KOLONIËN.
uit de betr. van lid der commissie belast met
het afnemen der diplomatieke examens, onder
dankbet., en daartoe benoemd mr. W. A. A. J.
baron Schimmelpenninck van der Oye, minister
resident en lid van de Eerste Kamer.
GemengdNieuws.
Hedenmiddag omstreeks drie uren
is uit den Singel bij de Koepoortsgrachtsbrug het
lijk opgehaald van een onbekend manspersoon. Zijne
kleederen en schoenen droegen het nummer 682.
Volgens eenige ken teekenen moet hij reeds enkele
dagen in het water hebben gelegen. Eenige jongetjes
die zich nabij genoemde plaats met visschen ver
maakten, zagen het eerst zijn hoofd gelijk met
den waterspiegel. Het lijk werd onder toezicht der
politie naar het drenkelingenhuisje vervoerd.
Zekere v. d. K„ op de Haarlemmer
straat woonachtig, trachtte gisternamiddag zich na
eenige oneenigheden in den Apothekersdijk van
het leven te berooven. Door den grooten loop
door de Schapensteeg en een fikschen sprong van
den wal, bevond hij zich spoedig een aardig eind
van het droge. Onmiddellijk schoten eenige buren
toe om hunne hulp te verleenen. Toen het bleek
dat hij de hem toegestokene reddingsmiddelen niet
wilde grijpen, maakte een melkboer het hem met
een juk en haak evenwel zoo onaangenaam en lastig,
dat hij zich ten laatste wel genoodzaakt zag zijne
plannen aan die van anderen op te offeren. Weldra
werd hij weder naar zijne woning gebracht.
Hedenmiddag is aan het jaagpad buiten de Hoo-
gewoerdspoort een meisje van 5 jaar, dat met
andere kinderen op een schuit speelde, in het
water gevallen. Gelukkig zag dit de moeder, die
te hulp snelde en het kind behouden aan wal bracht.
Zaterdag zijn te Katwijk 32 schuiten,
alle binnenlekkers, met versche visch aangeweest,
welke besomden van f 30 tot f 108 in 6 dagen.
Wegens koopers van Scheveningen waren de prijzen
zeer hoog. Sedert de vorige opgaaf zijn weder
7 bommen ter haringvisscherij uitgegaan.
Een arbeider, werkzaam op een vaar
tuig in de .Bierkade te 's-Gravenhage, werd gis
terochtend door een beroerte getroffen en was
na weinige oogenblikken een lijk.
In het kleederen-magazijn van den
heer E. Van Biene op den Nieuwendijk te Amster
dam is in den nacht van Zondag op Maandag,
met eene voorbeeldelooze behendigheid door mid
del van opensluiting en inklimming van een lucht-
raam boven de ruim 3 meter hooge winkeldeur,
diefstal gepleegd van twee volledige heerenkostuums
in een der winkelkasten op een aanzienlijken afstand
uitgestald. Door de politie is terstond na de ont
dekking een onderzoek aangevangen, ofschoon de
dader hoegenaamd geen spoor heeft achtergelaten.
Het stoomschip „Metropolitan", van
Amsterdam naar Londen, is Zondag op de Theems
door het stoomschip „Demetrius" aangevarenhet
vee is gered en aan de markt gebracht. De „Me
tropolitan" is vol water op strand gezet.
Dezer dagenis'snachts opeen zolder-
schuit, liggende in de Keizersgracht te Amster
dam, eene razzia gehouden, met het gevolg, dat
de politie een vangst deed van 15 landloopers en
andere lieden zonder middel van bestaan, die van
deze schuit hun hotel hadden gemaakt.
Gisterochtend sprong bij Nieuwediep
een bootsman van Zr. Ms. fregat „Evertsen", die
van verlof terugkeerde, ter hoogte van de Koe-
grasbrug uit den waggon van den spoortrein.
