Tiïï'liije. Telegra mmen BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN, B U T E N L A. 1ST 13. Kusiland. Bij gelegenheid der audiëntie van eene depu tatie uit het gemeentebestuur gaf de keizer zijne vreugde over zijn terugkeer te St.-Petersburg te kennen, en wees op de voldoening, welke door de verovering van Plewna verkregen is. „Wij heb ben veel gedaan," aldus besloot Z. M., „maar ons blijft nog veel te doen over. Moge God ons hel pen, om onze heilige onderneming tot een geluk kig einde te brengen Op 's keizers bevel heeft prins Gortschakoff de leiding der buitenlandsche aangelegenheden weder in haar geheelen omvang aanvaard. Generaal Igna- tieff is tot lid van den staatsraad benoemd. De correspondent van de „Daily News" deelt treurige bijzonderheden mede omtrent de slachtoffers van den sneeuwstorm in de omgeving van Bucharest. Een transporttrein o. a. maakte bij Cotroceni, eene voorstad van Bucharest, halt om af te wachten tot de storm bedaard was, doch hij werd nagenoeg geheel, ondanks de onmiddellijke nabijheid van een dichtbevolkte stad, onder de sneeuw bedolven. Toen de „Times"-correspondent Zondag 1. 1. de plaats van het onheil bezocht, waren een aantal lieden aan het uitgraven en reeds waren 29 lijken en 40 doode paarden opgedolven. Deze ongelukkigen hadden in de wagens beschut ting tegen den ijzigen sneeuwstorm gezocht, maar waren met hen bedolven en doodgevroren. Uit dit ongeval kan men eenigszins afleiden, zegt de correspondent, welke ellende de storm in Bulga rije veroorzaakt moet hebben. Dat onder zulk eene weersgesteldheid niet aan ernstige militaire operaties te denken valt, behoeft waarlijk niet geseind te worden. Dat niettemin de telegraaf Servische overwinningen blijft mel den, pleit dan ook niet voor de groote beteekenis der gevechten, te meer daar ook van Servische zijde gemeld wordt, dat de operaties door de sneeuw belemmerd worden. Ingevolge een nieuw plan ter verdediging van den Balkan, heeft Soliman-Pacha zijn hoofdkwartier te Tatar Bazarschik gevestigd. Mahmoud-Damat organiseert de verdediging. De ontevredenheid tegen de regeering neemt toe. Eenige ulema's zijn verbannen. Maandag zijn uit Alexandria 3000 Egyp tische soldaten ingescheept naar Konstantinopel. BELGRADO, 25 December. Gisteren namen de Serviërs na een heet gevecht van 8 uren Ak-Pa- lanka met zijne verschansingen en maakten drie Kruppkauonnen, veel ammunitie en proviand buit. De verliezen der Serviërs waren onbeteekenend. Prins Milan inspecteerde gisteren het corps, dat Nisch belegert. Het bombardement van Nisck begon in tegenwoordigheid van den Prins. Ilorvatovic vereenigde zich den 23sten bij St.- Nikolaas met de Russen. De aanval cp Pirot is begonnenop het slagveld van Ak-Palanka begroeven de Serviërs vele Turk- sche gesneuvelden; de gevangen Turken werden naar Alexinatz gebracht. ATHENE, 25 December. Er hebben volksde monstraties ten gunste van den oorlog te Lauria en Sparta plaats gehad. BERLIJN, 26 December. Aan de „Neue Zeit" wordt getelegrapheerdAndrassy had doen uitko men dat er weinig hoop was dat de mogendheden de Porte de behulpzame hand zouden bieden en vredes-onderhandeiingen zouden geopend worden. De Serviërs vreezen nu, dat zij door de Bosniërs zullen worden aangevallen, en de Turken zouden hierin een middel zien om hun moeielijkheden met Oostenrijk op den hals te halen. PARIJS, 27 December. De „Moniteur" meldt, dat de generaal Bressolies op nonactiviteit is gesteld, omdat hij aanmerking maakte op ontvangen ministerieele instructiën, ze beschouwende als de voorbode van onwettige maatregelen, waaraan hij zijne medewerking niet zou kunnen verkenen. De kapitein Labordère is om dezelfde beweegreden afgezet. Het geheele kabinet heeft den maatregel goedgekeurd. Het bevestigt zich dat don Carlos eene dringende uitnoodiging is gezonden om Frankrijk te verlaten. Hij moet heden in den loop van den ochtend vertrekken. Verscheidene Spanjaarden heb ben bevel ontvangen om Parijs te verlaten. van 20 tot en met 26 December. BEVALLEN. C. Van Beek geb. Verhoeven Z. J. Benning geb. Selier Z. C. M. Teljear geb. Van Dorsten