N°. 5701. A*. 1878. (6 September. Maandag Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Bladi Gemengd Nieuws. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenif 1.10. o> Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0-05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Twee jongelieden te Agen, in Frank rijk, gingen een weddenschap aan, dat zij van daar naar Port Sainte-Marie zouden zwemmen, een afstand van 20 kilometer. De inzet bedroeg 600 franken. Des middags te 12 uren vertrok het twee tal. Een hunner bereikte het doel te 5 uren in den namiddag; hij was geheel uitgeput van ver moeienis, zoodat hij zich nauwelijks kon staande houden. De ander echter kwam niet opdagenmen moet tot de treurige onderstelling komen, dat hij verdronken is. Ten huize van een landbouwer tevens kruidkundige, te Villemouble, in Prankrijk, brak een hevige brand uit, terwijl de vader afwezig was om kruiden te verzamelen en de moeder zich op het veld bevond. De oudste zoon, een jongen van negen jaar, wien de bewaking der woning was opgedragen, had zich verwijderd om voor een buur man tabak te halen. In dien tusschentijd hadden de vonken van een vuur van takkenbossen, dat op den keukenhaard brandde, zich door een zijka naal van den schoorsteen in een aangrenzend ver trek verspreid, waar twee kinderen sliepen, vijf en vier jaar oud. Toen de knaap terugkwam en bemerkte wat er gaande was, riep hij terstond om hulp. Doch het was reeds te laat. Nadat de toegesnelde buren de deur van het slaapvertrek hadden verbrijzeld, vonden zij de beide aanvallige kinderen door den rook gestikt. Naar men zegt heeft Schlenker, een ingenieur der telegraphie, terwijl hij bezig was de lijn tusschen Maglaj en Travnik in orde te bren gen, de moordenaars van den ridder Perrod ont dekt. Perrod zou zijn vermoord door Mahome- daansche grondeigenaars en drie hunner zijn reeds te Szetsche gearresteerd. Een architect te Berlijn zou onlangs met de dochter van een boekhouder in het huwelijk treden. Een kwartier voordat het bruidspaar naar het stadhuis zou gaan, ontving de bruid een on- geteekenden brief, waarin zij werd gewaarschuwd dat haar aanstaande reeds was gehuwd. Zelfs werd de woonplaats zijner vrouw er bij opgegeven. De bruid viel in onmacht, en wat de bruidegom ook deed om den brief te logenstraffen, hare wezen loosheid nam zoodanig toe, dat de ouders een geneesheer ontboden. Deze achtte haren toestand hoogst bedenkelijk. Inmiddels is bij onderzoek gebleken, dat de brief niets dan laster inhield en uit wraak afgezonden was door een jonkman, die vroeger vruchteloos aanzoek om hare hand had gedaan. De zaak is thans bij de justitie aangegeven. Bij den geldwisselaar Lévy te Ham burg, die geheel alleen zijne zaken drijft, kwam dezer dagen tegen het vallen van den avond een jonkman om twee Engelsche banknoten te wisse len. Toen de wisselaar begon met twee 20-mark- stukken op de tafel te leggen en zich daartoe eenigszins bukte, gaf hem de andere een hevigen stoot met een ijzeren ring, dien hij in de vuist hield, op het hoofd. Ofschoon het bloed Lévy over het gelaat stroomde, verloor hij zijn tegen woordigheid van geest niet, ijlde naar het venster, klopte hard tegen de ruiten en riep om hulp. De misdadiger nam, toen hij bemerkte dat de stoot niet doodend was geweest, de vlucht, maar was toch eerst zoo vrij de twee banknoten en de beide 20-markstukken van de toonbank te nemen en bij zich te steken. In de eerste helft der vorige maand, zoo leest men in de „Courrier de Eennes," weidde de jonge Eidard, een knaap van tusschen twaalf en dertien jaren, zijne schapen op de",Jan- des" van Bellevue, onder de gemeente Jauzé, Frankrijk. Een zijner dieren missende, ging hij het zoeken en vond het te midden van dichte bremstruiken onder de klauwen van een grooten wolf. Eidard aarzelde geen oogenblik en ging den roover met zijne zweep te lijf. Deze was op het punt van zich op zijnen aanvaller te werpen, toen een stier kwam aandraven en den wolf zijne horens deed gevoelen, zoodat de kleine herder met het half geworgde schaap onverhinderd kon aftrekken. Sedert eenige dagen reeds woedt er een brand in het bosch voorbij Abanode schade wordt op meer dan 100,000 fr. geschat. In de omstreken van Napels heeft een cycloon groote verwoestingen aangericht. De treinen loopen niet te Abragolani zijn 20 huizen ingestort en de be woners onder het puin begraven. Een rijtuig, dat van Monte-Vergine kwam, geraakte te water en de 7 personen, die daarin gezeten waren, verdronken. Bij de groote manoeuvres in het noorden van Italië zijn 80 soldaten door zonnesteek of vermoeienis gestorven. Een beroemd Engelsch criticus, John E., is tevens aan den drank verslaafd. Op zeke ren dag werd hij belast een artikel te schrijven over eenige nieuwe, in het Britsch Museum ten toongestelde schilderijen. Toen hij zich daarheen begaf, was hij volslagen dronkenbij zijn binnen treden zag hij zich zei ven in een spiegelhij meende een schilderij te zien en schreef in zijn notitie boekje het volgende: In de entréezaal, kop van een dronkaard, geen naam van den schilder, veel karakter; de roode neus en de verdierlijkte phy- sionomie zijn treffend van waarheid. Dit moet een portret zijn naar de natuur. Ik heb dit ge zicht reeds ergens gezien. Een jongmensch, 'smiddags eerst in Parijs aangekomen, maakte 's avonds eene wande ling op den boulevard du Temple en bemerkte twee dames, die ook van haren kant een blik sloegen op onzen held. Eeeds spoedig werd er een gesprek aangeknoopt en op het plein Chateau d'Eau gekomen werd een koetsier aangeroepen en men steeg in. Na een langen rit haalden de dames hunnen galant over ze naar huis te begeleiden en de koetsier ontving het bevel zich naar de straat St.