De Berlijnsche bladen deelen liet volgende vreeselijke voorval medeBij den hotel houder T. was gedurende eenigen tijd een dienst bode in betrekking, die vrij wat reden tot onte vredenheid gaf en dan ook menige berisping had te ondergaan, die zij zich echter met verwonder lijke onderwerping onderging. Die kalmte evenwel was slechts geveinsd. Op zekeren avond toch ver namen de echtelieden T. hevige angstkreten uit de kinderkamer, en toen zij zich daarheen hadden gespoed, zagen zij hun eenig kind, dat te bed lag, van alle zijden door vlammen omringd. In de hevigste wanhoop snelt de vader toe om het kind aan het vuur te ontrukken, te laat echter om het nog in het leven te houden, daar het na een hevig lijden aan de gevolgen der bekomen brand wonden bezweek. Intusscheu was het gebleken, dat het onheil veroorzaakt was door genoemde dienstbode, die een brandende kaars onder het bed had geplaatst, volgens haar beweren uit achteloos heid. Op grond van eenige gegevens schijnt men hier echter aan een afschuwelijke wraakoefening tegen de ouders te moeten denken. Dezer dagen wordt de instructie ge voerd in een zaak ten laste van twee Duitschers, kort geleden aangekomen te Brussel. De een, ge naamd Erlecke, geeft zich uit voor boekverkooper, de ander, die den naam draagt van Mündlauf, voor leeraar in de stenographic. Zij hadden, naar het blijkt, een brief gericht tot een zeer hoog geplaatst persoon, men zegt den Pruisischen am bassadeur te Weenen, en deelden daarin mede, dat zij staatsstukken in hun bezit hadden van bijzonder belang, die zij openbaar zouden maken, indien men hun niet een bepaalde geldsom uit keerde van een aanmerkelijk bedrag. De ambas sadeur bracht dezen brief ter kennis van zijn gouvernement, dat zijn minister-resident te Brus sel den last gaf om de Belgische regeering de onverwijlde inhechtenisneming der briefschrijvers te vragen en tevens het in beslag nemen der stukken, die zij onder zich hadden. De Duitsche minister-resident stelde, in naam van zijne re geering, een nota van deze strekking ter hand aan den Belgischen minister van buitenlandsche zaken, die het openbaar ministerie kennis gaf van de zaak. Ten einde het inbeslagnemen der stukken en de inhechtenisneming der houders te bereiken, nam een agent van de rechtspolitie, die vloeiend Duitsch spreekt, zijn toevlucht tot een vermomming. Hij deed het voorkomen, alsof hij zoo juist te Brus sel was aangekomen en stapte, van een bediende vergezeld, af in het Grand-hotel, van waar hij aan de twee personen, die hij zocht, schriftelijk bericht zond, dat hij vanwege den ambassadeur was gekomen om over den afstand der stukken te onderhandelen. Ten gevolge van dit schrijven werd een bijeenkomst afgesproken ten huize van een der Duitschers, die een kamer bewoonde in de rue des Alexiens. De agent vervoegde zich zonder uitstel ter afgesproken plaats. Terwijl hij de stukken onderzocht, konden de procureur- generaal en de rechter-commissaris zich den toe gang tot de kamer verzekeren. De stukken, die gestolen waren, werden in beslag genomen en in veiligheid gebracht. De Duitschers zijn na een zeer lang verhoor overgebracht naar de gevange nis in praeventieve hechtenis, beschuldigd van afpersing door middel van bedreiging. Beohtzakeii. Voor het gerechtshof te 's-Gravenhage had zich onlangs te verantwoorden een gewezen be diende van de bank van leening te Gouda, die sedert Juni 1874 aan die inrichting tegen f 5 's weeks als schrijver verbonden was. Hem werd ten laste gelegd dat hij in Februari en Augustus van dit jaar aan oneerlijkheden ten nadeele van de bank zich had schuldig gemaakt. Door het openbreken eener kist had hij zich een aantal gemaakte klecdingstukken, welke beleend waren, toegeëigend en op negen verschillende tijdstippen verkocht, terwijl hij eene mand met 35 petro leumlampen, waarop mede gelden waren geschoten, van tijd tot tijd van haren inhoud ontdeed totdat zij geheel ledig werd teruggevonden-. Ook werd hij be schuldigd van diefstal van eenige ballons en het ver duisteren van een pantalon. Volledig bekende de bes. zijne schuld en het bleek dat misbruik van sterken drank weder als de aanleidende oorzaak van het plegen der misdrijven kan worden aangemerkt.Adv.