Donderdag October. N°. 5411. A". 1877. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. EEN DREIGENDE LEEMTE. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1-10. Franco per post Afzonderlijke Nommersn ut"- PRIJS DER ADVERTENTIE?»': Van 1—6 regels105. Iedere regel meer0.17i Grootere letters naar plaatsruimte. In het thans verre van inwendig kalme Frank rijk blijft men zich ondanks al het geharrewar der partijen toerusten voor den vreedzamen strijd, waartoe alle beschaafde volken in en buiten Europa werden uitgenoodigd. Reden genoeg voor de natiën, die de uitdaging om het strijdperk van wetenschap en kunst, handel en nijverheid en zooveel meer, binnen te treden, hebben aangenomen, om al haar krachten in te spannen, ten einde uit dien inter nationalen kampstrijd niet ongelauwerd terug te keeren. Een aangenamen indruk maakt het dan ook op elk, wien de goede naam van zijn land geen onverschillige zaak is, nu en dan kennis te nemen van hetgeen er alzoo wordt verricht om het vol gend jaar Nederlands eer aan de boorden van de Seine zooveel mogelijk te handhaven. Weten wij reeds vooraf, dat op een enkel, wel licht op menig terrein ons kleine land voor andere natiën in de Parijsche tentoonstellingslokalen de vlag zal moeten strijken, toch zou men, met het oog op hetgeen de laatste wereldexposities hebben geleerd, al zeer pessimistisch moeten zijn om te onderstellen, dat aan Nederlandsche inzendingen niet menige bekroning en welverdiende bekroning, zou ten deel vallen. Om niet te spreken van de goede figuur, door de Vereeniging van den Nederlandschen boek handel gemaakt met haar collectieve inzending, of door onze schilders, willen wij alleen herinne ren aan de belangrijke bijdrage, die Nederland kon leveren op het gebied van het onderwijs. Immers, moge het ook daar niet alles couleur de rose, moge er ook daar veel te verbeteren zijn men denke slechts aan de aanhangige herziening der wet op het lager onderwijs dat neemt niet weg, dat er bij ons te lande in deze materie veel goeds, ja iets nieuws zelfs, en althans een onmis kenbaar streven naar vooruitgang valt op te merken. Des te meer is het te bejammeren, dat juist dat nieuwe voor een deel op de Parijsche tentoon stelling zal ontbreken. Met zoovele woorden toch stond het dezer dagen, tot teleurstelling van alle weidenkenden, in onze dagbladen te lezen, dat de besturen der gezamenlijke ambachtsscholen in Nederland wegens gemis aan den vereischten gel- delijken steun besloten hebben geen gevolg te geven aan het voornemen om op de internationale tentoonstelling te Parijs in 1878 die inrichtingen van volksonderwijs te vertegenwoordigen. En om meer dan één reden is dat te betreuren. "Vooreerst, gelijk wij reeds zeiden, geldt het hier, met uitzondering natuurlijk van de weinige bij zondere inrichtingen van dien aard, gelijk wij er hier te Leiden een bezitten, over het algemeen nog|^ jeugdige instellingen, die dus wel degelijk getuigen van een ernstig, veelzijdig streven naar vooruitgang. In de tweede plaats is hier sprake van vak scholen voor den aanstaanden werkman, scholen jp door wier oprichting men tot oplossing heeft fjïchten te geraken van de zoo hoogst belangrijke vraag, hoe te voorzien in het meer en meer zich openbarend gebrek aan degelijke, bekwame werk- heden, een vraag, bij wier beantwoording ook het buitenland belang heeft, waar zich dezelfde behoefte ■•Oneens doet gevoelen, een vraag dus van alge- belang en wier behandeling of toelichting •«■jkrom juist zoo geheel eigenaardig thuis hoort jB eeQ tentoonstelling, waar bijna alle beschaafde Mtiën elkander haar opwachting maken, een expo- ^Hle en dit releveeren wij als derde punt waar alles, wat het onderwijs betreft, een voor name plaats belooft te zullen innemen. Nog dezer dagen toch deelden de Fransche dagbladen mede, dat op de internationale expositie zelfs zal voorkomen een zooveel mogelijk volledige, geregeld gecatalogiseerde verzameling van alle boekwerken en geschriften, in den laatsten tijd verschenen van de hand van onderwijzende per sonen, van den hulponderwijzer af tot den hoog leeraar toe. Geen wonder trouwens dat Frankrijk, nadat het in den oorlog met Duitschland de wrange vruch ten van onvoldoend onderwijs heeft geplukt, thans meer dan ooit de aandacht op dat onderwerp ves tigt en alles, wat daarop betrekking heeft, met belangstelling in zijn expositie-zaken zal opnemen. Ten vierdemaar wij willen geen redenen meer opgeven, waarom een vertegenwoordiging onzer ambachtsscholen op de internationale ten toonstelling van '78 ons zoo hoog gewenscht voor komt. Vragen wij liever of, indien het gemis van geldelijken steun, de eenige, en zeker gewichtige, reden van het betreurenswaardig besluit van boven genoemde besturen moet worden geacht, niet alsnog door geldelijke tegemoetkoming, hetzij van rijks wege uit het subsidie, hetzij van belangstellende bijzondere personen, daarin kan worden voorzien, opdat de leemte worde aangevuld, die de Neder landsche afdeeling op het gebied van het onderwijs anders dreigt te zullen opleveren. LEIDEN, 3 October. Ter gelegenheid van den gedenkdag van Leidens Ontzet wapperde heden zoowel van de openbare gebouwen als van particuliere woningen de vader- landsche driekleur, 's Morgens en 's avonds werd die dag in eenige