Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Duitsehland.
en handen zijn echter nog in redelijk goeden staat.
Thans is het portret, weder opgespannen, tijdelijk
tentoongesteld in het bisschoppelijk museum te
Haarlem.
De raad der gemeente Groningen heeft de
voordracht van Burg. en Weth. aangenomen, strek
kende om, in overleg met heeren curatoren der
universiteit aldaar, den heer Paul Pierson, licencié
en lettres te Parijs, uit te noodigen, om, zoodra
hij den doctorstitel zal hebben verkregen, zich als
privaat-docent in de Pransche taal en letterkunde
aan de Groninger universiteit te vestigen.
De minister van oorlog is, tot herstel zijner
gezondheid, Zaterdag naar Spa vertrokken.
De minister van financiën zal Donderdag
geen audiëntie verleenen.
Het stoomschip „Rotterdam" is Zaterdag van
Maassluis met een diepgang van 51 decim. naar
Nieuw-York vertrokken; de „Koning der Neder
landen", van Nieuwediep naar Batavia, arriveerde
te Southampton den 2den Juni 's namiddags te
2 urende „Prins van Oranje", van Batavia naar
Nieuwediep, passeerde Gibraltar 1 Juni 's morgens,
en den 2den 's namiddags Kaap Roca en Kaap
Carvoeiro; de „Stad Amsterdam", van Londen
naar Penang, is 1 Juni te Suez aangekomen en
heeft de reis voortgezet.
Eerste Kamer. Al de tegen heden aan
de orde gestelde ontwerpen zijn aangenomen, waar
onder de leeningswet unaniem, de verhoogiug
der Indische begrooting met 24 tegen 9 stemmen
en de vernieuwing der hypothecaire inschrijvingen
unaniem. Morgen zal de successiebelasting be
handeld worden.
Z. M. heeft aan H. P. Yan Heyst, op zijn
verzoek, met ingang van 1 Juli eervol ontslag
verleend als notaris te Nijmegen; benoemd tot
notaris binnen het arrondissement Middelburg:
ter standplaats de gem. Aardenburg, A. Fulliuk,
candidaat-notaris aldaar; ter standplaats de gem.
Zuidzande, J. De Rooy, candidaat-notaris te
Fijnaart; den kapitein G. T. C. Callenfels, van
het 6de reg. infanterie, op nonactiviteit gesteld,
in afwachting dat omtrent hem nader zal wor
den beschikt; benoemd tot commiezen der pos
terijen van de vierde klasse H. Houwink en J.
J. A. Queysen, thans surnumerairs der posterijen.
Het portret van dr. Nobiling, die
gisternamiddag te halfdrie te Berlijn een aanslag
op het leven van keizer Wilhelm pleegde, was
reeds hedenochtend voor de glazen van het bureel
van 't jeugdige Rotterdamsch Nieuwsblad ter be
zichtiging geplaatst. Het spreekt van zelf, dat dit
portret minstens door honderden werd beschouwd
gedurende den geheelen dag verdrong de menigte
zich er voor.
Zaterdag-middag te halfeen is de
achtjarige M. H. op den Apothekersdijk in het
water gevallen en door twee vrouwen er uit
gehaald, waarna het kind naar de ouderlijke woning
in de Kruisstraat werd overgebracht. Gister
morgen te ongeveer elf uren heeft zekere G.,
wonende in de Wielenmakersteeg, tijdens hij in de
kerk aan de Ruïne was, een zenuwtoeval gekregen.
De heer pastoor Quant deed den man ouder toe
zicht der politie per vigilante naar zijne woning
overbrengen.
De metselaarsknecht J. Y. L. is heden
morgen te halftwaalf, aan de Langegracht op een
steiger werkzaam zijnde, er afgevallen, met het
ongelukkig gevolg dat hij op een scheidingsmuur
terechtkwam, waardoor hij aan het hoofd verwond
werd en vier ribben brak. De heer Roetering
verleende spoedig geneeskundige hulp, waarna de
man onder toezicht der politie naar het academisch
ziekenhuis werd overgebracht.
Een vrouw in Den Haag op de Nieuwe
Haven woonachtig en sedert eenige maanden door
baren man, zekeren H., verlaten, zag Vrijdag haren
echtgenoot weder tot zich keeren. De vrouw was
echter meer verschrikt dan verrast door zijn terug
keer en gaf een gilom tot haar kalmte te brengen,
nam hij een bijl op en vleide zijn echtvriendin i
met het heerlijk vooruitzicht van haar de hersenen
'te zuÜen verbrijzelen als ze nogmaals haar geluid j
zou doen hooreö. Juist deze uiting van de vreugde
des weufzieus deed vrouw echter een gewei-
dig moordgescujeeqw aanheffen, zoadat een zestal
buren toeschoot. Men kon den woesten kerel echter
niet naderen en ook toen hij naar buiten was
geloopen, durfde niemand hem aangrijpen, wijl hij
als een bezetene met de bijl om zich heen sloeg.