-Martin 155 te begeven. Daar aangekomen ver dwenen de dames in het huis, hem toeroepende, terwijl hij het rijtuig betaalde„Wacht een oogen blik, wij komen dadelijk terug. Wij zullen even zien of het eten klaar is, zoo niet dan eten we in een restaurant 1" Maar toen na lang wachten de dames niet terugkeerden, werd hij ongerust, voelde onwillekeurig naar zijne portemonnaie zij was verdwenende portefeuille was denzelfden weg opgegaan. De twee dames schenen zeer goed met het huis bekend te zijn, zij hadden zich door een tweeden uitgang naar buiten begeven. De por temonnaie bevatte 800 fr. in goud en in de por tefeuille bevonden zich eenige bankbiljetten. Dr. Klein, te Keulen, die vóór eenige maanden de vorming van een nieuwen maankrater constateerde, heeft zijne onderzoekingen voortgezet en o. a. bevonden, dat op de maan diepe groeven en scheuren gevonden worden, maar geene groote watermassa's meer. Deze laatste zijn waarschijnlijk sinds langen tijd door de vaste massa van de maan opgeslorpt. Hij zag kleine vulkanische kegelbergen verdwijnen in de nevels, die van tijd tot tijd zich openbaren door de samenwerking van het nog aanwezige water en het binnenste der groote vul kanische vormingen. Merkwaardig zijn ook eenige groene vlakten van groote uitgestrektheid, die al leen voorkomen waar de sporen zich vertoonen van vroegere bedekking door waterdr. Klein ziet hier in plantengroei. "Het was een lange stoet, die Maandag door Woolwich naar het naastbijgelegen kerkhof trok. Nadat reeds in den vroegen morgen dertien lijkkoetsen elkander gevolgd waren, had in den namiddag de begrafenis van zeventig lijken plaats. Alle winkels Waren gesloten en aan beide zijden van den weg, dien de stoet langs trok, stonden duizenden toeschouwers, de meesten met het hoofd ontbloot; iets, dat men zelden in Engeland bij eene begrafenis ziet. Een agent van politie te paard opende den stoet, daarna volgden de opzichter van het kerspel en de geestelijkheid, vervolgens de zeventig lijkkisten, op wagens der artillerie ge plaatst, en eindelijk de nagelaten betrekkingen der verongelukten, gedeeltelijk te voet, gedeeltelijk in rijtuigen. De vicaris van Woolwich las den lijk dienst en het formulier en toen werden de lijken aan de aarde toevertrouwd. Nauwelijks had dit plaats gehad, of een derde begrafenisstoet volgde met 52 lijken. Er was eene dame uit de nabuur schap, die van eene mand bloemen was voorzien en op elk graf enkele bloemen strooide. Het aan tal der teruggevonden lijken bedroeg reeds 501, waarvan 100 niet opgeëischt zijn geworden door betrekkingen of vrienden; wat grootendeels hier aan toe te schrijven is, dat de gelaatstrekken zeer misvormd zijn, zoodat alleen de kleeding tot eene herkenning door de nabestaanden kan leiden. Op bevel der stedelijke overheid moet thans elk lijk onmiddellijk na het aan wal brengen begraven worden, waarvoor honderd graven geopend zijn. Op 8 na, waren Woensdag-avond al de tot dusver te Woolwich aangebrachte drenkelingen begraven of door nabestaanden weggehaald. Het cijfer der geredden wordt thans gesteld op 152; dat der levenloos opgevischten bedroeg 591. Er worden echter nog zeer vele personen vermist. In Allegan (Ver. Staten) heefteen ontzettend ongeluk plaats gehad. John Cook had een tamme vos, welke eindelijk kippen begon te stelen. In den avond van den 11 den Augustus belastte Cook zijn zoon, om den volgenden morgen den vos dood te schieten zoodra hij weder rondliep bij het kippenhok. Cook hoorde des morgens het dier het eerst, ging naar buiten en verborg zich onder de struiken bij het kippenhok om den vos na te kijken wat hij deed. De jongen hoorde iets, zag eene beweging in de struiken en schoot. Het schot trof zijn vader in de zijde. De gewonde stierf binnen een uur. Het ongeluk had plaats des mor gens te vier uren, en de jongen kon nog niet duidelijk zien; ook wist hij niet, dat zijn vader buiten was. De ongelukkige vader sprak vóór zijn dood zijn zoon vrij van alle schuld en zeide, dat hij alleen de oorzaak was van het ongeluk. Men zegt dat de zoon bijna krankzinnig is over het voorgevallene. Henry Heine, de 18-jarige zoon van een der chefs van het vroegere bankiershuis Fould te Parijs, bezocht dezer dagen zijn zwager, den markies De Junulhac. Zaterdag-morgen vroeg vond de tuinman voor het raam van het kasteel van den markies een lijk. De jonge Heine had in een aanval van somnabulisme het venster geopend en was van de tweede verdieping naar beneden ge vallen. De schok schijnt hem onmiddellijk te hebben gedood; een arm en een der ribben waren gebroken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1