D. J. Olivier geb. De Graaf Z. A. M. De Vink geb. Stiva Z. P. G. Verbree geb. Verdouw Z. A. Van den Berg geb Heemskerk Z. J. W. Galjaard geb. Dnivermana D. E. Kobyn geb. Wiede D. C. A. Van Haarlem geb. Omvlee D. S. Flaman geb. Meyers I). M. J. Wijsmau geb. Dickhoff Z. J. Teegelaar geb. Arnoldos Z. J. Van Schie geb. Hil- lenaar Z. G. A. L. De Groot geb. Oosterhoorn D. M. Van Zonneveld geb. Hofman D. M. Van Polanen geb. Stik- kcLrum Z. E. M. Schouten geb. Arnoldas D. M. Smit geb. Vlasveld D. M. K. De Haan geb. Cramer D. P. C. C. Niesten geb. Van Ilngten D. G. Goedraad geb. Boom Z. C. C. la Bye geb. De Baas Z. P. Plu geb. Helfen- stijn Z. E. C. Jonk geb. Van Oven D. W. P. Swaak geb. Calkboven Z. A. Biesiot geb. Mcurs D. GEHUWD. Mr. J. J. L. Baron Van Fridagh jm. en G. Bosch jd. A. Neuteboom jm. en J. Delmeer jd. J. J. Koree jm. en C. Vinkesteyn jd A. Coret jm. en E. Gressie wed. II. Regeer jm. en S. M. C. Slegtenhorst jd. W. A. J. Ju jm. en J. Buitendijk wed. OVERLEDEN. A. Van Halteren 41 j. W. Verhey 21 j. H. A. Grothe 27 j. J. Wakka Z. 2 j. - S. W. Gijzenij D. 4 in. II. C. Peiffer Z. 14 j. W. C. Vau der Burg wed. C. Hazersloot 51 j. N. Van Koperen Z. 8 m. C. Van der Weerd 36 j. G. Verhoeven 50 j. A. PardoH Z. 2 j. G. Van Es D. 8 m. J. Van der Harst D. 15 j. H. W. Kruymel D. 4 m. YV. Van den Wijngaard Z. 3 m. C. Eikerbout 1). 11 m. J. C. Smit 22 j. C. Koet geb. Larrcwijn 33 j. D. Helleman 47 j. INGEZONDEN. Kerstmis! Die inau moet wel een meoschenbater zijo, iu wiens borst niet iets, dat naar vroolijkheid zweemt, wordt opgewekt Er schijnt eeDo tooverkracht te liggen in het woord KerstmisAlles is gulheid en hartelijkheid. Dickens. Jezus is een kindervriend. Van Alphkn. „Pa! hier zijn twee kaarten: een voor u en moe en eeu voor mij. En over-overmorgenavoud dan is het feest. Een kerstboom, weet uEn 't begint om zes uren. En Marie zegt, dat het wel tot tieu uren duurt. En 't is iu de Stadszaal!" Het was mijn oudste, die verleden Zondag morgen met die luidruchtige ontboezeming de huiskamer binnenstormde. Ze kwam uit de Zon dagschool vau deu Protestantenbond. Ze was vree- selijk opgewonden en een en al verrukking over 't aanstaande genot. Ik keek haar eens aan en glimlachte, geloof ik. Eigenlijk had ik medelijden met haar. Zij wachtte zooveel van dat kinderfeest en ik, ik was op dat punt ongeloovig. Ik was bang, dat ze vreeselijk teleurgesteld zou zijn. Ik dacht aan den lijd, toen ik ook nog pas zeven jaren telde en ook nog „op de Zondagschool ging", wel niet op deze, maar op eene andere. Toen had ik ook eenmaal een Kerstfeest mee gevierd. En 'k had er dagen te voren met dezelfde opgewondenheid over gesproken en er even onge duldig naar verlangd. Maar ik werd bitter bedrogen. Ik had op genot gehoopt en niets dan verveling gevonden. Ik weet het nog heel goed. We kwamen allen bij elkander op Kerstavond in eene groote zaal. En we werden op stoelen geplaatst, dicht, heel dicht op elkander, net als de groote menschen in eene volle kerk. En toen klom er iemand, een zendeling, geloof ik, voor ons op den kansel en begon te bidden, zoo mooi, dat wij er niets van begrepen. Eu toen dat uit was, begon hij te preeken, zoo geleerd, dat wij binnen 't half uur zaten te gapen. En 't was of er geen einde kwam aan die preek. Ze duurde, geloof ik, wel twee uren. En al dien tijd zaten wij als kleine mannetjes en vrouwtjes en moesten stijf toezien en net doen of wij heel aandachtig luisterden. Slechts een oogenhlik verademing hadden we. Dat was toen we gezamenlijk een liedje zouden zingen, dat we op de Zondagschool geleerd hadden. Jongens, wat zongen wij er dapper op los. 