Rusland. KOLONIËN. BATAYIA, 27 Juni. Een correspondent te Atjeh schreef dd. 8 dezer dat een officier der marine door een detachement van 25 man, die 5 man als spits had afgezonderd, van de benting te Analaboe naar de inschepings plaats werd begeleid, toen op eens de spits over vallen werd door een troep Atjehneezen met kle wangs gewapend. De vijf man sneuvelden en hunne geweren bleven in 's vijands handen, die thans wel een bataljon met onze Beaumontgewe- ren zal kunnen wapenen. Op het vernemen van dit ongeval zijn onmid dellijk drie compagnieën infanterie, eene sectie veld-artillerie, benevens een 100-tal dwangarbei ders onder bevel van majoor Du Pon naar Analaboe gezonden. De regeering publiceerde in de Javasche Courant" van 19 dezer een telegram van den bevelhebber te Atjeh over dezen tocht, luidende: „Toestand Analaboe niet verbeterd tot agnkomst troependebarkement zonder tegenstand. Zoon radja met vijapdiggezinden dadelijk gevlucht," In hetzelfde blad van gisteren wordt voorts nog me degedeeld dat onze versterking van de overzijde der Merbouw-rivier voortdurend door geschut en geweervuur werd bestooktdat het in verzet zijnde gedeelte der bevolking was toegenomendat de vijand op den weg van den post naar de monding der Analaboe en aan de overzijde der Merbouw- rivier loopgraven heeft aangelegd, waaruit hij zijn vuur op de onzen richt; dat een uitval uit de versterking den vijand op eene enkele plaats heeft verjaagd en zijn werken vernielddat het oplichten van den kedjoeroean Moeda is verijdeld, doordien deze reeds bij aankomst van het stoomschip „Japara" met een groot gedeelte der vijandige bevolking de vlucht had genomen, en dat eene nieuwe ver sterking op den rechteroever der Analaboe-rivier zal worden opgericht. Bij besluit van 11 dezer is de gebied sin- deeling van het onderworpen gedeelte van Groot- Atjeh voorloopig vastgesteld; het is gesplitst in vier districten, elk bestuurd door een inlandsch ambtenaar onder toezicht van den adspirant-resi- dent, toegevoegd aan den bevelhebber te Atjeh, en drie controleurs. De annexatie van dat gebied heeft daarmede ten volle haar beslag gekregen. In den morgen van 12 dezer had de con troleur der 2de klasse bij het binnenlandsch be stuur J. Koning het ongeluk in de suikerfabriek Wonoredjo, nabij Pasoeroean, in een der bakken met kokende suiker te vallen, aan de gevolgen waarvan hij te tien uren des avonds overleed. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departemant. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den 1 sten huipond. aan de o. eerste 1. s. te Soe- rakarta, H. Van Bergen; een tweej. verlof naar Ned., w- ziekte, aan den hulpond. te Bandjermasin C. Den Homer. Ontslagen: Eervol, w. volbr. diensttijd, met behoud van recht op peus., de ambt. op nonact. B. C. Nolthenius; eervol, de comm. 3de kl. bij den post- en tel. G. E. A. Cordrpmp. Benoemd; Bij het binnenl. best, op Java en Madura; tot contr. 2de kl., J. F. Swaah; tot adsp.-contr., F. W. Hartelust; aan de o. Isto 1. s. te Soerakarta: tot 2den hulpond. P. Kolling, tot 3den hulpond. L. A. De la Cron. Departement van OorlogVerleend: Een tweej. verlof n. Europa, w. ziekte, aan den off.-van-gez. 2de kl. J. G. J. Van Oppenraay en aan den kapt. der inf. G. C. A. De Witt. Ont slagen: Eervol, de burg. schrijver 5de kl. bjj den gen. dienst F. D. A. Akker; eervol, de burg. schrijver 5de kl. bij de mil. adm. A. Van den Broek. Bevorderd: Tot kapt. der art. de lste luit. G. De Wijs. Geplaatst: Bjj hat dep. van oorlog, bjj de 4de afd., de luit.-kol. der genie J. P. Van der Eb; bij het hosp. te Samarang, de, off.-van-gez. 2de kl. J. Sohnlein. Over geplaatst: Als adj. van den comm. der 3de mil. afd. op Java, de lste luit.-adj. H. C. P. De Bruyn; bij het det. cav. te Atjeh, de lste luit. jhr. R. B. R. J. Van Grotenhuis tot Onstein. Ge- ateld op nonact.: Bij de inf., de maj. J. C. Doekheer. Ge steld: Ter beach, van den cbef der 2de afd. van het dep. van oorlog, de lste luit.-kwart. C. H. W. Boers. Ingetrokken: Do overpl. van den off.-van-gez. 2de kl. C. T. J. W. Osterlob, hij den gen. dienst te Atjeh, zjjnde hij overgepl. bij het hosp. te Willem I; de overpl. van den off.-van-gez. 2de kl. G. H. Schlencker, bij den gen. dienst te Atjeh. V erleend: Een tweej. verlof n. Europa, w. ziekte, aan den maj. der inf. H. C. A. Ruempel; een tweej, verlof naar Ned., w. ziekte, aan den kapt. der inf. A. W. Constant. Ontslagen: Eorvol, de burg. schrjj- »er 5de kl. F. G. T. Bosch. Overgeplaatst: Bij het hosp. te Weltevreden, de kapt.