lsten luit. bevorderde 2de luit. L. Yos, van de cavalerie hier te lande, voor vijf jaren werd ge detacheerd bij de cavalerie in Nederl. Indië, op zijn verzoek buiten werking gesteld. Ter gelegenheid van de feestviering in de Pieterskerk van de Nederlandsche Gustaaf-Adolf- Vereeniging naar aanleiding van haar vijfentwintig jarig bestaan bood het schoone en trotsche tempel gebouw gisteravond een zeldzamen en indrukwekken- den aanblik. Het bevatte toch behalve de leden van hier en elders een ontzaglijk aantal ter feestelijke samenkomst opgekomen belangstellenden, waarvan er velen zich zelfs met een staanplaats moesten vergenoegen, waar er veel of aan 't oog of aan 't oor ontging. Nadat de heer J. Godefroy met een koor uit Haydn's „Schepping" het programma met zijn keurig orgelspel had geopend, betrad de hoogleeraar dr. L. W. E. Rauwenhoff het ge stoelte ter uitspreking van zijn welkomstgroet, waarin hij tevens in sierlijke taal eenige mede- deelingen omtrent doel en werking der vereeniging deed en omtrent hetgeen goeds en edels, al mocht het dan ook niet op den gewonen naam van grootsch aanspraak maken, door haar werd verricht, en er op wees dat hare verliezen alleen bestonden in het overlijden van vrienden en begunstigers. Daarna voerde het aanzienlijk koor van dames en heeren, die welwillend hunne medewerking tot opluistering van den feestavond verleenden, onder leiding van den heer A. J. Wetrens het eerste der zangnommers uit: het danklied „We aanbidden Uwe macht!" Vervolgens hield dr. E. Laurillard, van Amsterdam, de feestrede. Hij herinnerde daarbij, waaraan de vereeniging haren oorsprong en naam had te danken en aan het doel dat zij beoogtnoodlij dende kerken en geloofsgenooten over alle deelen der aarde te helpen en te steunen. Met historische feiten toonde hij aan, hoezeer er, en vooral ook vroeger door ons eigen land, waarvan ook Leiden niet het minst kon meespreken, in het belang van den godsdienst moest geleden en gestreden worden, daarbij eene vergelijking makende ook met het Spanje van onze dagen. Aan de afgestor vene leden en schenkers van giften wijdde hij een woord van erkentelijke nagedachtenis; terwijl hij in hetgeen de Vereeniging gedurende haar vijfen twintigjarig bestaan gedaan had, aanleiding vond de schoone beteekenis dezer feestviering in het licht te stellen en tot allen een woord van opwek king tot deelneming te richten. De toekomst zal er zooveel te heerlijker door zijn. Opnieuw deed het zangkoor aller aandacht tot zich trekken door de uitvoering van den plech- tigen Lofzang aan den Schepper: „De Heemlen vertellen, o God! Uw macht en eere." Blijkbaar maakte vooral dit koraal op de vergadering een diepen indruk. Ten slotte betrad ds. E. César Segers het gestoelte, om in eenige beschouwingen omtrent de Vereeniging, het Christendom en het Protestantisme te treden en de verschillende rede voeringen met een gebed te besluiten, terwijl zich nogmaals het koor schoon en krachtig in het „Komt, laat ons 's Heeren goedheid loven!" van zijne welgeslaagde taak kweet. Toen eindelijk koor en gemeente samen„Gij zijt mijn God, U zal ik loven!" hadden aange heven, besloot de heer Godefroy, die ook de zangnummers had begeleid, de plechtige samen komst met de uitvoering van het Halleluja uit de „Messias" van Handel, waarin hij opnieuw blijken gaf van zijn meesterschap over zijn in strument, gepaard gaande met een diep en tref fend gevoel. Gremengd Nieuws. Bij de heden aan het wekelijkschven- duhuis alhier gehouden verkooping heeft een rij paard met volledig hoofdofficiers-harnachement f 450 besomd. De spoorwegbrug over het Galgewater voor de lijn LeidenWoerden was heden feestelijk getooid bij gelegenheid dat door den heer De Bordes de laatste nagel van de brug er in ge slagen werd. De proefrit over de lijn wordt 15 October te gemoet gezien. In het begin der vorige week deed J. Worst, beurtman van Meppel op Groningen, liggende met zijn schip aan de Reitemakersrijge, bij de politie aangifte, dat hem uit het schip twee jassen, een broek en vest, aan zijn zoon toebehoorende, ontvreemd waren. Reeds Dinsdag avond j. 1. nam de politie eenige dezer goederen bij een koopman op de Nieuwstraat in beslag, doch de dader was niet bekend. Denzelfden dag gaf vrouw Pransen, wonende aan de Groote Markt, mede kennis, dat haar twee zilveren hor