huishoudster de heer K. was weduwnaar en vader van vier kinderen die met het knaapje ging zoeken en den vader in de beschreven hou ding vond op de kamer boven de slaapkamer badende in zijn bloed en ontzield. De natuurlijke warmte des lichaams bewees toen dat de dood eerst kort te voren was ingetreden. Niettegen staande het raam dicht was, bleek het bij het onderzoek duidelijk dat het open geweest is en dat de doode er met het hoofd buiten moet ge legen hebbendit bewijst de bloedhoeveelheid, die onmogelijk naar buiten op het kozijn heeft kunnen dringen, en het afgesneden baardhaar daarin ge vonden. De vraag is dus, zegt 't „N. v. d. D."heeft de doode zelfmoord gepleegd buiten het raam liggende, het mes, dat nergens gevonden wordt, weggegooid en toen nog de kracht gehad het raam te sluiten? Of moet aan moord gedacht worden? Er wordt niets vermist. Te vijf uren is het lijk naar de cellulaire gevangenis vervoerd om gerechtelijk te worden onderzocht. De overledene was iemand van middelen, van een prompten levenswandel, opge ruimd en hoogst geacht bij zijne ambtenaren en chefs. Te Amsterdam is Woensdag-avond een brievenbesteller, door de duisternis misleid, in de Baangracht bij de Looiersgracht geloopen en verdronken. Omtrent de vergiftiging van den ge pensioneerden kapitein van het O.-I. leger De Geer Boers, wonende op de Vondelskade te Am sterdam, wordt nog het volgende gemeldDe heer Boers leefde gescheiden van zijne vrouw, M. J. C. P. v. D., die in de Jakobusstraat te Rotterdam woonde en daar een berispelijk leven leidde. Hij ontving kort voor de ontvangst van den wijn een brief van zijne vrouw, waarin hem werd bericht dat 12 flesschen wijn door haar aan zijn adres waren afgezonden, om hem in een pas ondergane operatie wat te versterken. Dit schrijven is niet gevonden, maar vier getuigen bevestigen liet bestaan er van. De 12 flesschen wijn werden ontvangen, en na het nuttigen van een gedeelte van den inhoud gebeurde hetgeen reeds werd vermeld. Het lijk werd in de cellulaire gevangenis geopend en de ingewanden zijn ten onderzoek bij prof. Gunning, terwijl dr. D. J. Coster met het onderzoek van den rcstecrenden wijn is belast. Officieel is dus nog niet uitgemaakt, dat inderdaad vergiftiging heeft plaats gehad, maar de vermoedens zijn, naar aanleiding van den aard van het ziekteverloop bij den overledene en van de ongesteldheid zijner vrien den, zoodanig, dat bevel tot inhechtenisneming is uitgevaardigd tegen de vrouw en haar broeder, B. J. v. D., O.-I. ambtenaar met verlof, diegis- stermiddag beidennaar Amsterdam zijn overgebracht. De heer J. A. De Bergh maakt in „Het "Vaderland" melding van een gelukkige vondst. De heer J. Van Speybrouck in Den Haag kocht voor een geringe som een schilderij, 1.70 M. bij 1.50 M. groot, welk doek, na slechts weinig te zijn schoongemaakt, een echte Paulus Polter bleek te zijn. Een jonge stier, losgebroken van een boom, waarvan een tak aan een dik touw hem naslingert, wordt door zes honden van alle kanten aangevallen. Vooral de bruine hond, op den voor grond, die den stier aan de tong heeft vastgegrepen, is meesterlijk geschilderd. Een andere hond, die boven aan den kop van den stier hangt, wordt door deze tegen een zwaren boom te pletter gedrukt, zoodat het bloed een bij de voorpooten van den bul ten onderste boven geworpen witten hond met roode vlekken overdekt. Ook op zijn ug wordt de stier door een vreeselijken zwijnshond besprongen, terwijl de achterste hond, die aan den buik van den stier hangt, in woeste vaart door het tot razernij gebrachte beest wordt voortgesleept. Op den achter grond ziet men twee mannen en een heuvelachtig landschap. Het stuk is geteekend Petrus Potter pinx. Anno 1616. Een paar oude gehuwde lieden, op de Surhuisterveensterheide woonachtig, waren voor eenige dagen naar Roordahuizum bij hunne dochter gaan logeeren, en hadden zoolang hunne woning gesloten. Bij hunne terugkomst op Vrijdag-avond jl. vonden zij het huis leeg gestolen. Alles was weg, zelfs de aardappelen. De waarde van hetge- stolene is wel niet groot, want de bestolenen waren behoeftige