It echtzaken.
BUITENLAND.
Frankrij k.
Italië.
Telegrammen.
BURGERLIJKE STAND TAS LEIDEN.
Geveilde perceelen.
Een.gedetineerde in de cellulaire ge
vangenis te Amsterdam heeft zich door ophanging
van het leven beroofd. Daartoe heeft hij gebezigd
het touw waarmede de zak, waarin de boonen die
hem ter lezing waren gegeven, was dichtgebonden.
Hij heeft dit om den hals gedaan en het uiteinde
aan de gasspruit vastgeknoopt en zich voorover
buigende meer gesmoord dan werkelijk opgehangen.
Vr ij dag-avond omstreeks negen uren
ontstond hrand in eene woning op een kwartier
afstand van Naarden. Door den feilen wind aan
gewakkerd, bedreigde het vuur de omliggende
gebouwen, die echter gespaard gebleven zijn. De
woning zelve, die zeer laag geassureerd was, is
geheel uitgebrand; van den inboedel, die niet
verzekerd was, is bijna niets gered kunnen worden.
Aan boord van het schip „Noach V",
van Batavia te Nieuwediep binnen, bevonden
zich zeven koloniale gevangenen, die, wegens in
subordinatie, hun verderen straftijd in eene der
gevangenissen hier te lande moesten doorbrengen.
Op 8 Eebr. kreeg men midden in den Oceaan
een Pransch barkschip in het oog, dat later bleek
de „Séraphine" te zijn. Twee der gevangenen,
Pranschen, namen toen het roekeloos besluit om
over boord tc springen en zwommen naar ge
noemde bark, die hen met eene sloep te gemoet
kwam en opvischte.
Uit Paderborn wordt gemeld, dat ze
kere kleedermaker uit Purstenberg tot drie jaar
gevangenis veroordeeld is, wegens de volgende
poging tot oplichting. Hij had zich dood gehou
den, zich vervolgens uit de voeten gemaakt en
een lijkkist met steenen gevuld in zijne plaats laten
begraven, om op die wijze de uitkeering eener
levensverzekeringmaatschappij machtig te worden.
Zijne vrouw, de medeplichtige, is tot een jaar
gevangenis veroordeeld.
Op de te Gorkum gehouden visch-
markt is op den afslag door een ingezetene een
zalm gemijnd, waarin bij het opensnijden zijn
gevonden een stuk lood en een groote steen ter
zwaarte van 38 grammen, blijkbaar daarin gesto
ken om den zalm voor zwaarder te doen doorgaan
dan hij werkelijk was.
Te Winterswijk is Vrijdag-middag
even na twaalf uren de bliksem geslagen in het
houtwerk van den korenmolen „De Vrees" aan
den grintweg naar Meddelo, den zoogenaamden
Waliënschen weg. Binnen weinige minuten stond
het geheele gebouw in volle vlam, terwijl aan
blusschen van den grootendeels met riet gedekten
molen niet te denken viel. Toch mocht het ge
lukken een voorraad graan, benevens een paard,
dat zich binnen den molen bevond, in allerijl in
veiligheid te brengen. Een half uur later was van
den molen niets meer over dan een voorraad puin
en brandend hout. Toen de brandweer gereed was
om hulp te bieden, was reeds alles afgeloopen. De
molen was tegen brandschade verzekerd.
Te Raalte is ten gevolge van den
storm een man in 't Kanaal geraakt en verdronken.
Door den hevigen storm van Donder
dag-avond is een tjalk in het Krabbersgat nabij
Enkhuizen van haar beide ankers geslagen en op
den oostelijken leidam gedreven, waar ze vast
raakte en zwaar lek werd. De opvarenden, een
schipper met vrouw en twee kinderen, seinden om
hulp. Tegen elf uren waagde een met ongeveer
20 wakkere mannen bemande schokker zich in
zee, maar na vergeefsche pogingen, waarbij de
redders in groot levensgevaar verkeerden, moest
men afhouden. Ongeveer te twaalf uren gelukte het
drie andere schokkers de opvarenden te redden,
en bijna onmiddellijk daarna raakte de tjalk los,
sloeg om en zonk, zoodat de redding nog juist
bijtijds gelukte. De schipper was eerst kort ge
leden eigenaar geworden en verliest alles, daar
zijn vaartuig niet geassureerd was.
