N°. 3696.
Dinsdag
A°. 1878.
iO September.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STADS-BERICHT EN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
FEUS DEZEB COURAAT:
fbor Leiden per 8 mainrtriw.1.10.
Franco per post.v. V...TVn 1.4ft*
Afzonderlijke Nommers«ATÏ70.05.
M i
F RIJS DEB ABVERTENTIEN:
Ven 1—8 regelt1-05.
Iedere regel meeri0.17J.
Grootere letters naar pbalsmimte.
PATENTBLIDEX.
De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden,
doet te weten, dat de ingevulde patentbladen over het dienstjaar
1878/79, voor wijk VI, hij het College van Zetters, in een
der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, op ver
toon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zjjn, dagelijks, des
namiddags van één tot drie uren, en wel van den lOden
tot en met den 14den September 1878; terwijl na het verstrijken
van dien termijn de onafgehaalde patentbladen ter uitreiking
moeten worden afgegeven aan da deurwaarders der directe belas
tingen alhier, die voor hunne moeite mogen eischen iien cents,
zonder meer.
En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leid-
sche Courant.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
9 September 1878. DE FREMERY, Wethr. lo. B.
LEIDEK, 9 September.
De commissie, belast met bet afnemen van
het eerste natuurkundig examen, en van het na
tuurkundig examen voor hulp-apothekers, zal zit
ting houden Donderdag 12 September e. k. en
volgende dage» te Utrecht; en de commissie be
last met het examineeren van hen, die eene akte
van bevoegdheid als arts of als tandmeester wen-
schen te verkrijgen, of hunne vroeger verkregene
bevoegdheid wenschen verder uit te breiden,
Woensdag den llden en volgende dagen te Leiden.
Vóór 25 jaren werd hier ter stede een zaak
gesticht, welke door de publieke opinie ten gevolge
van verschillende omstandigheden al spoedig niet
levensvatbaar werd genoemd. Met vele moeilijk
heden had zij dan ook in den beginne, cn ook
nog later, te kampen. Hoe meer tegenspoeden men
echter ondervond, des te meer werd de moed
aangewakkerd, en thans, na het tijdsverloop van
een kwart eeuw, staat de boom daar, volgeladen
met de schoonste vruchten. Wij hebben hier 't oog
op de Leidsche schroefstoombootmaatschappij de
„Volharding", welke den 9den September 1853
hare eerste reis naar Amsterdam deed. De maat
schappij had toen slechts ééne boot in dienst, doch
ook deze enkele scheen zelfs nog te veel te zijn.
„Volharding" bleef echter de leus. De loyale
handeling van het bestuur, de netheid der boot,
de goede orde en regel, de flinke zorgen voor de
passagiers door kapitein en ondergeschikten wer
den meer en meer door het reizend publiek en
den handelsstand erkend en gewaardeerd, zoodat
langzamerhand de dienst kon worden uitgebreid
en „Volharding" thans zes booten in de vaart
heeft en niet alleen naar den Amstel stoomt, maar
ook op Rijn, Gouwe, Aar en Drecht haren naam
getrouw blijft. Er bestonden dus alleszins redenen
om dezen dag niet onopgemerkt te laten voorbij
gaan. Eier moge heden de vaderlandsche vlag van
het station en de booten wapperen, terwijl de heer
J. A. Zuur, aan wiens volhardenden ijver de maat
schappij gedurende die 25 jaar als directeur zoo
veel verplicht is, zich gedrongen gevoelde dezen
dag feestelijk te gedenken en daartoe zijne familie
en medebestuurders op „Zomerzorg" heeft uitgenoo-
digd, waar het feest met een door hem aange
boden diner zal besloten worden.