lieden, maar toch zijn ze nu van alles beroofd, wat ze hun eigendom konden noemen. De justitie doet onderzoek. H. Stevens, opperman, en M. Van de Water, tabakswerker te Arnhem, zijn gisteren door het gerechtshof schuldig verklaard aan rebellie, gepleegd door eene gewapende vereeniging van meer dan twintig personen (kermis-tumult), en veroordeeld de eerste tot anderhalf jaar, de tweede tot één jaar cellulaire gevangenisstraf en solidair in de kosten. Over de beboeting door de ambtena ren ter recherche van twee schepen wegens ver breking van zegels, wordt uit Maassluis het vol gende gemeldDe gezagvoerder van het alhier ter reede liggende stoomschip „Carl E. Waern", geladen met suiker, is door den hier gestatio- neerden verificateur wegens genoemd feit bekeurd, en de gezagvoerder van de stoomboot „Asia", welk schip in den Hoorn geankerd lag, is door den visiteur van de ambulante recherche bekeurd, mede wegens schending van zegels, gelegd op het surplus provisie. Beide schepen kwamen van Rot terdam en waren aldaar behoorlijk verzegeld. Voor de eerstgenoemde bekeuring werd f 6000, voor de laatstgenoemde 3000 cautie gesteld, waarna de stoomschepen zijn vertrokken. Rcchtaiaken, De zaak van A. L., verdacht van het houden van een openbaar huis van hazardspelen, werd gisteren door de arrond.-rechtbank te Rotterdam behandeld. Vijftien getuigen werden gehoord, waaruit in hoofdzaak bleek, dat sinds jaren reeds in het door den beklaagde gehouden koffiehuis het volgende spel werd gespeeld: eenige personen heeten aan het biljart te zullen gaan potspelen; véér de trekking der balletjes, met cijfers van 112 voorzien, die de volgorde der spelers zullen aanwijzen, zetten nu verschillende spelers tegen elkaar geld in. Wie een lager cijfer trekt dan zijn tegenstander verliest, wie een hooger trekt wint. Mochten onwelkome bezoekers binnen treden, dan neemt het potspel natuurlijk een aanvang. De vragen, waaromtrent het debat werd gevoerd tusschen den officier van justitie, mr.Van Hamel, en den verdediger, mr.Van Gigli, waren 1°. valt hier te denken aan hazardspel? De ver dediger beweerde, dat hier alleen aan weddenschap te denken viel, geheel verschillend van spel. Het O. M. echter was van oordeel, dat het hier gespeelde gelijk stond met lotto-kien2°. is hier een open baar huis van hazardspel? 3°. heeft de beklaagde kofliehuishouder dat huis gehouden? Deze vragen werden op verschillende gronden bevestigend en ont kennend beantwoord. De eisch van het O. M. was één maand cellulaire gevangenisstraf, f 200 boete en verbeurdverklaring der in beslag genomen goederen. Het gerechtshof te 's-Gravenhage behandelde gisteren een drietal crimiueele zaken, alle diefstal van vee in de weide betreffende. In de eerste was betrokken zekere A. B., koop man te 's-IIeerenkoek. Deze persoon maakte zich in de laatste helft der maand Augustus jl. schuldig aan drie diefstallen van paarden, twee uit weiden onder Wolfaartsdijk en een uit een weide onder 's-Heer-Arcndskevke. Twee der paarden werden na de ontvreemding weder des nachts aan de respec tieve eigenaars teruggebracht, maar het derde paard werd tegen een ander paard met f 300 toe van dc hand gedaan. De feiten werden spoedig ont dekt en reeds dadelijk bekende besch zijn schuld, welke bekentenis hij gisteren volhield, opgevende door armoede tot het plegen der diefstallen gedron gen te zijn geworden. Hoezeer adv.-gen. mr. Gre gory het niet noodzakelijk oordeelde eene tucht huisstraf, die besch. verdiend had, te eischen, was hij toch van meening dat het maximum der cor- rectioneele straf moest worden opgelegd. Adv.