kerkgebouwen op godsdienstige wijze gevierd. Te twaalf uren begon het carillon te spelen, terwijl van twee tot vier uren de staf- muziek van het vierde regiment op de Koorn beurs en van drie tot vijf uren het muziekcorps der dienstdoende schutterij op de Breestraat voor de sociëteit Amicitia eene muziekuitvoering gaf, waar door zich langs Botermarkt, Nieuwen Rijn, Visch- markt en Breestraat eene menigte wandelaars be vonden. Ook aan het stedelijk museum van oud heden in de Lakenhal werd een druk bezoek ge bracht. Getrouw aan de traditie van vorige jaren, worden hedenavond in verschillende koffiehuizen de bezoekers op het bij deze gelegenheid eigen aardige „haring-en-wittebrood" onthaald. Met een volksconcert in de Stadszaal en een soirée in Amicitia, waar de jaarlijksche zoogenaamde speech- dag wordt gevierd, wordt de feestdag besloten. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indië door middel van het stoomschip „Hampton", van de Rotterdamsche Lloyd, waarvan het vertrek uit Rotterdam op 7 dezer is bepaald. Behalve naar Batavia zal eene brievenmail naar Padang worden verzonden. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren behooren uiterlijk in den avond van den 6den en de brieven den volgenden dag 's morgens vóór 10 uren te Rotterdam aangekomen te zijn. Door Curatoren van de gemeente-inrichting voor de opleiding van Oost-Indische ambtenaren is een reglement ontworpen, waarin de volgende bepalingen voorkomenHet programma der lessen wordt vastgesteld door Curatoren, in overleg met het onderwijzend personeel. Het wordt zoo ingericht, dat de lessen over een cursus van 2 jaren ver deeld worden. Bij den aanvang van elk studiejaar wordt vanwege het Curatorium inschrijving der leerlingen gehouden. Niemand wordt tot de lessen toegelaten, dan na aldus te zijn ingeschreven en de bij het reglement vastgestelde sommen te hebben gestort. Aan hen, die eene som van f 200 be talen, wordt de toegang verschaft tot het onderwijs in alle vakken, bij de bestaande regeling van het examen voor ambtenaar bij den burgerlijken dienst in N.-I. als verplicht opgenomen, en bovendien tot het onderwijs in de overige inlandsche talen, voor zooverre dat van gemeentewege gegeven wordt. Personen, die het examen voor ambtenaar bij den burgerlijken dienst in N.-I. met goed gevolg hebben afgelegd en de lessen aan de in richting gedurende 2 jaren hebben bijgewoond, kunnen het onderwijs, van gemeentewege gegeven, kosteloos bijwonen. In bijzondere gevallen of wan neer de betrokken persoon blijken heeft gegeven van buitengewonen aanleg, kan dat zelfde voorrecht door het Curatorium worden verleend aan hen, die na een korteren studie-tijd aan de gemeente inrichting, voldoend examen hebben afgelegd. In bijzondere gevallen kan het Curatorium verlof geven tot het bijwonen van slechts enkele lessen, tegen betaling van eene som van 15 of 80 voor elke les, naarmate die twee- of meermalen 's weeks gegeven wordt. Voor hen, die zich voor het examen voor ambtenaar bij den burgerlijken dienst in N.-I. willen voorbereiden, worden de lessen, in eiken cursus te volgen, door de onderwij zers aangewezen. De lessen vangen aan op den derden Dinsdag in de maand September en eindigen op den 2den Zaterdag der maand Juli. Er zijn drie vacantiëneene van den 2den Zaterdag der maand Juli tot den aanvang van het volgende studiejaar; eene van den laatsten Zaterdag voor Kerstmis tot den 3den Dinsdag daaraanvolgende en eene van 10 dagen, beginnende den laatsten Woensdag voor Paschen. Burgemeester en Wethouders stellen den gemeenteraad voor den heer J. Van Loghem, leeraar in de wiskunde aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs, eervol te ontheffen van zijne betrekking en hem een wacht geld toe te kennen ten bedrage van f 1066.66, uitmakende twee derden van zijne jaarwedde ad f 1600, en zulks in te gaan met 1 November a.-s. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door de benoeming van mejuffrouw C. E. G. Van Dobben, hulponderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste klasse voor meisjes, tot onderwijzeres 2de klasse aan dezelfde school, is de volgende voordracht opge maakt: mej.: 1°. M. C. Slothouwer, 2°. A. J. W. Homan, en 3°. I. M. Kist. Door het gemeentebestuur van Utrecht is medegedeeld dat, aangezien de tijd begint te naderen waarop door die gemeente zal worden getreden uit de vennootschap, aangegaan ter zake van het jaag pad Leiden, Woerden en Utrecht, het zeer ge- wenscht voorkomt met gecommitteerden uit het gemeentebestuur van Leiden in overleg te treden over de ontbinding van deze vennootschap en over de vraag wat zal behooren te geschieden ten op zichte van de veerschippers, varende tusschen Utrecht en deze gemeente, en is mitsdien in over weging gegeven om enkele leden te committeeren die, met eene commissie door Utrecht aan te wijzen, dit onderwerp zullen kunnen bespreken en het nemen van zoodanige maatregelen kunnen voor bereiden als noodig geacht zullen worden om de hangende zaken tot een gewenscht einde te brengen. Aan mr. G. J. Grashuis, laatstelijk ambte naar ter beschikking bij de landelijke inkomsten en cultures op Java en Madura, vroeger tijdelijk privaat-docent aan de rijksinstelling voor onderwijl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1