N°. 5637.
Woensdag
A6. 1878.
3 Juli.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STADS-BERICHTEN.
LBIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZEB COURANT:
Voor Leiden per S maanden......Eli.
Franco per post1.6fc
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DEE ADVERTENTIES:
Van 1—6 regels105.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 4 Juli, des namiddags te twee uren.
Punten ter behandeling
1°. Benoeming van een hulponderwijzer en eene hnlponderwij-
zeres aan de Tusschenschool. (107)
2". Idem van eene onderwijzeres 2de klasse aan de Meisjesschool
der lste klasse. (108)
3°. Idem van een hulponderwijzer aan de school n°. 1 voor
minvermogenden. (109)
4°. Idem van een onderwijzer in de gymnastiek. (110)
5°. Idem van eene leerares in de Engelsche taal aan de Meis
jesschool der lste klasse. (111)
0°. Idem van drie Bestuurderen van het Stedelijk Werkhuis. (119)
7°. Idem van een Commissaris der Bank van leening. (120)
8°. Verzoek van het Bestuur der Kweekschool voor Zeevaart
ter bekoming van gemeentegrond. (113)
9°. Idem van J. Devilee om een duiker te leggen. (115)
10°. Idem van J. Vermeulen en M. B. Tukker om eene sloot
te dempen aan den Hoogen Rijndijk. (114)
11®. Idem van de Dninwater-Maatschappij om water te leveren
aan ingezetenen van Katwijk en Voorschoten. (117)
12°. Idem van Dr. J. H. Jennes, om ontslag als leeraar aan
de Meisjesschool lste klasse en als onderwijzer aan de
Kweekschool. (112)
13°. Idem als voren van Ph. Rank, als hulponderwijzer aan de
school n®. 2 voor minvermogenden. (124)
14°. Bezwaarschrift van Dr. W. M. S. Junius, in zake de plaat
selijke directe belasting. (118)
15°. Voordracht tot onderhandscben afstand van de tienden onder
Leiderdorp. (123)
16°. Rekening der dienstdoende Schutterij over 1877. (122)
17°. Idem van het Stedelijk Werkhuis. (121)
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 15 der Wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad
n®. 95),
Brengen ter kennis van belanghebbenden dat door R. DE
WILDE Rz. beroep is ingesteld van de afwijzende beschikking
van den 3den Juni 1878 op zijn verzoek om een Kleedenklopperij
in te richten op een erf gelegen tusschen de Barbaraen Kaarden-
stegen, geteekend n°. 6 A.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in
de Leidsehe Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester.
2 Juli 1878. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN,' 2 Juli.
Donderdag 4 Juli zal het vijftig jaar geleden
ziju dat dr. Jacob Baert op 23-jarigen leeftijd
aau de Leidsehe hoogeschool promoveerde. Hoe
nuttig de jubilaris, een der oudste geneeskundigen,
zoo niet de oudste, in ons land, gedurende dien
tijd werkzaam was, daarvan kunnen velen hier ter
stede getuigen. Reeds weinige maanden na zijne
promotie werd hij tot dokter der Waalsche diaconie
en van het Waalsche weeshuis aangesteld en was
van 16 Maart 1830 als stedelijk geneesheer werk
zaam, in welke laatste betrekking hij zich in het
bekende cholera-jaar 1867 op zoo volijverige wijze
van zijne taak kweet, dat hem daarvoor eene
medaille werd toegekend. Inmiddels had zich zijn
werkkring gaandeweg uitgebreid en wat hij als
fonds- en armen-dokter was en voorts aan weezen
en ouden van dagen van verschillende inrichtingen
praesteerde, dit alles getuigt van onvermoeide
werkzaamheid tot heil der lijdende natuurgenooten.
Het zal dan ook onzen geachten stadgenoot op
dien dag zeker niet aan bewijzen van belangstelling
ontbreken.
