Het Dagbiad verneemt dat het buitengoed
„Welgelegen", bij Rijswijk, door Z. M. den Koning
is verkocht. De nieuwe eigenaar is de heer J. J.
Duyustee, te 's-Hage.
Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen
het arrondissement Leeuwarden, ter standplaats
Metslawier, gemeente Oostdongeradeel, J. Peenstra,
candidaat-notaris aldaar; tot consul der Neder
landen te Nagasaki, buiten bezwaar van 's rijks
schatkist, benoemd A. Reddelien, aldaaraan mr.
G. A. Yan Hamel, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend als substituut- officier van justitie bij de
arrond.-rechtbank te Rotterdam.
Gemengd Nieuws.
Tusschen de stations Veenenburgen
Piet-Gijzenbrug is hedenmorgen van trein 11 de
looden prop van den stoomketel gesmolten, waar
door het vuur werd uitgebluscht en de machine
hare verdere diensten weigerde. Door den stations
chef alhier werd een andere locomotief afgezonden,
ten einde de onklaar geraakte te vervangen. Een
en ander veroorzaakte natuurlijk oponthoud, waar
door de trein hier in plaats van te 10.44 ongeveer
drie kwartier later aankwam.
Een treurig ongeval had g i s t er m or gen
te 's-Hage in het Lage Westeinde plaats. Een
20-jarig werkmau, aan het huis van den heer
Richel, blikslager aldaar, werkzaam, viel van een
tamelijk hoogen steiger en gaf bijna onmiddellijk
den geest. Zijn lijk is door de politie vervoerd.
Vóór de opening van het badseizoen
te Scheveningen, op 11 Juni, zullen nog een drie
tal muziekuitvoeringen op het terras plaats hebben,
en wel hedenavond, Zondag en Maandag aanst.
Op de gisteren te Delft gehouden
paardenmarkt waren aangebracht 500 a 530 stuks;
de prijzen van werkpaarden liepen van f 75 tot.
f 200; er waren ook nog aan de lijn luxe-paar
den van f 500 tot 750 per stuk. De handel
was echter over het algemeen niet geanimeerd.
In „Artis" te Amsterdam is de schoone
jonge leeuw uit Nubië, dien de heer Schuver aan
het genootschap ten geschenke gaf, overleden.
Bij den Zeeburgerdijk te Amsterdam
is Dinsdag-morgen een polderwerker door een
zandtrein overreden. Zijne beide beenen werden
verbrijzeld.
De politie te Oosterhout doet onder
zoek naar de daders van een zeer vreemden dief
stal. In 187S werd daar op het Protestantsche
kerkhof de heer M. W. begraven, na wiens uit-
drukkelijken last op de lijkkist een rol perkament
onder de graftombe werd gelegd. Aan de tombe
is nu geweld gepleegd, blijkbaar alleen met het
doel om die rol machtig te worden. Voor zoo ver
men door de gemaakte opening kon waarnemen,
is zij verdwenen.
Dinsdag-middag kwam te Roermond
een jongen met zijne moeder uit het veld. Bij het
station kwam een hond onverwacht toespringen.
Verschrikt sprong de knaap op zij en struikelde
ongelukkig tegen een aanrijdende zwaar geladen
kar. Het rad ging den armen jongen over den
hals. Hij was dadelijk een lijk.
De muurschilderingen te Kampen zijn
in kleuren op calqueerpapier overgenomen, onder
medewerking en toezicht van den opzichter-teeke
naar Redebacher en van de heeren rijks-adviseurs.
De afbeelding is op het stadhuis opgehangen om
te worden gephotographeerdhet geheel geeft een
juisten indruk van het origineel en is 6 meter
50 centimeter lang bij een hoogte van 1 meter
50 centimeter. Vooral trekt de Madonna en het
kind de aandacht.
Een Portugeesch edelman, graaf Pe-
namacar, is te Lissabon in hechtenis genomen;
hij werd beschuldigd van het namaken van bank
biljetten. De graaf heeft zijn schuld bekend; men
vond in zijne woning te Lissabon werktuigen,
chemicaliën en lithographische steeneu. Hij zegt,
dat een Duitsch lithograaf, Gruder, die een maand
geleden naar Parijs vertrok, de bankbiljetten hielp
maken. Graaf Penamacar stamt af van don Juan
de Castro, den eersten onderkoning van Indië.
Twee zeeofficieren te Brest vielen
eergisteren van de fortiiicatiewerken naar beneden.
De een, 22 jaar oud, was een lijk, en de ander,
een 20-jarige, werd zwaar gewond.
De directeur van het „Panopticum
Castan" te Brussel (eene galerij van wassenbeelden)
is reeds in het bezit van een wassen Hödel. Twee
Berlijnsche politie-agenlen, die den moordenaar
hadden gekend en te Brussel het spoor van een
anderen boef volgden, meenden dat Hödel ont
snapt was, en grepen, verheugd over de vangst,
tot groot genoegen van het publiek het conter-
feitsel van den misdadiger aan om hem gevangen
te nemen.
