N°. 5360.
A". 1877.
Maandag
6 Augustus.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
8 T A 1) S-lt E 111 CHTEJS.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIEJi
Van 16 regels1-05.
Iedere regel meer0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Ie Suppletoir kohier der plaatselijke
directe belasting 1877.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien art. 204 der Wet van den '29sten Juni 1851
(Staatsblad N°. 85)
doen te weten, dat het 1ste Suppletoir kohier der
plaatselijke directe belasting over 1877 op heden voorloo-
pig is vastgesteld en van den 27sten Juli tot en met den
Oden Augustus 1877, ter secretarie dezer gemeente (finan-
cieele afdeeling), van 9 tot 4 uren, voor een ieder ter
lezing is nedergelegd.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgem.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 26 Juli 1877.
LEIDEN, 4 Augustus.
Naar men met zekerheid verneemt zullen
de academische examina gedurende de maand
September nog volgens de bestaande verordeningen
worden afgenomen.
De Staatscourant behelst het verslag over
het Rijksmuseum van oudheden en het Rijks-
ethnographisch Museum alhier, gedurende het
jaar 1876.
Aan de zwem- en badinrichting „Rhynzigt"
zijn gedurende deze week 918 baden genomen.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 4662 volwas
sen personen en van 1014 kinderen.
Gedurende de afgeloopen maand werden in
de Volkskeuken alhier afgeleverd 3180'/2 portiën,
als: 2701 warme spijs, 410 vleesch en 69'/2 spek.
De reeds meermalen en met toenemenden
aandrang geuite weusch tot afschaffing der lijf
straffen, ook bij de marine, wordt door de regeering
gedeeld. De afschaffing der lijfstraffen maakte eene
aanmerkelijke uitbreiding van de straf van militaire
detentie, de eenige hoofdstraf die in de plaats van
van de straf der slagen in aanmerking kan komen,
noodzakelijk, en die evenals voor de landmacht
in een huis van detentie of provoost moet worden
ondergaan. Voor de straf van het kielhalen, bij
de wet van 1854 door kruiwagenstraf van 3 tot
15 jaren vervangen, treedt militaire gevangenisstraf
in de plaats, terwijl zich daaraan onmiddellijk aan
sluiten de straffen, die de straf van het ra-vallen
vervangen. Het maximum der vervangende militaire
detentie is eenigszins verhoogd. De afschaffing
der lijfstraffen, als disciplinaire straffen voor de
zeemacht, gaat gepaard met eene geheele herziening
van het disciplinaire strafstelsel. Aan de straffen voor
officieren zijn toegevoegd huisarrest en de berisping.
In de straffen voor dek- en onderofficieren is de
degradatie behouden, maar beperkt tot die voor
een onbepaalden tijd, terwijl de gedegradeerde niet
in zijn rang wordt hersteld en alleen opnieuw
voor bevordering kan in aanmerking komen. Voor
de mindere schepelingen is de straf van verminde
ring in klasse behouden, maar daarnevens aan
genomen plaatsing in eene strafklasse voor hen,
die in klasse niet meer kunnen verminderd worden.
Voorts is nevens deze straffen de straf van scheeps-
arrest, strafdienst en provoostarrest.
