebracht. Of wat te verwachten van leden van een lichaam, die huns ondanks nog maar een jaar meedoen, ofschoon zij hunne hoop hadden gevestigd op de ontbinding van dat lichaam Voorzeker, daar kan geen sprake zijn van welge meende samenwerking. Trouwens reeds vroeger kon men zich van het tegendeel overtuigen; men denke slechts aan het geharrewar met sommige artisten over het vervallen van een emplooi; en juist terwijl wij dit schreven, kwam, als om onze meening te bevestigen, ons een bericht onder de oogen, volgens hetwelk de heeren Albregt, Van Ollefen en Moor zich onderling hebben verbonden om onder geenerlei omstandigheid tot de nieuwe onderneming van het „Nederlandsch Tooneel" toe te treden, maar voornemens zouden zijn, indien zij de concessie voor den Haagschen schouwburg niet mochten verkrijgen, zich te Utrecht te ves tigen, om van daar uit wekelijksche voorstellingen te geven ook te Arnhem en Nijmegen. Over den aard van de wijziging der statuten zullen wij niet spreken en dus ook niet gewagen van het ge leden geldelijk verlies, krachtens hetwelk reeds stil zwijgend een liquidatie moest volgen met het oog op de bestaande bepalingen. Zooveel is zeker, dat het zóó niet langer gaan kon. Zóó niet langer. In de eerste plaats echter om dat „het Nederlandsch Tooneel" allerminst aan hare artistieke roeping heeft beantwoord. Nu (echter) zoo schrijft de heer Loffelt in meer gemeld artikel de fijnste opmerker nauwelijks nog verschil kan zien tusschen haar en een gewone schouwburgvereeniging, zou het dwaas en partij dig zijn, te handelen, als ware zij een vereeniging van kunstkenners en kunstbevorderaars. Toch moest zulk een „gewone schouwburgver eeniging" voor het „Nederlandsch Tooneel" wij ken, en al stemt men nu ten volle in met meer- genoemden schrijver, als hij een weinig verder spreekt van den „ellendigen toestand, waarin de regeering van het huis Valois het Haagsche too neel gebracht had", tevens zal men niet ontken nen, dat door den val van dat huis, m. a. w. van de directie Valois, menigeen werd meegesleept, die van ongelukkig artiste ongelukkig mensch werd. De treurige lotgevallen van sommigen hun ner bewijzen, hoe diep toen het mes werd gezet in de wonde, en al zijn we niet kortzichtig genoeg om te beweren, dat die pijnlijke operatie onnoo- dig was wie zal durven beweren, dat overal de balsem werd aangebracht, zoo noodig om de ge slagen wonden te heelen? En thans, nu de harde heelmeester, nu het „Nederlandsch Tooneel" onmachtig blijkt te zijn, ondanks de vlijmend pijnlijke kunstbewerking den lijder, het tooneel, te genezen, nu wordt de een maal met zoo onzachte hand verrichte operatie een onverantwoordelijke daad, allerminst overeen te brengen met humaniteit en beschaving, waarvan het tooneel, zal het aan zijn roeping beautwoorden, de drager moet zijn. LEISBE1V, 9 October. Gedurende de eerste helft der maand September zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol gende brieven, die wegens onbekendheid der ge adresseerden niet besteld konden worden J. Cornelisse, AlphenJ. Fijbel, J. H. De Groot, G. J. Hansen, J. Van der Laan, Van Moorsel, J. Blom, Amsterdam; mej. J. Mulder, Baarn; Gerritsen, Delft; H. Homburger, Frankfort a/d. Main; J. Landwehr, Gouwsluis; mevr. Jansen, H. Barnhoorn, J. C. Van der Laan, J. N. Nouw- kuik, 's-GravenhageJ. Blom, Harderwijk; Gauw, LeerdamJ. Spoelsma, Leeuwardenmej. Hermans, Nieuwediep; Greve, Nijmegenmej. Sirag, Rotter dam; Mietje Weber, Rijndijk; W. Van der Blij, Utrecht; M. A. Juhlij, Valkenburg; mevr. Rijs wijk, Voorburg; wed. Schoeree, mevr. Van der Sturp, niet vermeld. Briefkaartenmevr. Smit, D. Hesse, wed. Schouten, Amsterdam; E. Valke, Rotterdam. Gistermorgen vertrok van Utrecht de eerste personentrein naar Leiden, ten einde de beamb ten der lijn LeidenWoerden op hunne bestem ming te brengen. Heden heeft de eerste inspectie vanwege het rijk plaats. Voor de akte in de Fransche taal werden gisteren in Den Haag van de 7 candidaten toege laten de heeren S. Hoogstra uit Leiden en A. A. Spaanderman uit Katwijk; van de 13 candidaten voor de akte als hulponderwijzer