-kwartierm. M. Willemstijn; bij do int. te Atjeh, de kapt.-kwart. H. J. Ebbinkbij den gen. dienst van Sumatra's Weslk. de off-vanger. 2de kl. P. J. L. Döring; bij de 10de comp. art. te Soerabaia, de kapt. J. J. Munniks de Jongh; bij de 3de comp. te Atjeh, de kapt. D. J. H. Schiifer en de lste luit. J. F. Dormaar; bjj de 4de comp. te Atjeh, de 2de luit. P. C. Van Bockom Maas; bjj de 6de comp. ta Atjeb, de kapt. H. J. Julius. Verleend: Een tweej. verlof n. Europa, w. ziekte, aan den 2den luit. der inf. B. C. Lamie. Ontsla gen: Op verzoek, eervol, de offic.-van-gez. 2de kl. dr. H. Teu- nissen. Bevorderd: Tot lsten luit.-kwart. L. Manrer en H. Kits van Heyningen. Benoejmd: Tot magazijnen. 3de kl. bij de art., C. 1. E. A. Von Pletsen Hohen Entringen. Departement van Marine. Ontslagen: Eervol, de machin. leerl. 2de kl. J. W. C. Smitt. 'Ben o emd: Tot 2den stnnrman R. j. Akkerman; tot machinistlleerling 2de kl. L. G. B. Heyn- neman. BUITENLAND. Frankrijk. De vrijmetselaars-loge „Parfaite Égalité", die haren zetel te Parijs had, is op bevel van den minister van binnenlandsche zaken gesloten. De prefecten hebben aanzegging gekregen, om een nauwkeurig toezicht te houden op de zangvereenigingen. Eenige dier vereenigingen zijn reeds verboden. De officieuze „Möuiteur" noemt den heer Rouher thans een revolutionair. Het gouvernement, dat hèer en meestér er) scheidsrechter der partijen moet blijven, voegt hef blad hem verder toe, kan dë eischetr niet inwilligen van een man (Rouher), die Frankrijk vroeger te gronde heeft gericht. De minister van openbare werken heeft aan de hoofdinspecteurs der spoorwegen eene circulaire doen toekomen, waarin hij zegt dat zijne aandacht gevestigd is op het vervoer en het onwettig col- porteeren van dagbladen en staatkundige vlug schriften. Dit middel van propaganda is een ver grijp tegen het gemeene recht, dat geconstateerd moet worden door de commissarissen, belast met het toezicht op de spoorwegen, in hunne hoeda nigheid als officieren van politie. Derhalve worden de hoofdinspecteurs uitgenoodigd aan de bedoelde commissarissen bevelen te geven, om dat gewichtig gedeelte van hun dienst met alle stiptheid ter harte te nemen. De gestrenge maatregelen tegen dagbladen eDZ. houden aan. Zoo is de uitgever van de „Courrier de France" tot eene maand gevange nisstraf en 2000 fr. boete veroordeeld wegens het beleedigen van regeeringsambtenaren, en de „Mot d'Ordre" tot eene boete van 5000 fr. wegens het opnemen van artikels van Rochefort. Zekere La- moureux, een handelsreiziger, die aan eene open bare tafel zich minder eerbiedig over den presi dent der republiek had uitgelaten, is door de rechtbank van Carpentras tot twee maanden ge vangenisstraf veroordeeld. Groot-JBritaxinië. In het lagerhuis zeide gisteren sir Stafford Northcote dat het onnoodig is een krediet aan te vragen tot dekking der kosten van de jongste uitzending van troepen en van de versterking van de vloot in de Middellandsche Zee; het is zelfs twijfelachtig, of het reeds toegestaan supplemen- toir krediet in den loop van 't jaar wel noodig zijn zal. Het is onnoodig verdere ophelderingen te geven over de inzichten en voornemens der regeering. Het is ongepast om in het huis te antwoorden op de artikelen der Russische pers over de wreedheden door de Russen gepleegd. Sir Henry "Wolff zal Vrijdag een voorstel in dienen waarbij Engelands neutraliteit wordt goed gekeurd, maar waarbij de meening wordt uitge drukt dat de tegenwoordige staat van zaken in het Oosten maatregelen noodzakelijk maakt om de verplichtingen te handhaven van het tractaat, waarbij de vaart op den Donau en het recht op de passage van de Dardanellen geregeld wordt. De miuister van marine, de heer Wart Hunt, is Zondag op 52-jarigen leeftijd te Hom burg onverwachts overleden. Hij had sedert lang aan de jicht geleden, doch scheen beterende te zijn. In het huis der gemeenten, om zijne maat schappelijke hoedanigheden zeer gezien, heeft hij zich echter meer door zijn onvermoeiden ijver dan door buitengewone redenaarsgaven onderschei den. In een vroeger kabinet is hij minister van financiën geweest. De „Nordd. Allg. Zeitung" behelst een brief uit Petersburg, waarin het gevecht bij Plewna een nieuw bewijs genoemd wordt van de dapperheid der Russische troepen, maar tevens van