Door het schip „Carrie E. Ling", kapt.
Park, van Buenos-Ayres te Nieuw-York aangeko
men, is geland een man, die op 3° 17' ZBr. en
35° 32' WL., ongeveer 200 Engelsche mijlen van
de Braziliaansche kust, op een vlot drijvende was
aangetroffen. Hij had tien dagen daarop doorge
bracht een zijner makkers was na een .verblijf van
drie dagen op het vlot overleden, terwijl een derde
er afgespoeld en door de haaien verslonden was.
De „Loch Ard" heeft bij de kust van
Victoria schipbreuk geleden. Van de passagiers
ontkwamen slechts 2 aan den doodzij zwommen
naar land, één daarvan was een vrouw.
De „Köln. Zeitung" behelst een brief
van een officier van de „Grosser Kurfürst", die
een antwoord geeft op de vraag, hoe het mogelijk
is, dat er zoovele lieden verdronken zijn, terwijl
er overvloed van hulp nabij en de zee kalm was.
Dat verwekte te meer verwondering toen men ver
nam, dat op het oogen'olik der aanvaring alle man
op dek was, behalve het machine-personeel. Maar
de meeste matrozen konden niet zwemmen en zij,
die de zwemkunst verstonden, werden veelal nog
in de diepte medegesleept door de drenkelingen
die zich wanhopig aan hen vastklemden. In die
omstandigheden moet het, zegt de ooggetuige, nog
meer verwonderen, dat er 217 gered, dan dat er
274 verdronken zijn.
De toestand des Duitschen keizers
blijft tot dusver gunstig, maar de geneesheeren
moeten verklaard hebben, dat zij eerst na acht
of tien dagen met zekerheid over den loop der
ziekte zouden kunnen oordeelen. De keizer is aan den
rechterarm door zeven hagelkorrels gekwetst, aan
den linkerarm door twintig, in den rug door vijf,
aan de linkerwang en het voorhoofd door acht
korrels. Hoeveel korrels in het lichaam gedrongen
zijn, hebben de geneesheeren nog niet willen
onderzoeken en Dinsdag hadden zij nog geen
enkelen hagelkorrel uit de wonden verwijderd. Het
g'.-teravond te negen uren verschenen bulletin
lunit: Tot dusver is de keizer zonder koorts
gebleven. De warmte in den gewonden rechterarm
is iets verhoogd, doch zij gaat niet gepaard met pijn.
De toestand van dr. Nobiling is minder gunstig
dan die van zijn slachtoffer. Intusschen luiden
de laatste berichten beter en zou er volgens
dr. Lewin geen direct levensgevaar meer bestaan,
daar de kogel waarmede Nobiling zich heeft ge
troffen, van zeer licht kaliber was en het wond-
kanaal breed noch diep is. Dat aan beide zijden
van het kanaal eenige uitstorting van de hersenen
heeft plaats gehad, is op zich zelf niet gevaarlijk,
evenmin als het gedeeltelijk afsplinteren van den
schedel. Nobiling verkeert voortdurend in bewus-
teloozen toestand en hoort niets van hetgeen hem
wordt toegevoegd. Voortdurend wordt zijn hoofd
met ijs afgekoeld. Maandag-nacht had hij ijlende
koortsende rechter-commissaris, die bij hem waakte,
kon echter geen verband vinden tusschen de on
samenhangende klanken die hij uitte.
Dat Nobiling niet aan sterven dacht, bewijst het
feit, dat hij nog den dag vóór den aanslag op het
kantoor van de bankiers en wisselaars Engel
Co. verscheen, alwaar hij met opgave van zijn
naam en titel vroeg, of twee nommers van de
Barletta- en Bucharest-loten bij de jongste trek
king uitgekomen waren. Hij moest tot zijne te
leurstelling vernemen dat zij er waren ingebleven,
en verlangde toen te weten wanneer de trek-
kingslijsten der Oostenrijksche loten 1864 in de
Berlijnsche bladen opgenomen zouden zijn. Nadat
hem geantwoord was dat den volgenden avond de
uitslag der trekking bekend zou wezen, kocht hij
zulk een half lot voor 125 fr., tegen betaling
van 5 mark elke maandde eerste 5 mark be
taalde hij, en met vaste hand schreef hij duidelijk
zijn naam en woonplaats op, doch hij is sedert
niet teruggekomen. Het lot bleef er in; tusschen
de trekking en de misdaad lag slechts de Zondag
voormiddag. Op den wisselaar maakte Nobiling
den indruk van iemand, die in kommervolle om
standigheden eene laatste eerlijke poging beproeft
om aan geld te komen.
