Gemengd Nieuws. KOLONIËN. ter goed te keuren kosten te vergoeden. Aan de verdere hierboven vermelde gemeenten zou evenzeer hoogstens de helft der kosten als subsidie kunnen worden toegekend. De jaarliiksche kosten van een gymnasium worden geraamd op f 20,000, die van een progymnasium op 12,000. Polytechnische school. Op de begrooting van 1878 was eene som van f 12,000 gebracht, hoofd zakelijk tot verhooging der jaarwedden van de hoogleeraren. De post is, evenals bijna alle ver hoogingen, bij de gewijzigde begrooting terugge nomen, ten einde den minister de gelegenheid te laten tot nader onderzoek. Aan de rijkslandbouwschool wenscht men nog één leeraar te verbinden voor het onderwijs in de landbouwkundige vakken. Eene hoofdzaak wordt het ook geacht, met name de, in den laatsten tijd ook ten onzent op den voorgrond getreden, zuivelbereiding in al haren omvang en met hare goede en minder goede uitvoering aan de leerlin gen der school te kunnen doen zien. Met het oog daarop wordt, tot het bouwen van een stal en schuur, met kelder en bergplaats en woning voor het noodige personeel, een bedrag van p. m. f 15,000 gevraagd, op zich zelf reeds bewijs genoeg, dat ook hier de wenschen niet verder dan tot het strikt noodige worden uitgestrekt. Op de begrooting voor 1879 zijn de noodige gelden aangevraagd om de vermeerdering der rijkskweekscholen met nog twee in dat jaar te bevorderen en het personeel en materieel der be staande kweekscholen, meer bepaald die te Mid delburg en te Deventer, uit te breiden en voltal lig te maken. Curatoren der Leidsche universiteit hebben aan den minister van binnenlandsche zaken aangevraagd nog twaalf hoogleeraren, drie lectoren, en behalve een nieuw academiegebouw en een gebouw voor het mu seum van natuurlijke historie nog een chemisch en een pathologisch laboratorium. Voorloopig meent de minister slechts aan enkele wenschen te kunnen voldoen. Leiden krijgt nog een hoogleeraar in de rechtsgeleerde faculteit. Het chemisch laboratorium zal uit de gewone middelen eenige wijzigingen ondergaan. Yoor Utrecht is gerekend op nog een hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid, ten einde de vakken van prof. Vreede, die in 1879 emeritus zal worden, tusschen twee hoogleeraren te kunnen verdoelen, benevens op een hoogleeraar in de geologie en mineralogie. Verder is geld uitgetrokken voor een gebouw voor de polycli nisten, voor de uitbreiding der bibliotheek en voor een gebouw ten behoeve van het astronomisch onderwijs. Meer dan voor Leiden en Utrecht meent de minister voor de Groningsche universi teit te moeten doen. O. a. is geld uitgetrokken voor een pharmaceutisch laboratorium. Verder zul len voorloopig worden aangesteld een lector in de tandheelkunde, een apotheker in hel gasthuis, drie nieuwe adsistenten en zeven nieuwe bedienden. De werving van jeugdige schepelingen, die hunne eerste opleiding op de fregatten „Admiraal van Wassenaer" te Amsterdam en „Anna Paulowna" te Rotterdam moeten ontvangen, heeft dit jaar niet zooveel opgeleverd als in het vorige jaar; dit is toe te schrijven aan de wijziging die tijde lijk gebracht is in den leeftijd waarop zij kun nen aangenomen worden. Het is toch gebleken dat zij de opleidingsschepen te jong verlieten en daardoor nog te weinig lichamelijk ontwikkelt waren om goede diensten op de actieve schepen te bewijzen; hieraan zal veel te gemoet gekomen worden zoodra de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden ingericht zal zijn tot opneming van alle jongens beneden de 16 jaar, die uit de werving komen. Op dat tijdstip zal dan ook de leeftijd bij indiensttreding weder teruggebracht kunnen worden van 15 op 14 jaar, daar zij in den regel een half jaar te Leiden zullen door brengen, om later nog gedurende twee jaar op de opleidingsschepen onderwezen te worden. Omtrent het on ge val op den Rijn- spoorweg bevat de Zutfensche Courant het vol gende Dinsdag-avond is de laatste trein uit Utrecht in plaats van 10.17 op slag van twaalven te Arnhem aangekomen. De oorzaak der vertraging lag in het breken van een cilinder der locomotief op de hoogte van Nieuwerkerk, tusschen Rotter