A°. 1877.
N°. 3334.
Vrijdag
6 Juli.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
s T A D S-B RICHTEA.
DE AANHOUDER WINT.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADYERTENTIEN
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.17J.
Grootcre letters naar plaatsruimte.
JACHT.
De COMMISSARIS DES KONINGS in de Provincie ZUID-
HOLLAND,
Gezien bet bealnit van de Gedeputeerde Staten van den 2den
Jnli 1877, n°. 49;
Gelet op art. 11 der wet van den 13den Jnni 1857 Staats-
Had n". 87);
Brengt ter IcenDis van de belanghebbenden, dat bij voornoemd
beiluit door de Gedeputeerde Stateu is bepaald, dat de afzonderlijke
jachten op waterwild voor dit jaar zijn geopend op Maandag
den 2'Ss/en Juli aanttaande, en dat mitsdien van af dat tijdstip
de uitoefening der jachtbedrijven, vermeld in art. 15, litt. d, f
en h der wet op de jacht cd visscherij, is geoorloofdwordende
tevens berinuerd aan de bepaling van art. 1 van bet Reglement
op de uitoefening der jacht cn visscherij in deze provincie, krach
tens Welke die jachten niet mogen plaats hebben dan op het
■water, lang» de stranden, oevers van meren, plassen, rivieren en
qp moerassige landen.
En zal deze kennisgeving, in plano gedrukt, worden afge
kondigd en aangeplakt, waar znlks te doen gebruikelijk is, als
mede in het Provinciaal Blad en in de Nederlandsckc StaaU-
Opurant worden geplaatst.
's-Gravenhage, den 3den Juli 1877.
De Commissaris des Konings voornoemd,
FOCK.
Het Engelsche Parlement levert< telkenjare het
tooneel van een met onverbiddelijke halsstarrigheid
terugkeerend debat tusschen de voor- en tegen
standers van een zaak, trouwens van zoo ingrijpend
belang, dat het geen verwondering kan baren,
dat haar bestrijders al hun krachten inspannen
om haar totstandkoming te beletten. Het zal
schier overbodig zijn hierbij te voegen, dat wij
bedoelen de quaestie van het al of niet toekennen
van het stemrecht aan de vrouw.
Ook dezer dagen werd dat onderwerp aan de
overzijde van het Kanaal weder aan de orde gesteld,
en de discussie heeft bij deze gelegenheid bewezen,
dat de begunstigers der politieke vrouwen
emancipatie volstrekt geen terrein hebben gewonnen,
en waarschijnlijk zouden zij verstandiger handelen
hun overigens bewonderenswaardige volharding te
wijden aan belangen, waarvan beter resultaten zijn
te wachten.
Toch zou hun voorbeeld nog meer nut kunnen
stichten dan zij wellicht zelf wel vermoeden. Ook
elders doen zich dergelijke quaesties voor, die,
op de keper beschouwd, heel wat meer actualiteit
bezitten, bij wier oplossing vrij wat meer belangen
betrokken zijn, doch die niettegenstaande dat alles
in het geheel niet aan de orde worden gesteld
daar, waar zij thuis behooren, in den boezem der
volksvertegenwoordiging zaken althans wier
voorstanders het, na het ondergaan van slechts een
enkele nederlaag, aan de onmisbare volharding
schijnt te ontbreken om zoo lang op hetzelfde
aambeeld te slaan, totdat zij hun loffelijk doel
hebben bereikt.
Zulk een belang is de afschaffing der jacht-
privileges, een onderwerp, bij welks behandeling
ons den landbouw beoefenend volk heel wat meer
geïnteresseerd is dan de Engelsche natie bij haar
vrouwen-stemrecht. En toch, hoe lang reeds is het
geleden dat die zaak in ons Parlement ter sprake
werd gebracht op het initiatief van de heeren
Gratama c. s. of liever hoeveel tijd is er
verloopen, gedurende welken zij daar niet aan de
orde werd gesteld.