-gen. mr. Van der Hoeven requireerde een veroordeeling tot 3 jaren gevangenisstraf en eene boete van f 12.50. De verdediger mr. Paehlig voerde voor zijn cliënt eenige verzachtende omstandigheden aan en hoopte dat hem eene mindere dan door het O. M. geëischte straf zou worden opgelegd. Heden is hem 3 jaren gevangenisstraf en eene boete van f 12.50 opgelegd. BUITENLAND. Duitsch land. De „Nordd. Allg. Zeitung" zegt: Naar den loop, dien de zaken nu eenmaal hebben genomen, schijnt een oprecht liberale republiek in Frankrijk bijna den besten waarborg voor eene vredelievende po litiek op te leveren. De factoren, die er zoo ijverig werkzaam zijn voor andere staatsvormen, mochten wel eerst hebben bedacht, of er bij het slagen hunner plannen geen stoornis zou ontstaan in die vriendschappelijke betrekkingen, die, ten nutte van het algemeeen Europeesch belang, tusschen het Frankrijk van 1871 en de andere volken bestaau en wier bevestiging vooral in Duitschland door iedereen wordt gewenscht. JEt.uslu.rid. Officieel wordt uit Gorni-Studen gemeld„Op 17 dezer overvielen twee compagnieën Turken met bereden bashibazoeks onze voorposten bij Chankioi zij werden met groot verlies afgeslagenaan onze zijde werden slechts twee man gewond. Bij het Rustschuk-corps werden over de geheele linie ver kenningen gedaan, waarbij enkele Turksche posten gealarmeerd werden. Verliezen werden slechts ge leden door de afdeeling, welke zich naar Jowan- Tschiftlik richtte. Tegenover haar stonden op den rechteroever der Lom bij Koschawa en Rissowa 5000 Turksche infanteristen, met 8 kanonnen en ruiterij. Ons verlies bedraagt: 1 officier en 14 man gewond, 2 man gedood. In den nacht van 5 op 6 dezer tastten 4000 Turken met 5 kanon nen en 300 Circassiërs op den straatweg Plewna- Sofia de afdeeling ruiterij onder kolonel Lewis bij het dorp Radmirze aan, de ruiters sloegen alle aanvallen af en trokken 's morgens naar Malaga aan de rivier de Isker terugde verliezen zijn onbekend. Den 9den dezer overvielen bij zwaren mist 300 Circassiërs de voorposten der Mubensche huzaren in de nabijheid van Kazelevo, aan de Zwarte Lom, en werden teruggeslagen. Den lOden waren de Turken bezig aan den brugbouw bij Silistria. De Turken beschoten uit Rustschuk het spoorwegstation van Giurgewo, maar zonder succes." Schijnbaar behelst dit bericht weinig belangrijks en toch is er eene hoogst belangrijke voor de Russen mindere gunstige mededeeling in, welke zeer handig onder een aantal onbeteekenende scher mutselingen en voorposten-gevechten begraven wordt. Ook de plaatsing dezer mededeeling ver dient de aandacht: in het begin en in het slot van het officieele bericht wordt melding gemaakt van ontmoetingen tusschen troepen van het leger van den kroonprins en dat van Soliman Pacha; eerst krijgt men een verhaal van iets dat den 17deu voorviel en aan het slot mededeelingen omtrent gebeurtenissen op 9 en 10 October, terwijl zeer naïef en schijnbaar onwillekeurig daartusschen iets gemeld wordt, dat een paar dagen vroeger, namelijk den 6den, en op een geheel ander punt van het oorlogstooneel plaats had. Had nu maar Chefket Pacha niet gemeld, dat hij, na bij Rado- mirzi met den vijand slaags geweest te zijn, Telisch bereikte en van daar zijne vereeniging met Osman Pacha tot stand bracht, dan had waarschijnlijk deze mededeeling in het Russische officieele bericht onopgemerkt voorbij kunnen gaan. Men brenge zich den stand van zaken in 't begin van October in herinnering: Chefket Pacha stond met ongeveer 20 bataljons, eenige cavalerie en geschut benevens een boeveelheid ammunitie en levensmiddelen te Orhanie en zou beproeven zich met Osman Pacha te vereenigenlangzaam zette hij zich in beweging totdat hij bij Radomirzi op den vijand stiet, dien hij, volgens zijn rapport, verjoeg, waarna hij na 2 dagen oponthoud ten gevolge van de vernieling der bruggen over de Vid er in slaagde zich