de onvoor zichtigheid der aanvoerders, die den vijand aan vallen zonder zijne sterkte te verkennen. Van drie regimenten, nog geen 7000 man tellende, verloren de Russen aan dooden en gekwetsten 2000 man, dus bijna een derde. De berichtgever past daarop toe wat van den aanval der Britsche cavalerie in 1854 bij Balaklava is gezegd: „Het is schitterend, maar het is geen oorlogvoeren". De berichtgever van het Russischgezinde blad wijst ook op het bedenkelijke, dat in den toon der organen van de ultra-slavische partij gelegen is. Die willen eene staatkunde op hun eigen hand gevolgd zien en het ergste is, dat sommige leger aanvoerders blijkbaar onder hun invloed staan. Maar, zegt de berichtgever, het is niet voor die staatkunde, dat keizer Alexander zijne troepen in het veld heeft laten rukken. Turlrije. Een telegram uit Pera aan de „Köln. Zeitung" meldt dat generaal Blum, een Duitsch officier in Turkschen dienst, dezer dagen de legercorpsen van Soliman- en Reouf-pacha ten zuiden van den Balkan geïnspecteerd en hen te zwak bevonden heeft om aanvallenderwijze te werk te gaan, maar sterk genoeg om den vijand achter hunne ver schansingen af te wachten. Deze (generaal Gourko met zijne Russische troepen, die nu op 45,000 man geschat worden) staat verschanst bij Kara- bounar en wacht den opstand af, die in Thracië dreigt uit te breken. Ook uit dit bericht blijkt wederota, dat So- limans voorhoede inderdaad bij Karabounar gesla gen en naar Adrianopel teruggedrongen is. Vreemd echter is het, dat de Russen het niet de moeite waard gevonden hebben van deze overwinning melding te maken. Wellicht is hunne aandacht thans uitsluitend gevestigd op hetgeen ten noor den van den Balkan geschiedt. Zij spannen daar blijkbaar alle krachten in om Osman-pacha, die hun rechtervleugel ernstig bedreigt, onschadelijk te maken. De vertraging, die het beleg van Rust- schuk ondervindt, wordt mede daaraan toegeschre ven, in de onderstelling, dat de kroonprins eenige afdeelingen van zijn belegeringscorps heeft moe ten afzenden om generaal Krudeners corps in den aanval op Plewna te ondersteunen. Loftcha, waar blijkens een telegram van Osman-pacha opnieuw gestreden is, ligt omstreeks 20 kilometers ten zuiden van Plewna en wordt op vele kaarten Lo- watz genoemd. De vroegere Bulgaarsche exarch is gear resteerd en zal in eene vesting geïnterneerd worden. Eene officieele dépêche uit Adrianopel van gisteren meldt, dat Suleiman Pacha er in geslaagd is zich met Reouf Pacha bij Jenisaghra te ver eenigen. Het gevolg hiervan was een gevecht, dat nog voortduurde en waarvan het resultaat nog niet bekend was. Uit Azië zijn de laatste dagen zeer wei nig berichten ontvangen. Een telegram van Moukh- tar-pacha spreekt van Olti, dat de Russen getracht hadden te bezettendat moet zijn Ani, de oude hoofdstad van Armenië, 8 uren ten zuidoosten van Kars gelegen. Het bij die stad geleverde gevecht bleef onbeslist, daar een ontzettende storm een einde aan den strijd maakte. Uit dat bericht blijkt evenwel, dat de Russen zich sterk genoeg achten om weder aanvallenderwijze te werk te gaan, hoe wel de opstand in den Kaukasus hunne gemeen schapslinie met onverminderde kracht blijft be dreigen. Door den tegenspoed der Russische wapenen in Azië is de moed der opstandelingen natuurlijk in hooge mate aangewakkerd, maar de Russisebe troepen, die uit het binnenland des rijks opnieuw naar dit gedeelte van het oorlogstooneel zijn af gezonden, moeten daar nu reeds zijn aangekomen. Ardahan is nog altijd in handen van de Russen gebleven, maar omgekeerd hebben de Turken ook plaatsen op Russisch gebied bezet, voornamelijk in de richting van Erivan, en Moukhtar-pacha strekt zijne verkenningen tot over de Russische grenzen uit. Generaal Blum is niet de eenige Duitscher, die thans een hoogen rang in het Turksche leger bekleedt. Mehemel-Ali, de nieuw benoemde opper bevelhebber ten noorden van den Balkan, is uit Maagdenburg afkomstig en heette Julius Detroit, toen hij 30 jaren geleden in Turkschen dienst trad; hij is nu vijftig jaar. Hij heeft generaal Strecker, een voormalig Duitsch officier, met het opperbevel over de artillerie van zijn leger belast. Ook de bevelhebber van Kars is een gewezen Duitsch officier. Van meer dan ééne zijde wordt verzekerd, dat de Turken aanstalten maken om te gelijker tijd van het oosten en van het westen op Tirnova

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2