BUITENLAND.
Frankrij k.
de andere eenigszins te wijzigen. Dit voorstel
vond krachtige bestrijding en warme verdediging.
Ten slotte werd het echter verworpen met 26
tegen 17 stemmen, zoodat de vrouw in het water
schap wel stemrecht heeft, maar dit alleen kan
uitoefenen bij eene schriftelijke lastgeving; in de
vergaderzaal van ingelanden wordt alleen hare stem
per lastgeving, niet in persoon toegelaten.
Uit Hoorn wordt aan het „Handels
blad" gemeld, dat het bericht over den brand in
de R.-K. kerk aldaar, overgenomen uit de „Tijd",
niet zoo zeker is als dat blad beweert. Vooreerst
wordt het opgegeven tijdsverloop van het oogen-
blik dat de jongen bij de kerk was en van dat
toen de brand uitbrak, door den weesvader, die
zeker in deze zaak wel een van de voornaamste
getuigen zal zijn, tegengesproken. Ten tweede
het beweren dat de dienstmaagd een kerel op
het dak van de kerk zag, is onwaar: de jongen
is volstrekt niet op de kerk geweest; de dienst
maagd heeft bevestigd ten aanhoore van getuigen,
dat zij den jongen zag op het plat of afdak tus-
schen de kerk en de kapel. Het wespennest was
in den muur der kerk, die twee steen dik is en
kort onder de goot; hoewel door deskundigen
de mogelijkheid wordt toegestaan, ligt er nog
altijd veel duisters indat de brand op deze
wijze is aangekomen.
De Stolwercksche chocolade-fabriek
te Keulen, welke nauwkeurig nagebootste colorado
kevers in de verschillende tijdperken van hunne
ontwikkeling in den handel bracht, heeft daarme
de zooveel succes, dat zij nacht en dag werk
heeft om aan alle orders te voldoen. De plaatse
lijke besturen bestellen ze voor de scholen en uit
Engeland vooral verlangt men ze bij tienduizend
tallen zoo spoedig mogelijk te maken.
Omtrent eene bijzondere snelle reis
van twee stoomschepen van Hankow naar Londen,
meldt de „London and China Telegraph" het vol
gende De „Gleneagles" vertrok van Hankow den
23sten Mei te 8 u. nam. en de „Loudoun Castle"
den 24sten te 1 uur na middernacht, dus vijf uren
later. Beide schepen passeerden Woosung (Shanghae)
te vijf uren na den middag van den 25sten. De L. C.
arriveerde te Singapore te halfdrie naden middag van
den 2den Juni, en de Gl. ongeveer 2 uur later. Na
kolen ingenomen te hebben, vertrokken de beide
stoomschepen weder, de L. C. vertrok ongeveer
vijf uren vroeger dan de Gl. en arriveerde te Suez
te 3 uren in den ochtend van den 21sten, terwijl
de Gl. des avonds aldaar te 8 uren aankwam.
Beide schepen passeerden snel door het Suez-
kanaal en namen kolen in te Port-Said te 2 uren
in den ochtend van den 22sten, dus passeerden
in 23 uren het Suez-kanaal, en de Gl. vertrok
20 uren later. De L. C. passeerde Dover den 2den
Juli te 7 uren na den middag en kwam, na eeuige
uren ten anker gelegen te hebben om op den vloed
te wachten, den 3den des ochtends te 6 uren in
het South-West-India-Dock en loste denzelfden
dag de geheele lading, bestaande uit thee, waar
van het grootste gedeelte dien dag verkocht werd.
De reis door de L. C. van Woensdag van Woo
sung (Shanghae tot de Downs) was alzoo volbracht
in 38 etmalen en 2 uren, alle oponthoud mede
inbegrepen. De Gl. arriveerde in de Duins te 6
uren in den ochtend van den 4den en kwam des
avonds te 9 uren in het dok. Dit stoomschip
had oponthoud gehad door heet loopen der machine.
De dieven, die onlangs den posttrein
tusschen Calais en Parijs bestalen, zijn thans per
soonlijk bekend. Het zijn, zooals reeds dadelijk
wegens de brutale en berekende wijze waarop het
feit gepleegd is vermoed werd, Engelschen. On
gelukkig kunnen zij in Londen vrij langs 's heeren
wegen wandelen, nog altijd in het bezit van de
gestolen 1,500,000 fr. De misdaad is in Frankrijk
gepleegd en het feit is van dien aard, dat het
tractaat van uitlevering hier niet van toepassing
is. Den bestolenen zal niets anders overblijven
dan de waarden voor een belangrijke som van de
dieven terug te koopen.
