meest die van een persoon, wiens optreden men, op grond van antecedenten, het minst zou verwachten. Prof. Buys Ballot maakt een aantal mede- deelingen openbaar, die bij het kon. Ned. meteoro logisch instituut te Utrecht zijn ingekomen omtrent de aardbeving vam 26 Augustus. De hoogleeraar leidt die mededeelingen, op zich zelf weinig nieuws bevattende, aldus in„Aardbevingen rekenen wij niet tot de meteorologische verschijnselen, dan alleen, indien zij zoo hevig zijn en met uitbarstingen ge paard, dat zij invloed uitoefenen op de weersge steldheid. Wij beschouwen ze als oorzaken van storingen en nog niet eens als zeer krachtige, maar zeker als gevolgen. Hare oorzaken worden door velen in cosmische verschijnselen gezocht. De meeste menschen houden van iets magisch, iets onbegrijpelijks en zoeken buiten de aarde oorzaken, die in de aarde zelve, in de verdeeling en veran dering van warmte en vochtigheid in haar binnenste gelegen zijn. Misschien is deze aardbeving voor een deel aan het instorten van holten toe te schrij ven in het Eifelgebergte, waarin wel meer zoo iets voorkomt. Er zullen ook van buiten af meer waar nemingen hieromtrent moeten inkomen, eer men met genoegzame zekerheid daarover spreken kar.." De stoomkanonneerboot „Gier" wordt in het belang der scheepvaart te Gorcum gestatio neerd, tot het houden van toezicht bij het bevaren van het vaarwater aldaar. De feestrede ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de kon. milit. academie te Breda zal in de Groote kerk worden uitgesproken door den hoogleeraar dr. De Hollander. Uit Assen wordt gemeld dat eene rijks subsidie van f 9500 aan die gemeente zal worden verleend voor de nieuwe inrichting van het gym nasium volgens de wet op het hooger onderwijs. De theologische school te Kampen opende haren cursus met 89 studenten, zijnde meer dan in eenig vorig jaar. De Eerste Kamer hield heden een korte zitting, waarin de heer J. A. G. De Vos van Steenwijk met een rede het voorzitterschap aan vaardde. Eveneens was de Tweede Kamer in een korte zitting vereenigd, waarin voor het voor zitterschap tot caudidaten werden verkozen: 1®. mr. W. H. Dullert met 46, 2°. jhr. C. M. Storm van 's Gravesande met 26 en 3°. mr. E. J. J. B. Cremers met 35 stemmen. De lijst zal Z. M. door een commissie worden aangeboden. Z. M. heeft aan jhr. mr. W. E. Rochussen, Hd. buitengewonen gezant en gevolmachtigden minister te Berlijn, en aan jonkheer mr. D. A. W. Van Tets, raad van legatie bij Hd. gezantschap te Londen, verlof verleend tot het aannemen respect, der versierselen van ridder 1ste klasse der orde van den Rooden Adelaar en der versierselen van ridder 2de klasse der orde van de Kroon van Pruisen; den luitenant ter zee der 2de klasse W. E. Hazenberg, met ingang van den lsten October a. s., bevorderd tot luitenant ter zee der lste klasse; met ingang van 1 October benoemd tot directeur van een der rijkstelegraafkantoren, den telegr. der 2de klasse J. H. H. Gunthermohr. Gemengd Nieuws. Omstreeks halfacht brak gisteravond op het Levendaal in de Leidsche stoomververij en chemische wasscherij van den heer Gombault brand uit, welke dermate toenam, dat in weinige oogen- blikken de geheele fabriek van boven tot ouder een zee van vuur geleek. Door den hevigen wind werden de vlammen her- en derwaarts geslingerd, totdat ze eindelijk ook het aangrenzende hooi- magazijn aantastten. Aangewakkerd door de gedurige stormvlagen, sloegen ook hier weldra naar alle zijden de vlammen naar buiten en brachten niet weinig het nog onbewoonde nieuwe hoekhuis in gevaar, dat echter tegen het vuur gespaard bleef. De vlammen hadden zich evenwel daarachter omheen een weg gebaand en dreigden ook een water- en vuur- neriug op de Binnenvestgr. aan te tasten, waarvan het al heel spoedig bleek dat er dan weinig zou over blijven. Evenzeo leden op de Hoogewoerd gelegen en tegen de fabriek grenzende woningen aanzien lijke brand- en waterschade. Daar het gevaar voor nog verdere uitbreiding in den beginne zich zeer ernstig liet aanzien, hadden vele bewoners reeds hun huisraad enz. in veiligheid gebracht. Men slaagde er evenwel gelukkig in het vuur in zijn verderen