N*. 5653. A°. 1878. Maandag 22 Juli. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regels1-05. Iedere regel meer0.17£. Grootere letters naar plaatsrnimte. Gemengd Nieuws. Een veertienjarige knaap sloop Don derdag-avond te 's-Hage een winkel in de Hekke- laan binnen en wist zich van den inhoud der lade, ongeveer twee gulden, meester te maken. Eene juffrouw, die dit opmerkte, waarschuwde den winkelier, die den jongen onmiddellijk achtervolgde. Deze wierp het geld weg en dacht daarmee vrij te komendoch ziende dat men hem niettemin nog achtervolgde, sprong hij uit angst in de vaart aan den Zwarteweg. Met veel moeite haalde men hem er uit en achtte hem toen zeker genoegzaam gestraft, althans men zag van verdere vervolging af. „Artis" te Amsterdam heeft aange wonnen vijf antilopen. Daardoor is de verzameling van deze dierenfatnilie vermeerderd met de in zoölo gische tuinen zeldzaam voorkomende exemplaren van de Antilope Bubalis, afkomstig uit Bulgarije. Op de Leeuwarder kermis heeft een treurig ongeluk plaats gehad. Een paar jonge Italianen vertoonden een paar kleine apen, die allerlei kunstjes uitvoerden; o. a. vuurden zij met een miniatuur-geweer, dat echter slechts met een percussie werd geladen. Er scheen een dopje in het geweer te zijn blijven zitten, althans Donder dag vloog er een overblijfsel in het oog van een knaap, met dit gevolg dat hij waarschijnlijk voor altijd het gebruik van dat oog zal moeten missen. De geweertjes zijn door de politie in beslag genomen. Eerst is te De Lier, daarna te Mon ster de bevolking dezer dagen verontrust door de tijding, dat een beer, die zeker uit een menage rie losgebroken of aan een der vreemde geleiders, die onze kermissen plegen te bezoeken, was ont snapt, in den omtrek gezien was en hier en daar reeds konijnen gestolen had. De angst was groot en te Monster werd reeds een expeditie gevormd, die, met geweren en revolvers gewapend, ter „be renjacht" ging. Na een uur zwervens ontdekte men, dat 't gevreesde wilde dier niets anders dan een kettinghond was, die zijn weg naar 't hok in middels weer gevonden had. Op het kasteel van Grigny, nabij Lyon, is plotseling de schilder Grosbon overleden ten gevolge van een noodlottig toeval. Dat kas teel, in eigendom toebehoorende aan de familie Reval, werd bewoond door mevrouw Reval en genoemden schilder, met wien die dame een morganatisch huwelijk had aangegaan, benevens door den dertigjarigen zoon dier dame, Al- phonse Reval, die zich echter veelal te Lyon op hield, waar hij op grooten voet en vrij excentriek leefde. Op zekeren morgen maakten de bewoners eene wandeling op het landgoed, vergezeld door twee neven van mevrouw en gevolgd door Alphonse, die een jachtgeweer droeg om onderweg vogels te schieten. Eensklaps viel er een schot en de heer Grosbon stortte doodelijk getroffen neder. Wel was het geweer slechts met hagel geladen geweest, maar de geheele lading had het slachtoffer getrof fen. Bij de voorloopige instructie der zaak heeft Al phonse Reval verklaard, dat hij, op vogels willende schieten, door een onhandige beweging den schilder heeft getroffen. De rechtbank zal thans hebben uit te maken, of hier aan onvoorzichtigheid dan wel aan moedwil valt te denken. Op één dag werden te Parijs niet min der dan zeven zelfmoorden gepleegd. Onder de ongelukkigen, die de hand aan zich zelf sloegen, behoorde ook een jongmensch van 15 jaar. Wat deze tot die daad van wanhoop aandreef is onbekend. Dezer dagen was de koetsier van een omnibus, welke dienst doet tusschen de poort van Versailles en het Louvre, onder het rijden op zijn verheven zitplaats in slaap gevallen. De paarden, die nu natuurlijk volstrekt niet meer werden ge mend, liepen, in plaats van de rue des Saints-Pères in te slaan, in hollende vaart den boulevard Saint- Germain op. De passagiers, hevig verschrikt, zet ten het op een schreeuwen en gillen, dat hooren en zien vergaat, maarde koetsier blijft be daard doorslapen. Gelukkig slaagden eindelijk een paar politiebeambten er in, het hollende tweespan op den hoek van de rue du Bac tot staan te bren gen. Daar werd aan de ontstelde reizigers gele genheid gegeven hun tocht met een ander rijtuig voort te zetten, terwijl tegen den voerman en den conducteur proces-verbaal werd opgemaakt wegens dienstverzuim ten gevolge van misbruik van ster ken drank. Op de Parijsche tentoonstelling zijn vijf Roodhuiden aangekomen. Zij wandelen er in hun zij het ook wat heel luchtig nationaal kostuum rond. Het hoofd is versierd met pluimen van allerhande kleuren en hun aangezicht en borst zijn getatoueerd. Mej. Beckwith is Woensdag 11. van Londen naar Richmond en terug gezwommen, twintig Engelsche mijlen in 6 uren 25 minuten afleggende. Zij deed het niet voor eene wedding schap of eene geldelijke belooning, maar enkel om andere vrouwen aan te moedigen ook zwemmen te leeren. De strike der bedienden vrouwe lijke in de bouillon-inrichtingen van Duval op het tentoonstellingsterrein werd in het leven geroepen doordat men deze bedienden dagelijks 2 fr. in plaats van 1 fr. 50, zooals vroeger, liet betalen voor gebroken