N°. 5373. Dinsdag A0. 1ST 7. 21 Augustus. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. BERICHT. 8 T AD S-B E RICHTEN. WAT IS BILLIJK? DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Noor Leiden per 3 maanden..1.10. Franco per post1A0, Afzonderlijke Nommers0.02. PRIJS DER ADTERTENTIEN Van 16 regels.105. Iédere regel meerO-"*- Grootere letters naar plaatsruimte. Met 1 September begint een nieuw kwartaal vijn Het Leidsch Dagblad. Zij die zich alsdan op deze Courant wenschen te abonneeren, ontvan gen de nog tot dien datum verschijnende num mers gratis. Abonné's buiten de stad worden verzocht bét bedrag over bet loopende kwartaal vóór 1 Sep tember per postwissel of blauwe postzegels aan ons Bureel te willen overmaken. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien, het adres van JACOB FONTEIN, vleeschhouwer alhier om vergunning tot het oprichten van eene Slachterij in zijn pakhuis in de Nürnbergerpoort aan de gedempte Ivoepoorlsgracht, Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1S75 (Siaatsiiad n°. 95) Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Maandag den 3den September aanst., 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat sing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE FREMERY, Weth, 1°. Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 20 Augustus 1877. De invoering van elke wet of wetswijziging, waardoor een ingrijpende verandering wordt teweeg gebracht in bestaande toestanden, levert eigen aardige moeilijkheden op. In de zoogenaamde overgangsbepalingen vindt de wetgever echter bet middel om aan die bezwaren zooveel mogelijk tegemoet te komen. Doch ook slechts zooveel mogelijk. Te vergen, dat bij de invoering eener nieuwe wet geen enkele rubriek van belangheb benden zich een kleine opoffering van minder overwegenden aard zon behoeven te getroosten, zóu wat al te veeleischend zijn. Het algemeen be lang1 moet hier den doorslag geven. Die overwegingen kwamen ons voor den geest bij het lezen van een ingezonden stuk van „Justus et aeqtms", onlangs voorkomende in het,, Vaderland". De schrijver begint met hulde te brengen aan den minister van binnenlandsche zaken voor de bereid willigheid, waarmee hij is teruggekomen op zijn voornemen om de officieele vacantie aan de rijks- bóogescbolen tot 1 October a. s. te doen voort duren, waardoor den belanghebbenden degelegen- beid 'zou zijn ontnomen, alsnog verschillende examina af te leggen onder de oude wet. Die gelegenheid zal hun nu toch geopend zijn, en terécht. Zoo niet, men zou bier iu waarheid hebben ktmnen spreken van een overgangs- of, juister gezegd, een uitzonderingsmaatregel, slechts geschikt om het den betrokken personen lastig te maken. Die onbillijkheid dus is waarschijnlijk opgeheven. Volgens den schrijver van bedoeld ingezonden stuk bestaat er thans echter nog een tweede onbillijkheid, nl. deze, dat zij, die, ofschoon candidaat zijnde, hun doctoraal examen niet vóór 1 October kon den afleggen, om welke reden dan ook, genoopt zouden zijn dit later volgens de bepalingen der nieuwe wet te doen. Maar belanghebbenden zijn immers in de gele genheid gesteld alsnog vóór 1 October examen té doenzijn zij daartoe om een of andere reden niet in staat, dat is immers hun zaak zoo is men geneigd te antwoorden. Dat „om een of andere reden" wordt ech ter nader opgehelderd. De schrijver heeft na melijk het oog op hen, die, pas in het bezit van den graad van candidaat gekomen, in de onmogelijkheid verkeeren, reeds zoo spoedig doc toraal examen te doen. En toch, zoo redeneert de schrijver, „door den graad van candidaat verkrijgt men het recht om te worden toegelaten tot het doctoraal en de promotie, natuurlijk zooals die bestonden tijdens het afleggen van het candidaats, en niet zooals die later beduidend zijn uitgebreid.11 Volkomen waar, maar hij, die pas het candidaals- examen heeft afgelegd, heeft dus nog een tijdruimte van twee, drie jaren ter zijner beschikking om zich te bekwamen ten einde te voldoen aan de eischen van het meer uitgebreid doctoraal examen ouder de nieuwe wet, wat natuurlijk niet het ge val is met hem, die zich reeds zoo lang in het be zit van den graad van candidaat verheugt, dat hij zich in staat gevoelt nog vóór 1 October, d. i. onder de oude wet, het doctoraal examen af te leggen. In dit opzicht staan beide categorieën van candidaten volstrekt niet gelijk, en ziedaar wat naar onze meening door „Justus et aequus" te veel uit het oog wordt verloren. De categorie der oud-candidaten heeft de doctorale studiën volgens de cude wet nagenoeg achter den rug en dient dus ook naar dien maatstaf te worden geëxami neerd, de categorie der nieuw-candidaten daaren tegen moet die studiën nog geheel of bijna geheel aanvangen en kan zich daarbij gemakkelijker naar de nieuwe wet voegen. Indien aan den wensch van den inzender, die eigenlijk alleen van juristen spreekt, voldaan werd, waarheen zou dan de consequente