voortgang te stuiten en alleen nog lot den aanzienlijken hooivoorraad te beperken, die echter den geheelen nacht smeulende bleef en telken male opnieuw vlammen vertoonde, zoodat de stoom spuit gedurig nog water gaf. Den geheelen dag is men reeds bezig geweest het hooi te verplaat sen, waarbij de stoomspuit ook herhaaldelijk dienst moet doen, daar het te voorzien is dat in 't tegenovergestelde geval het gevaar volstrekt nog niet is geweken. De oorzaak van den brand is nog niet bekend. De schade is vrij aanzien lijk, daar veel te laag of in 't geheel niet was geassureerd. Het koninklijk oudheidkundig ge nootschap te Amsterdam is dezer dagen eigenaar geworden van het levensgroote origineele portret van Pieter Dirksz., bijgenaamd Langbaert, burge meester van Edam (geb. 1528 f 1606). Deze burgemeester heeft zijne bekendheid te danken aan zijn buitengewoon langen baard en aan zijn practische wijze van weldoen! Hij liet namelijk in 1581 zijn baard, die zoo lang was, dat hij dien in de hand moest houden, ten voordeele van het Edammer weeshuis in verschillende steden van Holland be kijken en haalde daarmede f 200 op. Op het stadhuis te Edam vindt men een navolging (in 1634 geschilderd) van het portret van Langbaert, dat thans in het museum van het oudheidkundig genootschap is tentoongesteld. Zondag-avond, bij de voorstelling in den nieuwen schouwburg te Rotterdam, zat op de galerij een bootmansleerling van de oorlogsbrik „Zeehond", die thans te Ilellevoetsluis ligt. In de pauze kreeg hij met een ander bezoeker geschil over de zitplaats, en weldra was de politie na eene vruchtelooze ernstige waarschuwing genood zaakt, den zeeman uit de zaal te verwijderen. Yelen uit het publiek op de galerij trokken partij voor den woesteling en de agenten werden, toen zij op last van hun chef den man wegvoerden, met flesschen, kruiken en glazen geworpen. Op de straat schreeuwde de zeeman„ik word ver moord!" en dadelijk waren eenige personen gereed om den lastigen gast uit de handen der agenten te bevrijden. Hiertoe werd gebruik gemaakt van metselsteenen, die aldaar langs de kade liggen opgestapeld. Slechts één steen trof, en wel juist den arrestant zeiven, met het gevolg dat hem het bloed langs het gezicht liep. De oploop nam alsnu toe en werd van dien aard, dat de politie ter voorkoming van verdere ongeregeldheden genood zaakt was, den arrestant naar het naastbijgelegen bureel in de Pauwensteeg te brengen. Gistermorgen te zeven uren werd op de Goudsche Vest nabij de Lange Baanstraat te Rotterdam een 37-jarige man door een hevige bloedspuwing overvallen, met het gevolg dat hij op de plaats dood bleef. De man was, naar ge bleken is, reeds sedert lang aan dergelijke aan vallen lijdende. Te Amsterdam bestaat eene kellners- club, die Zondag-avond in het lokaal „Stroucken" een feest- en tooneelvoorstelling gaf, gevolgd door een grooten gekostumeerden optocht van omstreeks 200 personen en een opgewekt bal. Het vaandel van de club stelt een zilveren flesch voor, gebor duurd op fluweel en omgeven van glazen en kur- ketrekkers als attributen. Zondag moest de soldaat dievoorhet huis van den betaalmeester op de Marktstraat te Arnhem op post stond, door de patrouille worden weggebracht, daar hij zoo dronken was dat de ramen van het huis gevaar liepen door zijn ge weer te worden ingestooten. Toen een agent van politie hem waarschuwde, wilde hij op dezen schieten; althans hij haalde een scherpe patroon uit, waarop de agent hem zijn geweer ontnam. Een talrijk publiek woonde de vertooning bij. Een aldaar met verlof vertoevend koloniaal ging denzelfden avond met een hem onbekend persoon uit, waarbij de noodige borrels eene groote rol speelden. Zoo langzamerhand vertrouwelijker ge worden, presenteerde de koloniaal zijn nieuwen kennis nachtlogies bij zich aan huis, hetwelk dankbaar werd aangenomen. Bij het aanbreken van den dag wakker wordende, miste de gastheer zijn gast, doch met hem eene portemonnaie inhoudende f 40 aan klinkende specie. Gistermorgen heeft te Maastricht hij het opstellen der tent van Yictor Driessens weder een ongeluk plaats gehad, waarbij drie werklieden verwondingen ontvingen. Een