Spoedig daagden echter drie politie-agenten op,
die hem wisten te ontwapenen en naar het bureel
aan de Nieuwe Haven over te brengen, doch niet
dan nadat hij een hunner vrij onzacht in den arm
had gebeten. Yan de verzoening zal nu vooreerst
wel niets komen.
In eene kroeg te Venloo heeft een
der bezoekers, een boerenknecht, Donderdag-avond
twist gekregen met den kastelein, die daarop een
schot uit een revolver op hem loste. De boeren
knecht werd thuis gebracht met verbrijzelde kin
de tanden waren hem uit den mond geschoten en
hij miste ook een stuk van zijn tong. Daar hij
niet kon spreken, is het rechte van de zaak nog
niet bekend. Intusschen heeft de justitie zich van
den kroeghouder meester gemaakt.
Zekere S.te Westgraftdijk, had zich
vóór eenige dagen failliet verklaard. Bij het in
ventariseeren vond men slechts eenige zaken van
geringe waarde, doch later kwam men tot de ont
dekking, dat hij bijna al zijn huisraad en inboe
del naar een bloedverwant zijner vrouw in een
naburige plaats had laten vervoeren. Hij is daarop
dadelijk in hechtenis genomen. Toen men later
ook zijne vrouw kwam gevangennemen, is deze in
den regenbak gesprongen en verdronken.
Zaterdag trachtte een man te IJ muiden
een meisje van 15 jaar, dat bij hem logeerde,
den hals af te snijden. Gelukkig heeft hij zijn
misdadig voornemen niet kunnen volvoerenhet
meisje is gewond, maar buiten gevaar. De dader
is in hechtenis genomen.
Op 54° 10' NB. en 3° 35' OL. is den
20sten Mei 11. aan boord gevlogen van het Ned.
kofschip „Mathilda", kapt. Schulte, te Dordrecht
binnen, eene postduif met N°. 189 en stempel-
merk onder den linkervleugel.
In een steenkolenmijn te Wrexham
heeft een ontploffing plaats gehad. 19 werklieden
waren op den gewonen tijd in de mijn afgedaald;
2 hunner werden dood gevonden, 14 werden be
wusteloos naar boven gedragen en minstens 3
daarvan verkeereu in een hopeloozen toestand.
In den nacht van den llden April is
in de Rimboe Kloeang te Padang eene geheel
Niassche familie op de meest wreedaardige wijze
uitgemoord. Op ongeveer 100 pas van de woning
vond men het vreeselijk verminkte lijk van den
vader; liet lichaam en hoofd waren als overdekt
met klewanghouwen. Iets dichter bij het huis, in
e«ne sloot, lag het bijna even zwaar verminkte
iijk van een jongen van omstreeks 14 jaren oud, een
zoontje van den eersten verslagene. Binnenshuis
vond men bovendien op den grond verspreid de
ontzielde lichamen van moeder, zoon en dochter-
tj. de zoon, een krachtig jongeling van ruim 20,
het meisje nauwelijks 12 jaren oud, allen met zware
houwwonden aan hals, borst en buik. De vloer
was een en al bloed, en de wanden van het ge
bouw, de voor- en achterdeuren, die openstonden,
de treden van de trap, alles was met bloed bespat.
In het keukentje achter het huis vond men een
kind van niet meer dan 7 of 8 jaren oud, aan
den hals verwond. Het arme wicht kermde om
water en was blijkbaar uitgeput; het werd echter
zoo goed mogelijk verzorgd en naar het militair
hospitaal gezonden, waar het des avonds overleden
is. Een onderzoek naar de daders heeft on middel-
lijd geleid tot voorloopige aanhouding van een
Niasser buurman, die zelf aan het hoofd gewond
is en in wiens huis talrijke bloedsporen werden
ontdekt. Men weet niet aan welke oorzaak dit
bloedbad moet worden toegeschrevenvan dief
stal is geen sprake, doch men vermoedt, dat hier
aan eene zuiver Niassche wraakoefening moet ge
dacht worden.
Uit Algiers wordt gemeld, dat Zon
dag te Constantine een gevecht plaats had tus-
schen joden uit Tunis en zouaveu. De laatsten
wilden namelijk eenige joden arresteereu, die een
Europeaan beleedigden; maar de joden, die het
sterkst waren, bevrijdden hunne geloofsgenooten en
ontrukten den zouaven hunne wapens. Ten gevolge
der hierdoor ontstane verbittering ontstond er
Dinsdag opnieuw een vechtpartij. De jodenwijk
werd door soldaten aaugevalleu en eenige winkels
werden geplunderd, in tegenwoordigheid van den
officier van justitie, wiens vermaningen om zich
rustig te gedragen in den wind werden geslagen.'
