N°. 5665. A0. 1878. Maandag 5 Augustus. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Gemengd. Nieuws. In eene onlangs verschenen biogra- phie van Garibaldi door generaal Bordone, wordt de volgende anekdote medegedeeldOp een avond in 1861 speelde Garibaldi op Caprera een partij kegel met zijne vrienden, toen zijn schapenhoe der met de schapen huiswaarts keerde. Garibaldi, die al zijne schapen kende en hen namen gaf, zag dat er een gejongd had, maar hij miste het lam. Op zijne vraag antwoordde de schapenhoeder, dat het lam verdwaald was geraakt. „Het arme diertje!" zeide Garibaldi tot zijne vrienden„laat het ons gaan zoeken." Het was donker en met lantarens gewapend ging men op weg door de moeilijk be gaanbare paden, maar tevergeefs bootste Garibaldi het geblaat van een schaap na, hij kreeg geen antwoord. Men keerde huiswaarts. Den anderen morgen was een der vrienden van Garibaldi, die gewoon was te vier uren in den morgen op diens kamer te komen, niet weinig verwonderd den ge neraal nog in diepen slaap te vinden. Na een half uur kwam hij terug. Garibaldi lag nog in slaap, hij, die altijd het eerst wakker wasl Nog een uur wachtte hij, maar nog steeds sliep Garibaldi. Zijn vriend maakte hem wakker. De eerste woorden van Garibaldi waren: „Is men reeds op in huis „Neen generaal, ik alleen," antwoordde zijn vriend. „Welaan dan," antwoordde Garibaldi, den arm onder de deken stekend en een klein lammetje te voorschijn halend„breng dat dan naar zijne moe der." Garibaldi had zijne vrienden naar bed laten gaan, ging toen nog aan het zoeken en had het lammetje half dood en verstijfd van de koude ge vonden, het mee naar huis genomen, melk gegeven en in zijn bed verwarmd. De kas van het 14de regiment veld artillerie te Carlsruhe is door den schrijver en den oppasser van den officier, die de gelden beheerde, voor 50,000 mark bestolen. De cassette, waarin het geld lag en die onder het bed stond van den officier, is door hen met breekijzers geopend. Eerst den volgenden morgen werd de diefstal ontdekt. Intusschen hadden de schuldigen zich uit de voe ten gemaakt; men vond hunne uniformjassen nabij de spoorbaan half onder het zand begraven. Daar de betrokken officier persoonlijk verantwoordelijk is voor de gelden, heeft men algemeen medelijden met hem en doet de politie al wat mogelijk is om de dieven op te sporen. Als een bewijs hoe gering in het binnenland van Perziê de eerbied voor de wet is en hoezeer de voorwaarden tot eene regelmatige handhaving van het recht ontbreken, diene het vol gende: Eenige maanden geleden kwamen eenige bewoners van San-Pablo in de provincie Hualgayoc naar het naburige stadje San-Miguel, om er een kind te doen doopen. Na de plechtigheid volgde een feestgelag, er ontstond twist onder de drinke broers, men raakte handgemeen en een persoon kwam om het leven, anderen geraakten in de gevan genis. Eenige dagen later kwam eene bende uit San- Pablo opdagen, welke de gevangenis stormenderhand innam, de gekerkerden bevrijdde en weder aftrok, niet zonder de bedreiging van eerlang den verslagene te komen wreken. In het begin van Juni deden zij dan ook hun woord gestand. Een talrijke wel gewapende hoop drong San-Miguel binnen en sloeg aan het plunderen. Eindelijk vermanden zich de ingezetenen, de stormklok luidde en een formeel straatgevecht begon, waarbij vijftien menschen het leven verloren. De mannen van San-Miguel dreven ten slotte hunne bespringers de stad uit en maak ten tien gevangenen, die den volgenden dag even eens dood op het plein lagen. Volgens de „Courrier du Pas-de-Ca- lais" schonk de 44-jarige vrouw van zekeren Zé- phirin, een landbouwer in de gemeente Mont-Ber- nanchon, haar man dezer dagen een drieling, twee meisjes en een jongenbovendien gaf diezelfde vrouw [op den 20sten April 1876 en in Eebruari 1877 telkens het aanzijn aan een tweeling, hetgeen in ruim twee jaar een aantal van zeven kinderen geeft. Daar dat echtpaar zich vóór dien tijd reeds tienmaal in de geboorte van een telg verheugde, die allen in het leven bleven, bezitten zij thans niet minder dan 17 kinderen. Op de lijn der Fransche spoorweg- maatschappij „Compagnie de 1'Ouest," tusschen Sot- teville en Oissel, zijn dezer dagen proeven genomen met een nieuwe inrichting om treinen plotseling te doen stilstaan. De remtoestel nl. wordt in werking gebracht door saamgeperste lucht, geleverd door een op de locomotief bevestigde pomp en naar de wielen van alle rijtuigen voortgeplant door een buis, afgesloten door middel van een kraan, welke de machinist opent zoodra hij gevaar ont dekt. Door dien nieuwen toestel werd een trein, uit zeven rijtuigen en een goederenwagen bestaande en die zich voortbewoog met een snelheid van niet minder dan 100 kilometer per uur, binnen een afstand van ternauwernood 60 meter tot staan gebracht. De „Compagnie de 1'Ouest" is voornemens de nieuwe inrichting voorloopig op alle sneltreinen toe te passen. In eene hoeve nabij Nancagna in Chili is een bloedig drama afgespeeld. Terwijl de eige naar afwezig was, meldde zich eene vrouw aan om hem te spreken. Men