In onmiddellijk verband met den 9den Sep
tember staat echter ook de 29ste Augustus. Door
bestuurders waren daarom in overleg met eene be
noemde feestcommissie verschillende plannen tot
viering van dien dag ontworpen, waarvan een
gezellige samenkomst, na afloop van een algemeene
vergadering, op den Burg, doorgang had. De heer
Mulié had bij die gelegenheid de feestzaal keurig
met groen en bloemen versierd, terwijl het diner
niets te wenschen overliet. Het bestuur en de
feestcommissie hadden hunne taak wèl volbracht.
Verschillende toespraken in proza en poëzie wer
den er gehouden en menige toost werd er uitgebracht
zoowel op de bestuurders als op den voortdurenden
bloei der maatschappij. Met genoegen werd tevens
de uitnoodiging van het bestuur van „Musis
Sacrum" aangenomen om na afloop van het diner
het aldaar gegeven wordende concert te komen
bijwonen. Na afloop daarvan vereenigde men zich
opnieuw op den Burg tot het dessert. Bij den
aanvang daarvan vooral mocht de heer Zuur op
ondubbelzinnige wijze ondervinden hoezeer de wijze
waarop hij de belangen van zijn pleegkind gedu
rende die reeks van jaren heeft behartigd, werd
op prijs gesteld. Onder een hartelijke toespraak
van den voorzitter den heer Schoenmakers werden
hem daarvau door de aanbieding van een keurigen
inktkoker op zwartmarmeren voet met een zilve
ren stoomboot er op versierd, de sprekendste be
wijzen geleverd.
Moge de geachte jubilaris nog vele jaren van
den bloei der maatschappij getuige zijn.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes van partijen van 100, 50, 10 en
5 hectoliters waren de hoogste prijzen 26.00,
f 13.50, f 2.80 en f 1.35; de laagste f 26.00,
f 13.50, f 2.70 en f 1.35.
Naar aanleiding van het verhandelde in de
vergadering der vereenigiug voor paedagogiek is
door het bestuur een adres naar den minister van
binnenlandsche zaken opgezonden aangaande de
vergelijkende examens. De vereeniging wenscht
volgens dit adresdat het vergelijkend examen
geen herhaling zij van het akte-examen; dat bij
het wetenschappelijk gedeelte den sollicitanten een
keuze worde gelatendat het onderzoek naar de
kennis van paedagogiek en methodiek hoofdzaak
zij, en dat een persoonlijk bezoek zal gebracht
worden aan de scholen, waar de voor te dragen
sollicitanten werkzaam zijn.
De Staatscourant behelst het programma
voor de opening van de vergadering der Staten-
Generaal, te 's-Gravenhage, op Maandag den 16den
September e. k.
De minister van oorlog zal Donderdag geen
audiëntie verleenen.
De stationschef en de onderstationschef van
de Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij te
Amsterdam zijn benoemd tot ridders van den Gou
den Leeuw van Nassau.
Het stoomschip „W. A. Scholten", van
Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde gistermid
dag bij Lezard; de „P. Caland" is eergisteren
te Nieuw-York aangekomende „Maas" is eer
gisteren van Nieuw-York naar Rotterdam vertrok
ken met de mail en 40 passagiers; de „Wyber-
ton", van Batavia naar Rotterdam, Zaterdag-och
tend van Aden vertrokken; de „Overijsel", van
Batavia naar Vlissingen, is gisteren aldaar aan
gekomen.
Omtrent het gestrande stoomschip „Gelder
land" is gisteren bij de reederij het bericht ont
vangen dat het schip zich in een gevaarlijke po
sitie bevindt, maar met het oog op het schoone
weder en de hulp, door stoombooten verleend,
koesterde men eenige hoop het naar Cadix te
sleepen. De passagiers en de troepen zijn allen
aan land gezet.
In eene zitting met gesloten deuren van het
Haagsche gerechtshof is heden het getuigenverhoor
aangevangen in de zaak betrekkelijk den brand
van het stoomschip „WillAn HI", hetgeen bij
's hofs arrest van 28 Maart jl. is bevolen.
