N
1878.
Maandag
25 Maart.
jOOi).
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Jo
v w l1'
LEIBSCH
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADYERTENTIEN'
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meert Q, 17-J.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Gr e m e n g d Nieuws.
Donderdag-nacht begaven zich de
rijksveldwachters met liet. rijks-politievaartuig, te
Brouwershaven gestationeerd, naar de rivier ter
surveillance. Door windstilte dreef het vaartuigje
met den feilen stroom tegen een der ducdalven;
de schipper Roelof Bakker, tevens rijksveldwachter,
den kurken zak buiten boord willende hangen, had
het ongeluk het evenwicht te verliezen en over
boord te vallen, waarbij hij verdronk. Zijn met
gezel, de brigadier Vos, ware bijna het slachtoffer
geworden bij zijne pogingen om hem te redden,
doch kon gelukkig wadende den oever bereiken.
De verongelukte was een ijverig en oppassend
huisvader en laat'eene weduwe met twee jeugdige
kinderen na.
Bij het lossen van balen maïs uit de
stoomboot „Schiedam", liggeüde aan de Willems
kade te Rotterdam, brak Donderdag-avond de ijze
ren ketting van het hijschtoestel. Een werkman
kreeg daardoor een baal maïs tegen het lichaam en
viel iu het water. Hoewel alle pogingen werden
in het werk gesteld om hem te redden, is hij ver
dronken een kwartier later werd zijn lijk opgehaald.
De commandeur Cheynne, van rle En-
gelsche marine, wil om de Noordpool door middel
van luchtbollen te bereiken, drie ballons door hou
ten ramen samenvoegen. Daarin zullen 6 man met
60 centenaars aan sleden, gereedschappen, levens
middelen, tenten, gecomprimeerd gas, ballast en
honden voor 't trekken der sleden, geborgen wor
den. Ballastvoorraad, sleeptouwen enz. zullen zich
op de vereischte plaatsen bevinden. Die touwen
zullen 't opstijgen boven de 500 M. verhinderen.
Tusschen het schip en de ballons zou een elec-
trische communicatie blijven bestaan. Met het oog
op de gesteldheid van den wind aan de Noord
pool meent Cheynne, dat hij tot 20 Eng. mijlen
de pool zou kunnen naderen. Het medegenomene
gecomprimeerde gas zou dienen, om op den te
rugtocht naar het schip het gas in de ballons weer
aan te vullen.
Tot dusver zijn op het Champ de
Mars 636 wagens met voortbrengselen voor de
tentoonstelling aangekomen. Hiervan had Enge
land er gezonden 140, België 100 en Rusland 40.
China heeft gezonden 4500 kisten, te zamen
wegende 47,000 kilo. Men wacht nog vóór 15
April 1500 a 1800 wagens met voortbrengselen.
In 1867 kwamen er in 't geheel 2000 wagens,
waarvan er Pruisen 400 had gezonden. Ondanks de
niet-deelneming van Turkije en Mexico, en van
Duitsehland, voor wat zijne nijverheid aangaat, zal
alzoo de tentoonstelling van 1878 nog 200 a 400
wagenladingen meer te aanschouwen geven dan
in 1867.
In navolging van Amsterdam hebben
zich twee heeren te Tilburg met een derde uit
Amsterdam vereenigd om te Haarlem eene Glazen-
wasscherij te vestigen.
Te Toronto hebben na eene lezing
van Rossa wanordelijkheden plaats gehad. Twee
hotels in Queenstreet, waar men dacht dat hij
logeerde, werden door het volk bestormd; 150
personen werden gewond, waarvan één doodelijk;
Rossa zelf ontsnapte.
Hoe treurig het ook in Engelandnog
met de bediening der gerechtigheid gesteld is,
kan blijken uit het feit, dat er van 1 Juli 1876
tot 1 Juli 1877 in de gevangenissen van het
iVereenigd Koninkrijk niet minder dan 11,507
personen werden opgesloten gehouden vóór hunne
zaak in behandeling kwam dus vóór hunne
schuld door het gerecht uitgemaakt was. De duur
dezer voorloopige gevangenschap liep van twee
weken tot. zes maandenYan de laatsten,
die zes maanden in den kerker gewacht hadden
op recht, waren er 58.