Waarom wij juist thans daarop wijzen? Omdat
de jacht aangelegenheden dezer dagen weder werden
besproken, maar in geheel anderen geest. Ver
schillendejachtliefhebbers, grondeigenaren en jacht-
vereenigingen in Over-Betuwe nl. hebben zich tot
de Staten van Gelderland gewend met verzoek
om wijziging van het provinciaal reglement op de
jacht en visscherij, met dien verstande, dat voortaan
het jagen op groot wild worde toegelaten in de
maanden Januari, Februari, Maart, November en
December.
Een uitbreiding dus om niet te zeggen een
verdubbeling van den tijd, gedurende welken
de jachtprivileges in haar volle kracht in werking
zijneen verlenging van den tijd, dat de land
bouwer, dat de behoeftige daglooner zelfs, die een
klein lapje gronds bij zijn nederige woning be
bouwt alleen om in de behoeften van zijn eigen
gezin te voorzien, het zijns ondanks moet toelaten
dat het haas zijn kool of zijn andere gewassen
verslindt en vernielt, terwijl het dier, dat hij zelfs
op zijn eigen grond niet mag dooden, met de
voortbrengselen van dien grond gevoed, den jager
die het neerlegt, ten goede komt.
Slechts in één geval zouden wij met die ver
lenging van den tijd der geldigheid van de jacht
privileges vrede kunnen hebben, indien nl. de
daardoor verscherpte vervolging van het wild de
uitroeiing daarvan ten gevolge had. Want ofschoon
wij die verdelging op zichzelf niet wenscben,
zeggen wij toch in alle oprechtheid: liever geen
wildbraad op de tafel van den welgestelde -
immers meer en meer wordt het een weelde
artikel dan ten koste van den landbouwer.
Doch vóór alles hopen wij, dat er eerlang in
onze volksvertegenwoordiging weder een stem zal
opgaan om aan te dringen op algeheele afschaf
fing der jachtprivileges, ditmaal met beter gevolg
dan haar bij een vorige gelegenheid te beurt viel.
De poging onzer Geldersche Nimrods kan daartoe
een gereede aanleiding zijn. Dan zullen de En-
gelschen van ons kunnen leeren hoe ook wij we
ten te volharden, maar voor een zaak, van nog
vrij wat grooter gewicht dan de hunne. De aan
houder wint.
LEIDEN, ft Juli.
Deelden wij eenigen tijd geleden mede dat
men zich hier bezig hield met de verwezenlijking
van een plan ter oprichting eener afdeeling Leiden
en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde, thans kunnen
wij er bijvoegen, dat het spoedig bleek hoezeer
dit sympathie vond bij hen, die planten en bloe
men liefhebben in 1t bijzonder niet alleen, maar
ook in het algemeen bij velen die voorstanders
en bevorderaars van vooruitgang zijn. Immers ruim
een vijftigtal lieten zich daartoe reeds als leden
inschrijven, uit verschillende standen, meerendeels
te Leiden, deels ook uit de omstreken. Aanstaan
den Zaterdag zal een eerste vergadering worden
gehouden te halfeen in het Nutsgebouw alhier,
welke vergadering voor alle belangstellenden
toegankelijk is. Ze zal ook bijgewoond worden
door eene Commissie uit het Hoofdbestuur, terwijl
naar wij met zekerheid vernemen de Maatschappij
alhier door den algemeenen Voorzitter, den heer
W. A. Viruly Verbrugge, van Rotterdam, zal inge
leid worden, waarna de leden tot het benoemen
van een Afdeelingsbestuur zullen overgaan.
Dat die vergadering behalve door de leden ook
nog door vele anderen, aan wie het doel en de
strekking dier Maatschappij onbekend zijn, zal bij
gewoond worden, is bijna niet twijfelachtig.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging der wet van 13 Juni
1857 op de zeevisscherijen. Het strekt om van
1°. Januari 1878 af de haringmerken hier te lande
af te schaffen. Dit voorstel wordt gedaan op ad
vies van het college voor de zeevisscherijen en J
als wenschelijk geacht door de handelaren, nadat
uit ontvangen inlichtingen was gebleken, dat men
in Groot-Britannië het vigeerend stelsel van facul
tatieve officieele stempeling der haringvaten, niet
tegenstaande vroeger aangevangen ouderhandelingen
tot gelijktijdige afschaffing, vooralsnog niet denkt
te verlaten.
