zienlijke sr -ei king van pl. m. 50,000, onlangs door den nee* Hero Hazelhoff' aan haar gedaan. De luitenants-ter- zee der 2de klasse C. E. Hummel en E. C. E. L. Koster, laatst behoord hebbe ide tot de rol van Zr. Ms. schroefstoomschip „Prinses Maria" te Konstantinopel en van daar den 2lasten dezer in Nederland teruggekeerd, zijn met dien datum op nonactiviteit gesteld. Z. M. heeft aan M. Van Gelder, te Tours, vei' und het aannemen en dragen der versierselen van ridder in de orde van Isabella la Catolica; aan W Lijn, 2den stuurman van het Nederlandsch barkschip „Heemse", als blijk van goedkeuring en tevredenheid wegens de redding der bemanning va bet op 16 September 1877 in de Noordzee in nood verkeerend Nederlandsch schip „Jantina", t- sgekend de zilveren medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift; bij den geneeskundigen dienst der landmacht beuoemd tot apotheker H. Van Gelder; en 2den luitenant H. G. L. Erackers, van de infanterie hier te lande, in zijn rang en ouderdom overgeplaatst bij de infanterie van het leger in Oost-Indië; aan den met verlof hier te lande aanwezigen kapitein der infanterie van het leger in Ned.-Indië O. II. L. Nieuwenliuyzen, wegens ongeschiktheid tot het gaan hervatten van den werkehjken dienst, ten gevolge van lichaamsge breken, eervol ontslag verleend uit Zr. Ms. mil. dienst, met toekenning van pensioen. Cjtemengd IVieuws. Toen zich hedennacht omstreeks drie uren een paar studenten aan de stalhouderij in de "VVeddesteeg vervoegden, grenzende aan de wollen en sajettenfabriek der heeren Van Ilartrop en Zoon, ontdekten zij eene sterke brandlucht. Onmiddellijk werden de eigenaars der fabriek hiervan in ken nis gesteld, waarna bij onderzoek bleek dat eene kleine boeveelheid wol, in manden naast het ke telhuis tegen den muur staande, smeulende of reeds brandende was. Terwijl dadelijk de hulp van de Kweekschool voor zeevaart met hare spuit werd ingeroepeu, mochten de middelerwijl aangewende pogingen om den brand met emmers water te blusschen niet batende vlam deelde zich ook aan andere voorwerpen in het vertrek mede, tastte vervolgens de trap aan en baande zich een weg uaar de boven gelegen drogerij, waar zich eene aanzienlijke hoeveelheid wol bevond. In een oogen- blik stond alles in lichterlaaie en weldra verspreid den klokgelui, geklep en trommelslag de onheilspel lende mare door de stad. De leerlingen der Kweek school kweten zich dapper van hunne taak en spoedig was de geheele brandweer op de been, welke er in mocht slagen den brand tot de dro gerij te beperken en zoowel het daarachter gren zende magazijn als de zich er voor aan het Gal gewater bevindende fabriek en de andere belen dende perceelen te beschermen. De stoomspuit bleef echter tot halfacht bij tusschenpoozen water geven. De geheele schade wordt op ongeveer f 4500 ge schat, waaronder voor f 3000 alleen aan wol. De werkzaamheden in de fabriek konden 's morgens weder hervat worden. Hoe de wol in brand geraakte is onbekend. Eene aanzienlijke menigte was tijdens het onheil nabij het terrein tegenwoordig, doch daar de drogerij door de meerdere hoogte der fa briek voor het oog der toeschouwers verborgen was, waren voor dezen niets dan rookwolken, een enkele maal ook een paar vlammen zichtbaar. Ten gevolge van de te Dordrecht heerschende mazelen-epidemie zijn er van de 360 kinderen, welke de stedelijke bewaarschool telt, thans slechts 16 die de school bezoeken. De diaconie- bewaarschool is reeds geheel ontvolkt. Op den te Heerlen gestationeerden rijks-veldwachter Pasman werd Maandag, terwijl hij zich in dienst bevond, door een wilddief ge schoten. Hoewel men aanvankelijk niet voor het leven van den ambtenaar vreesde, is de man gis teren overleden. De dader, een ingezetene van Hoensbroek, is nog niet gevonden. Te Par ij s is de geneesheer Peter met algemeene stemmen benoemd tot lid van de aca demie der medicijnen. De beroemde geneeskundige was eerst zetter en later corrector in eene druk kerij van de firma Lahure, en terwijl hij alzoo voor zich en zijne moeder den kost verdiende, stu deerde hij in de medicijnen en werd een beroemd man. Te Bnvssel is een telephoondienst ingericht tusschen het paleis