N\ 5657.
Vrijdag
A". 1878.
26 Juii.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STADS-BERICHTEN.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAST:
Voor Leiden per 3 maanden.1.10.
Franco per post1.4(1
Afzonderlijke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Tm 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimten
PATEXTBLADES.
De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur ran Leiden,
doet te weten, dat de ingevolde patentbladen over het dienstjaar
1878/79, voor de wijken I, II en III bij bet College van Zet
ters, in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente,
op vertoon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zyn, dagelijks,
behalve den Zondag, des namiddags van één tot drie uren, en
wel van den 25sten tot en met den 31sten Juli 1878; terwijl
na het verstrijken van dien termijn, de onafgehaalde patentbla
den ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders
der directe belastingen alhier, die voor hunne moeite mogen eischen
tien cents, zonder meer.
En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leid-
sche Conrant.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
24 Juli 1878. V. d. BRAN DELER,
LEIDEN, 35 Juli.
De bij het ode regiment infanterie benoemde
luit.-kol. W. G. Weier is aangewezen voor het
commando over de bataljons te Vlissingen en zal
daar tevens optreden in de betrekking van garnizoens
commandant.
De uitslag der gisteren gehouden examens
voor leerling-apotheker is als volgtgeëxamineerd
6, toegelaten de heeren W. Van Eeden Jr., geb.
te Amersfoort; J. J. Bots, geb. te HoornT. Plet,
geb. te Leeuwarden, en P.J.L. Metz, geb. te Amster
dam. Onder de geslaagden is dezer dageu genoemd
J. Vekkers Jz. te Zaandamdit moet zijn J. Dekker Jz.
De Raad van State heeft behandeld het be
roep van mr. P. J. J. baron Van Heemstra, tegen een
besluit van Gedep. Staten van Zuid-Holland tot
vaststelling van de liggers der wegen en voetpaden
in de gemeenten Voorhout en Sassenheim en tot
vaststelling van den ligger der toegangswegen van
de spoorwegstations. Rapporteur, de staatsraad
De Vries. Als gemachtigde trad op mr. D. Van
Eek, advocaat te 's-Graveuhage, wiens pleidooi
strekte dat de Raad van State den Koning adviseere
de bedoelde liggers te wijzigen en de Teylinger-
laan, die het hier geldt, van die liggers af te voeren.
Op uitnoodiging van de heeren W. Stumpff
en L. Roothaan kwamen Dinsdag-avond in de
bovenzaal van het Park te Amsterdam eenige
muziekliefhebbers bijeen, ten einde de vraag te
bespreken, of de wenschelijkheid, en zoo ja, of de
mogelijkheid bestond, dezen winter daar ter stede
een uitstekend Hoogduitsch operagezelschap bijeen
te brengen. Over de wenschelijkheid was men het
terstond eens. Over de mogelijkheid om het voor
de zaak vereischte waarborgfonds van f 75,000
bijeen te brengen, meende men niet te kunnen
oordeeleu dan nadat vele en krachtige pogingen
in het werk waren gesteld. Alle aanwezigen ver
klaarden zich bereid, die pogingen te doen, en
namen op zich de inteekenlijsten op het waar
borgfonds onder vrienden en bekenden te laten
circuleer en.
De commissie, die zich te Amsterdam ge
vormd beeft om op 24 Augustus feestelijkheden
te houden bij gelegenheid van het huwelijk van
prins Hendrik, heeft van dit voornemen afgezien.
Op dien dag zal alleen in het Paleis voor Volks
vlijt een groot feest plaats hebben, doch wanneer
de prins met zijne gade Amsterdam bezoekt, zullen
de openbare feestelijkheden geschieden, waartoe de
burgemeester vergunning heeft gegeven. Er zal o. a.
een optocht plaats hebben. De commissie bestaat
uit bestuursleden van werkliedenvereenigingen,
liedertafels enz.
