KOLONIËN. decoreerde zaal, een tuin met prachtige gasver lichting, skating-rink, uitmuntend ingericht met schaatsen naar het nieuwste systeem, een tir de salon, waar gelegenheid is om met groot en klein Mobertgeweer en pistool te schieten, een uitmuntende kegelbaan, een en ander opgeluisterd met muziek door een goed orkest. Ziedaar wat men in 't Casino zal kunnen genieten voor een zeer kleinen entreeprijs. Wat de consumtie betreft, die zal zeker goed zijn, daar het buffet uit het „Café des Galeries" hierin zal voorzien. Ter gelegenheid der maskerade van het Delftsche studentencorps zijn te Delft aange komen en van daar vertrokken 109 treinen, welke hebben aangebracht in de richtingen Den Haag en Botterdam nagenoeg 16,000 personen, terwijl verder nog werden afgegeven ongeveer 2600 plaatskaarten, waarschijnlijk aan personen, die of vroeger of met een andere gelegenheid waren aangekomen. Bij een voorstelling in den circus Sanger, te Maastricht, werd de dierentemmer, in het hok van de leeuwen gaande, door een dezer dieren aangevallen en op den grond geworpen. Door spoedig een ijzeren plaat tusschen beiden te schuiven, gelukte het den man aan een wissen dood te ontrukken, daar de leeuw zijne klauwen reeds in diens been gezet en daaruit een stuk vleesch gescheurd had. Bij het ov ergaan der fok van een zei lende schuit op de Maas tusschen Nieuwesluis en Zwartewaal is Dinsdag-namiddag een schippers knecht overboord geslagen en verdronken. Dinsdag-namiddag was men aan het station te Groningen bezig om eenige koeien uit de waggons te brengen, toen een van deze dieren zich een weg wist te banen over de rails, in haar vaart eenige personen ter aarde werpende. Eindelijk, na veel moeite, kwam zij terecht in een gat van een draaischijf, waar het dier dan ook dadelijk is afgemaakt. Het vleesch werd voor de consumtie goedgekeurd. In het huis van arrest te Middelburg bevinden zich onder de zeer geringe bevolking drie gemeente-secretarissen, die tevens ontvan gers waren. Naar men verneemt is aan boord van het stoomschip „Courad" van de maatschappij Nederland een ongeluk gebeurd. Een der 2de- klasse-passagiers moet overboord gevallen of ge sprongen zijn. Dadelijk werd toen de sloep uitge zet, waarin zich de 2de stuurman en drie schepe lingen begavendie sloep is echter omgeslagen en alle vier zijn verdronken. In de ochtendschemering van Maan dag 11. heeft nabij Bacharach, in de Pruisische Rijnprovincie, eene ontploffing plaats gehad op een wagen, geladen met vuurwerken. De voerman kreeg een schok en viel op den weg, terwijl de paarden van schrik op hol gingen en in de richting van Rheiudiebach maar altoos voortsnelden. Onder wijl gingen ai de vuurwerken af, zoodat de berg streek onophoudelijk in den gloed van Beugaalsche en andere vuren prijkte, afgewisseld met het knet teren van raketten, vuurregens, enz. Zoo duurde het ruim een half uur, waarna de paarden met de overblijfselen van den brandenden wagen te Rhein- diebach werden tegengehouden. De Amerikaansche bladen verhalen van eene weddingschap van 10,000 dollars, door kapitein John Guire van Cincinnati aangeboden. Hij wil, van een duikertoestel voorzien, in vijf en twintig dagen van Cincinnati over de bedding der Ohio naar Cairo wandelen. Een bootje zal hem volgen en voortdurend van versche lucht voor zien. Bovendien behoudt hij zich het recht voor, om nu en dan boven te komen. Een der Berlijnsche bladen heeft een breedvoerig bericht medegedeeld, volgens hetwelk Nobiling verleden Woensdag, Donderdag en Vrijdag in de gevangenis een nieuw verhoor had ondergaan. Daarentegen meldt een Berlijnsch cor respondent