Verscheidene joden zijn door sabelhouwen gekwetst,
eenigen zelfs zeer ernstig. Ten slotte werd de rust
door de militaire overheid, die een twaalftal per
sonen in verzekerde bewaring nam, hersteld.
Yan 19 tot 28 Mei zijn 7808 vreem->
delingen te Parijs aangekomen. De ontvangst aan
entrées voor de tentoonstelling bedroeg deze maand
ongeveer 1,250,000 franken.
Omtrent het vergaan van het Duit-
sche gepantserde oorlogschip „Grosser Kurfiirst"
worden de volgende bijzonderheden medegedeeld
Het schip, een der nieuwste Duitsche oorlogsbo
dems, gewapend met 6 stukken en bezet met 500
man, was Woensdag-avond met twee andere ge
pantserde schepen, de „König Wilhelm" en de
„Preussen", uit Wilhelmshaven naar Pjymouth in
zee gegaan. Vrijdag, des voormiddags te half-
tien, kwam het, bij betrekkelijk stille zee, op on
geveer 8 Engelsche mijlen van Folkestone, ver
moedelijk tijdens het manoeuvreeren, in aanvaring
met de „König Wilhelm". Ongeveer vier minu
ten later wa3 aan boord van de „Grosser Kur
fiirst" het water de vuurplaatsen van den ketel
binnengedrongen, waarna eene ontploffi g volgde
en het schip onmiddellijk zonk. De reddingboot,
die onverwijld uit Sandgate in zee ging, kwam,
evenals de daarop gevolgde schepen, dus te laat
om het schip zelf hulp te kunnen verleeneu. Voor
zoover bij de afzending van dit bericht bekend
was, waren er van de 500 man ongeveer 200
gered. Daaromtrent werden er echter nog nadere
mededeelingen verwacht, zoodat het aantal omge
komenen wellicht kleiner is dan aanvankelijk werd
berekend. Zoo wordt bijv. aan bet bericht toege
voegd, dat er 80 man door visschersbooten zijn
gered, maar zonder dat het blijkt of deze allen
onder de 200 ziju medegerekend. Ook overigens
heerscht er in de voorloopige tijdingen nog eenige
onduidelijkheid, daar in een tweede bericht, aan
de officiëele opgaven ontleend, ook eerst gezegd
wordt dat er 200 man, maar later dat er 22
officieren (wier namen worden genoemd) en 160
man gered zijn. De „König Wilhelm" heeft aan
het voorste gedeelte zware averij bekomen. L)e
lekken werden dadelijk met zeilen en hangmatten
gestopt, terwijl inmiddels de Britsche admiraliteit
schepen ter hulp zond, met het gevolg dat het
schip naar Portsmouth kon worden gesleept, al
waar de admiraliteit een dok er voor heeft laten
inruimen. De Duitsche kroonprins bevond zich
te Londen toen de tijding van het onheil kwam
en is met den ambassadeur, graaf Munster, zoo
spoedig mogelijk naar Dover vertrokken. Dit is
het derde schip, dat de Duitsche marine verliest:
tien of twaalf jaar geleden het kacettenschip
„Amazone", dat in de Noordzee gezonken is, en
eenige jaren later de schoener „Frauenlob", die
in Oost-Azië door eene hoos te gronde is gegaan.
De sterrenkundige dr. Hermann J.
Klein te Keulen, die zich reeds ongeveer 12 jaar
met een onderzoek van de oppervlakte der maan
bezighield, heeft, naar men zegt, een krater ont
dekt in het midden van de maanschijf en met een
schijnbare middellijn van ongeveer 4000 meter
in het eerste kwartier. In 1876 was de krater nog
niet zichtbaar en het schijnt dus, dat de maan
nog niet, zooals men meende, tot rust is geko
men. Hall te Washington, die de manen van Mars
met zijn grooten refractor ondekte, en Schmidt,
te Athene zullen thans hun aandacht wijden aan
den nieuwen krater.
Het bericht iu de buitenlandsche bladen dat
van Berlijn de uitnoodigingen aan de kabinettefl
verzonden waren, was voorbarig. De voorloopige
vaststelling van den datum der bijeenkomst, 11
Juni, was door een indiscretie te Parijs bekend
geworden. Naar men zegt was prins Bismarck
hierover hoogst ontevreden en heeft hij uit Frie-
drichsruh per telegraaf last gegeven om te onder
zoeken van waar het bericht afkomstig was. In
de diplomatieke kringen fluisterde men elkander
toe, dat de publiciteit te wijten was aan eene on
voorzichtigheid van den Franschen gezant te Ber
lijn, daar hij zijn telegram betreffende den datum