Gemengd IVieuws.
R echtzaken.
KOLONIËN.
de Tweede Kamer te wenden met het verzoek,
dat zij naar hare wijsheid en bevoegdheid maat
regelen berame, waardoor een einde kunne gemaakt
worden aan den onhoudbaren toestand, waarin de
kerk met betrekking tot de kerkelijke goederen
gebracht is door het regeeringsbesluit van 9 Febr.
1866. "Voorts heeft zij besloten de gemeenten uit
te noodigen om de Unie van Utrecht godsdienstig
te gedenken op den 29sten Januari e. k. of op
den daaraan voorafgaanden Zondag.
Het taal- en letterkundig congres te Kampen
heeft besloten aan de regeering een adres te rich
ten ongeveer van dezen inhoud1°. dat voortaan
geen archieven van corporatiën, van de regeering,
van gemeenten enz. mogen worden vernietigd, van
de hand gedaan of aan vernietiging prijsgegeven;
2°. de bestaande archieven mogen worden gecata
logiseerd 3°. de archieven der vroegere rechterlijke
colleges mogen worden overgebracht; 4°. de ar
chieven niet langer op zolders, maar behoorlijk
in veilige plaatsen, tegen bederf of brand bewaard
mogen blijven5°. het personeel, bij de archieven
werkzaam, van staatswege beter bezoldigd moge
wordenen 6°. voorschriften gegeven mogen wor
den voor het bewaren en het regelen van archieven,
en geen liefhebbers-oudheidkundigen langer daarin
de hand hebben.
Zondag-voormiddag werd het volgende tele
gram ontvangen van den Koning en de Koningin
der Belgen aan den voorzitter van het congres,
mr. De Jonge van Ellemeet„Leurs Majestés sont
tres sensibles aux voeux, que vous leur avez adres-
sés au nom des membres du congres de littérature
et de langue Neerlandaises, et vous prient de
recevoir pour vous et pour tous ces messieurs
leurs meilleurs remerciments."
Uit Breda wordt gemeld dat prins Frederik,
sedert de oprichting beschermheer der kon. mil.
academie, op den eersten dag, 23 September, de
feestelijkheden ter viering van het 25-jarig bestaan
der academie zal bijwonen.
Morgen zal van Harderwijk een transport
suppletie-troepen vertrekken, sterk 75 man, bene
vens 5 onderofficieren, om te Rotterdam scheep
te gaan op de „Gelderland" en van daar de reis
naar Java voort te zetten. Van dit transport is
commandant de majoor der infanterie van het O.-I.
leger L. F. Nixmedegeleiders zijn de 2de luits.
der infanterie P. J. Brandenburg, D. Kuypers en
C. A. De Visser.
De minister van binnenlandsche zaken zal
a. s. Zaterdag geen audiëntie verleenen.
Het koninklijk besluit tot regeling der op
leiding van onderofficieren en mindere militairen
tot officier, is gewijzigd. Aan de onderofficieren
nl., die zich voor het gewone examen voorberei
den, wordt in 1878 en 1879 en aan zoodanigen,
die volgens de nu bestaande bepalingen in de termen
vallen om voor het lichter examen in aanmerking
te komen, wordt in 1878 nog gelegenheid gegeven
een examen ter verkrijging van den rang van
2den luitenant op den bestaanden voet af te leggen.
Het getal 2de-luitenantsplaatsen in gemelde jaren
voor die onderofficieren open te stellen, wordt door
den minister van oorlog bepaald. Alle vroegere
beschikkingen en besluiten betreffende het zooge
naamd lichter examen, zijn met 1 Oct. a. s. vervallen.
Prins Frederik wordt morgen te een uur
uit Berlijn in de residentie terugverwacht. Prins
en prinses Von Wied zullen hedenavond teSche-
veningeu arriveeren en hun intrek nemen in het
Hotel Garni.
Op de Heerengracht is hedenmiddag
het zoontje van V. W. spelende te water geraakt.
De warmoezier P. aarzelde geen oogenblik den
drenkeling na te springen en mocht er in slagen
het kind behouden aan wal te brengen.
Zondag jl. wandelden drie jongelui
van Wassenaar langs het strand naar Scheveningen.
Op hunne wandeling vond één hunner, met name
J. H. De Jong, een aangespoelde flesch, waarin
zich een met potlood geschreven briefje bevond
van den volgenden inhoud: „Koninklijk kofschip
de Wind vergaan in den nacht van 8 Augustus
1878, waarschijnlijk niemand gered. Vaarwel!!!"