werd met een ge broken been onder de palen en dwarshouten van daan gehaald. Gisternacht woei een gedeelte van dezelfde tent met palen en planken omver. Gisternacht is de bliksem geslagen in een blok huizen, staande aan den Zeeweg te Beverwijk. De bewoners zijn met den schrik vrijgekomen. Donderdag is eindelijk de Naald van Cleopatra op de kade van de Theems tusschen Charingcoss en Waterloo-bridge op de voor haar aangewezen plaats gebracht. Professor Wilson heeft bij die gelegenheid eene toespraak gehouden, waarin hij iets van de geschiedenis van het gedenk- teeken verhaalde en den heer Dixon, door wiens beleid de obelisk uit Egypte veilig overgekomen is, bedankte voor zijne met goed gevolg bekroonde pogingen. Daarna voerde de heer Grantham even als de heer Wilson, staande op eene stoomboot, het woord, o. a. om dezen hulde te brengen voor zijnen geldelijken steun. Gelijk men weet, had de heer Wilson eene som van 10,000 pd. st. voor het overbrengen van den obelisk beschikbaar gesteld. Hij deed uitkomen, dat dit particulier initiatief gunstig afstak bij de wijze, waarop indertijd de obelisk naar de Place de la Concorde te Parijs vervoerd is, wier transport aan de schatkist van Prankrijk eene goede som gekost had. Uit Nieuw-Orleans wordt gemeld, dat het den 12den te St.-Louis (Illinois) flink gevroren heeft. Te Cairo, de meest zuidelijke plaats van Illinois, zijn gevallen van gele koorts voor gekomen, doch nu de vorst ingevallen is, voedt men de hoop, dat de ziekte zich niet verder zal verbreiden. Yan den Vesuvius wordt eene uit barsting verwacht, daar de nieuwe krater, die zich gevormd heeft beneden den ouden, zoo met lava gevuld is, dat deze naar den bovenkrater opstijgt. Te Ealkenstein, bij het Taunusge- bergte, heeft men Zaterdag-avond te 11 uren 40 minuten weder een aardschok gevoeld, waarbij de ramen in de huizen dreunden en kleine voorwer pen stonden te waggelen. Eene jonge dame zocht in een der groote magazijnen van nouveautés te Parijs eenige linten uit. Veel liet zij zich voorleggen, maar kocht ten slotte niets. Zij voelde alleen in hare zakken. Een agent, die daar stationneerde, vond de zaak verdacht en geleidde haar voor een com missaris van politie. Daar gekomen lag zij al spoe dig op een stoel in flauwte, maar de ij verige agent ledigde terstond een karaf water over haar, en, dank zij dit frissche hulpmiddel, kwam zij weer bij. Gekalmeerd zijnde smeekte zij den commis saris haar niet ongelukkig te maken. „Ik ben getrouwd", zeide zij„mijn man, M. C., woont in het departement Saone et Loire". Men telegra- pheert naar het opgegeven adres. Den volgenden morgen liet zich een persoon, M. D., bij den commissaris aanmelden om zijne vrouw op te eischen. Toen deze laatste echter in gezelschap van eerstgenoemde werd gebracht, riep zij plotse ling uit: „Maar deze mijnheer is mijn man niet; ik ken hem niet!" M. D., ten hoogste verbaasd, riep op zijne beurt: „Wat! gij erkent mij niet als uw man?" O! zij is gek geworden zonder twijfelIk ga Hij wilde zich verwijderen, maar de commissaris verzocht hem nog even te blijven. Men vroeg hem toen hoe het mogelijk was dat een telegram, geadresseerd aan M. C., kon bezorgd worden bij M. D. Hij wist deze vraag niet te beantwoorden, maar verklaarde, niettegen staande de tegenstribbelingen van den kant der dame, dat zij zijne vrouw was en hem vóór tien dagen verlaten had, met medeneming van 500 fr. aan juweelen en geld, dat hij in zijn bureau had weggesloten. Zij gaf voor, een van hare vriendin nen te willen bezoeken. De jonge dame verklaarde op hare beurt en op hoogen toon, dat zij mevrouw M. C. was en haar man woonde in de rue de Seine, in een hotel, dat zij noemde. Men vond daar inderdaad een heer M. C. Ondervraagd zijnde, verklaarde hij dat hij de jonge dame in zijn hotel gezien had, zelfs met haar gesproken, maar ont kende ten stelligste dat het zijne vrouw was, daar hij nooit getrouwd was geweest. Dit was te veel voor de dame. In hevige bewoordingen voer zij uit tegen den persoon, die haar niet als zijne vrouw wilde erkennen, Zij zeide, gedurende haar verblijf

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2