dam en Gouda, ten gevolge waarvan deze ont spoorde. Persoonlijke ongelukken waren er niet jij te betreuren. Niet dadelijk begrijpt echter ieder hoe de trein van Utrecht zoo laat te Arn- ïem kon aankomen, omdat er te Nieuwerkerk een ongeluk gebeurde. Daarvoor moet men de admi nistratie der Nederlandsche Rijnspoorwegmaat schappij kennen, om iets dergelijks mogelijk te achten. De trein, die om 7.15 Den Haag verliet, rwam op tijd te Gouda aan. De trein, van Rot terdam om 7.20 vertrekkende, had er drie minu ten eer moeten zijn. Zij was er echter niet. Wachten was dus het commando. En de reizigers wachtten met echt Nederlandsch geduld. Na een kwartier dat geduld beproefd te hebben, werd de locomotief van den Haagschen trein naar de plaats van het ongeval gezonden om den Rotterdamschen trein op te halen. De chef te Gouda wist dus dat er een ongeluk gebeurd was en waar; hij wist ook dat de passagiers van Den Haag en Gouda, die, hetzij per Centraalspoor naar Zwolie, hetzij per Staatsspoor naar Den Bosch, hetzij ach ter Arnhem naar Zutfen of tussclienliggende plaat sen moesten vertrekken, wanneer hij ze nog langer liet wachten de plaats hunner bestemming niet meer konden bereiken. In plaats nu van den Haagschen trein door te zenden en ten minste een deel der rei zigers te baten, neemt hij, gelijk wij schreven, de locomotief voor den Haagschen trein weg en laat dien wachten op den bommeltrein, die, om acht uren uit Den Haag vertrekkende, te ruim halfnegen te Gouda is. En was men toen nog maar verder gegaan. Maar neen, er kon nog wel een oogen- blik worden gewacht. Kwart voor negenen zette de trein zich in beweging, om nu voort te bom- melen tot Utrecht. Natuurlijk waren alle aanslui tende treinen weg en moesten de reizigers naar Den Bosch en Zwolle maar zien, hoe ze zich het best zouden troosten. De reizigers naar Arnhem f spoorden om kwart over tienen verder, om tegen 12 uren in Gelderlands hoofdstad aan te komen, waar de weinigen die verderop moesten, zich even als hunne voorgangers te Utrecht maar in het geval moesten schikken. En had nu de Maatschappij bij dit alles nog maar een weinig beleefdheid gehad voor de reizi gers maar neenNoch conducteurs, noch chefs kon het blijkbaar iets schelen. Te Arnhem was geen omnibus, geen vigilante, geen pakjesdrager zelfs te bekennen om de reizigers naar een of an der hotel te wijzen. Nauwelijks waren ze den trein uitgestapt ofdaar gingen al de lichten uit en zij, die niet in de gelegenheid waren geweest hunne wachtende betrekkingen te verwittigen van de vertraging hunner reis, stonden op het stations plein in het donker moesten ze maar zien hoe ze terechtkwamen. De koning heeft bepaald dat door de heeren, die ten hove verschijnen, voortaan zal worden gedragen een pantalon van wit cachemir met gouden galon!, in plaats van die van zwart laken. Bij het rangeeren van een trein is Zaterdag de wisselwachter T., aan den Holland- schen Spoorweg te 's-Hage werkzaam, onder een wagen geraakt. Zijn beide beenen werden gekwetst, en nadat dr. Dumontier den ongelukkige de eerste heelkundige hulp had toegediend, is hij naar zijn woning vervoerd. In het „Paleis van Justitie" komt eene treffende historie voor van drie Amsterdam- sche nachtwachts, die een dief niet aandurfden en in het getuigenverhoor openhartig voor hun gebrek aan moed uitkwamen. Zij hoorden en zagen hem aan de andere zijde van eene schuttingmaar de een kreeg onmiddellijk behoefte om zich te ver wijderen, de ander ging de politie halen en de derde wachtte tot „Heintje Lawaai", gelijk de dief heette, over de schutting klom en wegliep. Deze is toch later gevat, zoodat de gelegenheid aan de nachtwachts gegeven werd om in het openbaar nog eens hun heldengedrag te verhalen. Met den aanstaanden winterdienst zal op de lijn UtrechtEmmerik van de Ned. Rijnspoorwegmaatschappij de automatische lucht- drukrem van Westinghouse, waardoor een snelrij dende trein binnen een afstand van 200 meter kan worden tot staan gebracht, worden ingevoerd. De „Moniteur Beige" bericht dat van de Belgische expeditie naar Centraal Afrika tijding is gekomen, gedateerd Mpwapwa 9 Augustus. De