Bedoelde heeren worden uitgenoodigd zich daarop in te schrijven, met vermelding hunner qualiteit, en zich den 3den September aanstaande, te halfvier des namiddags, aan genoemd paleis te willen be vinden, in gala gekleed. Bij beschikking van den minister van marine is de benoeming van de jongelingen C. H. De Boer en J. A. P. Fabius tot adelborst der 3de klasse bij het kon. instituut voor de marine te "Willemsoord, met bestemming voor de mariniers, ten gevolge van hunne aanstelling tot cadet bij de kon. milit. academie te Breda, op hun verzoek ingetrokken, en zijn met 1 September tot adelborst der 3de klasse voor de mariniers benoemd J. C. J. B. A. De Josselin de Jong en G. A. Linckers. Het stoomschip „Wyberton" is gisteren van Batavia naar Rotterdam vertrokken; de „Prins van Oranje", 13 Juli van Nieuwediep vertrokken, is gisteren te Batavia aangekomende „Schiedam" is gisteren van Nieuw-York te Hellevoetsluis-aan gekomen de „Drente", van Rotterdam, is giste ren te Middelburg aangekomen om te dokken. Z. M. de Koning is hedenochtend te 4.40 van het Loo naar Potsdam vertrokken in de uni form der Pruisische huzaren. Prins Frederik is gisteravond van Teplitz te Berlijn aangekomen en terstond naar Potsdam doorgereisd. Eenige ingezetenen van Haarlemmermeer en Aalsmeer, welke vreesden dat de griffie van het banton Haarlemmermeer naar Lisse zou wor den overgebracht, hebben zich per adres tot Z. M. den Koning gewend, met verzoek dat daaraan geen gevolg moge worden gegeven. Het daarop ontvangen antwoord houdt in, dat het verlof slechts betrekking heeft op den griffier en niet op de griffie, die gevestigd blijft ter plaatse, waar de terechtzittingen worden gehouden, nl. te Hoofddorp. Z. M. heeft den luitenant ter zee der 2de klasse F. Van den Berg, op zijn verzoek, met den laatsten Augustus e. k. eervol uit den zeedienst ontslagen en benoemd tot lsten luitenant bij het wapen der artillerie van het leger in Nederlandsch Indië; met 1 September a. s. aan den officier van administratie der 2de klasse J. A. Kruyt, op zijn verzoek, toegekend een verlof voor den tijd van één jaar, onder stilstand van non-activiteitstracte- ment, en zonder opklimming in de ranglijst; bevorderd tot officier van administratie der 2de klasse, den officier van administratie der 3de kl. J. W. Groeneyk. Gremeng-d Nieuws. De heer De Wit uit Brussel vertoonde hedenmiddag op „Rhynzigt" zijn „groote zwem kunsten." Veel valt er niet van te zeggen. De heer De Wit kan zich beroemen een goed „water trapper" te zijn. Een te Utrecht woonachtig Duitscher had indertijd zijn land verlaten en zich zoo aan den militairen dienst onttrokken. Ofschoon te Utrecht gehuwd en goed gevestigd, bezielde den man steeds een innig verlangen naar zijn vader land en eindelijk werd dit verlangen zóó sterk, dat zijne gezondheid er merkbaar onder leed, waarom hij besloot, ook op raad van zijn genees heer, een uitstapje daarheen te doen. Hij vertrok in alle stilte, doch na eenige dagen daar vertoefd te hebben, werd hij in hechtenis genomen en on middellijk bij zijn regiment ingedeeld. Twee dagen lang droeg hij den gehaten soldatenrok; toen ge lukte het hem te ontsnappen, en Dinsdag-avond keerde hij te Utrecht in den schoot van zijn on gerust gezin terug. Dinsdag is door de pol itie te Arnhem een persoon gearresteerd, die op verschillende tijd stippen en bij onderscheidene ingezetenen brieven deed bezorgen, waarin vermeld stond dat de een of andere kennis zijn knecht zou zenden om eene bepaalde som geld te halen, hetwelk binnen een paar dagen terugbetaald zon worden. Na op deze wijze reeds een aardig sommetje opgezameld te hebben, werd hij ten slotte op heeterdaad betrapt en naar het huis van arrest overgebracht. Dinsdag-avond is het onlangs te Nij megen opgerichte „gebouw voor kunst" tot den grond toe afgebrand. Er was een bal met groote verlichting aangekondigd. Het gebouw stond nu wel in lichterlaaie maar het bal bleef achterwege. In de gemeente Diesen vond een kleer maker in een sloot een kalf, geheel in een touw verward. Hij begon aanstonds luidkeels hulp te roepen, waarop zijn vrouw en dochter toesnelden