Voorts is gebleken dat hij op zijne kamer alle
brieven en tot het allerkleinste beschreven papiertje
altoos boven het water verbrandde en het dan er
in liet vallen. Bij de huiszoeking op zijne kamer
bevond de politie ook, dat zoo hij papieren had
gehad die voor hem gevaarlijk konden worden, hij
tot zelfs de laatste sporen er van uit den weg had
geruimd. Het eenige beschreven papier was een
briefje, dat op tafel lag en waarop te lezen stond
„Uit mijne nalatenschap moet aan mej. Levy de
huur en het waschgoed worden voldaan." Deze „nala
tenschap" bedroeg 148 mark in geld.
Ten huize van Nobilings ouders had kort na
den moordaanslag een treurige scène plaats; ter
wijl zijn stiefvader en moeder rustig bijeenzaten
stroomde de dochter, die pleegzuster is in een hos
pitaal, doodsbleek de kamer binnen en viel voor
hare verschrikte moeder neer. „Is Karei hier ge
weest?" vroeg het meisje, en toen daaropen op
de vraag of de ouders wisten wat Onder de
Linden was voorgevallen, ontkennend werd geant
woord, verhaalde zij onverholen in weinig woor
den dat er op den keizer was geschoten. De ma
joor en zijne vrouw sprongen ontsteld op en vroe
gen te gelijk: „Wie?" De dochter antwoordde
met onderdrukte stem: „De moordenaar heet Karl
Nobiling. Men gilt den naam met verwenschingen
vergezeld door alle straten der stad; ik hoorde
het rumoer van uit mijn raam en reed op staan-
den voet naar u toe, om te vragen, waar onze
Karei is." De majoor stond als aan den grond
genageldde moeder viel in onmacht, de dochter
ving haar op in hare armen.
De arme ouders hadden geen tijd om zich aan
droefheid over te geven, want op hetzelfde oogen-
blik hield weder een rijtuig voor de deur stil.
Twee heeren stegen uit en begaven zich naar de
woning van den majoor. Het waren twee hoofd
ambtenaren van politie, die op zeer beleefden toon
den majoor en zijn echtgenoot verzochten hen te
vergezellen naar het politiebureel. De dochter kreeg
vergunning hare ouders te vergezellen. De majoors
vrouw, die weder was bijgekomen, volgde, steunende
op hare dochter, haren man en de beide vreemde
heeren, naar beneden, naar het rijtuig, dat allen
naar de Molkenmarkt bracht. Op weg daarheen
sprak de ongelukkige moeder geen woordzij
scheen wezenlooszij hoorde het met verbijstering
aan hoe men op straat de extra-bladen te koop
aanbood, die het verhaal van de misdaad bevatten,
en hoe men den naam des moordenaars vervloekte.
Drie commissarissen der crimineele politie van
Berlijn zijn naar Saksen, Westfalen en de Rijn
provincie gezonden, om uit te vorschen of No
biling daar connecties had. Te Posen is een
letterzetter in hechtenis genomen die op straat zijn
leedwezen over het mislukken van den aanslag op
den keizer betuigde. Bij zijn verhoor verklaarde hij
dat gemeend te hebben, want hij haatte den keizer.
Hij had wel geen moed hem te vermoorden, maar
velen zijner geestverwanten bezaten dienbinnen een
jaar zouden alle leden der dynastie vermoord zijn en
dan zouden de sociaal-democraten heerschen. Evenzoo
is een jonkman van 21 jaar, Ernst Schumann ge
naamd, van beroep lakwerker, in hechtenis genomen,
op grond dat hij aan een sigarenmaker had gezegd,
300 mark te hebben ontvangen om op het rijpad
Onder de Linden prins Erederik Karei een kogel
door het hoofd te jagen. Er schijnt evenwel reden
te bestaan om te kunnen aannemen, dat hij het
slechts in scherts heeft gezegd. Ook zijn er Maan
dag zeven socialisten gearresteerd, waaronder een
student in de rechten. Des nachts zijn er vier door
eenige ingezetenen aangegrepen en aan de politie
uitgeleverd, naar het schijnt wegens beleedigende
uitvallen ten opzichte van den keizer.
De kroonprins, die met zijne gemalin en gevolg
te Berlijn is aangekomen, had nog denzelfden avond
met zijn vader een langdurig onderhoud. De kroon
prins was bij de aankomst blijkbaar aangedaan;
hij was in burgerkleeding en zag zeer bleek. Eerst
te middernacht verliet de kroonprins zijn vader.
De keizer heeft Dinsdag-namiddag prins Bis
marck bij zich ontvangen. Gisteren is de kroonprins
een geruimen tijd bij Bismarck aan huis geweest.
Ook volgens de „Prov. Corr." moest de instructie
tegen Nobiling voorshands geschorst worden ten
gevolge van zijn toestand. Doch de nasporingen