der „Külnische Zeitung" per telegraaf, onder dagteekeniug van 9 dezer: „De sluipmoor denaar Nobiling brengt dagelijks één a twee uren buiten het bed door. Zijne lichaamskrachten zijn echter zoo verzwakt dat er nog volstrekt geen verhoor kan plaats hebben. Berichten aangaande eeu dezer dagen plaats gehad hebbend verhoor zijn uit de lucht gegrepen." Het verhoor van den klerk Charles Marvin is Dinsdag voortgezet. Een der redacteurs van de „Globe" verklaarde, dat Marvin sedert 4 jaren medewerker was van dat blad. Marvin bood den 30sten Mei het memorandum aan en schreef het op in de drukkerij. Den 13den Juni bracht hij den tekst en de vertaling van het memoran dum mede, maar hij had geen bepaald honorarium geëischt. Van den trein, die Maandag-avond van Chester vertrok, gingen de twee laatste wa gens uit de rails. Een daarvan werd omverge worpen; 12 personen werden zwaar gewond, 1 is reeds overleden. De door roovers wegge voerde jeug- dige Italiaan Sparaccio is in vrijheid gesteld. De nieuwe prefect van Palermo, Corte, had de familie verboden het gevraagde losgeld te betalen. De bandieten, te Allessandria della Rócca, in Girgenti, nagenoeg ingesloten, zagen geen kans om hun ge vangene verder mede te voeren en hebben zich toen zonder hem uit de voeten gemaakt. Martin, de moordenaar van den kas- siersbediende Sebaste, te Parijs, is tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. De veroordeelde hoorde het vonnis kalm aan en toen hij uit de gerechts zaal werd gebracht, dankte hij Lachaud voor diens pleidooi. Hödel, die gisteren terechtstond, werd met den bekenden groenen gevangenwagen naar een kamer gebracht, die tot gevangeniscel is ingericht en aan de gerechtszaal grenst. Een tafel en een stoel voor Hödel en twee stoelen voor zijn bewakers vormden het meublement. Hödels advo caat dacht wel dat de zaak in één dag zou afloopen. Bij de terechtstelling verklaarde Hödel dat hij aan geen moordaanslag op den keizer schuldig was. Toen hij den 4den Mei in Berlijn kwam, was hij eigenlijk voornemens om over Hamburg naar Amerika te gaan, doch had te Berlijn een revolver gekocht om zich zeiven van het leven te berooven, daar het hem z66 slecht ging dat hij het leven moede was. Die poging tot zelfmoord had hij „Onder de Linden" gedaan. Hij had zich echter slecht getroffen, zoodat zijne kleederen zelfs ongeschonden bleven. Ongeveer dertig getuigen evenwel bevestigden dat hij wel degelijk op den keizer gemikt en geschoten had. Hij noemde hen allen leugenaars. Ook loochende hij ten stelligste tot de christelijke socialisten te behooren, daar hij veeleer als anarchist moest worden beschouwd. Het bleek echter dat hij niet wist wat een anar chist was. Na een kort pleidooi werd hij ter dood veroordeeld. BATAVIA, 7 Juni. Het Alg. Dagblad zegt in zijn overzicht van 3 Juni: „De regeering heeft nogmaals aan de redactiën der dagbladen de stellige verzekering gegeven, dat van kwade tijdingen uit Atjeh niets door haar bij de publiceering der telegrammen wordt achtergehouden, en het ernstig verzoek ge daan om alarmeerende tijdingen, waarvoor in de regeeringstijdingen geen bevestiging te vinden is, niet te verspreiden. Z. E. de gouv.