en beiden in een waterpoel sprongen, in de mee ning, dat de ridder van de naald daar ingevallen was. Toen het kalf in de nabijheid een kreet slaakte, zeide de dochter: Moeder, vader die sterft. Inmiddels waren de bnren toegesneld, waarop men den snijder ontdekte, zeer rustig bij het kalf ge zeten onnoodig te melden dat de lachspieren der aanwezigen werden gaande gemaakt. Iu zegepraal werd de kleermaker tusscheu zijne druipende vrouw en dochter huiswaarts geleid. Te Hommerls moet een moord ge pleegd zijn; een schipper zou een vrouw, met wie hij huisde, zoodanig aan de keel hebben ge wond, dat zij kort daarna is overleden. Men ver neemt dat de dader reeds in verzekerde bewaring is. Volgens bericht van den Britschen consul te Mauritius dreef het uitgebrande ijzeren schip „Glenericht" 13 Mei op de noordkust van St.-Marv op het strand. Bij onderzoek van het schip bevond men den romp in volmaakt goeden staat en drie nieuwe ankers, ketting en een mast geheel onbeschadigd. De kok werd dood in de kombuis gevonden, met brandwonden op het lijf. In de kajuit vond men het lijk van den gezag voerder en in het volkslogies een aantal lijken van matrozen. Volgens bericht uit Singapore is het den gezagvoerder en equipage van de „Glenericht" bij het uitbreken van den brand gelukt het schip te verlaten en Singapore te bereiken. De aan boord gevonden lijken zijn zonder twijfel van eene equi page, die op zee is aan boord gezet door een voor bijvarend schip, om te trachten het uitgebrande schip in eene of andere haven binnen te brengen. De „Glenericht" was bestemd met eene lading kolen van Liverpool naar Indië, en was 29 No vember 1877 in brand staande verlaten; zij heeft dus ongeveer 6 maanden op zee rondgedreven. Een schatrijk bierbrouwer in Enge land, die eenige jaren geleden gestorven is, heeft zijn kolossaal vermogen bij testament aan een neef vermaakt, onder voorwaarde dat hij zich ieder jaar op den sterfdatum zijns ooms, een tand of kies zou laten trekken, tot den laatsten toe. „Ik wil," had hij in zijn testament geschreven, „dat bij al de vreugd en het levensgenot, die het bezit van mijn vermogen aan mijn neef zullen schenken, hij ten minste één dag ieder jaar met smart aan mij denken zal." Een voormalig fabrikant te Berlijn, bekend door zijne renpaarden en deelneming aan alle wedrennen, heeft zich dezer dagen met een pistool schot van het leven beroofd, na eerst al zijne paarden verkocht eu zijne zaken in de grootste orde geregeld te hebben. Merkwaardig is de om standigheid, dat hij, voordat hij het pistool tegen zich zeiven richtte, een schot op eene plek in den zolder gemikt heeft, om te beproeven of zijn hand nog vast was. Toen de bedienden op het hooren van dat schot kwamen toeloopen, was ook het tweede reeds gevallen, dat oogenblikkelijk een einde aan 's mans leven maakte. Bij de ontsporing op jl. Vrijdagavond van den laatsten trein op den Grand Central Beige, nabij Leuven, heeft ook de heer Denebourg, werk tuigkundige, die zich op de locomotief bevond, het leven verloren. De commissie voor de groote Parij- sche tentoonstellingsloterij heeft besloten, vier groote prijzen te geven, namelijkdiamanten ter waarde van 50,000 fr., en de overige prijzen ter waarde van 35,000, 25,000 en 20,000 fr. De trekking is op 20 October bepaald. De gezagvoerder van den Engelschen schoener „Beatrice" rapporteert dat hij op Pulwat- eiland bericht ontving dat 12 schipbreukelingen, die in eene boot te Namoyonne geland waren, door de inboorlingen vermoord en opgegeten waren en hunne boot in stukken gebroken was. Een wrak van een schip, groot ongeveer 1000 ton, was op Namoyonne-eiland gezien door den Duitschen schoener „Tuitela". Vermoedelijk zijn de schip breukelingen daarvan afkomstig. De Hongaarse he luitenant Zubowich, die op zijn merrie „Caradoc" in zes dagen van Parijs naar Weeneu rijdt, is thans te paard de Theems afgezwommen van Londen naar Greenwich. Een toestel van kurk en caoutchouc is aan de borst van het dier bevestigd. Zubowich wil ook met zijn paard het Kanaal overzwemmen. Zekere dr. Otto M., een gewezen fa brikant en bekend sportsman, heeft zich te Ber