N°. 5665. A0. 1878. Maandag 5 Augustus. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad LIEDEREN EN ZANGEN JAN C. DE TOS. in—>n i IMMi PRIJS DEZER COURANT: foor Leiden per 3 maanden........L10. Franco per postr.T.T.T.'.".'.7 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. LENTEBLOEMEN. DOOE (Ingezonden.) Ik zou wel willen zingen Dat ieder mensch het hoort Wellicht dat 't hem verkwikte, Wanneer mijn lied bekoort! Met die regelen besluit een jeugdig dichter, Jan C. De Vos, de „Liederen en Zangen", die onder den titel van „Lentebloemen" dezer dagen ver schenen bij den heer A. W. Sijtboff alhier. En wat de dichter zeide dat hij wel zou willen doen, hij is er dus werkelijk toe overgegaan en heeft zoodoende een ieder in de gelegenheid gesteld er de proef van te nemen, of zijn zang werkelijk verkwikt, zijn lied werkelijk bekoort. Jeugdig dichter zeiden wij, want al kennen wij den heer De Vos niet persoonlijk, uit schier elke bladzijde van het keurige boekske straalt die jeugd en jonkheid den lezer tegen. En dat heeft zijn zangen geen kwaad gedaan ook, ware het alleen om de zeldzame oprechtheid, de ongekun stelde openhartigheid, waarvan zij de blijken dra gen: gelukkige eigenschappen, die slechts van on bedorven harten de uitvloeisels zijn. Het nette bundeltje kan dan ook als een nieuw bewijs gel den, dat op de kunst naast het goede en schoone vooral ook het ware den echten stempel drukt. Nog niet eens de zangen zelf behoeft men op te slaan om zich daarvan te overtuigeneen blik in het korte „Voorwoord" is daartoe voldoende. Daar toch lezen wij: Ik heb een gelukkige jeugd gehad. Ik heb haar te danken aan mijne lieve, dierbare, onvergetelijke ouders, die beide zijn ge storven, helaasZiedaar een deel mijner levens geschiedenis, waarvan een deel mijner gedichtjes het uitvloeisel is. Ik heb veel en innig lief gehad en werd daarom in veel gelukkig niet in alles teleurgesteld. Dat is het andere deel mijner ervaring, waaraan een ander deel dezer vers jes uitdrukking zocht te geven. Ziedaar, lezer, de hoofdstrekking der „Liederen en Zangen", die het met deze wetenschap gemak kelijk valt te begrijpen en te waardeeren. Hoe eenvoudig, maar juist daarom hoe waar, die her innering aan de dagen der jeugd in het ouder lijk huis: Wij hebben met ons vijven Gedeeld een schat van vreugd, In al de goede dagen Van onze rijke jeugd. Wij hebben met ons vijven Dezelfde wieg gedeeld, Uit ééne bron gedronken, Aan éénen schoot gespeeld. Meer tinteling en 't ligt in den aard der zaak meer poëzie, meer geestdrift spreekt uit de minneliedjes. Zóó Meisje, mijn meisje, Wat ben je toch schoon Gitzwarte kijkers En blozende koon! Tripplende voetjes En rijzige leest.... Schooner, mijn liefje, Is geen er geweest! De trippelmaat past hier uitstekend bij het on derwerp, de vorm is allergelukkigst en het geheel ademt een zoetvloeiendheid, die van meesterschap over de taal getuigt. Geheel in overeenstemming daarmede is het volgende en laatste couplet: Meisje, mijn meisje. Ik zeg het ronduit: 'k Stierve van wanhoop, Werdt jij niet mijn bruid. Daarom, inijn liefje, Besluit nu toch gauw: Laat mij het leven En word mijne vrouw! Meesterschap over de taal, zeiden wij boven, de eerlijkheid noopt ons echter ook op enkele regels van minder gelukkigen versbouw te wijzen, als daar zijn: „Te hoog blijkt ras de weHsch zijns harten", die zeker evenmin zoetvloeiend mag heeten als een eind verder in „Het ideaal" die andere: „Vindt troost en kracht voor 't martlend lijden". Maar om die enkele vlekjes al het geurige der „Lentebloemen" te versmaden, zou onbillijk, on dankbaar zijn. Daarom schrijven wij tot besluit nog het gedichtje „Ervaring" af, dat èn wat ge dachte èn wat vorm betreft, zeker met recht aan spraak mag maken op den naam van poëzie. Toen ik zoovele bloemkens Op 's levens baan Verwelken zag en knakken, Toen welde een traan In 't oog, diep uit mijn harte. Toen ik zoovele bloemkens Nog bloeien zag, Verscholen onder doornen, Verdrong hun lach En zoete geur mijn smarte. Er bloeien vele bloemkens, Helaas! voor niet, Die 't vluchtig oog des menschen Hier nimmer ziet Wie zoekt, vindt troost in smarte. Zulke liedjes, gelijk de schrijver ze bescheiden noemt, vinden ongetwijfeld een ruimen kring van lezers en vooral van lezeressen. Daarom twijfele de zanger niet meer, of hij wel zingen kan, maar verblijde ons nog menigmaal met een nieuw bun deltje. Moge dat dan in een even keurig gewaad gestoken zijn als het thans verschenen boekske, dat den uitgever alle eer aandoet. LEIDEN, 3 Augustus. Vrijdag 16 Augustus zal aan het lokaal van het departement van waterstaat worden aanbesteed de aanleg van eene telegraaflijn met één draad langs den spoorweg LeidenWoerden. De minister van staat, minister van koloniën, maakt bekend dat het voornemen bestaat om twee Nederlandsche jongelieden, die den leeftijd van twee en twintig jaren niet hebben overschreden en die aan het eind-examen der hoogcre burgerschool met vijfjarigen cursus, overeenkomstig de wet van 2 Mei 1868 (Staatsblad n9. 