-gen. heeft de beleefdheid gehad om van de aanwezigheid van twee der Bataviasche redacteurs aan den feest maaltijd voor het Bat. Genootschap gebruik te maken om hun dit communiqué mondeling te doen toekomen. Gelijk ook vroeger, blijven wij van meening, dat tegenover erge berichten over Atjeh, dikwijls op schijnbaar zeer afdoende autoriteit medegedeeld, twijfel gewoonlijk noodig is. De reden hiervan is vooral, dat die tijdingen niet hier te Batavia, maar op Atjeh zelf ontstaan. Vermindering van het aantal manschappen op sommige buiten-bezettingen en de daarop ge volgde afloop van den paddieoogst, ziju waarschijn lijk de aanleiding geweest tot de hervatting der vijandelijkheden van Atjehsche zijde, die trouwens tot nog toe altijd gevolgd is, nadat wij geruimen tijd lang, ter consolidatie van het verkregene, ons rustig gehouden hadden. Jaren kan deze toestand met grooter of korter tusschenpoozen nog blijven duren. Vele jaren zullen noodig zijn om den volkshaat te doen slijten. En toch blijft ons nauwe lijks eene andere keuze over. Een „guerre b, outrance" onzerzijds zou, gesteld als wij daartoe troepen genoeg hadden, misschien de eindbevrediging van het land nog verder verschuiven en voor veel langer jaren aan onze vestiging op Atjeh een uitsluitend militair karakter bezorgen." De „Locomotief' meldt: „De controleur lste klasse te Bagelen, de heer Muller, is in pre ventieve hechtenis genomen en zal voor den raad van justitie alhier (Samarang) terechtstaan. Naar wij vernemen luidt de aanklacht, dat hij zich op een vorige standplaats, te Goeboek, aan verduis tering van een belangrijke som van 's lands gelden schuldig gemaakt en zelfs een poging gewaagd zou hebben om het tekort der kas door valschheid in geschrifte te dekken". Te Batavia heeft zich onder praesidium van den kapitein ter zee K. T. R. Andrau een hoofd comité gevormd tot het innen van bijdragen voor een bewijs van sympathie, prins Hendrik aan te bieden naar aanleiding van zijn voorgenomen hu welijk. Te Soerabaia zal een sub-comité optreden. De veeziekte, meestal het miltvuur, vertoonde zich in den laatsten tijd in verschillende gedeelten van den Archipel. In het gouvernement Celebes en in de residentie Benkoelen woedde zij in enkele streken met groote hevigheid. Door den gouvernenr-generaal van Ned. Indië zijn de vol gende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., wegens ziekte, aan den hoofdinsp. voor de suiker- en rijstcul tuur enz., K. W. Van Gorkom, en aan den tweeden comm. bij de algem. rekeok. J. Blomhert; een tweej. verlof naar Europa, wegens ziekte, aan het lid van de weesk. te Batavia mr. W. L. Voorduin; zes maanden verlof naar Ned., wegens ziekte, aan den ambten, op wachtg. J. C. F. baron Van Heerdt J. R. D. laatstelijk eersten commies op het residentie-kantoor te Amboina; een tweej. verlof naar Ned.wegens ziekte, aan den opz. lste kl. bij den waterst. J. Q De Caluwe en aan den tweeden huip ond. te Samarang J. Luitjes. Ontslagen: Eervol, met behoud van recht op pensioen de zoutverkooppakh. te Pasoeroean F. L. Esser; eervol, de ambten, op wachtg. J. C. F. Baron Van Heerdt J. R. D., laatstelijk eersten comm. op het resid.-kantoor te Amboina; eervol, met behoud van recht op pensioen het lid van de weesk. te Batavia, H. N. Witbols Feugenbij de Bat. havenwerken de tweede smidsbaas J. Van Rooy. Benoemd: Tot vice-pres. van het hoog-gerechtsbof mr. Th. H. Van Rees; tot lid van de weesk. te Batavia, M. L. W. Welker; tot ads.- res. van Billiton, K. F. Ten Sïethofftot ads.-res. voor de politie te Makassar, J. A. Hofstede; tot ass.-res. der Ooster districten, A. Ligtvoet; lot controleur lste kl. bij het bionenl. best. op de bez. buiten Java en Madura J. H. H. Dornseiff; tot veearts voor den burgerl. dieust F. H. Voigt, A. Th. H. Driessen cn D. P. F. Driessen; de beide laatsen daartoe gesteld ter beschikking; tot pred. te Pocrworedjo de pred. te Riouw P. Heyting; tot pred. te Riouw J. F. Thieme; tot lste comm. bij het bestuur over het weduwen- en weezenfonds van bnrg. ambtenaren H. W. Van Hogezand; bij het lager onderw. voor Europeanen tot onderw. lste kl.; G. Koldewijn; tot onderw. 