Te Haarlem zijn benoemdtot leeraar in
de oude talen aan het gymnasium en leeraar in
de geschiedenis aan de hoogere burgerschool met
3-jarigen cursus dr. R. P. F. Reudler te Hoorn
tot leeraar in de wis- en natuurkunde aan het
gymnasium de heer H. A. J. Valkema Blouw,
doctorandus in de wis- en natuurkunde te Deven
ter; tot leeraar in de Nederlandsche taal en letter
kunde aan de hoogere burgerschool met 5-jarigen
cursus de heer T. Nolen te Zutfentot leeraar ia
de Fransche en Hoogduitsche talen aan de hoogere
burgerschool met 3-jarigen cursus de heer G.
Lammerschop te Warfi'um; tot leerares in de wis
kunde en het boekhouden aan de school voor middel
baar onderwijs voor meisjes mej. J. A. Bazendijk
te Rotterdam, en tot leeraar in de natuur- en
scheikunde aan deze school, aan welken leeraar tevens
het onderwijs in die vakken aan andere openbare
scholen der gemeente kan worden opgedragen, dr.
P. G. Buekers te Enkhuizen.
De heer P. N. Muller te Amsterdam is tot
lid der Cobden-club benoemd. De Nederlanders,
die reeds tot leden van deze invloedrijke staat
kundige vereeniging werden gekozen, zijn: prof.
Vissering, baron Van Dedem, Gleichman, De Bruyn
Kops, W. C. Mees, N. G. Pierson, baron Schim-
melpenninck van der Oye, Tak van Poortvliet,
Kappeyne van de Coppello en Fransen van de Putte.
Uit Parijs wordt gemeld dat op de wereld
tentoonstelling aldaar de volgende Nederlandsche
schilders zijn bekroond geworden. De eerste medaille
is toegekend aan Jozef Israels, de tweede aan
C. Bisschop en C. Van Haanen, de derde aan
H. W. Mesdagh en een eervolle vermelding aan
Jacob Maris. Aan Tadema, die als Engelschmau
had geëxposeerd, is mede een eerste medaille toe
gekend.
Blijkens berichten uit Rippoldsau hebben
Z. M. de Koning der Nederlanden, prinses Frederik
Karei van Pruisen, prins Hendrik der Nederlanden
en zijne bruid den 18den dezer aldaar het concert
van het muziekcorps der Hessische veldartillerie
uit Straatsburg bijgewoond, waarna ter hunner
eere een luisterrijk vuurwerk is ontstoken. Op de
gebouwen van het bad-etablissement wapperde dien
dag nevens de Duitsche Rijks- en de Pruisische
ook de Nederlandsche vlag. Volgens een der
Berlijnsche bladen is aan gravin Alvenslebeu, groot
meesteres van het Huis van prinses Frederik Karei,
eu de hofdame gravin Schliefen, de zorg opge
dragen voor de bruidskorf van prinses Maria. In
middels heeft deze van haren bruidegom prachtige
sieraden ten geschenke ontvangen.
Na een zeer kortstondige ongesteldheid is
gisteren te Delft overleden de heer dr. L. Cohen
Stuart, hoogleeraar eu directeur der polytechnische
school sedert 29 Juni 1864. Voor de maatschappij
en de wetenschap is dit afsterven een groot ver
lies. De overledene was een hoogst verdienstelijk
man en een goed burger, vol ijver voor de open
bare belangen en vol liefde en toewijding voor
de taak, die hem als hoofd van eene onzer ge
wichtigste instellingen van onderwijs was opgelegd.
Jhr. J. P. C. De Groot van Kraaijenburg, wiens
overlijden gisteren gemeld werd, was geboren den
6den April 1808, zoodat hij den ouderdom van
ruim 70 jaren bereikte. Door zijn afsterven heeft
de staatsdienst een gevoelig verlies geleden, vooral
wat de kennis van koloniale aangelegenheden betreft.
In 1861 bekleedde bij korten tijd de betrekking
van minister van koloniën. Een jaar later werd
hij bij de nieuwe organisatie van den Raad van
State als lid van dat hooge college benoemd. Ver
schillende belangrijke geschriften voornamelijk
over Indië, waar hij tal van jaren doorbracht,
zijn door hem uitgegeven. Hij schreef ook „het
Leven en de Briefwisseling van Pieter De Groot,"
dat echter niet in den handel is en waartoe hij zich
door zijne afstamming van De Groot geroepen
achtte. Zijn stoffelijk overschot zal waarschijnlijk
morgen worden ter aarde besteld.