Zoodra de trein te Nieuwediep aankwam, ijlde de
stationschef, na bekomen bericht, met een loco
motief en bagagewagen naar de plaats, waar de
man was blijven liggen. Men vond hem buiten
kennis en zwaar bloedende. Zoo spoedig mogelijk
keerde men terug en werd geneeskundige hulp
ingeroepen. Later werd de zwaar verwonde naar
het marine-hospitaal gevoerd. Men zegt, dat de
bootsman zich bevreesd maakte voor straf, omdat
hij te laat van verlof was teruggekeerd.
Te Hoorn is Zondag-avond omstreeks
zeven uren plotseling brand ontstaan in deR.-K.
kerk in de Achterstraat, die paalt aan de stads
scholen, pastorie en het protestantsch weeshuis.
In nagenoeg twee uren waren de geheele kerk en
een gedeelte der pastorie uitgebrand. Sedert het
verbranden der Groote kerk, in 1838, had te
.Hoorn zulk een hevige brand niet gewoed. De
oorzaak van dit onheil is nog niet bekend. Al
wat waarde had is gered.
Omtrent den brand te Almkerk wor
den de volgende bijzonderheden gemeld Omstreeks
3 uren Zaterdag-namiddag ontstond de brand
nagenoeg in de kom van het dorp, bij de Kruis
straat. Door den noordwestenwind aangewakkerd,
breidde hij zich ijlings uit tot het einde der dicht
aaneengebouwde straat, toen, door veranderde wind
richting, het vuur ook eene zijstraat aantastte en
tot eene daaraan sluitende buurt van Emmikhoven
oversloeg, die mede grootendeels vernield werd.
In anderhalf uur tijds lagen 28 huizen, waaronder
kapitale, en 8 of 9 schuren in de asch. De spits
van den toren had ook spoedig vlam gevat en
stortte in, waardoor het inwendige van den
toren in brand raakte en geheel vernield werd.
De pastorie der herv. gemeente is behouden, doch
heeft veel geleden. Spoedig waren de spuiten van
Dussen en Emmikhoven op 't terrein, waarbij er
later nog twee van Woudrichem kwamen de ijver
der verschillende directiën verdient allen lof. De
vlammen breidden zich met zulke snelheid uit,
dat er weinig of niets is kunnen gered worden
uit de verbrande panden, waarvan verscheidene
niet geassureerd waren. Als oorzaak van dit ont
zettend ongeval wordt genoemd de onvoorzichtig
heid eener dienstmeid, die den inhoud van een
kachelbak, waarin wellicht nog eenige vonken
smeulden, op een vuilnishoop zou hebben uitge
stort. Velen weten zich nog te herinneren, hoe
in Augustus 1826 een goed deel van de nu ver
nielde wijk door eene dergelijke ramp geteisterd
werd. Ook eene aanzienlijke hoeveelheid koren
(men zegt 500 heet.), alsmede eene vrij groote
som aan geldswaardige papieren is eene prooi der
vlammen geworden.
Te Oude Wetering (gem. Alkemade)
geraakte Zaterdag een knaapje van 7 jaar, zich
voor de ouderlijke woning met hengelen verma
kende, in de wetering en schoot terstond zoo ver
van den oever, dat eene te hulp gesnelde vrouw
hem niet meer met een stok bereiken kon. Op
haar hulpgeschrei komt de vijftienjarige zuster
van den knaap naar voren en ziet nauwelijks het
gevaar waarin zich haar broertje bevindt, of zij
springt hem onmiddellijk na. Gelukkig dat er
spoedig twee mannen opdaagden, die te water
sprongen en wien het gelukte het moedige meisje,
dat evenals het kind reeds begon te zinken, van
den dood te redden.
Uit Roermond meldt de „Maas-en-
Roerbode" In het begin dezer week verspreidde
zich het sensatiewekkend gerucht, dat een der
grootste handelshuizen te dezer stede de firma
Tyssen-Linssen, meelfabrikanten en graanhande
laars, zijne betalingen had gestaakt. Wat hiervan
zij, moet de toekomst leeren, zooveel is echter
zeker dat alhier eene vergadering heeft plaats ge
had van schuldeischers, die het meest hierbij be
trokken zijn, en dat daarin besloten is eene com
missie te benoemen van drie leden, die zich met
het voorloopig onderzoek dezer zaak zullen belasten.
