N°. 5410
A0. 1877.
Woensdag
3 October.
Nogmaals de derde October.
Hun, die het LEIDSCH DAGBLAD des
avonds niet geregeld ontvangen, wordt ver
zocht daarvan aan het Bureel kennis te geven.
STAD iS-B E ltl OH'fEK.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden1-10.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers u-ui-
_.i
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 4 October, des namiddags te twee uren.
Punten ter behandeling
1°. Benoeming van eene hulponderwijzeres aan de meisjesschool
der 1ste klasse. (205)
2°. Voordracht van J. Schcltema betrekkelijk de administratie
der Gasfabriek. (121, 189 en 200).
3'. Rapport der raadscommissie in zake het Utrechtsche jaag-
pad. (151)
4°. Voordracht tot benoeming van eene commissie tot het
overleggen van voorbereidende maatregelen voor de ophef
fing van het gemeenschappelijk jaagpad sub 3°. vermeld.
(207)
5'. Vaststelling van het Reglement voor de gemeente-instelling
tot opleiding van O.-I. ambtenaren. (202)
6°. Snppletoire staat van begrooting, dienst 1877, in zake de
sub 5°. vermelde instelling. (201)
7°. Idem in zake de verlegging der straten voor de duinwa
terleiding. (206)
8". Voordracht tot het doen rooien en verkoopen van hoo
rnen. (208)
9°. Verzoek van C. G. L. Van Wensen ter bekoming van grond
aan het Utreehtsche Jaagpad. (204)
10». Voordracht tot het verleenen van wachtgeld aan J. Van
Loghem, leeraar aan de gemeente-instellingen voor hooger
en middelbaar onderwijs. (209)
Hoe wij den derden October 1877 zullen feest
vieren? Het is onzen lezers bekend, en tevens dat
de wijze, waarop dit zal geschieden, juist niet bij
een ieder onverdeelde instemming vindt, gelijk
hun gebleken is uit den inhoud van een inge
zonden artikel aan het hoofd van ons blad, waar
aan wij niet aarzelden een plaats in te ruimen,
gedachtig aan het goede beginsel om zooveel moge
lijk elke partij in de gelegenheid te stellen haar
zienswijze uit te spreken.
Nog daargelaten, in hoever wij het met den
inzender eens zijn, willen wij toch de opmerking
niet terughouden, dat, nu eenmaal het programma
voor de feestviering was vastgesteld, zijn beschou
wingen althans voor het oogenblik weinig prac-
tisch nut konden opleveren. Zoo geheel onmogelijk
echter ware het niet, wanneer ze voor 't vervolg
niet geheel zonder invloed bleven, 't Was dan ook
geenszins ons doel, in deze regelen nogmaals het
bedoelde programma te bespreken, maar bij het
stellen der vraag„hoe zullen wij feestvieren
zweefde ons een ander denkbeeld voor den geest.
Weinige dagen slechts is het geleden, dat in de
vergadering der Commissie voor het gedenkteeken
TOJ Leidens Ontzet door den penningmeester werd
medegedeeld, dat het bedrag der beschikbare gel
den na aftrek van alle onkosten was gestegen tot
de som van 18,700.
ïDoch meer nog bleek op die bijeenkomst. Im-
meis d°or de leden der technische subcommissie
I «L hericht, dat de heer Koelman drie der bas-
die het gedenkteeken zullen versiereu,
geheel voltooid en tevens den kop van het stand
beeld in pleister afgewerkt heeft,
jpnwillekeurig kwam ons daarbij voor den geest
W verhaal de historische waarde laten wij
het oogenblik in 't midden van Van der
aan de uitgehongerde menigte den linker-
tot het stillen van den honger aanbiedende,
™ts hij den rechterarm behield om het zwaard
^gen den vijand te blijven voeren.
