2 September. N°. 5689. A0. 1878. Maandag Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad Gemengd Nieuws. INGEZ ON DEN. Geachte Redacteur, Mijnheer de Redacteur, A propos van de brievenbus op de Hoogewoerd. Mijnheer de Redacteur, LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. 'u Franco per postn 1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels1-06. Iedere regel meer0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Woensdag-middag omstreeks halfdrie belde een dame, lichtgrijs gekleed, naar gissing 25 jaar oud, aan de deur van de „Morgue" te Parijs aan. Zij had een brief in de hand, geadres seerd aan den directeur, en gaf dien aan den oppasser over, zeggende, dat zij hem voor het gebouw ge vonden had. De brief bevatte in hoofdzaak het volgende: „Het leven moede, door iedereen ver- stooten, ben ik tot het besluit gekomen mij om te brengen. Gij zult mijn lijk in een vigilante vinden en ik verzoek u het met zorg te behan delen." De onderteekening bevatte alleen de voor letters J. P. De heer Bridoux, aan wien het schrij ven gericht was, sloeg er geen acht op, daar hij toch geen middel zag den zelfmoord te voorkomen toen men hem tegen drie ureD kwam mededeelen, dat eene jonge dame zich zooeven op den toren van de Notre Dame van 't leven beroofd had. Hij be gaf zich dadelijk met twee oppassers naar de plaats des onheils, waar hij reeds den commissaris van poli tie vond. De oppassers herkenden dadelijk de jonge dame, die den brief voor hun chef had afgegeven. Daar op dit uur de kerk door zeer vele vreemdelingen bezocht wordt, had niemand acht gegeven op deze dame, die zich van de andere bezoekers verwijderde. Een oogenblik later knalden twee pistoolschoten. De klokluider, die de schoten gehoord had, snelde toe. Hij vond de ongelukkige, badende in haar bloed, en den revolver in de rechterhand geklemd, riep om hulp, doch het was te laatzij was reeds dood. Nadat men het lijk naar beneden gebracht had, werd het onderzocht. Er waren in de borst twee kogels, waarvan één door het hart. In een der zakken vond men een briefje waarin zij zeide, wegens de moeielijkheid om in een rijtuig haar plan te volvoereü, de Notre Dame te hebben ge kozen om een einde te maken aan haar kommervol leven. Zij had er nog dit bijgevoegd„breng mijn lijk naar de „Morgue," waar het reeds gewacht wordt." Op de plaats waar zij was neergevallen, vond men een stukje papier, waarop deze woorden in haast met potlood geschreven: „Wees voorzichtig met den revolver, hij gaat gemakkelijk af 1" Tegen acht uren in den avond meldde zich een oude dame bij de „Morgue" aan; zij was, zeide zij, de moeder van het ongelukkige meisje en vroeg haar te zien. Maar het gebouw wordt te zes uren gesloten en niemand er dan meer toege laten zonder toestemming van den directeur. De ongelukkige moeder kwam den volgenden dag terug met een neef van de overledene; beiden hebben haar herkend. Wat de oorzaak van deze droevige gebeurtenis betreft, verzekert men algemeen dat het jonge meisje tot een zeer rijke familie behoorde, die in een der schoonste wijken van Parijs woonde. Zij hoopte een jonkman van goede afkomst te huwen, die ook haar genegen was, maar op 't laatste oogenblik werd 't meisje een geheim om trent hare geboorte geopenbaard, dat het voor haar onmogelijk maakte hem te huwen. Dit schijnt haar tot wanhoop gebracht te hebben. Met juistheid kan nog niet worden gezegd tot welk gedeelte van Europa zich de aard beving heeft bepaald. Zooveel is zeker, dat de aarde over een oppervlakte van 2000 vierkante mijlen in beweging is geweest. Het ergste waren die bewegingen in en om het dorp Bergheim aan den Neuss-Duxener spoorweg. Daar heeft men den 26sten en 27sten dezer zestien meer of min hevige aardschokken waargenomen, waaronder sommige van zeer ernstigen aard, zoodat de bewoners in doodsangst naar het veld vluchtten; geen huis bleef te Bergheim onbeschadigd, de schoorsteenen stortten naar beneden, breed e scheuren ontstonden in de murenin de kerk vielen de heiligenbeelden van hunne voetstukkendaarbij heerschte overal de grootste verwarring, daar niemand in den nacht van 26 op 27 durfde gaan slapen en velen zich zelfs niet in hunne woningen waagden. Professor Virchow heeft verzocht den schedel van Hoedel te mogen onderzoeken, maar dit verzoek is niet toegestaan. Uit de departementen Rhone, Aisne, Loire, Isère, Dröme en Savooie zijn berichten ontvangen, dat aldaar hevige onweders gewoed hebben. Er zijn hagelsteenen gevallen van 147 gram. Eene vraag wenschte ik gaarne te doen over het onlangs in druk verschenen kohier der inkomsten belasting te Leiden. Over het al of niet wenschelijke van het in druk geven van dit kohier wil ik niet spreken, maar een andere zaak: hoe die uitgaaf geschied is. Het kohier lag ter inzage van ieder belasting schuldige, dus kon men het inzien en met de noodige gegevens naar huis gaan. Maar nu, en juist dit is eene zaak van groot belang: hoe is het mogelijk dat de uitgevers bekend zijn gewor den, welke belastingschuldigen verhoogd waren? In art. 13 van het raadsbesluit, regelende de heffing van een plaatselijke directe belasting te Leiden, staat o. a.