Door sommigen wordt aan de echtheid van het
briefje getwijfeld, aangezien de naam van den
schrijver en de hoogte, waarop het schip is vergaan,
verzwegen zijn; doch daar staat tegenover, dat
dezelfde jongelieden ook balken, een mast, twee
ledige flesschen enz. op dezelfde hoogte hebben
gevonden.
Zondag is op de Delftsche kermis een
soldaat uit een caroussel gevallen, waardoor hij
ernstig verwond werd. Hij is naar de infirmerie
vervoerd en zal waarschijnlijk aan de gevolgen
bezwijken.
Aan het station van het Rijnspoorte
Amsterdam is Zondag-avond een jongen van een
stilstaanden waggon gesprongen en zoodanig met
de borst op een wissel neergekomen, dat hij in
levensgevaarlijken toestand verkeert.
In de Westerstraat te Amsterdam is
gisteren een valsche munter gearresteerd; de "bij
hem gevonden goederen zijn in beslag genomen,"
alsmede de machinerieën, waarmee de valsche mun
ten vervaardigd werden.
Zondag-avond is aan het station te
Deventer een in de vorige week ontslagen stoker
van de stoomboot „Salland" door den spoortrein
overreden. Hij was onmiddellijk dood.
Een beschonkene, die Zaterdag-avond
te Arnhem de schipbrug overging, geraakte te
water. De stroom had hem reeds een paar hon
derd passen medegesleept voor dit ongeval werd
bemerkt, waarop zekere H. Diesveld te water
sprong en met levensgevaar er in slaagde, den
drenkeling, die reeds in zinkenden staat was, be
houden aan wal te brengen. Terstond naar de
badinrichting overgebracht, werden de levens
geesten van den geredde weder opgewekt. Hij
bleek een onlangs uit de kolonie Ommerschans
ontslagene te zijn. Den volgenden morgen echter
gaf de patiënt, na in het ziekenhuis verpleegd
te zijn, den geest. H. Diesveld redde sedert 1871
vijf drenkelingen.
Zondag in den laten avond had er
tusschen Tuil en Haaften een moord plaats. Zekere
Klaas v. Bogchelen, te Haaften woonachtig, was
des morgens naar Zalt-Bommel gegaan tot het
inkoopen van kruidenierswaren. Te huis gekomen,
bemerkte hij nog eenige waren vergeten te hebben
en ging weder naar Zalt-Bommel. In de meening
dat hij deze achtergelaten had bij den kastelein
Van der Aa, was hij niet op zijn gemak, toen hij
bemerkte zich vergist te hebben. Het eene woord
lokte het andere uit en „lange Klaas", zooals hij
genoemd werd, werd door de politie opgebracht.
Tegen den avond weder in vrijheid gesteld, kwam
hij te Tuil aan, waar hij ten herberge van Jan
Klop eene boterham nuttigde. Van daar wandelde
hij den Waaldijk uit naar Haaften. In gezelschap
van Jacobus Van Peuten gekomen zijnde, niet
ver van het dorp, daar waar een steenen muur
langs de binnenzijde van den dijk staat, zagen
zij buitendijks een man liggen. „Komzei Klaas,
„laten wij hem meenemen't is ook een Haaften-
schehij moet nog naar den Krobschen steenoven."
De twee mannen begaven zich naar den persoon,
die, naar zij meenden, slapende was. Doch het
scheen dat hij moeielijk wakker te krijgen was.
Daar staat hij plotseling op en geeft Klaas een
slag met een paal. „Wel, Teunis! wil je me nu
nog slaan, ga liever mee naar huis." Nauwelijks
had K. v. B. dit gezegd of hij ontving een twee
den slag en zakte toen ineen. „O God, dat is dood
riep de reeds bejaarde J. v. P. en zette het op
een loopen. Dit was waarschijnlijk zijn geluk, daar
hij anders veel kans had gehad, hetzelfde lot te
ondergaan. De vermoedelijke dader is gisternacht
door de politie uit zijn bed gehaald en in ver
zekerde bewaring gebracht.
Volgens te Berlijn ontvangen berich
ten heeft men gistervoormiddag, even na negen
uren, te Elberfeld, Keulen, Osnabrück en Barmen
hevige aardschokken waargenomen. In laatstge
noemde plaats moeten zij zelfs zeer hevig zijn
geweest. De huizen gingen er op en neer; vele
gevels stonden heen en weder te schuddenmeu
belen stonden te waggelenvoorwerpen in de win
kelkasten vielen omver. Na elf uren heeft men te
Elberfeld, Bonn, Dusseldorf en Keulen weder
schokken gevoeld. Te Maastricht en te Luik zijn
omstreeks 9 uren insgelijks hevige schokken waar
genomen, welke 15 seconden duurdenvele ge
bouwen wankelden; persoonlijke ongelukken hebben,
voor zooveel men weet, daarbij niet plaats gehad.