Hpe wakkere verdediger der veege veste
weinig kon hij zeker denken, dat, terwijl hij op
B loyale wijze zijn ledematen voor het behoud
der hem toevertrouwde stad reeds bij zijn leven
beschikbaar stelde, de nazaat na het vieren van
den driehonderdsten gedenkdag van Leidens Ontzet
jaren achtereen zou tobben om die ledematen weer
aaneen te krijgen, ditmaal van metaal voor een
gedenkteeken ter herinnering aan het met zooveel
volharding getrotseerde beleg.
Volharding dat was het kenmerk bij uit
nemendheid, van de schoone bladzijden uit 's lands
historieboeken, waarop de belegering onzer goede
veste vermeld staat een volharding, die onzen
voorouders tot eere strekte.
Volharding ook het kenmerk van den nazaat,
die jaar op jaar inzamelt om eindelijk een monu
ment ter herinnering van Leidens ontzet bijeen
te krijgen. Of zij ook ons zoo geheel en onver
deeld tot eere is?
Zeker, beter langzaam voorwaarts gestreefd dan
stilgestaan of den moed verloren. Maar toch
die volharding te bekorten en overbodig te maken
door milde bijdragen 't zou nog het best zijn
van alles.
Mogen velen die overtuiging met ons deelen
en op den dag van morgen in den zak tasten en
door milde bijdragen den dag van het einde der
volharding een goede schrede nader brengen.
De feestvreugde zal er niet minder om zijn, integen
deel. Licht dat het besef, van naar vermogen te
hebben meegewerkt om zoo spoedig mogelijk de
oprichting yan het monument van Leidens ontzet
te verwezenlijken de feestelijke stemming in die
mate zal verhoogen, dat zelfs de ongeriefelijkheden,
verbonden aan een volksconcert in een beperkte
ruimte, dat zelfs de gang naar een politie-com-
missariaat voor toegangskaarten er door in het
niet verdwijnen.
Eindigen wij daarom met de woorden, die wij
vóór weinige dagen over dezelfde zaak schreven
Moge de 3de October 1877 velen opwekken om
de pogingen der Commissie met milde bijdragen
te steunen en de nog ontbrekende middelen zoo
spoedig mogelijk aan te vullen!
LEIDEN, 2 October.
Naar wij vernemen zal madlle. Agar den llden
dezer alhier optreden.
De heer H. Helderman herdacht gisteren
den dag, waarop hij vóór 25 jaren als hoofdonder
wijzer der openbare lagere school te Alphen aan
den Rijn in functie trad. Namens het gemeente
bestuur en door eene commissie uit de ingezetenen
werden hem geschenken aangeboden.
De heer J. G. Yan Gendt Jr., te Amster
dam, heeft concessie gevraagd voor den aanleg
van een spoorweg naar de Noordzeehaven. De
regeering heeft hem de vraag gesteld, of het be-
noodigde kapitaal zou kunnen verkregen worden.
Daarop is nog geen antwoord ontvangen.
Bij beschikking van 30 Sept. is, ingevolge
machtiging des konings, de Nederlandsche hoofd
commissie voor de internationale tentoonstelling te
Philadelphia in 1876, ontbonden, met ontheffing
van haar beheer en dankbetuiging voor de be
wezen diensten.
Het Spinoza-standbeeld nadert allengs het
oogenblik der verwezenlijking. De modellen, die
aan het comité zijn ingezonden, worden Vrijdag
en Zaterdag a. s. in Den Haag tentoongesteld,
en spoedig mag men dan zeker de keuze van het
beste ontwerp en de uitvoering tegemoetzien.
De kapitein van den staf der infanterie J.
H. Verschoor, werkzaam aan de kon. milit. academie,
is tot officier, en de heer A. Teixeira de Mattos,
commies aan de tweede afdeeling van het departe
PRIJS DER ADVERTENTIE*
Van 16 regels
Iedere regel meer0-17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
ment van justitie te 's-Hage, tot ridder in de
orde van de Eikekroon benoemd.
