k°. 1878. N°. 5558. Donderdag 28 fóaart. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. De preventieve hechtenis. PRIJS DEZER CO DRAST: Voor Leiden per f maanden1.10. Franco per post1.40. Atzooderlijke Woauner»0.02. PRIJS DER ADVERIES11ES: Van 16 regels......'1.0S. leder* regel meer0.17$. Groolcre letters naar plaatsruimte. „Een preventief gevangene in het hnis van arrest te Amsterdam, die moest terechtstaan on der beschuldiging van het stelen van een doofpot, heeft zich in zijn cel opgehangen." Inderdaad een actneele bijdrage tot illustratie van het onlangs verschenen elfde nommer der „Stemmen", dat een hoogst belangrijk stuk bevat over „de preventieve hechtenis", van de hand van mr. J. Domela Nieuwenhuis. „Er zal wel een steekje aan los zijn, anders had hij niet gezeten", ziedaar wat het couran- tenlezend publiek ook in dit geval wellicht heeft gedacht of gezegd, terwijl het intusschen vergeet, dat de beschuldigde in alle geval nog niet was veroordeeld. Het is mogelijk, dat de ongelukkige inderdaad schuldig was, doch evenzeer kan men vragen of hier niet van toepassing zouden kannen zijn de woorden, aan het slot van bovengenoemde bro chure voorkomende: „Men denke aan de ellende der preventieve hechtenis, niet slechts voor den verdachte, maar ook aan den jammer, zelfs daarna nog aan zijn huisgezin teweeggebracht." Wie zal uitmaken, welke in dit bijzonder ge val de beweegreden voor de noodlottige daad was schuldbesef of wel wanhoop over verdachte onschuld en hare vreeselijke gevolgen? Doch gaan wij het voorgevallene in deAmster- damsche gevangenis met stilzwijgen voorbij, om ons te bepalen bij het geschrift van den heer Domela Nieuwenhuis. En beginnen wij, om elke verkeerde voorstelling te voorkomen, die wellicht uit hetgeen wij daar nederschreven zou kunnen worden afgeleid, met te zeggen, dat de schrijver wel degelijk de onvermijdelijkheid der preventieve hechtenis binnen hare juiste grenzen toegeeft, waar hij o. a. zegt: „Zal nu de staat optreden als handhaver van vrijheid en recht, dan moet hij zorgen, dat de misdadige aanrander der vrijheid en rechten van zijn medeburger aan den straffen- den arm der justitie niet ontkome." Evenzeer echter betoogt hij, dat de preventieve hechtenis alleen dan mag worden toegepast, wanneer het algemeen belang haar dringend vordert. Eischt dat algemeen belang de vrijheidsberooving als straf voor de verstoorders van de maatschappelijke orde en veiligheid, men vergete het nimmer dat de individueele vrijheid zelve een zaak van algemeen belang is. Het komt er dus, met andere woorden, in de eerste plaats op aan de grenzen te omschrijven, binnen welke preventieve hechtenis mag worden toegepast, en die grenzen nu zijn bij ons te lande al te ruim gesteld, gelijk de auteur ten duide lijkste aantoont. Een tweede punt is de duur der preventieve hechtenis, die zich eveneens veel te ver uitstrekt, of liever waarvoor in het geheel geen termijn is bepaald, zoodat er voorbeelden van zijn, dat per sonen, die later onschuldig bleken te wezen, ander half ja twee jaren in voorloopige hechtenis door brachten. Als tegenwicht wordt aanbevolen de vooral in Engeland zoo ruim toegepaste voorloopige invrij heidstelling onder borgtocht, zoowel persoonlijke als materiëele, die, mits doelmatig toegepast, niet slechts den meervermogende, maar ook den niet- bezittende ten goede zal komen. Indien de preven tieve hechtenis, zoo besluit de schrijver dat gedeelte, vervangen kan worden dooreen anderen voldoenden waarborg, dan is het een onrecht dien waarborg te verwerpen en een hechtenis te handhaven, die een medeburger berooft van zijn vrijheid, verwijderd houdt van zijn zaken en zijn familie. Maar ook bij toepassing der preventieve hech tenis bestaat er nog middel om haar minder druk kend te maken, en wel ten opzichte van veroor deelden door de zoogenaamde wettelijke toereke ning, d. w. z. het stelsel, volgens hetwelk den veroordeelde op zijn straf de tijd gekort wordt, dien hij in preventieve hechtenis heeft doorgebracht, hetgeen thans wel veelal in den vorm van ver zachtende omstandigheid geschiedt, maar toch niet als rechtsregel geldt. Een tweede vorm van compensatie der preven tieve hechtenis, veel noodzakelijker nog, omdat hij de onschuldig gearresteerden geldt, is de scha devergoeding. Toch wordt juist deze nooit toege past, al valt het niet tegen te spreken, dat de staat, wiens plicht het is het kwaad te straffen, in dat geval juist zich aan het tegenovergestelde schuldig maakt en het kwaad, dat hij moest te gengaan, zelf bedrijft. „Een gerechtelijke dwa ling", zeide dan ook eens Bentham terecht, „is reeds op zich zelve een oorzaak van rouw, maar dat deze dwaling, eenmaal erkend, niet door evenredige schadevergoeding zal worden hersteld, dat is een omverwerping van de maatschappelijke orde." Slechts kortelijk stipten wij het een en ander aan uit het geschrift van den heer Domela Nien wenhuis. Wij hopen, dat het genoeg zal zijn om de belangstelling onzer lezers op te wekken om trent een zaak zoo bij uitnemendheid van algemeen belang. „Heden wij, morgen gij", geldt hier bij uitnemendheid. Burgers uit eiken stand, die er wellicht 't minst aan denkon, staan in de tegen woordige omstandigheden elk oogenblik bloot voor het gevaar van in preventieve hechtenis te worden gesteld. Moge de volks-opinie, gevestigd door ge schriften als dat van N°. 