Kerka ligt op den linkeroever der
Tundja, dicht bij den grooten weg; zijn vijftig
huizen rijzen als het ware uit den stroom op.
Ieder ontwijkt, zooveel hij kan, de sombere plaats,
van wier daken de vlag waait van het Roode
Kruis; reeds op een afstand hoort men het ge
jammer der ongelukkigen, die onmogelijk behoorlijk
verbonden en verpleegd kunnen worden. Drieduizend
vijfhonderd Turken en drieduizend Russen liggen
hier dooreen, lijdende aan hun wonden en ster
vende aan vreeselijke ziekten. Op honderd meter
van Kerka is een begraafplaats aangelegd. Een
compagnie soldaten doet daar den dienst van de
doodgraversde menscben hebben de handen vol
om kuilen te graven en weer dicht te werpen.
De dooden worden in rijen van vijf en twintig
naast elkaar gelegd, met takken, aarde en gras
zoden bedektboven iedere vijf en twintig wordt
een houten kruis in den grond geplant. In de
tot hospitalen ingerichte huizen trachten de licht
gewonde Russen en Turken zooveel mogelijk dienst
te doen als verplegersin een der grootste voert
een vrouwelijke chirurgijn het bevel; niemand weet,
van waar zij komt of hoe zij heet, maar hare
onvermoeide werkzaamheid wekt aller verbazing
op. Alleen weet men dat zij een Russische is van
goede geboorte, ongeveer 28 jaren oud; zij heeft
een zeer innemend gelaat en is van een krachtigen
lichaamsbouw. Hare kleeding bestaat uit een lange
Tscherkessische jas, om de heupen met een lederen
gordel samengehouden, hooge laarzen en een kleinen
ronden hoedtoen de Russische officier, die verslag
gaf over den toestand in het Tjundadal, het hos
pitaal binnenkwam, was zij met opgestroopte mouwen
aan een amputatie bezig. Eerst had men hare
diensten afgewezen, omdat zij een vrouw was, maar
toen er na een geleverden slag chirurgijns te kort
kwamen, snelde zij ter hulp. Sedert dien tijd heeft
zij voortdurend uitstekende diensten bewezen.
In het Fransche dorp Launay hadhet
volgende vreeselijke voorval plaatsZekere Louis
Ohier, een schrijnwerker, oud 33 jaar, had zich
sedert eenigen tijd in zoo hevige mate aan het
misbruik van sterkedrank overgegeven, dat zijn
geestvermogens er door verzwakt waren en hij in
een krankzinnigengesticht moest worden geplaatst.
Na verloop van een half jaar werd hij daaruit
ontslagen, maar spoedig werd hij weer zoo onhan
delbaar, dat zijn vrouw, Fransoise Thiret, zich ge
dwongen zag hem voorgoed te verlaten. Ohier
woonde in hetzelfde huis met zijn twee tantes,
de 54-jarige weduwe Michelle Ohier en Julienne
Ohier, oud 75 jaar. Op zekeren morgen nu begaf
hij zich naar een buurvrouw om een mes van haar
te leenen, en op een weigerend antwoord hernam
hij„Odan zal ik het zonder dat wel klaren
Weinige minuten later vernam de buurvrouw een
hevig rumoer en op hetzelfde oogenblik zag zij
Julienne Ohier op de binnenplaats nederstorten,
badende in haar bloed. Met een schop had de
schrijnwerker haar eerst een slag op de rechter
zijde toegebracht en vervolgens een op het hoofd,
die onmiddellijk den dood ten gevolge had. Op de
hulpkreten der buurvrouw kwamen er van alle
zijden dorpelingen opdagen en nu zag men, dat
de waanziunige het lijk in huis had gesleept en
bezig was het vast te maken aan zijn werkbank.