Gisteren werd te 's-Gravenhage, onder voor
zitterschap van mr. D. Van Eek, de algemeene
vergadering van het Nederlandsch Vredebond ge
houden. Uit het door den secretaris, mr. G.
Belinfante, uitgebracht verslag blijkt, dat het
Bond in het afgeloopen jaar zich tot den minister
van buitenlandsche zaken heeft gewend met het
voorstel om het geschil tusschen Nederland en
Venezuela door scheidsrechters te doen beslissen
en tegen het einde van 1876 tevergeefs getracht
heeft de medewerking der Londensche en Parijsche
Vredebonden te verkrijgen voor een protest tegen
den dreigenden oorlog in het Oosten. De aftre
dende leden van het hoofdbestuur, dr. P. Bleeker
en mr. G. Belinfante, werden herkozen. Van de
genomen besluiten zij vermeld, dat het Bond zich
zal laten vertegenwoordigen op het Vredes-Congres,
dat in 1878 te Parijs gehouden zal worden.
Eerstdaags zal in den gemeenteraad te Am
sterdam opnieuw ter sprake komen de concept
verordening voor de Amsterdamsche universiteit;
De minister van binnenlandsche zaken heeft enkele
door hem geopperde bezwaren laten varenvan
den anderen kant zullen door den raad eenige
wijzigingen moeten worden gemaakt, waarover
Burg. en Weth. en de minister het eens zijn
geworden. Op één punt is geen overeenstemming
verkregen; de minister wil namelijk, dat de bui
tengewone hoogleeraren geen deel zullen uitmaken
van de faculteit. Burg. en Weth. hebben daarin
niet kunnen toestemmen.
Het dames-comité, dat zich te Breda ge
vormd heeft tot oprichting van een gedenkteeken
ter nagedachtenis van H. M. de Koningiu, heeft
voor dat doel ƒ750 bijeenverzameld.
Het 14de christelijk nationaal zendingsfeest
is gisteren in de beste orde te Middachten, het
landgoed der douairière gravin Bentinck bij Rhe-
dersteeg, gevierd. Het aantal belangstellenden, die
van heinde en verre waren bijeengekomen, werd
te één uur geschat tusschen 15,000 en 20,000
personen te bedragen, onder welke eene opgeruimde
stemming heerschte, hoewel een onweersbui eerst
wat regen bracht; het weder echter werd daarna
prachtig.
Daar de concessionarissen voor den aanleg
van buurtspoorwegen in de provincie Groningen
er niet in mochten slagen, binnen den gestelden
termijn (1 Mei 1877) de maatschappij tol aanleg
en exploitatie op te richten, verzochten en ver
kregen zij daartoe een nieuw uitstel van den
minister van binnenlandsche zaken tot 1 Sept.
1877. Toezegging van rijkssubsidie tot een bedrag
van ƒ2,100,000, onder goedkeuring der Staten-
Generaal, was hun vroeger reeds gedaan. De con
cessionarissen wendden zich hierna tot Ged. Staten
met het verzoek, de onderneming te willen subsi
dieeren met hetzelfde bedrag (ƒ150,000) als vroe
ger, in 1873, door de Staten van die provincie
was toegezegd. Dit verzoek hebben Ged. Staten
met een gunstig advies overgebracht.
Ook in de andere provinciën hebben hij de
opening der zomerzitting van de provinciale staten
de voorzitters het. overlijden van H. M. de Koningin
herdacht en hulde gebracht aan hare nagedach
tenis. De verschillende colleges van gewestelijke
vertegenwoordiging hebben besloten adressen van
rouwbeklag aan 'L. M. den Koning te richten.