aan het hoofdbestuur had doen toekomen, tot dek king van het bestaande tekort der internationale tuinbouwtentoonstelling, in April jl. in Amsterdam gehouden. Bij den penningmeester heeft zich tot nogtoe niemand met dit doel aangemeld. Het getal vreemdelingen te Scheve- ningen is toenemende en de aanvragen om logies aan het badhuis zijn zoo talrijk, dat velen moeten afgewezen worden en in andere hotels enz. een onderkomen zoeken. Gisterochtend is te Botterdam een zesjarige knaap, die op het dek van een lichter- schip, liggende in de Scheepmakershaven, speelde, over boord gevallen en verdronken. Y r ij d a g-a vond viel te Utrecht een kind in 't water. De moeder, die aan 't goed spoelen was, sprong geheel gekleed te water, en mocht dc voldoening smaken, haar kind behou den aan wal te brengen. Door eenige omstanders moest zij echter in huis gedragen worden, daar zij buiten kennis was geraakt. Uit Heerenveen meldt men dat door de aanhoudende regens in den laatsten tijd het water aanmerkelijk is gerezen, zoodat in de om liggende polders bij sommigen het water reeds in de kelders staat, terwijl op de laagste plaatsen de aardappelen in het water zitten. Men is daardoor genoodzaakt ze uit te delven, ofschoon ze nog niet volwassen zijn. Zaterdag is een werkman, te Arnhem woonachtig en werkzaam aan de spoorweglijn ArnhemNijmegen, onder de zandwagens geraakt, met het ongelukkig gevolg dat zijne beenen en een arm verbrijzeld werden. Des middags reeds bezweek hij. Het plan bestaat om te Amsterdam een panoramagebouw op te richten in den geest van dat te Parijs. Men zal aan de gemeente dem ping verzoeken van het doodloopende water der vest PlantagePrinsengracht, en den te verkrijgen gfond voor dit doel trachten te koopen of te hu ren. De heeren J. L. Springer, G. B. Salm, A. L. Van Gendt en I. Gosschalk zijn met het ontwerp der zaak belast. Door 't broeien van 't hooi is teMui- den de landhoeve van de heeren Bredius, bewoond door J. v. Eyk, in den nacht van Zaterdag op Zondag afgebraud. Gisternacht is te Brakel een hevige brand uitgebroken op de bouwhoeve van Gerrit Vervoorn, in den hooiberg. Zes huizen, bewoond door negen gezinnen, vier hooibergen en een schuur zijn afgebrand. Uit Berkhout wordt van 19 dezer ge meld: De heer P. Iloman, een geacht ingezeten dezer gemeente, van beroep veehandelaar, kwam gisteren op noodlottige wijze om het leven. Na afloop der Hoornsche markt wilde hij zijn vee wagen naar huis brengen, om vervolgens met de tilbury terug te komen, ten einde met zijne vrouw, die in de stad was gebleven, naar de comedie te gaan ('t was kermis). Nauwelijks de stad uitge reden zijnde, viel hij van den wagen, waarschijn lijk ten gevolge van een ongelijkheid in den straatweg. Hij kwam met het hoofd op de steenen terecht en was onmiddellijk dood. Men deelt mede dat de tallooze witte insecten, welke sedert eenige avonden in Arnhem rondvliegen, zijn: de gewone haft (ephemera), een diertje dat als larve langen tijd in rivieren leeft, doch als gevleugeld insect slechts een halven dag. terwijl het zich vooral bij warme zomeravonden, in dien toestand, in de lucht begeeft en dan spoe dig overal neervalt om weldra te sterven. Te Kerkrade is Zaterdag in de woning van den heer P. een hevige brand ontstaan; het huis met den geheelen inboedel, schuur, stal lingen en verdere aanhoorigheden werden een prooi der vlammen. Ook eene hoeveelheid veldvruchten is verbrand. De gebouwen waren verzekerd. Een zeventigjarige vrouw te Kralin gen, door 't gebruik van jenever reeds bedwelmd, werd Zondag-nacht door haar mede beschonken dochter om sterken drank uitgezonden, terwijl de dochter in gezelschap bleef van een eveneens dronken persoon. De vrouw strompelde tot aan den Ouden Dijk, waar zij te water viel. Eenige voorbijgangers hoorden haar geschreeuw wel, maar de Rotterdamsche kermis had ook op hen zooveel invloed uitgeoefend, dat zij zich om 't geschreeuw niet bekreunde». De politie haalde kort daarna het lijk der oude 1 rouw op en bracht het huiswaarts bij de dochter. Een uur daarna werd de echtgenoot der omgekome: vrouw in volslagen dronkenschap door de politie thuis gebracht. De naam ran de vrouw, wier lijk met dat van haar ninnaar onlangs uit het kanaal te Nieuwediep is jpgehaald, is N. Sies; zij was 29 jaren oud, gebcren te Zierikzee, modiste te Rot terdam. Zaterdagnacht is een stations arbei der van den Gimd Central Beige nabij het station Zevenbergen do»r een voorbijsnellenden trein aan gereden, met bet gevolg dat hij op de plaats dood bleef. 