De Indische begrooting voor 1879 is aan
de 2de Kamer rondgedeeld. Uit de toelichtende me
morie blijkt dat de Indische diensten van 1867
tot en met 1876 een beschikbaar saldo oplever
den van circa 14 ton en de dienst van 1877
naar voorloopige opgaven een saldo zal opleveren van
ongeveer f 2.988.000. Het tekort op de begroo
ting voor 1878 uithoofde van Atjeh wordt zonder over
drijving geschat op minstens 7 millioen, dat, naar
het zich laat aanzien, echter zal worden opgewogen
door eene meerdere koflieopbrengst hier en in Indië,
door een vermoedelijk overschot op den post:
inkoop van koffie en meerdere opbrengst van ver
pachtingen in Indië. Men kan dus aannemen dat
Indië tot einde 1878 geheel uit eigen middelen
in zijne uitgaven voorziet en dan nog een beschik
baar overschot van ruim f 4.380.000 zal opleveren
uit vroegere diensten. De begrooting voor 1879
is geraamd op f 144.609.454 aan middelen en
f 154.609.454 aan uitgaven en sluit dus met
een tekort van 10 millioen. Tot dekking daar
van wordt als tijdelijke maatregel voorgesteld
het verstrekken van eeD voorschot uit 's Rijks kas
aan de koloniale geldmiddelen van hoogstens
10 millioen, zoo noodig te dekken door uitgifte
of beleening van schatkistbiljetten.
Hedenmorgen te halftien zijn prins en prinses
Hendrik met gevolg uit de residentie naar Utrecht
en vervolgens naar Soestdijk vertrokken. Aan het
station van den Rijnspoorweg werden zij door
onderscheiden personen uitgeleide gedaan. Evenals
bij de intrede was de wachtkamer met groen en
bloemen versierd.
Z. M. heeft A. Noorderbroek tot burge
meester van Gorcum en mr. J. Witteveen tot
burg. van Kollumerland en Nieuw-Kruisland ben.
Gemengd Nieuws.
Met een extra-trein zijn hedenmid-
dag te halfvijf de alhier in garnizoen liggende
troepen der infanterie van de manoeuvres lamgs
de kust teruggekeerd.
Aan het Utrechtscheveer is Zaterdag
middag omstreeks vier uren de zesjarige T. Ouwer-
kerk al spelende in het water gevallen. Het knaapje
werd door eenige in de nabijheid werkzaam zijnde
lieden behouden aan wal gebracht. Weinig minu
ten later viel een driejarig meisje, M. Krul ge
naamd, in het Galgewater, doch werd door zekeren
W. v. d. Wilk met behulp van een haak gered.
Een tweede persoon, die eveneens pogingen ter
redding aanwendde, geraakte daardoor te water
en redde zich door te zwemmen. Het kindje, op
gehaald zijnde, was bewusteloos, doch door de
goede zorgen van den gepensioneerden adjudant-
onderofficier der artillerie Marquerie en den op
passer der infirmerie C. Klamer mocht het gelukken
de levensgeesten weder op te wekken. Gister
avond te ongeveer halfnegen is een paard met
eene vigilante, waarin twee dames en een heer,
toen de heer en een der dames aan het spoor
waren uitgestapt, op hol gegaan den Rijnsburg-
schen weg langs, doch vóór de sociëteit „Amicitia"
tot staan gebracht. De dame die nog in het rijtuig
zat kwam er met den schrik af. Heden
middag omstreeks halftwee had er op den hoek
van de Rijnstraat en het Utrechtscheveer een on
geluk plaats, dat vrij ernstige gevolgen had kunnen
hebben. Op hetzelfde oogenblik, dat zekere bleeker
K., wonende buiten de Zijlpoort, met zijn paard
en volbeladen wagen de Rijnstraat uitreed, kwam
deze met een van het Utrechtscheveer komend
paard en vigilante in botsing, waardoor het paard
van den bleeker K. zijwaarts op den grond stortte
en niet door eigen krachten kon opstaan. Eenige
j der vele toeschouwers sloegen echter spoedig de