11 der „Stemmen", zich weldra zoo luide doen hooren, dat er op dit stuk ten algemeenen nutte spoedig een afdoende verbetering tot stand kome. LEIDEN, 27 Maart. In eene Maandag-avond te Arnhem gehouden vergadering van Remonstranten en tot die gemeente toegetredenen is ds. Slotemaker bij acclamatie tot predikant benoemd, op eene jaarwedde van f 3000. Tevens werd het voorloopig comité in zijn geheel tot leden van den kerkeraad aangesteld en bepaald dat de eerste godsdienstoefening zal gehouden worden op Zondag den 7den April a. s., in de zaal van het Nutsgebouw, waarbij de openingsrede door prof. Tiele zal worden gehouden. Het Vaderland verneemt dat eene vertaling ter perse is van „Pizio Caio Sempronio", den in Italië gunstig beoordeelden roman van den beken den Genueeschen schrijver A. G. Barrili, door mej. M. A. De Goeje. In dit boek wordt in zeer boeienden vorm een beschrijving gegeven van de zeden, gebruiken en inrichtingen van het oude Rome uit den tijd der consuls. Met genoegen vernemen wij dat het gunstig bekende weekblad voor vrouwen en meisjes „Ons Streven", dat onlangs zijn 9den jaargang intrad, met April a. s. tweemaal per week zal verschijnen, evenwel zonder verhooging van den prijs. Het eerste nommer in April zal voor ieder belang hebbende op franco aanvrage gratis verkrijgbaar zijn. Volgens dr. Brochard ligt de hoofdoorzaak van de groote kindersterfte in de onwetendheid der moeders. Zij kennen de behoeften niet van het pasgeboren kindje en begaan uit onkunde of voor oordeel allerlei fouten tegen de leefregels. Jaarlijks sterven duizenden kleinen aan hersenziekten, stuipen of uittering, omdat de moeders niet de rechte zorg voor hen dragen, omdat de eene het hoofdje verbroeit en niet zindelijk houdt, omdat de andere door stijve en knellende kleeding den geregelden bloedsomloop belemmert en een derde te veel, te weinig of geheel onverteerbaar voedsel geeft. Op een millioen kinderen sterven er in Frankrijk 360,000, die zouden leven als hunne moeders ze maar konden opvoeden. Hoewel dit laatste in Nederland niet in die mate het geval zal zijn, verdient het boekje „De kunst om kinderen op te voeden" van genoemden geneesheer, waarvan eene vertaling bii den uitgever J. Odé te Schiedam het licht zag, in handen te komen van vele moeders ook hier te lande, daar het tal van nuttige wenken bevat. De minister van oorlog herinnert allen, die hunne rekeningen wegens hetgeen zij van het departement van oorlog over het jaar 1877 te vorderen hebben, nog niet hebben ingediend, aan hetgeen omtrent de veijaring der schuldvorderingen is bepaald bij de wet van 8 November 1815 (Staatsblad n°. 51). Hij noodigt hen, in verband daarmede, uit, om die stukken aan genoemd depar tement in te zenden vóór of op den laatsteu Juni a. s. De minister van binnenlandsche zaken heeft, in overleg met zijn ambtgenoot van oorlog en na advies van de inspecteurs van het middelbaar onderwijs, een schrijven gericht aan de directeuren der rijks hoogere burgerscholen, om hen uit te noodigen het onderwijs aan de hoogere burger scholen met vijfjarigen cursus voortaan zoo in te richten, dat de leerlingen, die met vrucht de drie laagste klassen hebben doorloopen, in staat zijn het toelatings-examen voor de koninklijke militaire academie te Breda af te leggen. Dientengevolge zullen de programma's dier scholen moeten worden gewijzigd. De minister is o. a. van oordeel, dat het onderwijs in de scheikunde eerst in de vierde klasse kan aanvangen en dat in de natuur kunde in de 3de klasse kan worden uitgebreid. Uit het verslag houdende nadere bepalin gen omtrent den accijns op den wijn blijkt dat bij het onderzoek van dit voorstel in de afdeelin- gen geene bedenkingen tegen de strekking daar van werden ontwikkeld. Alleen werd de algemeene opmerking in het midden gebracht dat deze wet evenals elke andere accijnswet door hare beperkende bepalingen belemmerend is voor de ontwikkeling der industrie. Hierop werd echter geantwoord dat de tak van nijverheid bij dit ontwerp betrokken, de fabricatie van kunstwijn, zoo weinig steun en sympathie verdient, dat hij van Staatswege niet behoeft te worden beschermd en dat wettelijke bepalingen, al mogen zij dan eenigermate belem merend zijn voor den fabrikant, niet als schade lijk kunnen aangemerkt worden. Naar men verneemt is het hoofdbestuur der vereeniging ter bevordering van fabriek- en hand- werksnij verheid door het bestuur der afdeeling Utrecht uitgenoodigd, zich in betrekking te stellen met de Ned. hoofdcommissie voor de internationale tentoonstelling in dit jaar te Parijs te houden, ten einde van Ned. spoorwegmaatschappijen, op het voorbeeld van het buitenland, verlaagde tarieven te verkrijgen voor hen, die de tentoonstelling wen- schen te bezoeken, en een speciaal laag tarief, ten einde het bezoek dier tentoonstelling voor werk lieden te vergemakkelijken. Op de gisteren te Amsterdam gehouden veiling van schilderijen uit het kabinet van wijlen den heer P. Langerhuizen zijn 40 schilderijen verkocht voor f 72,462. Naar men zegt, is geen dezer stukken voor het buitenland aangekocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1