'i Te Gulpen is Zaterdag een boeren woning met schmr, stallen en inboedel, op eenige huismeubelen n geheel afgebrand. De schade wordt op 10000 berekend was. De brand is ontstaan in een chunr. Als eene bizonderheid wordt gemeld dat gisteren de e :rste nieuwe tarwe uit den Hout- rakpolder in hej voormalige IJ op de Koren beurs te Haarlen is verkocht, en wel ongeveer 100 hectoliter, vior f 13,50 per hectoliter. Uit Roermond wordt van 18 dezer gemeld: In den nacht van Woensdag op Donder dag jl. is onder de naburige Belgische gemeente Kessenich een verschrikkelijk drama voorgevallen. Eenige personen uit die gemeente, die een uit stapje naar Thorji gemaakt hadden en laat in den nacht huiswaarts keerden, schijnen onderweg twist gekregen en zich aan vreeselijke dadelijkheden schuldig gemaakt te hebben. Althans Donderdag in den vroegen morgen vond men een manspersoon, met name Bergoens, in de nabijheid van het bosch Kessenich liggen, met gebroken armen en beenen en het aangezicht zoodanig toegetakeld dat het niet meer op een menschelijk gelaat geleek. Tevens was hem een stuk huid met hoofdhaar van den schedel afgerukt. Hoewel de ongelukkige nog eeuige teekenen van leven gaf, kwam hij toch niet meer tot kennis en 's namiddags te 1 uur overleed hij. De politie heeft ijverige nasporingen gedaan en reeds zijn een viertal personen als ver moedelijke medeplichtigen in hechtenis genomen. In een brief uit Karabounar hangt een berichtgever van den „Times" een tafereel op van de duizenden vrouwen en kinderen, die aan de slachting te Eski-Saghra derwaarts ontkomen waren. Vroeg in den ochtend begonnen de vluch telingen onder geleide aan te komen, de eersten in ossenwagens. Tegen den avond verschenen de voetgangers, mede onder geleide eene jammer lijke, afgematte menigte van lijdende vrouwen en kleine kinderen. Zeer vele vrouwen hadden kogel- wonden in de dijen, andere gapende sabelhouwen in den schedel. Een meisje van drie jaar had vier bajonetsteken in de beenen en een in het onderlijf. Men moet haar omhooggeworpen en op de punten der bajonetten opgevangen hebben. De blijken van de grofste mishandeling waren veelvuldig. Eene ongemeen schoone Jodin van omstreeks zes tien jaar was volkomen krankzinnig geworden van de ondergane beleedigingen en de gruweltooneelen om haar heen. Zij kon ter nauwernood staan, mompelde onsamenhangende woorden, knabbelde aan een korst brood, likte met de tong water op, pijnlijk om haar te zien. De eerst-aankomenden werden in volgepropte spoortreinen weggezonden, zonder dat men hun tijd gunde om te drinken. Echter was de dorst het grootste lijden, en het is niet mogelijk voor het half dozijn Europeanen tusschen de zeven- en achtduizend vrouwen met hare kinderen te verzorgen. Haar geroep om water en hare droge lippen gaven welsprekend genoeg te kennen wat zij verduurden en velen lagen volkomen machteloos ter aarde. Op geringen afstand van den grooten hoop vond ik ettelijke kinderen half ver smacht in de zon liggen. Eén, niet meer dan een jaar oud en enkel geraamte, lag met glazige oogen, het mondje halfopen, de handjes in elkaar geklemd, snakkende naar zijn adem. Wij raapten het arme naakte schepseltje op, snelden de reeks van met vrouwen volgeladen wagens langs en vonden na honderd weigeringen eene barmhartige ziel, die het kind aan de borst lei. Maar het was te laat: een uur later zag ik het lijkje naast de rails liggen. Hoevelen in dat lot deelden, is niet te gissen Er is maar één put te Karabounar, waaruit 16,000 soldaten moeten voorzien worden, zoodat de arme vrouwen geene gelegenheid hadden om door het gedrang er bij te komen. Bovendien