Betreffende de aanvaring van de „Voor
waarts" en de „Khedive" wordt door de directie
der stoomvaartmaatschappij „Nederland" thans
medegedeeld, dat op beide schepen alles in orde
schijnt te zijn geweest, wat seinlichten, uitkijk
enz. betreft, en zij elkander reeds op geruimen
afstand hebben zien naderen, zoodat de aanva
ring bet gevolg is geweest van misverstand om
trent de wederzijds gedane manoeuvres. Wie de
schuld beeft aan dat misverstand zal de rech
ter moeten uitwijzen, doch alle onpartijdige des
kundigen, die van de zaak hebben kennis geno
men, vinden de manoeuvres, die aan boord van
het Ned. stoomschip zijn gedaan, in volkomen
overeenstemming met de wettelijke voorschrif
ten en met de eischen van goede zeemanschap.
Uit het rapport der expertise, op 27 Mei gehou
den, blijkt dat de „Voorwaarts" toen lag in
modder en zand, ter diepte van 18 voet, met
den voorsteven naar het eiland, het dek boven
water voor en achter, doch in de midscheeps eenige
duimen onder water. De dekplaat en verschansing
zijn verbrijzeld en er is eene andere, even belang
rijke opening, eenige voeten onder het bovendek.
De brug, de stuurhut, de booten, stutten en da-
vids aan bakboordzijde van achter het voortuig
af tot aan de „stoke hole" zijn allen gebroken.
Het oordeel der experts is, dat het mogelijk is
om de gaten te stoppen en door krachtige stoom
pompen het water uit het schip te halen.
De vice-consul van Oostenrijk te Hellevoet-
sluis, de heer D. Mair, is bij gelegenheid dat hij
25 jaren deze betrekking had vervuld, door den
keizer van Oostenrijk benoemd tot ridder der Frans-
Joseph-Orde.
Zr. Ms. instructiebrik „Zeehond", onder
bevel van den kapitein-luitenant ter zee H. D.
Guyot, is in den avond van den 23sten dezer te
Hellevoetsluis binnengekomen.
Naar de „Zeepost" gisteren meldde is de
Ned. stoombaggermolen Merak N°. 3, van Glas
gow naar Batavia, volgens bij het ministerie vam
koloniën ontvangen dépêche, bij Galle gestrand en
vermoedelijk totaal weg; equipage gered.
Het stoomschip „Drente", van Batavia naar
Rotterdam, is gisterochtend vroeg van Port-Said
vertrokken; de „Stad Haarlem" is heden van Woo-
sung te Londen aangekomende „Rotterdam"
vertrok gisteren van Rotterdam naar Nieuw-York;
de „Helvetia" is gisteren van Nieuw-York te
Queenstown aangekomen.
De adelborsten 1ste kl. E. P. H. Suther
land, T. II. De Meester, K. D. De Vassy, M. E.
B. J. Kluit, jhr. J. K. F. H. Von Schmidt auf
Altenstadt en D. N. Wentholt, dienende aan boord
van Zr. Ms. scbroefstoomschip „Atjeh", worden
met den lOden Augustus a. s. op non-activiteit
gesteld.
Z. M. de Koning-Groothertog heeft benoemd
tot ridders der eerste klasse van den Gouden Leeuw
van Nassau den kamerheer-geheimraad Yon Beust,
opperhofmaarschalk van Z. D. H. den Groothertog
van Saksen-Weimar, en den geheimraad, minister
van staat. Thon, chef van het departement van
financiën in Saksen-Weimar.
Z. M. heeft aan mr. J. Van Gennep en
G. A. Loeff, op hun verzoek, eervol ontslag ver
leend als lid der commissie van administratie over
de gevangenissen te Rotterdam, en benoemd tot
lid der gemelde commissie van administratie: mr.
J. G. Philippi, advocaat te Rotterdam, en mr. J.
G. Vogel, kantonrechter in het eerste kanton aldaar;