werden 7 toege laten: de heeren W. G. Groen, C. H. Hins, P. F. Moesveld en P. W. Stoffels uit Dordrecht, F. W. Kruss uit Nieuw-Beierland, A. Menheer en A. Spoel uit Dubbeldam. Men schrijft ons uit NoordwijkHet kohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente is door gedep staten goedgekeurd, zoodat de aan slagbiljetten eerstdaags aan de ingezetenen zullen worden uitgereikt. Deze op zich zelve zeker een voudige mededeeling erlangt eenig meerder gewicht, wanneer men weet, dat het kohier voor het eerst PEIJS LEE ADVERTENTIES: Vail 1G rogcis1.05. Ieuere regel meer0.17J. Crootere letters naar plaatsruimte. is ingericht op den voet eener inkomstenbelasting. Men wil eenig verband zoeken tusschen het af treden van graaf Van Stirum als lid van den raad en de invoering der inkomstenbelastingen. Of het in werkelijkheid bestaat, is zeker moeielijk uit te maken; zooveel is echter zeker, dat de heer Van Stirum nu is aangeslagen voor f 700 en ten vorigen jare voor ruim f 200. De Haagsche kroniek der Gron. Crt. meldt, dat het huwelijk van Z. M. den Koning te Arolsen bij volmacht zal worden gesloten in Nov. a. s. en dat Z. M. zijne gemalin aan de grenzen af halen en naar Amsterdam geleiden zal, waar zij als koningin wordt „ingehaald." Een feestelijke intocht zal in Den Haag niet plaats vinden. De koning wil geen feesten. Volgens denzelfden correspondent is in de loge te 's-Hage een brief ontvangen van prins Alexander, dat hij zich met terwoon te Stuttgart heeft gevestigd. De redenen, die den prins hiertoe hebben geleid, eerbie digt de Arnh. Crt., natuurlijk, maar het spijt haar voor ons volk en niet minder voor den prins, dat hij aan een ander land de voorkeur geeft boven zijn vaderland. Daar hij nog door andere banden dan maijonnieke aan ons land verbonden is, mag men verwachten dat ook die door hem zullen worden opgezegd. Aan de „Kreuz-Zeitung" wordt uit Arolsen o. a. gemeld: De dienst der telegraphie is ten gevolge van de gelukkige gebeurtenis aan het hof alhier zoodanig uitgebreid, dat het personeel ver meerderd en nachtdienst ingesteld moest worden. De schilder Ten Kate wordt eerstdaags hier ver wacht om het portret van de aanstaande koningin te schilderen. De vraag naar photographieën van de prinses is zóó groot, dat de hofphotograaf, niettegenstaande de uitbreiding van zijn personeel, nog weken noodig heeft om de ontvangen orders uit te voeren. Het voornemen bestaat om aan prinses Emma, evenals zulks aan prinses Marie heeft plaats gehad, een album aan te bieden, met bijdragen van letter kundigen, schilders, teekenaars, toonkunstenaars, enz. Aangezien bij den geneeskundigfen dienst der landmacht zoowel als bij die der marine het incompleet van luit.-artsen tot omstreeks 50 pet. en daarboven is gestegen, waarvan de gevolgen zich uit den aard der zaak nog meer bij de ma rine dan bij de landmacht doen gevoelen, zoo heeft de minister van marine en oorlog besloten wederom de gelegenheid tot detacheering bij de marine voor officieren van gezondheid der land macht open te stellen, en in het daardoor nog stijgend tekort bij de landmacht te voorzien door hulp van burger-artsen. De officieren van gezond heid der landmacht, die bereid zijn zich 4 jaar bij de marine te laten detacheereu, treden in het genot der traktementen hunner collega's, rang- en tijdgenooten bij de vloot, zij behouden hun rang en anciënniteit en genieten voor de 3 jaar van hunne detacheering, in de koloniën door te bren gen, eene gratificatie van f 6000. Waar in den dienst niet meer door officieren van gezondheid zal kunnen worden voorzien, zal deze aan burger artsen worden opgedragen, of zal de behandeling van de vrouwen en kinderen der militairen aan hen worden uitbesteed. Bij koninklijk besluit is met ingang van 1 October aan de gemeente Harderwijk eene sub sidie verleend van f 4792.50 'sjaars tot oprichting en instandhouding van een progymnasium. Door de directie der Nederlandsche Bank is de rentestand gisteren vastgesteld als volgt: Interest van beleeningen van binnenl. effecten 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1