Ook te Arnhem is gisterochtend, en ddar te 8 u.
40 u., eene sterke aardbeving waargenomen. Uit
Winterswijk wordt gemeld dat men daar gister
ochtend te 8 uren 54 minuten eveneens gevoelige
schokken waarnam, die de meubelen in de wo
ningen deden schudden. De schrik was algemeen.
De duur der schokken was 15 seconden. Derge
lijke berichten ontving men uit Gladbach, Sittard,
Grave, Roermond, Ellekom, Zevenaar en 's-Heeren-
berg. Te Amsterdam werd een schok gevoeld in
de drukkerij van de heeren Spin. Ook te Haarlem
werd eene aardschudding waargenomen. De rich
ting was van zuidwest naar noordoost.
Volgens de „Post" moet de moorde
naar van generaal Mesenzoff, chef der geheime
rijkspolitie te St.-Petersburg, een Duitscher zijn,
en wel dezelfde die, eenige maanden geleden, te
Kiew den moord heeft gepleegd op baron Heyling,
kolonel der gendarmerie.
Op de gisteren alhier gehouden strafzitting van
het kantongerecht stond een persoon terecht, aan
geklaagd dat hij van uit zijn woning had doen
begraven het lijk van een genoemde weduwe,
terwijl slechts vier dragers tegenwoordig waren,
toen de kist, die het lijk bevatte, werd gedragen
uit de koets naar het graf op de begraafplaats der
gemeente Valkenburg.
De ambtenaar van het openbaar ministerie, de
feiten wettig en overtuigend bewezen achtend,
eischte de schuldigverklaring van den gedaagde en
veroordeeling tot geldboete, terwijl hij in de toe
lichting tot zijn eisch er op wees, hoe de plaat
selijke wetgever in het belang der openbare orde
werkzaam was, toen hij door een bepaald aantal
dragers verplichtend te stellen, zorg droeg dat
begraven een begrafenis-p lechtigheid bleef, daar
toch een onvoldoend aantal dragers aanleiding zou
kunnen geven tot voor de openbare orde en zede
lijkheid meest aanstootelijke tooneelen. Mr. N. L.
J. Van Buttingha Wichers, advocaat alhier, het
woord voerende voor den gedaagde, meende de
oorzaak dezer vervolging te moeten zoeken in een
minder goede verstandhouding bestaande tusschen
gedaagde en den burgemeester van Valkenburg,
op wiens last het proces-verbaal van bekeuring
was opgemaakt, en gaf vervolgens als zijne meening
te kennen, dat de niettegenwoordigheid van het
vereischt aantal dragers niet mocht worden aan
genomen zoolang het bewijs ontbrak, dat de voor
ganger en drie familieleden, deel uitmakende
van den stoet, niet tevens als dragers aan
wezig waren. Ook was hij van oordeel, nu
de verordening het gebruik van acht dragers
slechts voorschreef bij het begraven van personen
van meer dan twaalfjarigen ouderdom, dat de ver
melding dat de begravene weduwe was, geen vol
doende aanwijzing bevatte; immers zou bij een
huwelijk in den vreemde de weduwstaat reeds
vroeger kunnen zijn ingetreden.
Ten slotte wijzende op het gemis van schuld
bij den gedaagde, die zich persoonlijk in geenen-
deele met de regeling had ingelaten, concludeerde
hij tot vrijspraak, of anders de laagste geldboete.
Het openbaar ministerie bestreed in zijne beant
woording nadrukkelijk een maar al te vaak voor
komende opvatting als zou de oorzaak van vervol
ging moeten gezocht worden in bestaande vijandschap
in plaats van in plaats gehad hebbende feiten, en
ook overigens in een wederlegging tredende van
het aangevoerde en voor de aansprakelijkheid van
den gedaagde zich op de woorden der verordening
beroepende, volhardde hij bij zijn genomen requisi
toir. De uitspraak werd bepaald op Maandag
2 September a. s.
Nog werd behandeld een overtreding van de
wet op den kinderarbeid, waarin het requisitoir
van den ambtenaar van het openbaar ministerie
strekte tot veroordeeling in een geldboete van vijf
gulden, bij wanbetaling te vervangen door twee
dagen gevangenisstraf.
BATAVIA, 24 Juli.
Mevrouw Van Nispen, geb. Van Lawick van
Fabst, heeft uit naam van eenige Bataviasche
dames bij circulaire de Nederlandsche vrouwen te
Batavia en te Buitenzorg opgeroepen ten residen-