- gen. requireerde derhalve eene veroordeeling tot 5 jaren gevangenisstraf. De verdediger mr. Kalff, die voor het eerst optrad, vond het requi sitoir niet in overeenstemming met het slot der akte van beschuldiging, waarin niet werd ten laste gelegd waarvoor thans eene veroordeeling was geëischt. Bovendien achtte hij de gevraagde straf in verhouding tot de gepleegde misdrijven te zwaar en verzocht ten slotte, met aanvoering van eenige verzachtende omstandigheden, de toepassing eener zachtere straf. De volgende persoon, die als beschuldigde voor het hof verscheen, was zekere J. W., huisknecht te Rotterdam, die reeds vroeger tot 5 jaren luclt huisstraf en tot 3 jaren correctioneele gevan-nn straf is veroordeeld. Hem wordt ten laste °eU diefstal vau een paard uit eene behoorlijk g°s\^ weide onder de gemeente Willeskop. In delL lemmermeer verruilde hij het gestolen paard te»' een ander en ontving bovendien nog ƒ10, wejf. ruilhandel hij nog tot tweemalen toe herhaald met op deze wijze verkregen beesten, waarmei hij nog f 14 in den zak kreeg. Met het w, vroegere veroordeelingen eischte adv.-gen. mr Qre' gory eene veroordeeling tot 5 jaren tuchthuisstraf De verdediger mr, Wttewaal geloofde niet ebt z™ cliënt tot de gevaarlijke misdadigers behoort g meende dat diens misdrijven het opleggen eener correctioneele straf wettigen. Eiudelijk was het een specialiteit in het geiten stelen, die zich voor het hof te verantwoorde: had. Deze persoon werd reeds meermalen we»enj zoodanige feiten veroordeeld. Thans werd hm geïmputeerd in den nacht van 29 op 30 jje: uit eene weide onder Nieuwerkerk a/d. jjsej andermaal een geit te hebben ontvreemd, hehecn hij, niettegenstaande twee getuigen hear hebbefl gezien èn nabij de weide èn in het feit Yan (j geit, ontkende, als reden daarvoor opgevende dat hij zich, toen de diefstal gepleegd werd,in bevond. Niettegenstaande die ontkenteim was adv.-gen. mr. Gregory van oordeel, dat de schuld van den besch. voldoende gebleken en liet wetti» bewijs geleverd was. Daar er geen nadeel was toegebracht, eischte adv.-gen. eene veroordcelin» tot 3 jaren gevangenisstraf. Mr. II. A. Yan Raalte, die mede voor het eerst als verdediger optrad, was overtuigd dat het volkomen bewijs van schuld niet was geleverd. Hij wederlegde di getuigenverklaringen en was van oordeel, na be spreking der houding van zijn cliënt, die vruchte loos had aangedrongen om zijn alibi te bewijzen en daartoe getuigen a décharge te doen lioorej dat er z. i. gronden te over aanwezig waren oe eene vrijspraak te doen volgen. De uitspraak in deze drie zaken is op morgei bepaald. 53ILTIrrE!I^rL^L.DJÏ>. Een particulier telegram uit Parijs meldt :GI» teren vergaderde te Versailles de rechterzijde ra den senaat. Een en twintig leden hebben ver klaard niet voor het ministerie te zuilen stemmen bij een motie van vertrouwen. Deze is daarom verdaagd en de senaat is gescheiden tot 11 November. In de bijeenkomst van alle leden der linkerzij? uit de Kamer, gisteravond bij uizondering gehou den, werd een comité benoemd dat volmacht kreeg zijne beraadslagingen geheim te houden. De bureaux der Kamer hebben zich gecon stitueerd. Al de gekozen voorzitters en secretarissen behooren tot de linkerzijde. In de zitting der Kamer heeft Brisson, lid der linkerzijde, bij gelegenheid der behandeling van de verkiezing van een officieel candidal uitstel gevraagd, omdat de verkiezing ernstige vragen deed rijzen, over welke op dit tijdstip me kon worden beraadslaagd. Het voorstel van Brissoa werd aangenomen met een groote meerderheid, tb voorstel van Haussedat werd de zitting te 5.j' geschorst, om te 8 uren te worden voortgezet. De gedelegeerden der rechterzijde van den senaat zijn gisteravond door den maarschalk ontvangen. De nota van het „Journal officie!' over ontslag der ministers, zegt het „Journal des Débafs werpt eenig licht op het verleden, en zoo men w ook op het heden, maar niet op de toekonm Het schijnt dus dat de ministers hun ons»: hebben ingediend. "Wanneer? Dit weet men me De officieuze dagbladen, zooals de „Eran?ab 1 hebben het tot op 't laatste oogenblik ont'en en indien men ons bericht, dat de ministers m ontslag verzocht hadden, is het enkel om ons doen weten dat zij het hebben ingetrokken. Zie W hoever wij gevorderd zijnDe ministers he j de eer gehad hun ontslag aan te bieden. het eene eer voor hen was, hadden zij he jn moeten handhaven. Zij hebben voorts in gesteld, „dat hun aanblijven de nadere e; u van den president der republiek niets hoegena prejudicieert." Dit moest zeker dienen om

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2