2de kl., P. Schippers; by de in- en uitvoerrechten en accijnzen, tot verif. 5de kl., H. L. Van Braam; tot tijd. verif. 5de kl., J. Wijt; bij de in- en uitvoerr. en ace. tot ontvang, te Bezocki, P. Schram; tot ontv. te Banjoewangi, P. A. Gijhers; bij den post- en telegraafdienst, tot adj. comm. E. F. Fromberg, gewez. 2de lnit. der inf., J. M. Nellissen en W. De Boer, de twee eerstgenoemden te Cheribon, en de laatstgenoemde bij het tele graafkantoor te Weltevreden; tot eersten klerk bij het dep. van justitie C. H. W. A. Fleur; bij de Batav. havenwerken tot gezagv. J. F. Bolman; tot eerste stuurl., Haaike Az. Teensma en C. P. De Bruyntot tweeden boekh. R. A. J. Van der Schrieck. Geplaatst: Te Palembang de ben. verif. 4de kl. P. P. Schmidsweymans; te Batavia de ben. gez. van een der vaart, ten dienste van het act. toez. J Kraan; bij het postk. te Wel tevreden, de ben. comm. 2de kl. L. A. Bouman. Geschorst: De adj. commies J. B. Schipper. Departement van Oorlog. Verleend: een tweej. verlof naar Europa, wegens vijftien jaren onafgebroken dienst in Ned. Indië, aan den kapt. der art. L. K. Chevallerau; een tweej. vetlof naar Europa, wegens ziekte, aan den off. van gez. lste kl. C. D. Schuckink Kool, aan den off. van gez. 2de kl. J. R. Blazek; aan den kapt. der genie J. S. Broedclet, aan den magazijnm. der art. lste kl. D. H. Plnim Mentz, aan den 2den luit. der inf. H. J. M. Vohl, en aan den mil. apoth. 2de kl. F. W. Tap; een tweej. verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den kapt. der art. H. Adama van Scheltema. Ontslagen: op ver zoek, eervol, wegens volbr. diensttijd, met behoud van recht op pens., de majoor der genie J. G. M. A. Carlier. Geplaatst: Bij het lste bat. inf. de lste luit. K. J. Thomas en bij het 15de bat. de kapt. W. De Kroes; bij de escadr. cavalerie te Salatiga de 2de luit. L. J. De Villeneuve. Tijdelijk gedetacheerd: bij den staf der genie te Atjeh, de kapt. W. F. Braun van het 7de bat. infanterie met bep. dat hij als zoodanig bij het wapen der infanterie zal worden gevoerd „a la suite." Hersteld in activiteit: bij de cavalerie, de ritm. J. J. Bijleveld. Over geplaatst: als beheerder van het garn. kleeding mag. .te Willem I de 2de luit.-kwart. G. De Voogt van de int. te Atjeh; bij het hosp. te Soerabaia, de officieren van gez. der 2de kl. M. Cohn resp. van den gen. dienst te Atjeh; bjj den gen. dienst ter Sumatra's Westk. de off. van gez. 2de kl. J. G. A. Czebaniji van dien dienst te Atjeh; bij het l5de bat. inf. de 2de luit. C. J. L. Schuller, van het 5de garn.-bat. id Atjeh; bij het garn.- bat. van Sumatra's Westk. de 2de luit. W. M. Wijnaendts, van het 2de gnrn.-bat. in Atjeh; bij het lste garn.-bat. in Atjeh de lste luit. B. J. J. Magnin en de 2de luits. J. W. Eisma en P. A. Zweedijk, beide eersten van het 5de bat. en laatstge noemde van het strafdet. te Ngawic; bij het 3de garn.-bat. in Atjeh, de lste luit. L. Brengers en de 2de luit. H. F. Bark- huysen resp. van het 4de en 8ste bat.; bij den staf der genie in de lste mil. afd. op Java de lste luit. J. H. Ten Hoet van dien te Atjeh; bij de werken te Atjeh de lste lnit. H. A. G. Von Dentzsch van die te Padang; bij de 22ste comp. art. te Atjeh de lste luitenant M. C. B. De Groot van de 15de comp. te Willem I. Departement van Marine. Ingetrokken: de tijd. det. bij het marine-etabl. te Soerabaia, van den luit. ter zee lste kl. bij de Kon. Ned. marine J. G. J. Spanjaard. Benoemd: bij het loodswezen te Soerabaia, tot loods J. De Costa.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2