Te Do ul lens (departement Somme)
zijn drie kinderen verbrand. Tijdens de afwezig
heid nl. van den heer Coudron schijnt zijn vier
jarig zoontje, met nog twee jongere kinderen in
de woning achtergelaten, door onvoorzichtigheid
met de kachel brand veroorzaakt te hebben. Des
middags te vier uren stond het geheele huis in
brand en er was geen mogelijkheid de kinderen
te redden.
De timmerman Lousteau teLibourne
een man die eene buitengewone lengte had
twee meter en zes centimeter was behulp
zaam geweest bij het aansteken der lampions voor
eene illuminatie. Hij ontving daarvoor honderd
centimes in een rolletje. Te huis komende bemerkte
hij dat het rolletje goudstukken bevatte en hem
honderd franken waren gegeven. Dit vertelde hij
aan eenige makkers. Den volgenden dag werd hij
in eene hinderlaag gelokt en vermoord. De moor
denaars wisten niet, dat Lousteau eerlijk genoeg
was geweest het goudgeld terug te brengen, zoodat
de reden voor hunne misdaad verviel. Vijf van
de medeplichtigen zijn reeds in hechtenis genomen,
waaronder ook de herbergier en diens vrouw, in
wier woning de daad is gepleegd.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Volgens de „Univers" zullen twaalf zendelin
gen der voor tien jaren door aartsbisschop Lavigerie
in Algerië gestichte congregatie tot bekeeriug
van Afrika met de eerstvolgende pakketboot uit
Algiers over Suez naar Middel-Afiika vertrekken.
Te Zanzibar zal een karavaan worden georganiseerd
en dadelijk na het regenseizoen, tot het laatst
van April, zal de tocht naar het binnenland, waar
apostolische vicariaten gevestigd zullen worden,
het eene aan het Tanganjika-, het andere aan het
Albert- en Victoria-meer, een aanvang nemen.
Later zullen de twaalf zendelingen versterking
ontvangen en verder tot het westen doordringen,
waar in den staat Muata-Yamyo, die tot aan de
grenzen der Portugeesche bezittingen moet reiken,
een derde vicariaat zal gevestigd worden.
De aanneming van het wetsontwerp betredende
den staat van beleg door den Senaat wordt door
al de republikeinsche bladen als eene zegepraal
der Republiek en der Regeering met geestdrift
gevierd. Niet het minst karakteristiek zijn de ont
boezemingen der „XlXe Siècle". „Welk een
schoone dag!" roept dit blad uit: „welke afdoe
ning van zaken, welke treffelijke uitkomsten, welk
een genot van dergelijke zittingen, wanneer men
er zoo weinig aan gewoon is verslag te geven
Eene wezenlijke overwinning, vriendenbehaald
zonder den minsten schok, zonder eenige opof
fering, bijkans zonder slag of stoot. De commissie
en haar wapendrager, de onstuimige Delsol, hebben,
de een voor, de ander na, hunne position ontruimd
de constitutioneelen zijn teruggetrokken, de Bona-
partisten op de vlucht geslagen, de Regeering,
zegevierende over de geheele linie, behoudt het
veld. De wet is aangenomen. Inwoners van Parijs,
van Marseille, van Lyon, slaapt gerustHet spooksel
van den staat van beleg waart niet langer rond."
De commissie voor de begrooting heeft het
voorstel goedgekeurd, om ter gelegenheid van de
tentoonstelling (ter vergoeding van receptie-kosten)
aan den president der Republiek eene som toe te
kennen van 500,000 fr., aan de ministers van
buitenlandsche zaken en van openbare werken
elk 250,000 fr., en aan elk der overige ministers
100,000 fr., De commissie wil tevens gedurende
de tentoonstelling aan de werklieden in 's lands
inrichtingen te Parijs 10 pet. verhooging van
loon toekennen.
L uxemburg.
Het „Memorial" van het groothertogdom
Luxemburg maakt een decreet openbaar, waarbij
de op 13 Eebruari 11. tusscben de regeering van
het groothertogdom eenerzijds en de heeren Mom-
maert en Eermont van Brussel en de Luxern-
burgsche Maatschappij van de Prins-Hendrik-
spoorwegen en bergwerken anderzijds, gesloten
overeenkomst betreffende de overdracht der aan
de genoemde Maatschappij verleende concessiën
aan de bovenbedoelde contractanten wordt goedge
keurd. Door dezen maatregel is het faillissement
der Maatschappij voorkomen en wordt de voltooiing
van het eerste deel van het net en de voortzetting
der exploitatie verzekerd.
Grroot-Britannië.