Het tekort zou circa anderhalf millioen bedragen.
Sedert een paar weken maakten twee
oplichters weder misbruik van de lichtgeloovigheid
en medelijdendheid van ingezetenen der residentie.
Ze werden echter reeds spoedig op heeter daad
gestoord in het plegen van hun misdrijf, daarin
bestaande dat zij door middel van bedelbrieven,
gesteund door valsche certificaten van invloedrijke
personen en geneeskundigen, er hun werk van
maakten vrij belangrijke aalmoezen in te zamelen.
Beide recidivisten, bij wie betrekkelijk veel geld
werd gevonden, zijn naar het huis van burgerlijke
en militaire verzekering overgebracht.
De verwij dering van een Spaansch
uitgewekene te Marseille, op verzoek van het ka
binet te Madrid, heeft, volgens den aldaar geves-
tigden berichtgever der Belgische „Indépendance",
tot een niet onvermakelijk geschil tusschcn de
Eransche en de Spaansche regeering aanleiding
gegeven. De bedoelde uitgewekene, Casablanca
genaamd, op last van het gouvernement door
bijzonder daartoe aangewezen agenten naar het
station gebracht, om voorts naar de Belgische
grens te worden gevoerd, was van oordeel, dat de
kosten dezer gedwongen reis niet voor zijne re
kening behoorende te komen en weigerde zijn
plaatskaartje te betalen. De Spaansche consul,
daarover geraadpleegd, verklaarde, zonder vooraf
gaande machtiging van de Spaansche regeering
deze onvoorziene uitgaven niet te kunnen doen, en
harerzijds verkoos de Eransche regeering die niet
op zich te nemen. De gevaarlijke Spaansche re
publikein wacht thans kalm af, of de twee gou
vernementen het eens kunnen worden.
BATAVIA, 17 Mei.
In de „Penang Gazette" van 5 Mei leest men
„Het doet ons genoegen te vernemen dat de
Hollanders toonen vast besloten te zijn om de
neiging tot zeeroof bij de Atjehneezen te onder
drukken, gelijk uit het volgende bericht kan
blijken: Ongeveer zes weken geleden lag de
Penangsche bark „Eleanor" onder Engelsche vlag
voor anker tegenover Lohong, een plaats op de
Westkust, toen zij door zes prauwen werd aan
gevallen, op elk waarvan zich een aantal gewapende
Atjehneezen bevonden. Een 15tal van dezen klom
men aan boord van de bark, maar de Chineesche
bemanning verdedigde zich dapper en slaagde er
in, de zeeroovers af te slaan, die twee dooden
achterlieten. Van de Chineezen waren er drie
zwaar gewond. Zoodra de zaak ter kennis gebracht
werd van het Nederlandsch bestuur, werden uit
het hoofdkwartier troepen gezonden naar Lohong
om de overgave te vragen van de schuldigen, en
toen er geen voldoend antwoord werd gegeven
gingen de Nederlanders er toe over om de plaats
aan te vallen. De inlanders boden aanvankelijk
tegenstand, maar werden volkomen op de vlucht
gejaagd, waarna de Hollanders zeven bentings
slechtten en verscheidene kampongs, waar de
zeeroovers gezegd werden te wonen, verbrandden.
Na die nederlaag begaven de hoofden van Lohong
zich aan boord van het Hollandsche oorlogschip
en boden hunne onderwerping aan, terzelfder tijd
belovende, alles in het werk te zullen stellen om
de betrokkenen bij den aanval op de „Eleanor" in
handen te krijgen, ten einde hen te doen terechtstaan.
Zulk eene snelle handeling der Hollanders, die
waarschijnlijk wel baten zal, zal ongetwijfeld er
veel toe bijdragen om veiligheid voor leven en eigen
dom op het pas door hen veroverd terrein in Noord-
Sumatra te verzekeren."
