N°. 5496.
Dinsdag
A0. 1878.
15 Januari.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon-en Feestdagen, uitgegeven. •-
LONDINIAS VAN VOSMAER,
gelezen op den spoortrein door Muloothros.
Er bestaat gelegenheid tot verzending der
correspondentie naar Ned.-Indië door middel van
het stoomschip „Torrington", van den Rotter-
damsche Lloyd, waarvan het vertrek uit Vlissingen
op 16 dezer is bepaald.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes van partijen van 100, 50, 10,
en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 30.00,
15.00, 3,30 en 1,55; de laagste 30.00,
15.00, ƒ3.00 en ƒ1.50.
Tot leden van het Indisch Genootschap zijn
door het bestuur benoemd de heerenmr. J. A. Van
der Chijs, laatstelijk inspecteur van het onderwijs
in N.-Indië, te 's-Hage; mr. J. G. Patijn, lid
de Tweede Kamer, te 's-Hage; J. Wuste, te Am
sterdam mr. J. De Wal, oud-hoogleeraar te Lei
den, en jhr. mr. J. Roëll, lid der Tweede Kamer,
te 's-Hage.
Het wiskundig genootschap „Een onver
moeide arbeid komt alles te boven" te Amsterdam
viert in het begin van 1879 zijn honderdjarig
bestaan. Het bestuur is voornemens bij die gele
genheid uit te geven de bijna onbekende op het
stadhuis te Leiden in 1599 gedrukte „Corte ou-
derrichtinge over het disconteeren van Custinghen
(hypotheken) door L. Van Ceulen, J. Prz. Dou
en S. Van Hout, en het langen tijd verloren ge
waande Waardij e van Lijff-renthe naar proportie
van Los-renthen" door Johan de Witt, 1671. De
kosten dier uitgaven zullen door bijdragen der
leden worden gedekt.
Het hof heeft den rouw aangenomen voor
den tijd van drie weken, te weten: eene week
middelbaren en twee weken lichten rouw, ingaande
den llden dezer, wegens het overlijden van Z. M.
Victor Emanuel H, koning van Italië.
Een hij het departement van koloniën ont
vangen telegram van den gouv.-gen. van Ned.-Indië,
van 11 dezer, bevat het bericht dat de ex-radja
van Simpang-Olim, Toekoe Moeda Nja Malim,
van wiens vlucht na de inneming zijner verster
king te Panteh-Siram, werd melding gemaakt in
de Staatscourant van 18 Juli 1877, zich aan het
Nedcrlandsch gezag onderworpen heeft. De gezond
heidstoestand in Groot-Atjeh wordt in hetzelfde
telegram zeer gunstig genoemd.
's Konings commissarissen in de onderschei
dene gewesten zijn geraadpleegd omtrent het tijd
stip van oproeping der milicien-verlofgangers voor
het bijwonen van de najaarsoefeningen. De minis
ter van oorlog wenscht dat tijdstip zoo te rege
len, dat die oproeping zoo min mogelijk strekke
ten nadeele van de milicien-verlofgangers zeiven
en van de bedrijven, waarin zij werkzaam zijn.
De minister van oorlog zal a. s. Donderdag
geen audiëntie verleenen.
De 1ste luitenant van den staf der infanterie,
W. C. Piepers, zal, wegens langdurig verblijf aan
de normaal-schietschool, van deze betrekking eervol
worden ontheven.
Met den 21 sten dezer worden de scheeps
klerken M. J. Rambonnet en D. G. Krol van
der Hoek geplaatst, respectievelijk aan boord van
Zr. Ms. opleidingschip „Anna Paulowna" en
„Admiraal van Wassen aer"en de lui tenant-ter-zee
der 1ste klasse C. Hoffman aan boord van Zr. Ms.
schroefstoomschip „Van Galen", en belast met de
waarneming der betrekking van adjudant bij den
benoemden divisie-commandant, den kapitein-ter-
zee W. K. Van Gennep.