De „Times" betoogt, dat het niet slechts En-
gelands plicht, maar zelfs de plicht van geheel
Europa is om te eischen, wat het Engelsche Ka
binet van Rusland verlangt. Er wordt van Rusland
niet verlangd, dat het aan Engeland of aan Oosten-
rijk-Hongarije op een of ander punt toegeve, maar
dat het de rechtskracht erkenne der internationale
tractaten en zich niet onttrekke aan het volken
rechtelijk beginsel, hetwelk ook Ruslands gevol
machtigde in 1871 te Londen ondeiteekende, dat
een tractaat van kracht en voor de partijen bindend
blijft, zoolang niet in overleg met en onder goed
keuring van de onderteekenaars daarin wijziging
gebracht is.
Turlïije.
Een telegram uit Konstantinopel meldtDe
regeering ontkent, dat Hobart-pacha van plan zou
zijn de dorpen der insurgenten aan de kust in
brand te schieten. Hobart-pacha heeft bevel gekregen
door overreding te trachten de opstandelingen tot
onderwerping te brengenonderhandelingen met
de hoofden der opstandelingen zijn reeds aan
gevangen.
Telegrammen.
WEENEN, 21 Maart. Graaf Andrassy^ heeft
te kennen gegeven dat hij bepac'd vrede en een
gelukkig gevolg van het congres verwachtte.
De Russische regeering heeft te Odessa alle
schepen gehuurd van de Pontus-maatschappij, als
ook vele Grieksche en It liaansche, om de troepen
uit Klein-Azië over Trebizonde en uit Bulgarije
lerug te transpoitrereu.
LONDEN, 21 Maart. De „Times" bevat eene
ontleding van den officieelen tekst van het Rus-
sisch-Turksche vredesverdrag. De tekst komt in
het wezen der zaak met de reeds bekende lezing
overeen. Intusschen verkrijgen de Montenegrijnen
een grooter toevoeging van grondgebied, namelijk
ten noordoosten tweemaal zoo groot als waarop
zij, naar den grondslag van het uti possidetis,
aanspiraak konden maken. De Bnlgaarsche grens
loopt verder westelijk dan eerst was opgegeven.
Een jaar na de invoering rui den nieuwen re-
geeringsvorm in Bulgarije, kunnen gedelegeerden
van de Porte en van de Europeesche mogendheden
aan die regeering deelnemen. Na de uitwisseling
der ratification volgt het formeele sluiten van den
vrede. De preliminairen zijn onmiddellijk van kracht.
„O la belle choseavoir 20 ans, être un génie,
et marcher d'uu pas résolu a la recherche de
rinconnu!" Met deze woorden begon dr. Ballaud
zijne 5de voordracht over Molière.
Het verraste ons, zooveel nieuwe dingen te hoo-
ren over een onderwerp dat uitgeput scheen. We
vernamen met de levendigste beiangstelliug dat
Molière Lodewijk XIV het middel aan de hand
deed zich al die markiezen „qui gênaient son
soleil" van den hals te schuiven, door ze nl. in
een bespottelijk daglicht te stellen. Met genoegen
zagen we „tous ses Mascarilles en velours et
en épee" terug, Sgauarelle beurtelings als knecht,
echtgenoot, voogd, houthakker, geneesheer, en al
die personages die het eigendom van den dichter
zijn, evenals Panurge van Rabelais, Ealstaff van
Shakespeare en Sancho van Cervantes. Met de
meeste voldoening werden we geleid door die ge
heele galerij, welke de spreker met de geschiede
nis in de hand door de fijnste opmerkingen toe
lichtte en aanschouwelijk voorstelde. Maar wat ons
vooral boeide is de „Misanthrope"Alceste, dien
Molière ons voorstelt, verstandig, goedhartig, iet
wat puriteinsch gestreng; zijne jaloerschheid, waar
over hij zich schaamt, en zijne hartstochtelijke
liefde voor de onwaardige vrouw; Célimène, die
niemand anders is dan Armandc Béjart, de behaag
zieke, die nooit begreep welk edel hart zij tot den
dood toe wondde; al die in het stuk voorkomende
personen, zoo wel bekend aan het hof in 1666,
werden als naar het leven geteekend en wij juich
ten dan ook van ganscher harte toe.
Bij de 6de voordracht ging dr. B. voort dezelfde
ader te ontginnen. Ditmaal nam hij „Don Juan"
onderhanden, schijnbaar een zeer netelig onder
werp, maar dat zijn loszinnig karakter verloor,
vertolkt door den geestigeu spreker, die alles
weet te zeggen door alles goed te zeggen, en de
leus van het Theatre francais„castigat ridendo
mores" zoo goed tot werkelijkheid weet te brengen.