heeren Wautier en Dutrieux waren gezond, maar een groot gedeelte der dragers hadden hen in den steek gelaten en verscheidene pakken ruilgoederen waren hun ontstolen. De karavaan was daardoor geheel in wanorde geraakt. Den 12den dezer stond te Moskou voor het hof van gezworenen terecht Alexandra Paulowna Wenetzka, dochter van een Russischen staatsraad, beschuldigd van poging tot moord. Zij wilde den gevreesden procureur-generaal Prze- walski vermoorden, doch daar zij dezen niet kende, schoot zij op het parket zijnde op den substituut Prozorowski, dien zij ernstig verwondde. De jury heeft haar echter vrijgesproken en ouder het tal rijke publiek ontbrak het niet aan luiden bijval voor haar en haren verdediger. 01' zij na deze uit spraak inderdaad op vrije voeten gesteld is, wordt niet gemeld. Donderdag-avond te halfzeven is in de teerstokerij, verbonden aan de gasfabriek te Hamburg, een ketel gesprongen en dientengevolge de stokerij geheel afgebrand. Door de tijdige hulp der brandweer werd de brand tot dit gebouw be perkt. De ontploffing heeft echter drie menschen het leven gekost. De werklieden Simon, Cohrs en Meiners waren tijdens de ontploffing in het gebouw; de eerste, die waarschijnlijk door den luchtdruk met het dak in de lucht geslingerd was, werd op eenigen afstand bewusteloos en met verbrande kleeren gevonden. Hij werd naar het ziekenhuis gebracht, doch men vreest voor zijn leven. Een lijk werd gevonden, doch zóó verkoold, dat het niet herkend kon worden. Men vermoedt dat het derde slachtoffer met het grootste gedeelte van den ketel in de Elbe geslingerd is. In Noord- en Middel-Schotland is de temperatuur aanmerkelijk gedaald. Eene me nigte bergen zijn met sneeuw bedekt. Een hevige brand heeft Zaterdag nacht in het lappenmagazijn van Barbier te Marseille gewoed, waardoor het magazijn, het woonhuis en de bureels vernield werden, en die zich uitstrekte over 6000 vierk. meter. Op 200 meter afstand stond het kruitmagazijn, dat 150,000 kilo kruit bevatte. Men was dus den geheelen nacht in doode- lijke onrustde bevolking en het garnizoen bleven op de been. Eerst te 5 uren des morgens was men den brand meester. De schade wordt op 1,200,000 fr. geschat. Over het vermoorden van den Itali- aanschen consul Perrod verneemt de „Polit. Corr." uit Serajewo het volgende: „Door het ingestelde onderzoek is vastgesteld, dat den 2den Augustus twee personen, op wie het signalement van Perrod en zijn begeleider, den houtkooper Lechner, past, bij Maglaj over de Bosna gingen en over Zepce naar Vranduk reden. Bij den molen van Omer- beg werden zij door vijf Turken overvallen, en terwijl een hunner werd doodgeschoten, redde de ander zich door zwemmen over de Bosna. De geredde vond des nachts een onderkomen te Kowane Selo en ging van daar den volgenden dag naar Zepce op weg. Hij werd echter onderweg wederom door vijf Turken aangevallen, waarschijnlijk de zelfden, die den vorigen dag de twee reizigers hadden aangerand, en na gebonden te zijn van het leven beroofd. De lijken der vermoorden, die in de Bosna geworpen werden, konden door den hoogen water stand ondanks het nauwkeurigste onderzoek nog niet gevonden worden, evenmin kon iets van hetgeen hun toebehoorde worden opgespoord. Drie dei moordenaars zijn schuldig bevonden en twee van medeplichtigheid verdachte Turken zijn in hechte nis, terwijl nog andere Turken, die onder gelijke verdenking staan, zich in de gelederen der opstan delingen bevinden. Verder is een Turksch voer man uit Bretschka in hechtenis genomen, die sterk verdacht wordt den moordenaars verraden te heb ben, dat de vermoorden geld bij zich hadden." BATAVIA, 21 Augustus. Te Samarang heeft zich de quaestie voorgedaan, of meisjes op de H. B. S. zouden toegelaten wol den. Een 12-jarig meisje had, in afwachting van het antwoord der regeering, op het verzoek haars vaders alvast het toelatings-examen gedaan, doch de toelating tot de school is haar geweigerd. Door den gouverneur-generaal van Ned. Indië zijn de voigende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Verleend: De titul. rang van hooi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2