Uit het voorloopig verslag der Tweede
Kamer omtrent het ontwerp tot herziening der
kieswet blijkt dat men vrij algemeen het daar
over eens was, dat elk der drie onderdeelen van
het ontwerp geheel op zich zelf staat, en door
zeer vele leden werd stellig en bepaald gewenscht
dat de regeering de voordracht terugueme en ver-
vange door drieërlei voorstel1°. keeren van mis
bruiken bij verkiezingen; 2°. wijziging der kies
tabel; 3°. censusverlaging. Aangaande dit laatste
verklaarde men nadrukkelijk van dezen minister
niets te verlangen en niet geneigd te zijn daar
omtrent met hem mede te werken. De herziening
der kiestabel wenschte men zoodanig, dat met de
minst mogelijke veranderingen in de bestaande in
deeling en met terzijdestelling van de moeielijk
verdedigbare voorkeur in het ontwerp aan enkele
kiesdistricten boven de dubbele gegeven, de mo
gelijkheid werd geopend het aantal leden der Ka
mer nog in dit najaar te brengen in overeenstem
ming met het bevolkingscijfer op 31 December
1876. Afgescheiden van de voordracht, die men
bij voorbaat ter zijde liet, heerschte veel verschil
van gevoelen over de vraag of censusverlaging in
het algemeen belang wenschelijk was, en zoo ja,
hoe ver en in welke richting. Vele voorgestelde
wijzigingen der kieswet beschouwde men overigens
inderdaad als verbeteringen. In een afzonderlijke
nota heeft de heer Van Houten zijne inzichten
omtrent het kiesrecht en de volksvertegenwoordi
ging met eene schets van grondwetsherziening
kenbaar gemaakt.
Sedert de laatste opgave is ten behoeve der
zieke en gewonde krijgslieden in den Russisch-
Turkschen oorlog aan bijdragen bij het hoofd
comité van het Roode Kruis ingekomen f 1765.
In eene uitvoerige circulaire wordt door het comité
te Konstantinopel een beroep gedaan op de ver-
eenigingen van het Roode Kruis in het algemeen
en op alle menschenvrienden in het bijzonder.
Thans, nu duizenden gekwetsten op het slagveld
zijn gevallen en het aantal zieken in het leger
dagelijks op verontrustende wijze toeneemt, wordt
met aandrang ondersteuning gevraagd bij het ver
vullen der moeitevolle en veel omvattende taak.
De beroemde schilderijcnverzameling der
familie Van Loon is verkocht aan Rothschild te
Parijs. Men verneemt dat de regeering, naar aan
leiding van de in de Engelsche en Ned. dagbla
den loopende geruchten, omtrent den aankoop der
collectie ten behoeve van het rijk, onderhandelin
gen had geopend, welke intusschen bij de familie
weinig medewerking ontmoetten en plotseling door
het bericht van den verkoop aan een vreemdeling
werden afgebroken.
De heer Jongkindt Coninck maakt meteen
aantal leerlingen der Landbouwschool een voetreis
door Groningen, Friesland, Zuid- en Noord-Hol
land enz. Men hoopt o. a. te bezichtigen de ko
loniën van de Maatsch. van Weldadigheid, de
Haarlemmermeer, de Anna Paulownapolder, de
ontginning door Veendam-cultuur te Ilelenaveen
enz. enz.
Door wijlen den heer N. Nosse is aan de
algemeene armen te Amsterdam een legaat ver
maakt van ƒ10,000, vrij van successierechten.
Aan het eenigen tijd geleden geopperd plan,
om in de verschillende landen en koloniën comités
te vormen van de Cobden-club te Londen, is
thans gevolg gegeven. Reeds zijn de honoraire
secretarissen voor Amerika, België, Prankrijk,
Oostenrijk, Spanje en Zweden benoemd. Voor
ons land is die waardigheid opgedragen aan den
heer Pransen van de Putte, lid der Tweede Kamer.
Naar men verneemt worden sinds eenigen
tijd door de permanente militaire spoorweg-com
missie onderhandelingen gevoerd met de verschil
lende spoorwegmaatschappijen hier te lande over
het vaststellen van uniforme regelen voor het
vervoer van krijgsvolk en oorlogstuig over alle
Nederlandsche spoorwegen.
J. A. Fokker is erkend en toegelaten als
vice-consul van Spanje te Vlissingen, op den voet
van Nederlandsch onderdaan.
Zr. Ms. stoomschip „Batavia", onder bevel
van den luit.-ter-zee 1ste kl. W. Van Oorschot,
is den 2den dezer van Bushire naar Bombay
vertrokken.