Slechts met de grootste moeite mocht men er in
slagen den krankzinnige te binden. Toen een der
intusschen ontboden gendarmes hem vroeg, waarom
hij zijn tante had vermoord, antwoordde hij „Och,
dat kwam mij nu zoo eens in het hoofd." Overi
gens sloeg hij alles, wat er om hem heen geschiedde,
met de grootste onverschilligheid gade en zeide
toen men hem in het eerste verhoor bij het lijk
bracht: „Ik zal haar weer in orde brengen; ik
zal haar doen terugkomen. En mijn andere tante,
die zal niet op dezelfde wijze sterven. Ik zal haar
doen stikken en haar dan ook in het leven te
rugroepen."
Uit de dievenwereld verneemt men
telkens iets nieuws, dat van groote slimheid getuigt.
Zoo is de volgende geschiedenis eene der vernuf
tigst bedachte en tevens zoo doodeenvoudig, dat
men zich verbazen moet dat het bedrog niet reeds
vroeger in praktijk is gebracht. Eene zeer net
gekleede dame met twee meisjes meldt zich bij de
directrice van eene voorname kostschool te Parijs
aan. Zij wil daar hare dochtertjes plaatsen. Omtrent
de voorwaarden maakt zij geenerlei bezwaar; zij
is rijk; haar man heeft een groot handelshuis in
de wijk Saint-Honoré. Zij vertelt dat zij zelve ook
kant verkoopt en die tegen zeer billijken prijs kan
leveren. De directrice, die harerzijds aan de mama
der nieuwe leerlingen wederkeerig eene beleefdheid
bewijzen wil, stemt er in toe dat haar eenige
kanten ter bezichtiging worden gezonden. Den
volgenden namiddag te twee uren wordt het pak
bezorgd en te vier uren zal het worden terug
gehaald. Te drie uren echter komt de mama der
dochtertjes zelve: men heeft een verkeerd pak
gezondenzij neemt het weder medede bediende
zal straks het voor de kostschool bestemde bren
gen. Te vier uren komt de bediende, maar zonder
ander pakhij vraagt het eerste terug
„Mevrouw heeft het al medegenomen," is het
antwoord. „Wij hebben geen mevrouw!" zegt de
bediende en de beide partijen begrijpen, dat men
het slachtoffer van eene dievegge is geweest.
Dit bedrog had dezelfde dame op dezelfde wijze
bij verschillende kostscholen gepleegd; de com
missaris van politie kwam door de omschrijving
op haar spoor; maar toen hij aan hare woning
aanschelde, was de dame met hare kindertjes en
haar echtgenoot, een Belg, naar het vaderland van
dezen vertrokken. Men schat de waarde van het
geen zij op deze en op andere wijze door oplichterij
zich heeft toegeëigend op tweemaal honderddui
zend franken.
Een Ylaamsch lid derlnternationale,
zekere Verbauwen, zette een artikel in eene herberg
te lezen, dat als een staaltje van hoe men over
den koning aldaar durft schrijven, hier volgt
„Leest, arm en rijkMijnheer Karton (daarmede
bedoelt men koning Leopold II), de volksbedrieger,
doet in de gazetten drukken, dat in Middel-Afrika
geen quaestie van kruistocht is. Niettemin zendt
de schelm er kapiteins van het leger en soldaten
naar toe. Werklieden, laat u door dien bondgenoot
der zwarte kliek, dien heiligen landvreter, dien
evangéliseur of exploiteur, zoo dom van geest als
mank van poot, niet in de kleeren steken. Her
innert u wat men ons vroeger wijsmaakte om onze
kinderen naar Mexico te lokken. Zij gingen slechts
als „gardes d'honneur de Madame l'impératrice" (eene
zottin) spelen. Doch nauwelijks daar, werden zij
levend in een kerk verbrand. Weg met de volks
bedriegers! Leve het socialismusVerbauwen
is, zooals de Midd. Crt. meldt, welke dit fijn gesti
leerde stuk mededeelt, tot 18 maanden gevange
nisstraf en 900 franken boete veroordeeld.