toepassing lei den van zijn stelsel, volgens hetwelk een tijd van b. v. 4 jaren zou moeten worden bepaald gedu rende welken iederxandidaat nog tot het docto raal examen en de promotie volgens de oude wet zou worden toegelaten? Immers daarheen, dat ook aan allen, die eenmaal onder de oude wet tot de academische lessen zijn toegelaten, vergund zou moeten worden volgens die wet het candidaats- en dan natuurlijk ook het doctoraal examen af te leggen, m. a. w. dat de oude wet van kracht zou blijven voor allen, die vóór 1 October a. s. reeds aan een der rijkshoogescholen studeeren. Op grond van dat alles moet men betwijfelen, of de voorgestelde adressen van „Justus et aequus11 wel veel onderteekenaars zullen vinden. LEIDEN, 20 Augustus. De onlangs aan den gemeenteraad overge legde gemeente-rekening over 1876 bedraagt in ontvangst f 565,129.59, in uitgaafƒ537,729.70' en sluit derhalve met een batig saldo van 27,399.88s. Onder de ontvangsten komen voor plaatselijke directe belasting f 103,611.54, over winst der stedelijke gasfabriek ƒ55,523.81. Onder de uitgaven behoorenkosten van aanvoer van duinwater 9486.77, reiniging van riolen, Lier- nurstelsel, f 1699.93; kosten voor het onderwijs 164,137.46. Gedurende de tweede helft der maand Juli zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de vol gende brieven, die wegens onbekendheid der adres sen niet besteld konden worden C. Besteveld, I. Beuker, C. Rodenberg, M. Mol, wed. H. Vos, „Laurierstraat n" 68", mej. M. Lammers, Amsterdam; B. Dekker, Atjeh; C. Stolp, Bergum; wed. Hoogendijk, Gouda; H. E. Smeet, Gulpen; Meyer, Harderwijk; J. Verschie, A. Verling, Leiden; A. Kuit, L. Waalberg, Rot terdam; J. W. Schadee, Utrecht; I. T. Boer, Willemsoord; mevr. Schuman, Zutphen; C. Yau Loon, niet vermeld. Briefkaartenmej. Slangen, 's-GravenhageI. M. P. De Groot, Rijnsburg. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes van partijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 41.00, 21.00, 4.60 en 2.25; de laagste f 40.00, 20,50, 4.20 en 2.10. De minister van oorlog heeft de commandee- rende officieren der corpsen gemachtigd om, na mens hem, aan de milicien-verlofgangers van de lichting van 1874, die daartoe aanzoek mochten doen, de vergunning te verleenen tot het aangaan van een huwelijk. De minister van binnenlandsche zaken heeft den commissarissen des konings verzocht hem eene naamlijst te verstrekken van de op 15 Augustus jl. in functie zijnde vaste gemeentelijke architec ten in de provincie, met opgave van de voor ieder aan de betrekking verbonden bezoldiging. Van den grooten gouden gedenkpenning, bij Zr. Ms. besluit van 13 Juli jl. aan den heer Charles L. W. Gardiner verleend, ter zake van de door hem opgedolven en aan den Nederlandschen Staat geschonken overblijfselen van de overwinte ring van Barentz en Heemskerck op Nova-Zembla jn 159697, is een afslag in brons in het koninklijk kabinet van penningen en gegraveerde steenen te 's-Gravenhage gedeponeerd. Door den consul der Nederlanden te Stok- holm is tot vice-consul te Strömstad aangesteld W. T. Lundgreu. In den zang wedstrijd voor Nederlandsche afdeelingen, gisteren te Antwerpen bij gelegenheid van de Rubensfeesten gehouden, is verworven de eerste prijs door de mannenzangvereeniging „Cecilia11, nit 's-Gravenhage, directeur de heer Hekking; de tweede prijs door „Breda1 s mannen koor'1, uit Breda, directeur de heer Ilmland; de derde prijs door de liedertafel „Zanglust11, uit Amsterdam, directeur de heer Roberten de vierde prijs door de koninklijke liedertafel „Kunst en Vriendschap11, uit Amsterdam, directeur de heer Kwast. Al de deelnemende liedertafels zongen het lied „Ter Kermis11 dat als een nummer voor ver plichte uitvoering was vastgesteld. Z. M. de Koning zal a. s. Woensdag zich naar Amsterdam begeven om een bezoek te brengen aan de tentoonstelling van kunst toege past op nijverheid. Z. M. zal ten paleize op den Dam het déjeuner gebruiken. Heden werd de ten toonstelling wederom door prins Alexander bezocht. Z. M. heeft aan H. Schierholz, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als consul der Ne derlanden te Valparaiso, en daartoe, buiten bezwaar van 's rijks schatkist, benoemd E. Petersmet 1 Sept. benoemd tot paardenarts 3de kl. bij het leger in Ned.-Indië, den voor die betr. opgeleiden veterinairen leerling J. de Jongh; L. Broekema, te Halle, met 1 Sept. benoemd tot tijdelijk leeraar aan de rijks-landbouwschool. Gemengd Nieuws. Gistermiddag omstreeks vijf uren speelde een jongetje van 4'/2 jaar, E. S. genaamd, buiten de Heerenpoort en had het ongeluk in den Singel te vallen. Zijn elfjarig broertje, kun nende zwemmen, aarzelde niet zich te water be geven en bracht den kleine behouden aan wal. Vrij dag-namiddag is te Haarlem het zevenjarig zoontje van J., aan den Singel bij de gasfabriek op een vlot spelende, te water geraakt en verdronken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1