DePranschesoldatenzullenvoortaan,
evenals de Duitsche, brillen mogen dragen. De
meening dat het dragen van een bril het gezicht
vermoeit, wordt van bevoegde zijde tegenwoordig
bestreden. Ook is bij onderzoek gebleken, dat een
aantal soldaten met een bril veel juister treffen
dan zonder. Ook vele officieren kennen daardoor
beter de manschappen.
De „Golos" zegt, dat in 187 5. het
getal kinderen van beiderlei geslacht op de lagere
scholen in Rusland bijna een millioen bedroeg.
De kinderen tusschen 7 en 14 jaar nu maken
omstreeks 15 pet. van de geheele bevolking uit,
zoodat het getal leerlingen ll,/2 millioen had
moeten zijn. Thans is er één leerling op elke 48
mannen en één op elke 211 vrouwen, of gaat 1
jongen op de 7 en 1 meisje op de 34 school.
Voor het onderhoud der lagere scholen is in 1875
6 millioen roebels uitgegeven. Van de schoolkin
deren doorloopen niet meer dan 5 pet. alle klassen.
Het bovengenoemde blad behelst
een brief uit Bucharest, waarin gesproken wordt
van zekere tenten, die in het Russische hoofd
kwartier als veld-lazaretten gebruikt worden en
uitstekend voldoen. Zij bestaan 'uit een houten
met vilt overspannen geraamte en hebben ruimte
voor twintig zieken. Tegen de hitte geven ze voortref
felijke beschutting en 's winters kan er in ge
stookt worden. Elke tent komt op 162 roebels te
staan. Men telde er reeds 150.
B echtzaken,
Bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden
is Jan Venhuis, geschorst hulponderwijzer, schul
dig verklaard aan vergrijp tegen de zeden en
veroordeeld tot eene correctioneele gevangenisstraf
van vijf jaren en eene geldboete van 500, bij
niet voldoening te vervangen door drie maanden
subsidiaire gevangenisstraf, met ontzegging van
alle voogdij of curateele en alle deelhebbing in de
raadplegingen van nabestaanden, gedurende den tijd
van twintig jaren.
Te Lyon woonde een bankier, Giraud genaamd,
die voor eenigen tijd in staat van faillissement
is verklaard en ten gevolge daarvan de wijk naar
Zwitserland heeft genomen. Zijne papieren zijn
toen onderzocht, en hieronder zijn een aantal brie
ven gevonden van den heer Ordinaire (een der
onverzoenlijken van de linkerzijde in de Kamer),
die zeer compromitteerend voor hem zijn. Er
blijkt nl. uit, dat hij eene som van 32,000 fr.
had geleend van Giraud, met wien hij zich aan
groote beursspeculatiën had willen wagen. Onder
anderen spiegelde Ordinaire in Juli 1876 aan
Giraud eene winst van 500.000 fr. binnen eene
maand voor, indien men spoedig 5000 aandeelen
in de „Banque franco-hollandaise" kocht. Hij
(Ordinaire) verlangde slechts een derde van de
winst. Hij gewaagde voorts in zijne brieven van
zijne betrekkingen met Philippart, met Gambetta,
die, naar hij voorgaf, insgelijks bij de zaak belang
had en dien hij had geraadpleegd, met Gouyot-
Montpayroux en anderen. De rijzing der aandee
len kon, volgens hem, niet uitblijven, daar de
stukken zouden opgekocht worden, doch slechts
gedurende een korten tijd, weshalve men zich
moest haasten.
De „Rép. fr." verklaart ten stelligste, dat Gam
betta niet het minste belang had bij de zaken
van de „Banque franco-hollandaise", dat hij als voor
zitter der parlementaire Commissie voor de be
grooting nooit een subsidie ten behoeve van
Philipparts spoorwegplannen aan haar heeft voor
gesteld (ook van deze zaak had Ordinaire hoog
opgegeven, om Giraud gouden bergen te beloven),
dat de Commissie zelfs nooit een dier plannen
heeft onderzocht. Wat meer zegt, het blad wijst
er op, dat Philippart noch den toenmaligen minister
van openbare werken, den heer Christophle, noch
der Kamer van afgevaardigden ooit eene andere
gunst voor zijne plannen heeft gevraagd dan de
goedkeuring op zijne overeenkomst met de maat
schappij voor den spoorweg van Orleans, die de
meerderheid, waarop Gambetta zooveel invloed
had, eenparig heeft geweigerd. De „Rép. fr." heeft
nu de candidatuur van Ordinaire voor de nieuwe
Kamer losgelaten. Op de vergoeding, die hij als
afgevaardigde te vorderen had, is vóór de ont
binding beslag gelegd door iemand, van wien hij
geld had geleend voor de speeltafel.