In de civiele zitting van hedenmiddag heeft
de hooge raad arrest gewezen in de eerste serie
der onteigenings-procedures van de spoorweg
maatschappij Leiden-Woerden. Zich vereenigende
met het gevoelen der rechtbank van 's-Gravenhage,
heeft het hoogste rechtscollege de gronden voor
de vernietiging der vonnissen onaannemelijk ge
oordeeld en mitsdien die uitspraken bekrachtigd.
De heer E. A. Van Vloten te Brussel heeft
opnieuw, als tweede bijdrage, 2000 voor de
Sumatra-expeditie gezonden.
Het stoomschip „Conrad", kapt. Graadt van
Roggen, vertrok Zaterdag van Batavia naar
Nieuwediep.
Z. M. heeft aan jhr. mr. Victor De Stuers,
referendaris hij het departement van binnenlandsche
zaken, vergund het aannemen en dragen der ver
sierselen van commandeur in de orde van Prans
Jozef; bij den geneesk. dienst der landmacht in
Ned.-Indië benoemd tot officier-van-gezondheid
2de kl. dr. A. Jager, genees-, heel- en verlos
kundige te Baiersbronn (Wurtemberg).
Uit Noordwijk wordt gemeld dat men
ook daar niet van spoorwegdiefstallen verschoond
blijft. Een trommel, goed met touwen verzekerd uit
Arnhem verzonden, is er nagenoeg van haar ge-
heelen inhoud beroofd aangekomen.
Een aantal gevaarlijke boeven zijn
verleden week te Amsterdam gevat en naar de ge
vangenis gebracht. Een drietal hunner, waarvan de
oudste nog pas 23 jaar was, hadden reeds het
grootste gedeelte van hun leven in de gevangenis
of het verbeterhuis doorgebracht. Zij hadden een
verfoeielijke bron van inkomst; zij betichtten nl.
iemand van een hoogst onzedelijke daad, dreigende
die openbaar te zullen maken. Hoewel volkomen
onschuldig, werden den man door de schurken tel
kens geldsommen afgeperst, op de bedreiging dat
zij van hem vertellen zouden wat zij wisten.
LEID8CH
FBIJS DEZEB COUBAKT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post...Ti 1.40.
Afzonderlijke Kommen0.0S.
PRIJS DEE ADTERTENTIEK:
Van 16 regels.....-.71.05:
Iedere regel meer,v 0.17$.
Groetere letten naar plaatsruimte.
daze, bezing het genot, dat een boekenvcrslinder gesmaakt heeft
roen bij, verlatend de stad, aan den boord van den Amstel gelegen,
leisde naar 't zuiden, naar 't vlek, dat de Hollandsche graven
(tot peet heeft.
Ie h oe het mogelijk was, dat hij, ruimte vergetend en tijdloop,
)oor 't rookspnwende ros van Hcfaistos medegesleept werd.
!oeI was d' ochtend geweest, en, verzonken in stille gepeinzen,
lad hij geslenterd in straten, op singels en velerlei grachten,
leurige dampen verspreidend, ten wierook voor Hugiëia;
lad op het plein van den Dam voor de honderdste male bewonderd
I Huis met de vensters en ook 't huis zonder vensters daarover,
'oorts ook de pomp, hel symbool van den volksgeest, smachtend
(naar water,
ladtok zijn offer gebracht in den grijzen hardsteenen tempel,
loor Pclletier daar gewijd aan Nicotia Hestia's eerdienst,
ioo dan bereikte hij drentlend, betredend den zwarten asfaltweg,
'erder de woelige straat, die genoemd is naar 'tzoigende rundvee,
'ot hij op eens voor het huis van een nijveren boekenverspreider
loerloos stond, als waar hij geworteld in d' aard, zooals eenmaal
chuchtere Dafne, afwerend d'omhelzing van Foibos Apollo.
leid het, o Muze, bezing wat het was, 't merkwaardige voorwerp,
eetnend den voet en het oog van den boekenbeminnaar Muloothros.