liet haar in een vertrek, ten einde de terugkomst van den heer des huizes af te wachten. Terwijl de vrouw daar met een der kinderen speelde, bemerkte een der bedienden dat zij rijlaarzen aan had, en meldde dit zijn meesteres deze werd beaBgst en grendelde onverwijld de deur van het vertrek, waarin zich de gewaande vrouw bevond. De roover bemerkte dat hij ontdekt was, en gelastte de deur te openen, onder bedreiging dat hij anders het kind zou dooden. Men ver wachtte echter niet, dat hij de daad aan het woord zou paren, en hield hem gevangen. Toen de be woner te huis kwam en met zijn revolver in de hand de kamer binnentrad, lag zijn dochtertje badende in haar bloed op den grond. Natuurlijk schoot hij den moordenaar dood. Bij onderzoek vond hij in diens zak een fluitje en toen hij op de gedachte kwam daarop te blazen, slopen dadelijk twee kerels naderbij. Ook hen schoot de eigenaar der hoeve neder. Den volgenden morgen laadde hij de drie lijken op een kar en reed er mede naar Nancagna, waar hij zich ter beschikking stelde van het gerecht. In eene correspondentie uit Kiew wordt de navolgende Russische geschiedenis mede gedeeld Dezer dagen ging een professor met eenige studenten wandelen in een park dat tot het klooster Lawra Bijowska behoort. Daar zagen zij aan een booni het lichaam van een jong meisje hangen; het aangezicht was reeds geheel blauw, maar toch scheen zij nog niet dood te zijn. De studenten ijlden naar den boom en sneden haar af, doch op hetzelfde oogenblik sprong een troep personen met stokken gewapend uit een boschje en schreeuwden dat deze zich niet met hunne zaken hadden te bemoeien; het meisje moest sterven, omdat zij door den duivel bezeten en door de geestelijkheid ter dood veroordeeld was. Nu volgde tusschen de studenten en de anderen een vechtpartij, die met den aftocht der laatsten eindigde. Bij onderzoek bleek dat de pope Wassily Smigastra verliefd op het meisje was gewordenom haar in zijne macht te krijgen verklaarde hij, dat zij van den duivel was bezeten en de domme bijgeloovige ouders hadden haar aan hem overgeleverd om den duivel uit te drijven. Uit vrees dat het meisje zijne handelingen zou verraden, was hij na eenigen tijd met de anderen overeengekomen om haar van den kansel voor ongeneeslijk te verklaren en ter dood te veroordeelen. In de uitvoering van dit vonnis werden zij nu verhinderd. Als een staaltje van militaire gehard heid en goedhartigheid wordt het volgende medege deeld: Toen het Fransche 12de regiment artillerie, dat een maand te Fontainebleau bad doorgebracht om aan de schietoefeningen deel te nemen, van daar naar Vincennes terugkeerde, legde kapitein D. van de 7de batterij, om een goed voorbeeld te ge ven aan zijne over vermoeienis klagende manschap pen, den geheelen weg te voet af, terwijl hij zijn paard, dat hem volgde, bij afwisseling ter beschik king stelde aan de meest uitgeputte manschappen. Barré en Lebiez bleven kalm, toen het doodvonnis werd uitgesproken. Toen Barré in zijne cel werd gebracht, slaakte hij een zucht en viel op een stoel neer, terwijl hij mompelde: „Ik had het wel gedacht!" daarna liet hij zich gewillig het dwangbuis aantrekken. Lebiez verzocht zijn bewaker hem een cigarette aan te steken. Beiden lieten hun middagmaal onaangeroerd staan. Dr. Luïs Hernandez meldt dat hij in Columbië een wonderlijk man ontdekt heeft, nl. zekeren Michel Solis, die, naar beweerd wordt, meer dan 180 jaren oud is. De oudste inwoners van Bogota gaven aan dr. Hernandez de stellige verzekering, dat Solis reeds een grijsaard was, toen zij nog kindereu waren. De man schrijft zijn hoogen leeftijd toe aan zijne matige levenswijze. Het aantal Russische dames, diebui tenslands promoveeren, neemt steeds toe. Mevr. Evreïnoff is de eerste, die te Bern den graad van doctor in de rechten verworven heeft. Mevr. Fanny Berlin, eene Israëlietische, is haar gevolgd. Zij is de eerste van haar volk, die dit vak gekozen heeft. Men verneemt dat d e we rk zaa mheden tot het lichten der „Eurydice" zoo goed als afge- loopen zijn. Het wrak behoeft nog slechts water dicht gekalfaterd en vervolgens leeggepompt te wor den. Er zijn nog twaalf lijken van het bovendek gehaald. Wat er nu nog verder van verongelukte schepelingen kan te vinden zijn, zal men tusschen- deks moeten zoeken. Te Brussel is een plan in bewerking om aan de „Grande Place" haar vroeger uiterlijk terug te geven. De arbeid zal worden aangevan gen aan een huis naast het stadhuis gelegen. Dezer dagen zag de machinist van een sneltrein, op het oogenblik dat deze het station van Saint-Dénis zou voorbijstoomen, op de rails een waggon staan, waartegen de trein, welke met eene snelheid van tachtig kilometer in het uur liep, onvermijdelijk stooten moest. Onmiddellijk liet de machinist den stoom in tegenoverge stelde richting werken, en ofschoon de botsing niet meer kon worden vermeden, kostte het onheil althans geen menschenlevens. De waggon echter werd verbrijzeld en op zijde geworpen en ook de locomotief werd belangrijk beschadigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1