des konings en het kabinet van den minister van openbare werken en tusschen de kamer van volksvertegenwoordigers en den senaat. Het drama „Marceau ou les Enfants de la République" is ook te Havre ten tooneele gevoerd, maar op de aanplakbiljetten was aange kondigd, dat de „Marseillaise" op hooger last niet op het tooneel zou gezongen worden en dat het orkest in de ouverture ook „le Chant du Depart" zou weglaten. De vertooning begon te midden der grootste kalmte, doch later hief het publiek de „Marseillaise" aan en riep den régisseur ten too neele. Men ging middelerwijl voort met zingen. Hierna verscheen een commissaris van politie, voorzien van zijn sjerp, op het tooneel en deelde mede dat, indien het publiek niet ophield, hij zich genoopt zou zien de zaal te doen ontruimen. Het stuk mocht opgevoerd worden, maar niet anders dan het te Parijs gegeven wordt. Het drama werd toen verder zonder eenige stoornis afgespeeld. De baanwachter Lemoyne, een der slachtoffers bij het ongeval in de rue d' Avion te Parijs, is Maandag-morgen in het hospitaal St.-An- toine gestorven. Hij heeft geene inlichting over de wijze, waarop het zich heeft toegedragen, kunnen geven. Maandag heeft men op verschillende plaatsen in Normandië schokken van aardbeving gevoeld; te Rouaan vooral waren ze nogal hevig. Onder de feestelijkheden, waartoe het huwelijk des konings van Spanje aanleiding gegeven heeft, verdienen voorzeker de stierengevech ten bijzondere vermelding, waaraan bij deze gelegen heid edellieden, meest officieren der cavalerie, als liefhebbers deelnamen. Onder de daarvan in de bladen gegeven beschrijvingen is die van den berichtgever der „Times" niet de minst schilder achtige. Het Zaterdag gehouden stierengevecht, zegt genoemde correspondent, werd door het geheele Koninklijk Huis, de ambassadeurs, de grandes en 16,000 andere toeschouwers bijgewoond. De trein was schitterend. Eerst kwamen de ko ninklijke trommelslagers en trompetters, de gala rijtuigen der hertogen vau Sesto en Santona, de caballeros en plaza, de eerste matadores, de beste klingen van Madrid; voorts tien pages in de kleu ren hunner meesters en aan de beenwindsels ken baar; dan twee ledige staatsiekoetsen, gevolgd door een troep van torreros, picadores, banderille- ros, matadores; twee rijtuigen met de secondan ten der caballeros en plaza die deze aan den ko ning moeten voorstellen; eindelijk een aantal be dienden te voet. Alles schittert van goud en kleuren en luide toejuichingen barsten van alle zijden los en heel Spanje staat open om zijne helden toe te juichen, die straks nieuwe lauweren of woedende smaadredenen zullen inoogsten. De caballeros stappen uit, worden voorgesteld en stijgen te paard. Al de overigen, behalve de al- guazils, zitten af, de deuren worden opengewor pen; de eerste stier, met glanzig zwart haar en breede horens, rent het strijdperk in, blijft een oogenblik, door het plotselinge licht verblind, staan en stort dan met gebogen kop op de alguazils toe, die zich tot groot vermaak der aanschouwers uit de voeten maken. En nu begint het welbekende bloedtooneelMannen in mantels van schitterende kleuren hitsen den stier aan en ontkomen aan zijne woede door hunne kleederen over zijn kop te werpen, wanneer hij hun te na komt. Dan steekt de picador, liefhebber of van beroep, zijne lans in het lichaam: een purperroode straal schiet af van de glanzig zwarte huid en kleurt de zijden en pooten van den stier en het opstuivende zand. De eene afschuwelijkheid volgt de andere. De stier doorboort het paard des picadors en zijn berijder, maar wordt door de torreadores afgeleid. Het paard zieltoogt met opgescheurden buik, en de stier, met bloedroode horens, heeft tien wonden in het lichaam. Nu en dan is het, of het trotsche dier met gestrekten hals en droevig, bijna smeekend oog om ontferming vraagt; maar de mensch is buiten zich zeiven en geeft hem, voor meelij, de banderilleros. Lenige mannen te voet steken en wonden hem met haken en slingeren kleine pieken in zijn lichaam, waaraan veelkleurige wimpels han gen. Het dier springt woedend rond en de wimpels worden doorweekt in het van zijne zijden afstroo- mende bloed. Een roodachtig schuim vliegt