okkend lag het aldaar voor het venster des winkels; er lag rechts
i'Odnssca en links de Batrachomunmachia.
oor op den buitensten omslag, den peerlgrijskleurig geverfden,
ierlijk geprent, en omlijst door symbolische teekens en beeldwerk,
de, zoo rood als de kreeft, uit den ziedenden ketel getogen,
eide door kleur en door vormen den kunstenbeminnaar bekoren,
as hij als magischen titel de woorden„Londinias Vosmaer.''l)
llings rijpte 't besluit bij den boekenvereerenden wandlaar;
liep in den geldbuil greep hij, en vond twee drachmen, zijn laatste,
vergelukkig zich prijzend, dal hij in Den Haag een retourkaart
icli reeds gisteren kocht, en verzekerd dus was van zijn thuisreis.
Idus offert de zeeman, als 't schip tot vertrekken gereed ligt,
uk., zijn laatste vijf cent voor een borrel, een klare, tot afscheid,
ij dus, tredend in 't huis van den boekenverspreider, begon zoo
ield mij naar waarheid, Amstelbewoncnde nijvere boekman,
Held, asjeblieft, mij den prijs, dien gij wilt dat men brenge ten offer
dm te verwerven dat boek, dien peerlgrijskleurigen Vosmaer."
Jeïentig centen en vijf," zoo gaf hem de nijvre ten antwoord,
ij dus gaf twee drachmen, en juist arithmelisch bereeknend,
roeg hem vijftien centen terug en ontving ze, en tevens
Boekwerk, 't vurig verlangde, en 't gleed snel weg in den rokzak,
jnl langs den zwarten asfaltweg, langs hobbelige keien en klinkers
aert zijn gevleugelde voet hem terug naar het woelige Damplein,
aar bij slaat geen blik op het bonte gewoel om hem henen;
icnszins achtend den roep van de waakzame wagenbestuurders,
ringend hem noodend ten rit, en hem wijzend met spichtige zweepen
p hunne spichtige rossen, gelijkend op schimmen van Hades,
ager geribd, als gevoed met het haksel van droge afodillen.
ij ook bespeurde het niet, hoe een jeugdige zoon des Jordaans hem
ueekende naliep, hoog opheffend den pikzwarten borstel,
n hem blinkend te smceren de schrikkelijk beslijkte kothurnen.
id geen oor zelfs meer voor het droevige lied des rhapsoden,
ngend het lyrisch gedicht, hel beroemde„Och moeder die
(zeeman!"
rak door liep hij zijn weg, niet omziend, tot hij bereikt had
Voertuig „voor allen" geheeten, met plaatsen voor twalef van
(binnen,
en zooveel op het dak, het met banken en leuning voorziene.
)og is de zetel des menners, en even zoo hoog staan de acties,
anderd en zestig percent genoteerd in den tempel van Hermes.
s er nog plaats?" zoo vroeg hij al bevend in angstige spanning,
aarop, zoet als de stem Filomele's in 't nachtelijk duister,
Antwoord klonk uit den mond van den ijvrigen wagengeleider:
iet [nog één!" Toen steeg hij er in, en de vurige rossen
achten hem vogelgezwind naar dc statie des Hollandschen
(spoorwegs.
lerste Den Haag niet rooken," zoo iprak hij, met vor-
(sckende blikken
herp doorzoekend dc reeks van de samengekoppelde wagens.
1 naar Den Haag? naar voren. Hier, eerste niet rooken,"
i (zoo sprak toen,
oelend met vricndlijk gebaar, een geleider, de hoogste van allen,
nbaar van ver aan het gouden galon, omboordend zijn hoofdtooi,
ik aan den roodleeren riem, zich welvend over de sluitjas.