met Osman Pacha te vereenigen. En wat meldt nu het officieele Russische telegram bijna 3 weken na het gebeurde? De Russische afdeeling bij Radom' wier taak 't was Chefket Pacha tegen te hoT en zijne verbinding met Osman Pacha te belette* sloeg de aanvallen der Turken zegevierend af t desniettemin den volgenden ochtend term' e'nl den weg voor Chefket Pacha vrij. Volgens een bericht uit Sistova zijn d contracten voor den aanleg van spoorwegliinen Bulgarije geteekend. Eene lijn zal loopetl Sistova naar Gornji-Studeni, van waar een ziihf westelijk naar Plewna loopen zal, terwijl de hoofd lijn naar Tirnowa doorgetrokken wordt. De ver binding dezer lijnen met het in aanbouw zijnd' lijntje op Rumeensch gebied, van Fratesti naar Simnitza, zal geschieden door stoom vlotten voHn' het Amerikaansche systeem, gelijk er ook°ee: paar over den Rijn in werking zijn. Voor den staf van den grootvorst-opperbevelhebber word- te Sistova kwartier gemaakt, doch dit zal De betrokken worden, voordat de troepen in de win terkwartieren zullen gegaan zijn.; Turkije. Volgens de „Standard" is binnen Plerna ireinif veranderd sedert den 12den September, toen ie Turken de twee redoutes op den weg naatlowafz op generaal Skobeleff heroverden. Wel is de v-i met zijne loopgraven in de onmiddellijke nabijheid der tweede redoute van Grivica gekomen, majt zelfs indien hij deze veroverde zou zijne winst zeer gering zijn, daar dan nog drie andere redoute te veroveren zijn en de Turken meer binnenwaai eene tweede linie van verschansingen hebben aai- gelegd, die even sterk als de eerste is. De gezond- heidstoestand en de stemming der Turksche troep zijn voortreffelijk. In de stad Plewna heersck volkomen orde en aan voorraad heeft het noot ontbroken. Het brood alleen was dikwijls schaar-A omdat er niet genoeg molens zijn en ook het voedt: voor paarden en ossen was dikwijls ontoereikend Het hoofdkwartier staat met alle verschansing: in telegraphische verbinding en de dienst word: overal uitstekend vervuld. Het vijandelijk gesck- vuur is vrij onschadelijk. De aanvallen der Ba sische cavalerie op de konvooien tusschen Orel® en Plewna waren tot dusver belachelijk zwak I Ongeveer 20,000 Turken zijn op den wegtussck! die twee plaatsen in verschansingen verdeeld, met tusschenruimten van twee uren langs dt: weg opgeworpen en van artillerie voorzien zij'. De verbinding tusschen Plewna en Sofia wore: door hen volkomen opengehouden. Duizende: ossenwagens zorgen voor den aanvoer van pro viand en het wegvoeren der gekwetsten. Del sterfte echter onder laatstgenoemden is zeergroot Osman-Pacha heeft alle Muzelmannen en Bul garen, die niet tot het leger behooren, uit Plewinl weggezondenevenzoo alle Circassische ongeregeld: troepen, die zich zeer slecht gedroegen. Alle Mn- zelmansche bewoners van de dorpen op den we» van Plewna naar Sofia hebben hunne woninga weder betrokken. Deze berichten stemmen volstrekt niet overeer met de verhalen der Turksche deserteurs, die t, de Russische voorposten voor Plewna telkens aan komen. Het vermoeden ligt voor de hand, da deze deserteurs zich eene welkome ontvang' trachten te verzekeren door mededeelingen, dij den Russen niet anders dan aangenaam kunney zijn. Evenwel kan ook de gunstige voorstellm: der verslaggevers van het Turksch gezinde Lon- densche blad zeer goed overdreven zijn. Mehemed Ali Pacha heeft bevel gekregen om zich gereed te houden, teneinde heio^W" vel der Turksche troepen in Bosnië en "et' zegowina op zich te nemen. Volgens bericht aan de „Daily News" zou hij tot opperbevelheb er over het eventueele operatie-leger tegen Servw benoemd worden. Volgens bericht uit Kars van 19 dezer 's een hevige aanval op het fort Tahmar afgeslagen Den 22sten is Ismaël Pacha te Zudekar aange komen. Heden zou hij met Moukhtar Pacha Dahar zijn. Uit Konstantinopel wordt van 23 deze gemeld: Soliman Pacha is nog steeds te Rus sc °- De Turken houden sterke posities bij *jrasD Tabashka en Kazelevo bezet. Het bombardeme» van Giurgevo duurt voort.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2