Curatoren van het gymnasium Willem Hl
hebben bepaald, dat voortaan geen internes meer
zullen worden aangenomen.
Door den gonverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende
beschikkingen genomen
Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verl. naar Ned.,
w. ziekte, aan den houtvester 3de kl. A. J. Van Schermbeek
en aan den comm. 3de kl. bij den post- en telegraafd. L. F.
I'ersyn. Ontslagen: Eervol, met behoud van recht op pens.,
de ontv. H. L. Schmitt, de adj.-contr. J. M. Gerlach, de
verific. 2de kl. J. J. E. Swart en de comm. ter contr. H.
Jacobs, allen te Batavia; eervol, met behond van recht op pens.,
de gew. zootverkooppakhnism. te Tjilegon G. C. Hepsakker;
eervol, de gew. klerk bij het venduk. te Soerabaia F. W. Van
Ligten; eervol, met behoud van recht op pens., de schout voor
de pol. te Rionw P. H. L. Hoogeboom; eervol, de kl. op het
res.-kant. te Rembang J. Hornnng; eervol, de kl. op het ads.-
res.-kant. te Koeningan H. J. De Stoop; eervol, de gew. 2de
opz. over de dwangarb. te Soerabaia D. Oamphuisen; eervol, de
3de comm. bij het dep. van fin. D. C. Vriese; voorts ontslagen
nit zijne betr., de griff. hij den landr. te Grissee P. C. Halkema,
en nit 's lands dienst, de gew. kl. op het ada.-res.-bur. te Blitar
P. C. Paulns. Benoemd: Tot ads.-res. van Lingga de contr.
lste kl. M. C. E. Stakman; tot griff. bij den landr. te Grissee
mr. H. J. A. Wilmar; tot arch, lste kl. bij den waterst. P. W.
Brandes; tot hoofdonderw. aan de op te richten o. 1. school te
Koedoes J. Kastelijn; tot lsten hulponderw. aan de o. 2de 1.
school te Soerakarta P. Lakeman; tot comm. 3de kl. bij den
post- en telegraafd. L. C. H. Gronoviushij de alg. rekenk.
tot lsten comm. A. Ph. Barbier; tot 2den comm. J. Th. B.
Tausent; bij de in- en nitvoerr. en aec.tot ontv. te Batavia,
C. S. 1. Loth Azn.tot contr. te Padang J. F. Göbel; tot
adj.-contr. te Batavia A. D. Verzijl; tot adj.-insp. te Cheribon
G. J. Putman Cramer, te Soerabaia F. D. W. Kruthoffertot
ontv. te Cheribon jhr. J. M. Clifford Kocq van Breugel; te
Pasoeroean J. C. Meyer; tot boekh. 2de kl. te Cheribon J. H.
Pichel; tot ontv. te Probolinggo F. W. Rappard; te Tandjong
Pandan O. E. Heydorn; te Tegal J. Spaanderman; te Peka-
longan H. W. Muller; te Benkoelen J. G. Van Oort te
Grissee J. H. De Haan.
Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verl. naar
Ned., w. 12 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Indië, aan den kapt.
der art. F. Banr. Ontslagen: Op verzoek, eervol, wegens
volbr. diensttijd, met behoud van reoht op pens., de mil. apoth.
lste kl. H. Plasberg; eervol, de burg. schrijver 6de kl. C. H.
Liukenhoff. Bevorderd: Tot off.-van-gez. lste klasse D. J.
Visscher. Overgeplaatst: Bij het 13de bat. inf. de lnit.-kol.
J. F. Hans; bij het garnizoensbat. van Groot Atjeb, de kapt.
A. H. Spaan; bjj de 22ste comp. art. te Atjeb, de lste lnit.
K. A. M. Van Meurs; bij de 23ste comp. te Atjeh, de kapt.
J. C. Gaillard; bij de 24ste comp. te Atjeh de kapt. J. N.
Van der Bnrg.