De eenige geredde matroos van het
bij Holyhead verongelukte schoenerschip „Elisa
beth Kloosterboer", kapt. Mulder, van Mazagan
met boonen via Palmouth naar Liverpool be
stemd, rapporteert den lsten Maart, te midder
nacht, bij dik weder en harden wind, kort na
het signaal van een vuurpijl gezien en een kanon
schot gehoord te hebben, vermoedelijk als gevaar-
sein van een vuurtoren, branding te hebben ont
dekt, waarna het schip onmiddellijk zwaar begon
aan den grond te stooten en spoedig vol water
liep. Wij beproefden toen, zegt hij verder, de
boot overboord te zetten, doch voordat wij daarin
slaagden, werd deze door eene zee getroffen en
tegen de verschansing geworpen, waardoor de
kapitein een been brak en een matroos zwaar
gewond werd. Wij namen daarop de toevlucht
in het want en sleepten den gezagvoerder en den
gewonden matroos mede naar boven. Nadat de
lading uit het schip gedreven was viel het plat
op zijde. Bij het aanbreken van den dag werd ik
door de zee uit het want geslagen en zwom naar
eene klip, ongeveer twee scheepslengten van het
schip, en na ongeveer een half uur daarop ver
toefd te hebben, werd ik door de reddingboot
afgehaald en te Rhosneigh aan land gebracht. De
gezagvoerder, stuurman en drie man der equipage
zijn verdronken.
Er heeft weder eene mijn-ontploffing
plaats gehad te Kilsyth, nabij Glasgow. De meeste
mijnwerkers werden gered, doch zestien zijn er
in de diepte opgesloten gebleven. Er schijnt niet
de minste hoop te bestaan hen te kunnen redden.
Uit Triest wordt gemeld dat de Lloyd-
stoomboot „Sphinx", van Kawala komende, met
2500 Circassiërs aan boord, in brand is geraakt.
Bij Kaap Elia is de boot op strand gezet; 500
personen zijn daarbij om het leven gekomen, de
overige werden gered.
Men leest in het Algem. Dagbl. van
N.-I.Eene merkwaardigheid der laatste maanden
is de ontdekking van eene zeestraat dwars door
het eiland Timor-laut, een eiland, in de reeks,
die zich van Java naar Nieuw-Guinea uitstrekt, op
twee na het laatste; niet zoo bijzonder in den
weg gelegen dus, maar toch behoorende tot den
Ned.-Indischen Archipel en producten leverende
voor de inlandsche markt. De „Egeron", die eene
geregelde vaart door den oostelijken archipel ge
opend heeft, heeft dit eiland niet behoeven om
te varen, maar letterlijk kunnen coupeeren, aan
gezien midden door, van west naar oost, eene
zeestraat loopt van eene mijl breed. Op de kaart
is hiervan niets te zien. Zelfs de oostkust van
het eiland vormt eene doorloopende bergketen.
De arrondissements-rechtbank te Rotterdam
heeft Zaterdag uitspraak gedaan in de zaak van
den pijpenfabrikant G. J. Wagenaar te Gouda,
aangeklaagd, op klachte van den pijpenfabrikant
P. Goedewaagen te Gouda, wegens het zetten van
het merk D. W. op de door hem vervaardigde
lange pijpen, zonder vergunning van het plaatse
lijk bestuur van Gouda, in welke zaak de kanton
rechter te Gouda zich bij vonnis van 6 Eebruari
1878 onbevoegd verklaard had, tegen welk von
nis de ambtenaar van het O. M. bij het kanton
gerecht te Gouda in hooger beroep was gekomen.
De rechtbank heeft beslist, dat de kantonrechter
te Gouda ten onrechte zich onbevoegd heeft ver
klaard en heeft het door hem gewezen vonnis
vernietigd. Zelve rechtdoende, heeft de rechtbank
vervolgens den beklaagde van alle rechtsvervolging
ontslagen, op grond dat hij het merk D. W. niet
deed zetten op den hiel, maar op den kop van
de lange pijpen. Voor het kantongerecht te Gouda
waren tien en voor de rechtbank te Rotterdam,
Zaterdag 2 Maart, zestien pijpenfabrikanten of pij
penmakers a charge of a décharge als deskundi
gen gehoord. De officier van justitie had gerequi-
reerd eene boete van 100 gulden of gevangenis
straf van 14 dagen. Mr. Kranenburg, advocaat
te Gouda, trad als verdediger van den beklaagde op.
De gemeenteraad van Parijs heeft 10,000 fr.
toegestaan voor het vieren van den honderdsten
verjaardag van Voltaires dood.
De Eransche academie heeft besloten in
1880 een prijs van 20,000 fr. toe te wijzen voor
het beste werk, dat in de vijf voorgaande jaren
geschreven is over den toestand der vrouwen.