't Was een genot, zoo eens even uit le blazen, en wij lieten ons dan ook volstrekt niet onbetuigd. Ik geloof niet dat ons gezang heel beschaafd en welluidend was, maar ons deed het toch goed. En toen begon de preek weer, en we zaten iveer allen heel deftig of vielen in slaap. Eindelijk Yvas de preek uit en we gingen naar huis. En toen hadden wij een Kerstfeest gevierd!" Was hel wonder, dat ik, met die herinnering achter mij, het van mijn kant voor eene opoffe ring hield, toen ik gisteravond mijn dochtertje naar de Stadszaal geleidde? Doch, laat mij't maai zeggen. Ik ben in mijne verwachting allerheerlijkst bedrogen geworden. Reeds bij 't binnentreden van de zaal bleek het, dat hier inderdaad een kinder feest zou gevierd worden. Hier geen kansel, maai twee groote kerstboomen, wier vriendelijke lichtjes u tegenlachten als verheugden ook zij zich in 't genot dat hier straks zou worden gesmaakt. En daar stonden rijen tafels, bedekt met geschenken die er allerverleidelijkst uitzagen. En daar waren ouders en belangstellenden, die met duizend oo»en dat alles aankeken en verlangend het oogenhlik verbeidden, waarop al dat heerlijks zich aan de oogen der kleinen vertoonen zou. Daar ging de deur open en 't jonge volkje trad binnen. Orde lijk en netjes, maar ongedwongen en vrij, stapten zij de zaal door en namen hunne plaatsen in. Eu toen begon het feest, waarvan ik het niet waag eene beschrijving te geveneen feest zoo uitste kend georganiseerd, dat het bijna vier uren kon duren, zonder dat de opgewekte stemming der kleinen een oogenhlik werd verstoord, een feest van kinderlijke uitgelatenheid en kinderlijke vroom heid tevens, een feest zoo geheel in den geest van den grootsten kindervriend, rviens nagedachtenis hier werd vereerd door de kleinen, die hij een maal, bij voorkeur, tot zich riep, dat het niet anders kan, of zij zullen daardoor een diepen onuit- wischbaren indruk hebben gekregen van „de blijd schap, die al den volke wezen zal." En- daarom is 't mij een innige behoefte hartelijken dank te brengen aan allen, die tot deze heerlijke uitkomst hebben meegewerkt. Ze zijn velen in getal. Ik zou zelfs de meeste van hen niet bij name kunnen noemen. Ook hebben zij mijn dank niet noodig. De echt kinderlijke blijd schap, waarvan z'j getuige waren, zal wel hun grootste belooning zijn geweest. Maar, zooals ik reeds zeideik had van dit feest zoo weinig ver wachting. En juist dat noopt mij, hier dankbaar te erkennen, hoe heerlijk de uitkomst ruijne ver wachting bedrogen heeft. Leiden, 27 December 1877. O. CORRESPONDENTIE. De ingezonden stuk ken van Equitas en C. zullen zoo spoedig moge lijk geplaatst worden. Gemeenteraad, Zitting van hedenmiddag te half vee. Tegenwoordig de heeren: Van den Brandeler, voorzitter, De Eremery, Librecht Li ;jn, De Laat de Kanter, Hartevelt, Goudsmit, Suringar, Van der Zweep, Van Ilettinga Tromp, Wilhelmy Damsté, Eigeman, Du Rieu, Cock, Obreen, d'Aumerie, Van Heukelom, Vau der Lith, Van Itersou, Krantz en Van Wensen. Later de heeren Le Poole eu Juta. Nadat de heeren mr. M. d'Aumerie en rnr. H. L. A. Obreen de bij de wet voorgeschreven eeden hadden afgelegd en vervolgens door den voorzitter waren geïnstalleerd, werd o. a. rnededee- ling gedaan van een dispositie van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring van de door den Raad vastgestelde inkomstenbelasting. Tevens was in gekomen een missive van curatoren der rijks universiteit alhier ter begeleiding van een schrijven van deu minister van binnenlandsche zaken be treffende de bijdrage der gemeente aau het aca demisch ziekenhuis eu waarin 75 cents per persoon en per dag door den minister zeer billijk werd geacht, ten gevolge ivaarvan hij zich met een bedrag van 50 cents niet kon vereenigen. Daar het alzoo bleek dat de te genwoordige minister hetzelfde gevoelen als zijn voorganger is toegedaan, werd op voorstel van den voorzitter staande de vergadering tot stemming overgegaan eu met 17 tegen 3 stemmen tot een bijdrage van 75 cents besloten. Daarna bracht de Voorzitter in herinnering dat dezer dagen het Werkhuis zijn 25-jarig beslaan herdacht had en het goede dat door deze instel ling in dat tijdperk was verkregen. De bedelarij hier ter stede o. a. was zoo goed als geweerd. Aan zijn voorstel om aan de Commissie van het Werkhuis namens den Raad een missive vau sympathie en gelukwensching te richten, werd bij acclamatie goedkeuring verleend. Tot lid van de commissie der bewaarscholen, in plaats van den heer Wilhelmy Damsté, die bedankt had, werd benoemd de heer F. Stokkuy-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2