50), hebben voldaan, practisch en theoretisch te doen opleiden tot tech nische ambtenaren voor het boschwezen in Neder - landsch Indië. Aanmelding tot en met 18 Aug. a. s. aan het departement van koloniën. Het ver gelijkend examen zal plaats hebben in het laatst dezer maand, terwijl de opleiding in Pruisen aan vangt met 1 November a. s. De minister van binnenlandsche zaken brengt ter algemeene kennis dat de examens ter verkrij ging van akten van bekwaamheid voor het mid delbaar onderwijs voor dit jaar in den loop der maand October a. s. zullen worden afgenomen. Zij, die zoodanige c-xamena wenschen af te leggen, moeten zich vóór 20 Augustus aanmelden aan het departement van binnenlandsche zaken, en daarbij nauwkeurig opgeven tot welk examen zij verlangen te worden toegelaten, met aanwijzing van letter en nommer der pro/gramma's, vastge steld bij koninklijke hesluiten van 2 Feb, 1864, j 28 Feb. 1868, 11 Oct. 1869 en 14 Juli 1876. Aan de zwem- en badinrichting Rhynzigt zijn gedurende deze week 568 baden genomen. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 4362 volwas sen personen en van 812 kinderen. Een bij het departement van koloniën ont vangen telegram van den gouverneur-generaal van Nederl. Indië, dd. 1 Augustus, bevat de volgende berichten nopens de krijgsverrichtingen in de XXII Moekim (Atjeh)Nadat den 27sten Juli de langs den linkeroever der Atjeh-rivier voortrukkende kolonne zich vlak tegenover Moentassi had opge steld, is die plaats wier vermeestering voor- loopig het hoofddoel der krijgsverrichtingen was den 28sten Juli door twee andere kolonnes, van Senelope uit, genomen. Gedurende de twee genoemde dagen werden aan onze zijde 2 man gedood en 14 gewond. Op verzoek van den gouverneur van Atjeh is nog een derde bataljon van Java ter versterking derwaarts gezonden. Te Goes is benoemd tot leeraar in de staats wetenschappen aan de hoogere burgerschool voor jongens mr. W. Polman Kruseman, advocaat te Middelburg; tot leeraar in het boekhouden aas de meisjesschool de heer D. Stiglee. Op het drietal te Alkmaar voor de beroeping van predikant bij de Hervormde gemeente aldaar zijn geplaatst: ds. Yan der Hagt te Genemuiden, ds. Schouw Santvoort te Leiderdorp, en ds. Roo- zemeyer te Middelburg. Nader blijkt dat voor de heeren Waldorp, S. Verveer en Louis Meyer als onderscheidingen op de Parijsche tentoonstelling gedachtenisbekro ningen (mémoires) zijn aangevraagd. Bij de gisteren te Rotterdam plaats gehad hebbende opening der inschrijvingsbiljetten voor de concessie tot aanleg van een net tramwegen aldaar, bleek dat was ingeschreven door de vol gende firma'sW. D. Yan Manrik en K. B. I. De Bruyn te Rotterdam voor f 106,000; James Powell te Schefïïeld voor f 103,748Henry Brinsley Sheridon te Londen voor f 72,000; Richard Chadbourn en Co. te Londen voor f 66,000, en D. Parrish te Londen voor f 62,500. Het bestuur der Vereeuiging voor Suriname heeft zich andermaal gewend tot den minister van koloniën met „de dringende bede, om voor de kwij nende kolonie die maatregelen te willen nemen of voorbereiden, zonder welke haar behoud voor Neder land op den duur onmogelijk is". Inzonderheid dringt het aan op alles wat de concentratie der Creolen kan „bevorderen". De Koning is gisteren uit Duitschland op het Loo aangekomen. Wegens gebrek aan kazerneering zal te Bergen-op-Zoom gedurende een tijdsverloop van zes weken door een gedeelte van het garnizoen een kamp worden betrokken in de onmiddellijke nabijheid der stad. Uit Tiel, wordt gemeld dat de erfgenamen van wijlen mr. 0. Q_ j. Hogendijk van Domselaar zijne stichting, bestaande in 70 buizen, geschon ken hebben aan de diaconie der Hervormde ge- roermte te 's-Hage. De tentoonstelling te Leeuwarden van voor werpen van kunst en nijverheid, door vrouwen vervaardigd, wordt den llden dezer gesloten. Het bezoek is in de laatste dagen zeer toegenomen. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal voortaan, in plaats van des Woensdags, word'en gehouden des Dinsdags van elke week, des middags te twaalf uren. Door den kapitein ter z?£ -j]ir q ygn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1