loges waren ontvreemd. De politie deed onderzoek naar de ontvreemde voorwerpen, zoomede naar den dader, doch vruchteloos. Men vermoedde dat deze diefstallen door denzelfden persoon waren gepleegd, toen men vernam, dat de vermoedelijke dief de wijk naar Meppel had genomen, waar het juist kermis was en hij als knecht in een daar geplaat sten draaimolen in dienst was. De politie te Mep pel, met een en ander in kennis gesteld, hield den verdachte aldaar aan, zijnde Geert Jut, ook'wel Jonkman genaamd, geboren te Hoogeveen, thans zonder vaste woonplaats. Hij werd Zaterdag van Meppel naar Groningen gebracht, en hoewel hij eerst ontkende zich aan diefstal te hebben schuldig gemaakt, moet hij later toch zijn schuld hebben beleden. Al de ontvreemde voorwerpen zijn nu opgespoord, terwijl de dader voorloopig naar het huis van arrest is overgebracht. Jut moet reeds vroeger eenige malen wegens diefstal met de jus titie kennis hebben gemaakt. Naar de „Gooi- en Eemlander" verno men heeft, is de schimmel „Prinses" van den heer P. Smit te Slikkerveer, welke bij de hard draverij, dezer dagen te Hilversum gehouden, den eersten prijs van f 300 behaalde, verkocht voor de som van f 3500. Een zekere D. te Reek had zichZon- dag in gezelschap van een ander persoon op de jacht begeven, vermoedelijk zonder jachtakte, zoo als in die streken nogal gebruikelijk is. Ten einde wild op te sporen had hij zoolang zijn geweer in een droge sloot verborgen. Toen hij een oogen- blik daarna het weder wilde meenemen, ging door een onvoorzien toeval het schot af en trof hem de volle lading in het hoofd. De ongelukkige bleef op de plaats dood. Te Harderwijk heeft Maandag-och tend een driejarig kind zich te dicht bij het vuur gewaagd, zoodat de kleertjes vlam vatten. Het kind bekwam hevige brandwonden en is aan de gevolgen overleden. Voor de gezinnen der driehonderd omgekomen mijnwerkers te Abercorne is tot nu toe 10,000 p. st. bijeengebracht; het „Princess- Alice"-fonds is tot 25,000 p. st. geklommen. De „Soir" bericht dat de wereldten toonstelling te Parijs zal verlengd worden tot 20 November. Uit Par ij s wordt gemeld dat de trein, die Maandag-avond te acht uren naar Toul vertrok, gisterochtend te drie uren bij Li verdun is ontspoord. Twee reizigers zijn gedood, negen gekwetst. Het schip „Succès", kapt. Oliveau, van Yokohama naar Australië, met stukgoed, heeft in Russelstraat op een onbekende klip gestooten en is kort daarna gezonken. De gezagvoerder, tweede stuurman en zes matrozen hebben zich in de boot begeven en slaagden er in na 13 dagen de noord kust van Australië te bereiken. De overige equipage is met het schip gezonken. De gezagvoerder van het schip„Alice Davies", te Liverpool van Probolingo aangekomen, rapporteert dat toen het schip aldaar ten anker lag, vijf matrozen zich te water begaven om te baden, niettegenstaande zij gewaarschuwd waren voor de haaien. Na eenige minuten in het water geweest te zijn, werd een der matrozen door een haai de buik opengebeten. Men trachtte vruchteloos hem door het toewerpen van een touw te redden. Hoewel hij het greep, verloor hij het bewustzijn en zonk, waarop de haai, die 15 voet lang was, mede ver dween. De vier anderen kwamen gelukkig weder binnen boord. De nalatenschap van den onlangs te Berlijn overleden en door zijne fabriek van loco motieven wereldbekenden fabrikant Borsig bedraagt 33 millioen mark in fondsen en specie, zijne fa brieken niet medegerekend. Daarvan erft zijne weduwe 18 en zijne kinderen 15 millioen. Te Madrid zijn verleden jaar zestien personen ter dood gebracht. Dit geschiedt door middel van worging, terwijl de veroordeelde op een stoel gezeten is. Het lichaam pleegt verschei dene uren achtereen tentoongesteld te worden. BATAVIA, 21 Augustus. Uit Solo wordt aan de „Sam. Crt." gemeld, dat aldaar de opiumpacht letterlijk een geesel voor de bevolking wordt. Door de meest lakenswaardige middelen worden daar tal van onschuldigen voor den politierechter gebracht, en dien ambtenaar worden de feiten zoodanig verhaald, dat hij onmo gelijk anders kan doen dan straf opleggen. Dage lijks worden dan ook 15 a 20 personen wegens zoogenaamde overtreding van het opiumreglement veroordeeldin de laatste drie maanden moet hun aantal tusschen de 500 en 600 bedragen, waaronder een 60-tal Chineezen en circa 100 vrouwen. De gisting