Wij zullen den spr. niet volgen in zijne rijke
commentariënhet zou ons onmogelijk zijn alles
weer te geven. Alleen herinneren wij aan zijne
prachtige voorstelling van het tooneel van den
„Arme", waar hij als in gloeiende trekken het
zedenbederf van den adel onder Lodewijk XV
schilderde, dat aan den paria zijne goede beginselen
ontnam en de nieuwe leuze in de wereld bracht:
„La propriété, c'est le vol". Wij roepen ook nog
voor uwe verbeelding terug het zoo lieve tooneel
van Pierrot en dat van Mr. Dimanche, welke hij
met echt Gallische geestigheid vertolkte. De
conféreucier verstaat dan ook uitnemend de kunst,
.ongemerkt zijne toehoorders van het drama tot
de „vaudeville" te doen nederdalen.
Wat „Tartuffe" betrefide spreker gaf blijk
van zeer veel tact, door de hinderlijke twistpunten
te vermijden en zich slechts tot die beginselen
te bepalen, welke den partijhaat overheerschen.
Voornamelijk trachtte hij den dichter te verdedigen
tegen de beschuldiging van athéisme door Bossuet,
en hij was welsprekend in zijn pleidooi. Ver
volgens op de geschiedenis, zijn geliefkoosd terrein,
terugkomende, woonden wij de worsteling bij van
het jeugdige hof van Versailles tegen het oude van
St.-Germain, de worsteling van Madlle de
Lavallière tegen de schijnvrome hertogin van
Noaiiles, ten gevolge van de vijandelijkheden, die
de eerste opvoering van dit: „impérissable chef
d'oeuvre, qui est resté, bien mieux que les flam-
mes de l'enfer, réternel chatiment des hypocrites",
daartegen deden uitbreken.
Rortom, mijne vrienden en ik hebben veel genoten
en onze kennis verrijkt.
Gemeenteraad,
Zitting van hedenmiddag te twee uren.
Tegenwoordig de heerenVan den Brandeler,
voorzitter, De Eremery, Librecht Lezwijn, De
Laat de Kanter, Ilartevelt, Goudsmit, Juta,
Suringar, Van der Zweep, Van Ilettinga Tromp,
Wilhelmy Damsté, EigemaD, Verster, Schelt.ema,
Cock, d'Aumerie, Obreen, Van lleukelom, Dries-
sen, Van Iterson, Krantz en Van Wensen. Afwe
zig met kennisgeving de lieer Du Rieu.
Na lezing en goedkeuring van de notulen der
vorige vergadering deed de Voorzitter o. a. mede-
deeling van de volgende ingekomen stukken: een
adres van De Keuning c. s., houdende bezwaren
tegen de plaatsing van het vischverkoopersbuisje
aan de Aalmarkt tegenover de Waag. (Adressanten
meenden dat toen dit punt door den Raad be
handeld zou worden, zoodanig huisje zou komen
te staan op de Riviervischmarkt nabij het reeds,
bestaande huisje, en verzoeken nu om verschillende
redenen alsnog aan het nieuwe een andere plaats
dan de bepaalde aan te wijzen. De Voorzitter stelde
voor na kennisneming van dit adres, over te gaan tot
de orde van den dag, waartoe zonder stemming werd
besloieu)een adres van de gezamenlijke Rijnschip
pers, waarin wordt gewezen op het gebrekkige
onderhoud van het Utrechtsche jaagpad, waardoor
het vooruil zicht, bestaat, mocht daarin geen ver
andering komen, dat eene geregelde vaart zeer
zal worden belemmerd. (Omtrent dit adres, zoo
mede omtrent dat van eenige stadgenooten tot onder
steuning daarvan, werd besloten ze in handen te
stellen van de commissie ad hoe); een adres van
Borgerding en Groenewegen, wijzende op de ver
ontreiniging van het Galgewater door het spoelen van
vellen door Steenhuyzen in dit water, zelfs in die mate
dat hunne paarden en koeien dit water niet willen
drinken, waardoor o. m. hun stalhouderij en vee
stapel met ondergang worden bedreigdeen adres
van de Commissie der Volksvoorlezingen hou
dende uitnoodiging tot bijwoning van de laatste
bijeenkomst op Maandag 25 Maart a. s.een
voordracht van B. en Ws. dat zij worden gemach
tigd tot tijdelijke aanstelling van een praeceptor
van het Gymnasiumeen adres van de raadsleden
Tromp, Hartevélt en Van der Zweep, voorstel
lende om de leeraren in de geschiedenis en aard
rijkskunde ook op te nemen onder art. le der