„Elk belastbaar ingezeten wordt in de eerste dagen van Januari uitgenoodigd om bij gesloten brief, welke na acht dagen wordt teruggehaald, in gemoede en naar waarheid op te geven de klasse die zijn inkomen omvat, of wel, des verkiezende, aangifte te doen van het juiste inkomen". In art. 13 der toelichting staat: „De bevoegdheid gegeven om bij gesloten brief de eigen aangifte te kunnen inzenden, zal waarschijn lijk door den belastingschuldige worden gewaar deerd, vooral met het oog op art. 15." In dit aangehaalde art. 15 staat o. a.„Alleen het bedrag waarvan geheven zal worden, komt op het ko hier voor." Nu komt bij mij de vraag op, hoe het mogelijk is dat, na al die bepalingen in bovengenoemde artikels, het toch bekend is, welke belastingschul digen verhoogd zijn. Die gegevens staan niet op het kohier, want in art. 15 staat duidelijkalleen het bedrag komt daarop. Dus vanwaar die gege vens? Kunt gij mij, geachte Redacteur, hierover eenige inlichting geven, dan is het mij aangenaam; zoo niet, heb dan de goedheid dit schr. in uw blad te plaatsenmisschien zal dan een ander de bron kunnen opgeven, hoe men aan dergelijke opgaven komt, zonder dat dit in strijd kan komen met de aangehaalde artikels 13 en 15. UEd. dankzeggende voor de plaatsing dezer ingezonden regels, noem ik mij met hoogachting Uw dw. Dienaar P. Er is dezer dagen veel over het publiekmaken van het kohier der inkomstenbelasting ge schreven en gesproken, en ook van vele zijden daartegen geprotesteerd. Met het kohier vóér on3 verwondert ons zulks niet, daar het toch klaarblijkelijk is, dat er door vele ingezetenen schromelijk misbruik van het door den wetgever in hen gestelde vertrouwen is gemaakt. Of die publiekmaking behoorlijk is of niet, wil ik niet qualificeeren. Ik citeer echter gaarne wat UEd. in het dagblad van den 28sten dezer schreef, nl. dat deze belasting de eerlijkste is, mits zij eer lijk wordt toegepast. Yele werklieden toch zullen, met mij, gaarne hun rechtmatig aandeel aan die belasting bij dragen, wanneer we slechts bedenken, zonder meer, hoeveel er in deze stad voor het onderwijs onzer kinderen wordt gedaan, maar nu ook, na de inzage van het kohier, verlangend Daar een recht matiger regeling dier belasting uitzien; te meer daar het blijkt dat velen zich bf geheel bf ge deeltelijk aan die belasting onttrokken hebben, en bijgevolg een ander daardoor meer betaalt. Wij hebben gezien dat het Gemeentebestuur hoewel er om gevraagd werd de uitgave van het kohier niet heeft verhinderd, alsook dat de goede dunk, dien sommige leden van den Gemeenteraad bij de beraadslagingen over de belasting van de eerlijkheid der ingezetenen hadden, wel wat te hoog gesteld was. We hopen dan ook dringend dat, als dit eerste moeielijke jaar van iedere be lasting, hoe dan ook, voorbij zal zijn, er door het Gemeentebestuur middelen zullen beraamd worden, dat ze meer eerlijk zal worden toege past, waartoe wellicht de publiekmaking van het kohier het hare zal bijdragen, en dat ook van hen, die door het wonen buiten, en toch in de nabij heid der stad, waardoor zij zich aan deze be lasting onttrekken, voor hunne in de stad school gaande kinderen een billijke bijdrage voor de Gemeentekas zal gevorderd worden, daar het anders te voorzien is, dat velen der tegenwoordige be lastingschuldigen hun voorbeeld van uitwoning zullen volgen. UEd. dw. Dr. Veritas. Nu men daarmee bezig is, wil ik gaarne de aandacht vestigen op de wenschelijkheid dat op het drukste gedeelte der stad, het centrum om zoo te noemen, nl. de Hoogstraat of Haarlemmer straat tusschen Donkersteeg en Mare, ook een hulpbus worde geplaatst. Deze zou in eene groote behoefte voorzien en, zij het postkantoor dan ook al niet heel ver verwijderd, velen tot gerief zijn. Mocht het zijn dat men meerdere bussen wilde plaatsen, dan vestig ik de aandacht op bovenge noemde punten, ook voor het verkrijgbaar stellen van postzegels enz. Ik voeg hier tevens de gegronde opmerking bij, dat de brievenbus in het algemeen aan hare be stemming moet beantwoorden; d. w. z. de brieven, daarin gedaan, moeten op het hoofdkantoor terecht komen. Hierin kan worden voorzien door meer malen per dag, althans des Zondags, lichting te doen plaats hebben. Hierover is reeds vroeger ge klaagd en schrijver dezes rechtvaardigt al die klachten, omdat hij nl. eenigen tijd geleden op een Zondag-avond een man aan een der hulpbus sen heeft gezien, bezig met zijne nieuwsgierigheid te voldoen door 2 a 3 brieven uit de bus te ne men en er weer in te doenzóó gevuld was zij, zoo zeer bestond dus de noodzakelijkheid van lichting. En hadde die man de brieven gehouden Door het dagelijks toenemen der corresponden tie zijn meerdere bussen en meermalen lichting zeer noodig en gewenschtzoomede dat die lichtingen op tijd geschieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1