Thans is de tekst bekend geworden van
de circulaire, die de minister van onderwijs den
lsten Juni aan de prefecten heeft gezonden,
waarin hij hun gelast een oog te houden op de
beambten bij het onderwijs. De circulaire luidt
als volgt: „Uit de berichten, die mij geworden
zijn sedert ik tot minister ben benoemd, is mij
gebleken, dat zeker aantal ambtenaren, tot mijn
departement behoorende, zooals inspecteurs van
academiën, inspecteurs bij het lager onderwijs,
schoolopzieners, niet altijd de terughouding in
acht genomen hebben, die hun ambt hun oplegt.
Zoo moeten, naar mij gezegd is, sommigen hun
ner zich derwijze met de staatkunde hebben inge
laten, dat er moeilijkheden voor u uit kunnen
voortspruiten. Ik acht het noodig hieraan paaien
perk te stellen overal, waar zich gevallen van
dien aard voordoen. Ik verzoek u, na alvorens
juiste berichten te hebben ingewonnen, mij be
kend te maken met de houding en de daden der
verschillende ambtenaren van mijn departement,
mij aangaande ieder hunner eene met redenen
omkleede nota te zenden en, zoo er termen voor
bestaan, voorstellen te doen. Ik verlang die stuk
ken in den kortst mogelijken tijd te ontvangen."
De minister van openbare werken heeft eene
circulaire gericht tot de directeuren der spoor
wegmaatschappijen, waarin hij in herinnering
brengt, dat de regeering en hare ambtenaren, i
krachtens een besluit van prins Louis Napoleo;
van 27 Maart 1852, het recht hebben om, in
't belang van de orde en de rust in den Staat,
van de spoorwegbesturen de afdanking te eischen
van het ondergeschikte personeel. Derhalve wor
den de bedoelde besturen door den minister uit-
genoodigd een wakend oog te houden op het
dienstdoend personeelwant het zou licht kun
nen gebeuren, dat het aan verderfelijke inblazin
gen gehoor gaf. De minister acht het raadzaam
te waarschuwen, alvorens tot uiterste maatregelen
over te gaan.
De gematigd legitimistische „.Gazette de
Erance" meent dat het ministerie veel te ver is
gegaan. „Wij hebben, zegt het blad, van den eer
sten dag aan het kabinet te kennen gegeven, dat
het den stoot moet geven aan eene beweging,
waarvan men goede verkiezingen kan verwachten
en dat die beweging slechts verkregen kan worden
door eene staatkunde op breeden grondslag, juist
omschreven, krachtig, maar vrij van alle geweld,
van elke willekeur, 't Is eene dwaling te gelooven,
dat de plagerijen, de kleine middelen op de massa's
afdoende werken. De armzalige kunstgrepen en
groothanserij waren goed voor het Keizerrijk.
Afgaande op hetgeen wij zien gebeuren, vreezen
wij dat het ministerie zijne kracht zal verspillen
in de duizenderlei weinig beteekenende bijzaken
van een kleinen oorlog en in de eigendunkelijke
opvattingen van den tekst der beteugelende wetten."
De provinciale bladen hebben van het Agent
schap Havas eene nota ontvangen, waarin gezegd
wordt, dat de regeering bezig is met zich omtrent
de materieele belangen der departementen in ver
band tot de verkiezingen ijverig te doen inlichten.
In September is het allerwegen voor den land
bouw een drukke tijd en het komt er dus op
aan, dat tijdstip uit te kiezen, waarop de land
bouwers het minst gebonden zijn. De „Univers"
betoogt, dat een geschikte tijd vooreerst in het
geheel niet te vinden is. De regeering had of de
verkiezingen terstond moeten uitschrijven, of zij
behoort ze zoolang mogelijk uit te stellen. Ten
platten lande, zoo redeneert ze, schuilt de groote,
kracht der conservatieve partij, en nu neemt in
Augustus de graan-, in September de wijnoogst
alle handen in beslag. Bovendien is de zomer de
tijd van vacantiën en de meergegoede conservatie
ven zijn naar hunne buitenplaatsen, naar de ba
den of op reis getogen. Er is dus geene keus, en
uitstel in het belang van den goeden uitslag der
verkiezingen noodzakelijk.
De minister De Fourtou heeft een circulaire
aan de prefecten gezonden, waarin hij hun gelast
in 't openbaar niet anders te verschijnen dan in
ambtskleeding. Ditzelfde geldt van de onder
prefecten en secretaris-generaal en raden bij de
prefectuur. De minister meent dat het aanzien en
het gezag dier ambtenaren verhoogd zullen wordeu,
als deze zich in den gebordunrden rok aan de
bevolking vertoonen.
Het „Journal officiel" maakt de ontvangsten
gedurende de eerste zes maanden van dit jaar
bekend. De belasting op de inkomsten van roe
rende bezittingen heeft wel 127.000 fr. meer
opgebracht dan de raming was, maar de ontvang-