onder de inlandsche en Chineesche bevol king over de schandelijke praktijken, welke door de spionnen van den pachter, onder bescherming der ambtenaren, worden uitgeoefend, moet dan ook reeds een tamelijk verontrustende hoogte bereikt hebben. De Kamer van koophandel te Batavia heeft den léden Augustus jl. een nader adres ter zake der belastingen gericht aan den gouverneur-generaal, opdat althans de uitvoering der door Nederland opgedrongen maatregelen den deswege in Indië opgewekten wrevel niet sterker prikkele. De Kamer doet uitkomen, hoe sterk de Nederlandsche fiscali teit tegenover de landelijke ondernemers afsteekt bij de vrijgevigheid op dit stuk in Britsch Indië en houdt staande, dat de grondbezitter in Indië een ruim tweemaal hooger grondbelasting aan den staat opbrengt, dan de grondbezitter in Nederland. Zij noemt het een gruwelijke onbillijkheid in Indië van gezellen, knechts en werklieden bedrijfs- of patentbelasting te heden, terwijl zij in Nederland hiervan vrijgesteld zijn. BUITENLAND. De commissie voor de socialistenwet heeft gis teren met 13 tegen 8 stemmen de 7de paragraaf aangenomen, met het amendement van Stauffen- berg, waarbij aan but politiebestuur van het dis trict de bevoegdheid wordt toegekend tot verbod ten opzichte van periodieke binnenlaudsche ge schriften. Bij paragraaf 8 werden verscheiden voor stellen gedaan. Lasker gaf in overweging de dis cussie over die voordellen af te breken, ten einde tijd te laten tot voorafgaande gedachtenwisseling daarover. De paragrafen 9 tot 15 zijn met ge ringe wijzigingen aangenomen. KOLONIËN. Door den gouverneur-gcaeraa! van Ned. Indië zijn nog de vol gende beschikkingen genomen: Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar Nederland, wegens 15 jaren onafgebroken dienst in Ned. Indië, aan den lsten luit. der inf. A. Dirckes; een tweej. verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den lsten luit. der inf. K. K. A. J. Schneider; een jaar verlof naar Nederland, buiten bezwaar van den lande, aan den lsten luit. der cav. jhr. C. J.H.Meyer. Ontslagen: Eervol, met behoud van recht op pens., da 1ste luit.-kwart. bij de mil. adm„ A. II. Harsteen. Bevorderd: Tot kapt.-kwart. bij de mil. adm., de 1ste luit.-kwart. W. O. Van der Sluys Veer; tot off. van gez. 1ste kl., N. Bonthuis en H. Mitrea. Verleend: E tweej. verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den kapt. der inf. A. M. Winkel. Benoemd: Tot 2den luit.-kwart. bij de mil. adm., J. B. C. Bondix. Geplaatst: Bij de int. in de 1ste mil. afd. op Java, de onder-int. 2de kl. F. H. Sexoeuer; bij het liosp te Weltevreden de off. van gez. 2de kl. L. P. C. Sörensen; bij den geneesk. dienst van Suma tra's Westk., de offic. vai: gezondheid 2de kl. C. W. J. Nok- kentved en P. A. Klein; bij het 3de bat. inf. de luit.-kol. H. M. Tersteege; bjj het 4de bat., de 2de luit. F. P. J. Berg en bij het 7de bat. de 2de luit. A. Dekker en H. Eekhof; bij het 10de bat. de kapt. L. C. Van Vleuten en jhr. O. Z. Trip en bij het garn.-bat. van Celebes de kapt. A. A. J. L. DeJongh; bij het algemeen genie-mae. te Batavia, de magazijnm. 2de kl. (lste luit.) H. F. Ormel. Overgeplaatst: Bij de intendance te Atjeh, de onder-int. 2de kl J. W. J. Van Deventer en de 2de luit.-kwart. J. D. P. Soeterik en H. A. Engeringh; bij den geneesk. dienst te Atjeh, de off. van gezondheid lste kl. J. A. Coster; bij het 17de bat., de lste luit. E. K. H. A.Hamming; bij het garn.-bat. van Banka, de kapt. M. Tiernego; bij de 16de comp. te Soerabaia, de lste luit. G. A. Van Steel. Geplaatst: Infanterie: Bij het 10de bat., de 2de luit. W. Puffins; bij het 18de bat., de 2de luit. C. W. H. Stom. Overgeplaatst: Bij de krijgsmacht te Atjeh, de lste luit. G. B. Hooyerbij het 16de bat., de 2de luit. W. T. L Rookmaker; bij het 17de bat., de 2de luit. B. Gordinon de Gouberville; bij het garn.-bat. van Celebes, de lste luit. J. E Jurling en J. H. Van Epen; bij het 2de garn.-bat. in Atjeh, dt 2de luit. L. E. W. Seek; bij het 3de garn.-bat. in Atjeh, de lste luit. J. J. S. Van Kempen. Hersteld in activiteit: Bij de inf., de luit.-kol. H. M. Tersteege. Teruggeplaatst: Bij de inf., de kapt. tijd. gedet. bij het wapen der genie, W. F. Weber, zijnde hij in verband daarmede geplaatst bij het 13de bat. Duitschland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2