Door den commissaris des Konings is in
handen van B. en Ws. gesteld, ten einde daar
omtrent te dienen van bericht en raad, na den ge
meenteraad te hebben gehoord, een bezwaarschrift van
Dr. W. M. S. Junius tegen zijn aanslag op
het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst
1878, waarin adressant mededeelt dat hij bij de
invulling van het biljet een abuis heeft begaan
wat de opgave zijner inkomsten betreft, dat hij
heeft opgegeven als behoorende tot de klasse van
f 20,000 tot f 25,000 en dat dit behoort te zijn
van f 8,000 tot f 10,000, weshalve hij verzoekt
dat deze aanslag worde veranderd. Zooals in het
adres wordt medegedeeld, zeggen B. en Ws., is de
adressant overeenkomstig zijne opgave geplaatst
in de 20ste klasse op het kohier, en zij meenden
dat deze opgave juist moest worden geacht als
ongeveer overeenkomende met het bedrag waarop
adressants inkomen werd geschat, en het thans
ingediend bezwaarschrift kan, huns inziens, geen
aanleiding geven in den aanslag verandering te
brengen. Er bestaan toch geen aannemelijke rede
nen om aan de tweede opgave meer waarde te
hechten dan aan de eerste. Zij stellen den ge
meenteraad mitsdien voor, aan de Gedeputeerde
Staten in overweging te geven het verzoek af te
wijzen en den aanslag te handhaven.
Ter benoeming tot hulponderwijzer aan de
openbare school voor voorbereidend lager onderwijs
is de volgende voordracht opgemaakt: 1°. C. G.
Kaakebeen, tijdelijk met die betrekking belast,
2°. G. P. Loeber, kweekeling te Haarlem, en
3°. P. Beun, kweekeling alhier; tot hulponderwij
zeres aan dezelfde school: 1°. mej. B. H. Hoogeboom,
tijdelijk met die betrekking belast, 2°. mej. E. A.
Lancel en 3°.mej. M. Van der Vaart, beiden alhier;
tot onderwijzeres aan de school voor meer
uitgebreid lager onderwijs der lste klasse voor
meisjes: 1°. mej. G. D. M. Van't Haaff, tijdelijk
met die betrekking belast, 2®. mej. J. W. M.
Van Schaïk en 3°. mej. W. P. Van Amerom,
beiden alhier; tot hulponderwijzer aan de school
N°. 1 voor minvermogenden1®. A. B. Van der
Voorden, tijdelijk met die betrekking belast, 2°. P.
Beun en 3°. J. A. De Hondt, beiden kweekeliDg
alhier; tot tweeden ouderwijzer in de.gymnastiek
aan de openbare lagere en middelbare scholen
1°. H. Edelman te Leeuwarden, 2°. J. N. Leget
te Amsterdam en 3°. C. Bergstein te Breda; tot
leerares in de Engelsche taal aau de meisjesschool
der lste kl.: 1°. mej. C. M. De Meyier te Arn
hem, 2°. mej. P. J. Van Eelde en 3°. mevrouw
G. De LangeWilleumier; de beide eersten staan
op de voordracht in volgorde naar loting.
De jaarlijksche reünie der afgevaardigden
van de Waalsche kerken zal op 4 Juli en vol
gende dagen te Nijmegen gehouden worden ouder
leiding van ds. J. A. Van Hamel, uit Leiden.
De universiteit van Amsterdam heeft de
volgende prijsvragen uitgeschreven, te beantwoor
den vóór 1 Juli 1879 door studeerenden aan eene
instelling van universitair onderwijs
EaculUrit der wis- en natuurkunde: In het licht
te stellen de beteekenis van de tweede wet der
mechanische warmte-theorie en de voornaamste
gevolgtrekkingen, waartoe zij leidt; wijders een
critisck onderzoek in te stellen omtrent de waarde
der verschillende bewijzen, die voor haar gegeven zijn.
Faculteit der letteren en wijsbegeerte: Neglectum
iacet lexicon Seguerianum quod in Anecdotis Bek-
keri est. tertium opusculum. Emendetur et perpetua
aduotatione ornetur.
Faculteit der godgeleerdheidIn hoeverre mogen
de eigenaardigheden van den godsdienst der Ger-
maansche volken geacht worden de voorspoedige
invoering van het Christendom bij die volken be
vorderd te hebben?
De vragen moeten worden beantwoord in de taal,
waarin zij zijn gesteld.