Het schijnt meer en meer zeker te worden, dat
de particuliere aangelegenheden van den minister
van binnenlandsche zaken, Crispi, de voorname,
zoo niet de eenige reden waren van zijne onver
wachte aftreding op den dag vóór de opening der
Kamer. In 1854 ging de heer Crispi, toenmaals
Napelseh onderdaan, op Malta een kerkelijk huwe
lijk aan met zekere Rosalia Montmasson, die dan
ook twintig jaren achtereen zijnen naam droegen
steeds bij verschillende gelegenheden en in allerlei
gezelschappen als zijne wettige vrouw optrad, gelijk
ook het huwelijk zelf geheel in den regel schijnt
gesloten te zijn. De desbetreffende akte is intus-
schen niet overeenkomstig de Napelsche wetsbe
paling geregistreerd geworden. In hoever het huwe
lijk daarom in rechten als nietig behoort te worden
aangemerkt, zal de rechter hebben uit te maken.
Hoe dit zij, ofschoon Rosalia Montmasson nog in
leven is, heeft de heer Crispi, sedert vier jaren
feitelijk van haar gescheiden, den 26sten Januari
dezes jaars te Napels een burgerlijk huwelijk aan
gegaan met Eilomena Barbagallo, en wel na van
den procureur-generaal bij het hof van appèl dis
pensatie gekregen te hebben van de vereischte
openbare afkondigingen. De dispensatie is, over
eenkomstig de wet, verkregen krachtens eene be
hoorlijk gelegaliseerde verklaring van een genees
heer, volgens welke de hoogst zorgelijke toestand
der bruid de minste verplaatsing verbooden de
afkondigingen zijn, mede overeenkomstig de wet,
vervangen door eene verklaring van bekendheid,
door vijf achtenswaardige burgers, waaronder een
hertog en een markies, onderteekend. Intusschen
was, volgens eene openlijke verklaring van een
dezer heeren, geen hunner in het minste met het
vroegere, hetzij dan wettige of onwettige, huwelijk
bekendwas dit verder wel degelijk het geval ten
aanzien van zekeren De Vivo, die ten behoeve
van den heer Crispi de verklaring van bekendheid
van hen verkreegen had deze eindelijk de zaak,
zooals hij thans zelf beleden heeft, voor hen ver
zwegen. De heer Crispi, terstond na het verschijnen
der dagbladberichten aangaande dat eerste huwelijk
door den bovenbedoelden mede-onderteekenaar der
verklaring van bekendheid over de zaak schriftelijk
ondervraagd, deed er het zwijgen toe.
Ten gevolge van de verkiezing van Cairoli
heeft het ministerie zijn ontslag ingediend.
BUCHAREST, 8 Maart. De vaart is weder in
vollen gang, van Orsova tot aan Turn-Magurelli.
De Turken hebben een aanvang gemaakt met
de ontruiming van het eilandje Adakaleh; het
garnizoen moest over Servisch grondgebied trekken.
LONDEN, 10 Maart. Dertig- a veertigduizend
personen waren heden te Hydepark bijeen, om
demonstratiën te doen vóór en tegen den oorlog.
ATHENE, 10 Maart. De Engelsche regeering
heeft ter kennis gebracht van het Grieksche ka
binet, dat zij het voorstel van Griekenland, om
op het congres vertegenwoordigd te worden, zal
ondersteunen.
ROME, 10 Maart. De heer Cairoli heeft de
taak tot het vormen van een nieuw ministerie
aanvaard.
MADRID, 10 Maart. De staatsbegrooting is
aangeboden. De ontvangsten worden geraamd op
752, de uitgaven op 760 millioen. De houders
van te Londen aflosbare obligatiën zullen pCt.
ontvangen.
Eerste Huwelijksafkondiging van 10 Maart.
P. De Bruyn jm. 24 j. en E. In 't Hol jd.
24 j. P. Mooten jm. 26 j. en H. Van der
Reyden jd. 22 j. C. Van der Kaay jm. 24
j. en P. J. Van Houten jd. 24 j. A. Groo-
tendorst jm. 23 j. en M. Visser jd. 23 j. J.
Neuteboom jm. 25 j. en M. Duykers jd. 26 j.
A. Wolff jm. 81 j. en C. Van Raalte jd. 21 j.
A. Otgaar jm. 21 j. en C. De Blaauw jd. 27 j.
Gehouden verkooping aan den Burg alhier op
9 Maart, ten overstaan van den notaris A.
Van Leeuwen:
Een winkelhuis en erf aan de noordzijde van
de 4de Groenesteeg, N°. 90, Sectie C, N°. 668
kooper N. Anes q.q., voor 1900het huis
en erf N°. 92 daarnevens, niet geveildtwee
woonhuizen met erf aan de oostzijde van de Lan-