Uit Zuid-Afrika wordt aan het „Handels
blad" van 10 Juli gemeld: Het oorlogschip „Cu-
ragao", van Batavia, is thans ook in Simonsbaai
binnen. In de Kaapkolonie gaat de beraadslaging
over de begrooting haar geregelden gang. Van de
Transvaal verneemt men dat Shepstone naar
Potchefstroom is vertrokken. Hij werd daar feeste
lijk ontvangen en zal een maand op reis blijven. De
onlusten van inlanders te Middelburg zijn spoedig
bedwongen geworden. Secocoenie's houding blijft
argwaan wekken. In weerwil van de belofte van
Shepstone omtrent het gebruik der Hoilandsche
taal in de Transvaal zijn alle stukken nopens op
richting van het hooggerechtshof aldaar uitsluitend
in het Engelsch gepubliceerd. In het Kaapsch
Parlement is de conferentiequaestie ter sprake ge
bracht. De behandeling werd nog uitgesteld,)
Z. M. heeft met ingang van 16 Augustus
den kapt.-ter-zee W. P. L. De Vriese, op zijn
verzoek, ter zake van langdurigen dienst op pensioen
gesteld; bevorderdtot kapt.-ter-zee, K. C. Bunnik;
tot kapt.-luit.-ter-zee, K. W. E. Von Leschen en
T. C. Gobée; tot luit.-ter-zee 1ste kl., A. J.
Krabbe; benoemd tot landmeter 3de kl. bij het
kadaster: P. Bos, J. G. Allaries, H. M. L. Bin-
gen, N. C. Wetselaar, J. Eekhof, G. Hoogland,
C. W. Hoffmann, C. L. Treffers, C. Jongkees, C.
P. A. De Groot, M. W. Abresch, J. Bijll, P.
Lammerts, B. Upmeyer en C. Geyl; L. A. Van
Giffen, thans ontv. der dir. bel. en ace. te Rui-
nerwold, benoemd tot ontv. derz. middelen te Balk
den 2den luit. J. J. E. Francken, van het 8ste
reg. inf., op nonact. gesteldaan de voor den
dienst in Indië bestemde soldaten J. B. Masselis
en T. A. C. C. Beutler, van het koloniaal werf
depot, vergund het dragenèerstgen. van de
Pransche medaille voor de expeditie in Mexico,
laatstgemelde van het Pruisische herinnerings-
kruis aan den veldtocht der Main-armée in 1866.
Gemengd Nieuws.
Hedenmiddag omstreeks halfvier
heeft zekere J. T. een meisje van omstreeks 2
jaar dat in de Middelstegracht gevallen was, gered.
Volgens een bericht in het „Politie
blad" is men den dader van de in de afgeloopen
maand in 's Rijks Museum van oudheden alhier
gepleegde ontvreemding van 6 Egyptische gouden
ringen op het spoor gekomen. Van dien diefstal
wordt verdacht een Duitscher, volgens opgaven te
Leiden gedaan zich noemende Ernest Mensching,
cand. jur. te Hannover, die aldaar Assyrische ringen
te koop heeft aangeboden, onder voorgeven dat
zij herkomstig waren uit de nalatenschap van prof.
Grotefend te Hannover. Men vermoedt dat dezelfde
persoon zich vroeger te Londen aan dergelijken
diefstal ten nadeele van het Britsch Museum heeft
schuldig gemaakt en aldaar opgaf te heeten E.
Merling en baron de Preytag Estorf, neef van dr.
Pridag, in Ned.-Ind. dienst op Borneo. Een persoon
wiens voorkomen met het signalement van den
verdachte overeenstemt, heeft ook te Londen gouden
ringen te koop aangeboden, o. a. den 20sten Juli
jl. twee Egyptische, die overeenkwamen met de
beschrijving van de gestolen ringen.