moest eene sterke wacht van geregelde troepen haar ook hier, in haren jammerlijken staat, be schermen, of zij zouden voor de Baschibozoeks nog niet veilig geweest zijn. Twee of drie paarden met lederen waterzakken deden langzaam door de menigte de ronde, maar dit was op ver na niet genoeg en de heftigste woordenwisselingen en zelfs vechtpartijen bleven niet uit. De ongelukkigen zouden naar Adrianopel, Philippopel en Konstan- tinopel worden opgezonden. Bij de laatstgehouden veiling van paarden uit de Bondsstoeterij te Trakehnen zijn 95 paarden verkocht voor een bedrag van 101,919 markde gemiddelde opbrengst per stuk was iets hooger dan in het vorige jaar. Een hengstveulen gold 105 mark, zijnde het laagste bedrag dat be steed werd; de hoogste som betaalde men voor een vierjarigen hengst, namelijk 3180 mark. Aan de „Weser Zeitung" wordt uit Moline, Illinois, Vereenigde Staten van Noord- Amerika, geschreven„De eenvoudigste methode ter uitroeiing van den Colorado-kever is deze: men neme 10 pond aan de lucht gebluschte kalk en vermenge dien met 1 pond parijsch groen (arsenikzuur koper-oxyde), dat niet schadelijk of nadeelig voor de aardappelen is, zoodat de stof fen goed gelijk verdeeld zijn. Die hoeveelheid is genoegzaam voor een Maagdenburger morgen. Dan make men een kistje of doos, 10 duim lang, 8 dm. breed en 6 dm. diep, maar in plaats van hout neme men buildoek tot bodem. Men be- dekke verder de doos licht, en make er een steel aan van 3voet lang. Des ochtends van 59 uren of langer, zoolang de dauw nog op het aardappelblad ligt, moet het bekalken der aard appelstruiken geschieden; het kan wel door kin deren van 812 jaren. Uit de met een 1/a kop gevulde doos worden de planten, langzaam schud dende, bestoven. Ik waarborg u, dat, wanneer het in het voorjaar bij het opkomen der aardap pelen, zoodra men een kever bemerkt, gedaan wordt, de planten volkomen vrij zullen blijven. In twee dagen zijn alle kevers weg en even snel verdwijnen zij na dat procédé, wanneer van de planten, na geheel afgevreten te zijn, de stengels nog van kevers en larven volzitten." Rechtzaken. Gisteren stond voor het gerechtshof te Amster dam terecht Erans Leder, ontslagen constabel bij de kon. marine, beschuldigd van doodslag. Het stoomschip „Prins van Oranje" stoomde den lOden Maart jl. in het Suez-kanaal op zijn reis van Java naar Nederland. Tusschendeks speelden toen de besch., de verslagene en nog twee andere perso nen kaart. De besch. verloor en moest ƒ2.18 inzetten. Hij beweerde echter dat dit bedrag 2 centen te hoog was en wilde dus niet betalen, hoe wel al de aanwezigen hem ongelijk gaven. Hij wierp de kaarten weg en wilde niet meer spelen. De verslagene, Wursch, noemde dit „een kwa jongensstreek". Besch. werd hierover gebelgd en daagde den verslagene daarover uit. Deze had echter geen lust om te vechten, doch toen Leder aanhield en hem een paar keer geduwd had, trok hij zijn hemd uit en nam het gevecht aan. Spoe dig lagen beiden op een kist, besch. echter onder. De kist kantelde en Wursch kwam toen onder te liggen, nadat hij onder het vallen zijn hoofd tegen den wand van het schip had gestooten. Besch. bracht daarop eenige vuistslagen toe tegen den rechterslaap van het hoofd van den verslagene en vroeg daarna of hij nu genoeg had. Leder stond toen op, Wursch bleef liggen en blies een oogen- blik later den laatsten adem uit. Aldus was de voorstelling, welke door de ter terechtzitting ge hoorde getuigen gegeven werd. De besch., ont slagen uit den zeedienst, wegens feitelijke insubor dinatie, erkende de uitdaging gedaan te hebben, beweerde slechts twee vuistslagen op het hoofd van W. te hebben toegebracht, en geen bedoeling gehad te hebben W. te dooden of letsel toe te brengen, en dat aan W. na de vechtpartij niet anders was waar te nemen dan een vrij groote gezwollen plek, blauwachtig van kleur, op de hoogte van den rechterslaap en het oog, z. i. veroorzaakt door het vallen tegen den wand van het schip. Volgens hem steunde W. met den rechterslaap van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2