lijn doodgeschoten. Zijne zaken waren goed in orde en hij beging den zelfmoord volstrekt niet uit geldelijken nood; de eenige oorzaak zou kunnen zijn dat hij zijn kwaal hij leed namelijk aan zenuwtoevallen voor ongeneeslijk hield en het leven hem tot last was. Over den moordaanslag op den Bus- sischen generaal Mesenzofl wordt het volgende ge meld De generaal gaat iederen ochtend vroeg wandelen en bezoekt dan een kapel, waar hij zijn gebed doet. Gewoonlijk vergezelt hem zijn oude krijgsmakker, de overste Makarofi'. Toen hij nu wederom uit was geweest en uit de kapel kwam, traden twee net gekleede heeren naar hem toe; onverwacht verwondde een hunner den generaal met een dolk. Beiden snelden daarna den weg op, sprongen in een sierlijk rijtuig, waarvoor een prachtig paard was gespannen, en vóór iemand er in kon slagen hen tegen te houden, namen zij in vliegende vaart de vlucht. Aan het algemeen congres over het gevangeniswezen, dat te Stokholm wordt, gehouden, wordt tot nog toe slechts door 20 gevolmachtig den deelgenomendaaronder bevindt zich één ver tegenwoordiger van Pruisen en niet minder dan vijf van Frankrijk. In de kazerne der garde de Paris, rue Moufïetard te Parijs, had dezer dagen een vreeselijk voorval plaats. Een wachtmeester, die vóór eenigen tijd een dochter had verloren, waar voor hij eene bijzonder groote gehechtheid koes terde, was na die ramp in een sombere droef geestigheid vervallen. Des morgens na het ver richten van zijn dienst thuis gekomen, zou hij het ontbijt gaan gebruiken, toen eensklaps zijne oogen met bloed werden beloopen, terwijl een loodkleur zich over zijn gelaat verspreidde. „Maak dat ge wegkomt, of ik zal je vermoordenriep hij op staande tot zijne vrouw, die zoo hevig verschrikte, dat zij geen voet kon verzetten. Haar man was plotseling krankzinnig geworden en liep naar den wand om zijn sabel te krijgen. Maar thans had ook de arme vrouw al hare krachten teruggekre gen en snelde naar hem toe onder het uiten van hulpkreten. Nu ontstond er een hevige worsteling, waarbij de vrouw weldra te kort schoot. Reeds had de krankzinnige haar op den grond gewor pen en trok het zwaard uit de scheede om haar te dooden, toen de deur geopend werd en verschei den manschappen op het hulpgeroep van het arme slachtoffer nog juist tijdig genoeg kwamen toesnel len om haar te ontzetten. Daar de ongelukkige wachtmeester een braaf echtgenoot en vader en algemeen geacht was, heeft het treurige voorval in de kazerne een diepen indruk gemaakt. De vorige week werd een poging ge daan om de spinnerij van Dewarin, te Tourcoing, in brand te steken. Men mocht er niet in slagen den dader op te sporen, maar nam de voorzorg een paar wakers bij de fabriek te posteeren, ten einde bij een hernieuwde poging zich van den schuldige meester te maken. Op zekeren nacht, omstreeks twaalf ureB, zagen dezen een man over den scheidingsmuur springen en vervolgeus naderen in de richting der kaarderij. Zoo behoedzaam mo gelijk sloop hij voort, zonder eenig gerucht te maken. Dat was klaarblijkelijk de brandstichter. Daar nadert hij de deur der kaarderij eu maakt zich gereed zijn noodlottig werk te verrichten. Maar op het oogenblik dat hij met ingehouden adem nederbukt, springt de naastbij geplaatste wachter uit zijn schuilhoek te voorschijn en beveelt den onbekende stand te houden. Deze echter laat alles iu den steek, doet een sprong achterwaarts en neemt over de omheining de vlucht naar een naburige straat. Intusschen was ook de tweede bewaker genaderd; maar ongelukkig was het hem onmogelijk, zonder zijn makker in gevaar te bren gen, ziju revolver op den voortvluchtige af te schieten. Met het doel om hulp te erlangen vuurt hij echter het wapen in de lucht af. De boosdoener was evenwel mooi op weg om te ontkomen langs een voetpad tusschen de straat en den spoorweg, toen de zoon van den eigenaar der fabriek nog juist bijtijds van de andere zijde aankwam om den vluchteling den pas af te snijden. Naar het politiebureel overgebracht, bekende de misdadiger, dat hij ook de eerste poging tot brandstichting had

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2