:t geelkoperen knoopen versierd. Dienstvaardig ontsloot hij
tig en behendig 't portier van den wagen, het dubbel gekrukte,
.aartjes, hceren," zoo sprak hij, alvorens de deur weer te sluiten,
agend 't papieren bewijs, dat ieder zijn recht op een plaats gaf.
o vraagt Charon, de veerman aan d'oever des Styxen, voorzichtig
rst den obool voor de vracht, aleer hij de dwalende schimmen
ert met zijn schuit naar den Hades, derdooden duistere wijkplaats,
n met een priem, aan het einde gehecht van een veerende
(knijpschaar,
ort hij een vierkant gat in het maagdelijk wil der retourkaart.
o ook boorde Odusscus in 't oog des Kuklopen d'olijfpaal.
idelijk klept men de klok met den klinkenden klepel, die
(waarschuwt,
ld weerkaatst het, en schril schreeuwt snerpend de (luit van het
(stoompaard.
I, geen teugel of band meer speurende, brullende voortstuift,
"hij. geleund in den hoek van de weeldriggepolsterde zitbank,
emi uit den rokzak 't boek, het beschouwend met heiligen eerbied,
Zet zich gemakkelijk tot lezen, vergetende ruimte en tijdloop.
Langzaam las hij het, proefde elk woord, ja iedren regel,
Volop genietend den geur, den ambrosischen, die er uit oprees;
Droomend van Hellas en kunsten Athene met Londen ver
warrend.
Voort dan toog hij, vereend in den geest met den kunstnaar Aloopex,
Ook met den vluggen Neaules, den wijsheid kweekenden Porthmos,
En met Oïlrnos, verzaamlaar van kostbaren, zeldzamen boekschat
Hoort hunnen mond ontstroomen den vloed der Platonische wijsheid
Volgt hunne schreden naar Hampton court en het heuvelig Richmond,
Dwaalt met hen mede, gevoerd in een hamson door't woelige Londen
Ook in het British Museum 't gesprek met Athena beluistrcnd.
Voort holt Foibos intusschen met schuimende rossen, en met hem
Rent als in razenden wedloop 't vurige paard van Hefaistos,
Vlug langs d' ijzeren baan met de tweelijn voerend de wagens.
Hij nu las, bleef lezen, en lette op niets wat er omging,
Kalm en tevreden zich lavend aan 't Attische epos van Vosmaer.
Voort ging 't langs Halfweg, langs 't deftige Huis met de Zwanen,
Voort langs Haarlem met 't beeld van den koster, die nimmer be-
(staan heeft,
Langs der Vogelenzang en den Burg, die in Veenen gebouwd is,
Langs Piet Gijzens brug, langs Warmonds priesterenzaaischool,
Voort langs Leiden, waar steeds nog de wetenschapkweekster Athcna
Vruchtloos een huis zoekt, half gestoffeerde vertrekken bewonend.
Voorschoten eindlijk voorbij, en toen kwam als de eindpaal der reizc
't Vorstelijk lustoord, eens de Hage der Hollandsche graven.
Niets van dat al zag 't oog van den bladzijvcrslindcnden lezer.
Rustig zat hij nog steeds, en genietend de kunstige verzen,
Wanend zich op zijn best pas tusschen den Amstel en 't Sparen,
Tot dat eindelijk de stem van een wagenontsluitend geleider
Plotseling riep: „Den Haag!" die woorden herhalend nog tienmaal.
Hij ook steeg er nu uit, en, den wagen bennttend des tramways,
Keerde hij weer tot zijn huis en zjjn huisgoön, immer herdenkend,
Lezend, herlezend, genietend het attische epos van Vosmaer.
Als hij des avonds zacht zich strekte op 't donzige rustbed,
Voerde hem Morfeus steeds nog rond in het heilige Hellas,
Tot roosvingrige Eoos het licht wéér bracht aan het aardrijk.
Dankbaar legde hij toen, de onschatbare gunsten erkennend,
Hem door Aloopex in dienst van Athene zot> kwistig geschonken
Dezen papyros neêr op het altaar van Neerlands Spectator.
Uitgave van A. W. Sijthoff te Leiden. Prijs 75 cents.
LEIDEN, 14 Januari.
Gemengd Nieuws.