serviesgoed. Deze vrouwen krijgen geen loon, maar wel den kost; overigens vinden zij de betaling harer diensten in de fooien der bezoekers, wat ruimschoots voldoende geacht wordt in gewone omstandigheden te Parijs. Daar evenwel deze bouillons voornamelijk door vreem delingen bezocht worden, die zich om het fooien stelsel niet al te veel schijnen te bekommeren naar de bescheiden meening der bedienden oordeelden de vrouwen het onbillijk en ongepast, dagelijks 50 centimes meer dan overeengekomen was te moeten betalen. Het publiek, dat het mis bruik der fooien gaarne zou zien verdwijnen, is op de hand der bedienden. Men weet, dat in vele café's en restaurants de bedienden zelfs slechts een gedeelte der fooien krijgen, terwijl van het overige de koks en het bijbehoorend personeel betaald en ruim betaald wordt. Eenigen tijd geleden werd in België bij velen het hoofd op hol gebracht door het ver haal van een fabelachtige erfenis, nagelaten door een Belg Renard, in 1853 te Soerabaia overleden zonder erfgenaam. De „Indépendance", die het eerst het bericht had medegedeeld, vond spoedig aanleiding om te klagen over het aantal personen, die inlichting verlangde. Niet alleen lieden die den naam van Renard voerden en er waren vele Renards maar ook zij die Yos, De Vos of Euchs heetten, wendden zich tot het blad, of er voor hen geen kans was onder de rechtheb benden te worden gerangschikt. Thans bevat de „Moniteur" een tijding die al deze verwachtingen den bodem inslaat. De Belgische consul te Soe rabaia heeft in de registers van den burgerlijken stand aldaar den naam Renard vruchteloos gezocht, en zelfs de gissing, dat de zoo rijke erflater een twaalftal jaren vroeger overleden is dan het eerste bericht mededeelde, verliest veel van hare waar schijnlijkheid, nu het blijkt dat zelfs de oudste inwoners van Soerabaia zich niet herinneren, dat iemand van den naam Renard daar ter plaatse heeft gewoond. Op een der Parijsche boulevards wan delde Maandag jl. eene dame, blijkbaar eene bui- tenlandsche, met een prachtig hondje. Zij ziet een welgekleed heer aankomen, die haren lieveling de grootste aandacht schenkt en reeds verheugt de dame zich over die rechtmatige hulde, toen zij het hondje eensklaps door den heer ziet oppak ken, die er mede wegloopt. „Houd den dief!" roept de dame met een sterk Engelsch accent, maar de dief vliegt in eene fiacre en rent daarmede weg. De Engelsche volgt zijn voorbeeld en volgt hem in eene tweede fiacre, zoo snel deze kan voort komen. Een politie-agent ziet wat er gebeurt en werpt zich in eene derde fiacre, waarmede hij de anderen achternajaagt. De dief wordt bijna inge haald en reeds meent de dame haar hondje terug te ontvangen, toen zij het plotseling door den dief op straat ziet werpen, terwijl hij zelf uit het rijtuig springt, om het op een loopen te zetten. Het scheelde weinig of het hondje was onder de wie len der rijtuigen verpletterd, maar de eigenares kreeg het gelukkig ongedeerd in hare armen en had intusschen de voldoening, den dief, die bij zijnen sprong op straat gevallen was, door den politie-agent gearresteerd te zien. Een groot aantal belangstellenden juichte dezen afloop van den merkwaardigen wedren toe. Eergisteren kwam het proces voor van den ex-keizerlijken prins tegen den uitgever van de „Siècle", die een artikel van de „Times" had overgenomen, waarin gezegd werd, dat de civiele lijst van Napoleon III op 35 millioen was gebracht door den verkoop van staatsdomeinen. Het vonnis luidt 20,000 fr. schadevergoeding en op neming van het vonnis in 20 Eransche bladen. De sultan heeft aan Euad-pacha, den tweede in commando na Osman-pacha, ter waarde van 20,000 Turksche ponden aan geschenken gegeven. Te Llangibby, een klein dorp in Wa les, niet ver van Newport, werd een gezin bestaande uit vader, moeder en twee kinderen, Woensdag in een huis dood gevonden. AlleD hadden wonden in de borst. Het bed, waarop de kinderen lagen, was in brand gestoken en hunne lijken waren half ver teerd. De oudste dochter was een dag te voren in een betrekking gegaan. Later vond men nog een klein kind met afgesneden hals in het bed. De woning was geheel geplunderd en overal lag gebroken huisraad. Een Engelsche dame te Berlijn heeft uit Alexandrië een gerecht van „ingemaakte rozen bladen" voor den keizer laten komen, dat volgens de Volkszeitung" zeer versterkend moet zijn. De groothertogin van Baden ontving genoemde dame op audiëntie en beloofde het gerecht op de tafel des keizers te zullen laten opdisscben. Het r ij tuig, waarin de Rumeensche president-minister Bratiano was gezeten, reed Woens dag te Bucharest tegen een stoep en sloeg om. Bratiano bezeerde zich vrij ernstig, maar voorloopig is er geen gevaar. Het wrak van de „Grosse Kurfürst" is wederom door duikers onderzocht, maar het blijkt meer en meer, dat het schip niet gelicht zal kunnen worden. Men oppert het plan om het uit elkander te laten springen, ten einde ten minste de kanonnen en andere kostbare voorwerpen, tot de uitrusting behoorende, te kunnen bergen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1