Bij de eerste zitting der staatscommissie
1877/78 te Groningen voor het tweede gedeelte
van het natuurkundig examen zijn de volgende
militaire studenten van den geneeskundigen dienst
tot candidaat-arts bevorderdL. P. Van den Berg,
H. De Boer, J. W. A. Doorenbos, W. R. J.
Hubers van Assen raad, R. J. Koppenol, J. J.
P. C. Rijnders Van den Heuvel tot Bechlingen,
gezegd Bartolotti, L. J. De Rochemont, G. A.
Van de Roemer, A. Van Seems, S. B. Selhorst
en H. W. Van Wijk.
Op den 29sten Juni jl. werd te Leeuwarden
het examen voor de twee door wijlen dr. L. A.
Buma gestichte gymnasiale studiebeurzen gehouden.
Ruim dertig jongelieden namen er aan deel. De
wijze, waarop het afgenomen werd, verwekte groote
ontevredenheid onder de aanwezige vaders en leids
lieden der adspiranten. Enkele hunner dienden
dadelijk na den afloop bij den bestuurder der
stichting en later bij de Gedeputeerde Staten van
Eriesland protest in. Zij meenden, dat het examen
niet openbaar en niet vergelijkend gehouden was
en daarom in strijd met den wil des erflaters, in
het testament omschreven. De provisoren der stich
ting waren niet minder geërgerd. Zij achtten zich
in hunne rechten gekrenkt en leverden bij de Ged.
Staten een bezwaarschrift in, waarbij zij een nieuw
examen of ontslag uit hunne betrekking vroegen.
Met verlangen zag men van verschillende zijden
de beslissing van genoemd college tegemoet. Thans
verneemt men, dat het als zijn gevoelen heeft
uitgesproken, dat, al is er veel tegen den loop
van het examen aan te voeren, er toch geen ter
men bestaan om het voor onwettig te verklaren;
en dat het tevens zijn wensch heeft uitgedrukt,
dat de provisoren besluiten mogen hunne betrek
king te blijven bekleeden.
De minister van financiën maakt, ter vol
doening aan art. 7 der wet van den 26sten April
1852 (Staatsblad n°. 90), bekend, dat krachtens
die wet voor een kapitaal van tien millioeu gulden
aan muntbiljetten in omloop is, en dat tot verze
kering van de verzilvering dier biljetten de volgende
kapitalen op de grootboeken der nationale schuld
zijn ingeschrevenop bet grootboek der 2' per
cents inschrijvingen van 18,788,000, uitma
kende, tegen den daarvoor bij art. 5 der wet be
paalden koers van 50 ten honderd, eene waarde
van 9,394,000, en op het grootboek der 3 per
cents inschrijvingen een kapitaal van ƒ1,010,300,
uitmakende, naar den daarvoor als boven bepaalden
koers van 60 ten honderd, eene waarde van ƒ606,180.
Te zamen 10,000,180.
Gistermiddag te halftwee heeft Z. M. de
koning, vergezeld door prins Hendrik, den com
missaris des konings in Gelderland en den minister
Heemskerk, de nieuw opgerichte hoogere burger
school te Apeldoorn bezocht. De burgemeester
hield eene toespraak, en Z. M. verklaarde ver
heugd te zijn, dat Hd. broeder het beschermheer
schap had op zich genomen. Na de lokalen be
zichtigd te hebben is Z. M. naar het Loo ver
trokken en hedenmorgen in de residentie terug
gekeerd.
De Vereeniging tot verspreiding van kennis
aangaande 's lands verdediging te Utrecht heeft
het zesde jaarverslag harer handelingen in druk
doen verschijnen. Uit de aan het verslag toege
voegde rekening en verantwoording van den pen
ningmeester blijkt, dat de geldelijke toestand sedert
het vorig jaar zeer verbeterd is. Daarentegeu ia
het ledental op 700 verminderd.