vau den bek, de tong hangt er uit, de doodstrijd be floerst de oogen. Nog tracht hij naar de deur de wijk te nemen, de toeschouwers klappen in de handen en werpen hunne hoeden in de lucht ter eere van den schitterendsten aller „torreros". Voor eenige dagen, zoo verbaalt de „Eigaro", verscheen in het logement van Mme. Pax in de rue Rennequin te Parijs een persoon met een bruinen knevel en militaire houding en verlangde een gemeubileerde kamer. Nadat men hem eenige vertrekken had laten zien, koos hij er een gelijkvloers en huurde die voor 200 franken per maand, waarna hij de vreemdelingenlijst tee- kende onder den naam van Jules, kapitein bij het 79ste linieregiment, voor drie maanden gede tacheerd. Tegen den volgenden morgen verwachtte hij zijn vrouw en zijn dochtertje met de bagage, en dewijl zich daarbij ook zijn geldswaarde bevond, verzochthij tot zoolang uitstel van de gebruikelijke vooruitbetaling van veertien dagen huur. Nadat hij nog twee handdoeken had gevraagd, begaf hij zich te bed. Den volgenden morgen klopte de eigenares van het logement zacht aan de deur van de kamer des kapiteins om te vernemen, of diens vrouw reeds was aangekomen geen antwoord. Twee ureu later deed zij hetzelfde nogmaals het diepste stilzwijgen. Niet weinig ongerust, trachtte zij door de ramen naar binnen te zien en bemerkte tot haar verwondering, dat deze niet volkomen gesloten waren. Ze open te stooten was het werk van een oogenblik. Welk een tooneelDe geheele kamer lag overhoop, maar van pendule, tapijten, beddegoed, in één woord van alles, wat slechts eenige waarde had, was geen spoor te vinden. Het spreekt van zelf, dat de logementhoudster ter stond bij de politie een aanklacht indiende. Een tweede aanklacht, den volgenden dag bij de politie ingekomen, maakt melding van een zelfde feit, den volgenden nacht in een huis in de avenue Neuilly gepleegd, waarschijnlijk door denzelfden bedrieger met zijn handlangers. De „Etoile Beige" zegt, dat er sprake is van de invoering van nieuwe Postzegels. Het stelsel dat daarbij volgens het blad zal worden gevolgd, verdient vermelding om zijn eenvoudigheid en beknoptheid. In plaats nl. van zegels van twaalf verschillende waarden en elf verschillende kleuren, zouden er volgens de nieuwe inrichting nog slechts postzegels van drie kleuren en drie waarden zijn, met dien verstande, dat zij in vier deelen kunnen worden gescheurd om de onderverdeeling te be komen, zoodat men met postzegels van 4 en 2d centimes en van 1 frank in alle thans bestaande frankeeringen zou kunnen voorzien. Het zegei van 4 centimes zou dan bestaan uit 4 deelen elk van 1 centime, dat van 20 centimes uit 4 deelen t tc van 5 centimes en dat van 1 frank uit vier deert, elk van 25 centimes. R echtzaken. De ook hier ter stede algemeen bekende lied jeszanger C. Meyer stond gisteren voor de cor- rectioneele rechtbank te Amsterdam terecht ter zake van verbreking van afsluiting door het in den nacht van 12 Januari 11. stuk slaan van vier ruiten van het zijn zoon toebehoorend koffiehuis, op den hoek der Paleisstraat en Nieuwezijdsvoorburgwal aldaar. Op de vraag van den voorzitter naar zijn beroep antwoordde hij„vroeger kok en pastei bakker [te Leiden], nu dichter". Deze man, die voor een deel door gemelden zoon wordt onder houden, had, volgens diens verklaring, reeds her haaldelijk bij hem de glasruiten ingeslagen, omdat hij hem niet ten zijnent wilde toelaten wegens zijn ongeregeld levensgedrag. Nu deed hij het opnieuw op het oogenblik dat zijn schoondochter op het punt was van te bevallen. Dit wekte dermate de woede op van zijn zoon, dat hij hem van zijn huis terugwierp en de hulp inriep van de inmid dels toeschietende nachtwachts. Het inslaan der ruiten werd door verschillende getuigen voldoende gestaafd, al ontkende beklaagde het ook. Deze gaf op dat men van binnen de glazen tegen hem had aangeduwd. Hij moest in dat huis wezen, waar zijn vrouw en minderjarige kinderen verblijven; van verbreken der afsluiting kon geen sprake zijn. Het O. M. requireerde met toepassing van verzachtende omstandigheden (Meyer had o. a. beloofd het zijn zoon niet meer lastig te zullen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2