De antwoorden, met eene andere hand dan die
des vervaardigers geschreven, moeten vóór of op
1 Juli 1879 worden toegezonden aan den secre
taris van den senaat der universiteit van Amster
dam. Zij moeten geteekend zijn met een kenspreuk,
en vergezeld gaan van een verzegeld briefje, dat
dezelfde kenspreuk tot opschrift heeft, en den naam,
het studievak en het adres des schrijvers bevat.
Op den derden Dinsdag van de maand Septem
ber 1879 wordt het oordeel der faculteiten over
de ingekomen verhandelingen in het openbaar
medegedeeld, en aan de schrijvers der meestvol-
doende antwoorden, die door de faculteiten de eer
der bekroning zijn waardig gekenrd, de gouden
eerepenning uitgereikt.
Vrijdag en Zaterdag had te Utrecht de
vergadering plaats van de Ned. Vereeniging tot
afschaffing van den sterken drank. Medegedeeld
werd o. a., dat de classicale vergadering 's-Gra-
venhage, met het oog op het feit, dat vier pre
dikanten ontslagen zijn wegens dronkenschap, met
eenparige stemmen besloten heeft, bij de Synode
aan te dringen op maatregelen tegen het toenemend
drankverbruik. Voor de aftredende leden van het
hoofdbestuur, die niet herkiesbaar waren, prof.
C. B. Tilanus, ds. H. Brouwer en dr. J. Van der
Moer, werden gekozen de heeren Fabius, Koch
en Van Rhijn. De heer Van der Lith had doen
mededeelen, dat hij niet in aanmerking wenschte
te komen. Voor de commissie van redactie der
kleine geschriften en van den almanak werden
gekozen de heer dr. Brutel de la Rivière, in de
plaats van ds. J. Herman De Ridder, en de heer
Visser in plaats van wijlen den heer H. J. Van
Lummel.
Prins Oscar, tweede zoon van den koning
van Zweden, zal eerstdaags Nederland met een
bezoek vereeren. Z. K. H. bevindt zich aan boord
van het Zweedsche oorlogskorvet „Saga1', dat den
22sten Juni van Lissabon naar Nieuwediep vertrok
en dus elk oogenblik in die haven kan aankomen.
Prins Oscar reist incognito.
Bij het departement van koloniën is van
den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië
het volgende bericht ontvangen per telegram van
29 JuniTerwijl de gouverneur van Atjeh met
troepen naar Gedoeng was, zijn talrijke vijande
lijke benden in Lepong en de IV Moekim geval
len. Zij hebben de passen van Glitaroen, Beradoeu
en Blangkallan bezet, de bevolking beroofd, wo
ningen verbrand en onze versterkingen, beschoten.
Den 23sten Juni is de gouverneur met twee batal
jons infanterie en met artillerie van Gedoeng
teruggekeerd. Zware kolonnes zijn van Kotta Radja
uitgezonden om onze posten in de IV Moekim te
approvisionneeren. Zij forceerden de kloof van
Beradoen en daarbij werden aan onze zijde 4 man
gedood en 4 officieren en 45 minderen gewond.
De vijand versterkte zich in het gebergte; de
bevolking der IX Moekim is gevlucht. Van
Java zijn twee bataljons ter versterking naar Atjeh
gezonden, terwijl een derde zou volgen.
Bij ministerieele beschikking zijn de chefs
der corpsen gemachtigd, aan de miliciens der
lichting van 1875, na afloop der najaarsoefeningen,
vergunning te verleenen om zich in het huwelijk
te begeven. De miliciens, die om eene of andere
reden aan die oefeningen geen deel behoeven te
nemen, kunnen die vergunning al dadelijk verkrijgen.
Ingevolge de bevelen des Konings heeft het
hof gisteren den halven rouw aangenomen voor
den tijd van twee weken wegens het overlijden
van de koningin van Spanje.
De minister van marine, de kapt. ter zee
jhr. H. O. Wichers, is tijdelijk belast met de
waarneming van het beheer van het dep. van oorlog,
ter vervanging van den minister van oorlog, die
door ziekte in de waarneming zijner betrekking^
wordt verhinderd.
De gewone audieutiën van de ministers van
financiën, oorlog en waterstaat zullen Donderdag
a. s. niet plaats hebben.