N". 5332. A0. 1877. Woensdag 4 Juli. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. STARS-BERICHTEN. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post. 1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. PRIJS DER ADVERTENTEEN Van 16 regels1-05. Iedere regel meer0.17*. Grootere letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 8, 1ste alinea, der wet van 2 Juni 1875 Staatsblad n°. 95) tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat door hen op he den vergunning is verleend aan den heer A. W. SIJT- HOFF alhier en zijne rechtverkrijgenden, om een tweede Stoommachine en Stoomketel te plaatsen tot uitbreiding der inrichting waarbij stoom wordt gebezigd aan de gedempte Koepoortsgracht alhier Wijk II N°. 3. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat sing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 2 Juli 1877. De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten dat aan den ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld het op den 30sten Juni jl. in vorderbaar verklaard kohier van de personeele belasting voor wijk V, dienst 1877/78; zijnde een ieder verplicht zijn aan slag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge kondigd. De Burgemeester voornoemd, v. D. BRANDELER. Leiden, 3 Juli 1877. LEIDEN, 3 Juli. Al is de heer J. Scheltema iu het vorige jaar niet gelukkig geslaagd in zijne poging om verbetering te verkrijgen in de administratie der gasfabriek, zoo geeft hij den moed toch niet op. Hij werd wel is waar overwonnen, overstemd, maar geslagen voelde hij zich niet. Ik stel mij dus voor, zegt hij in zijn aan den Raad ingediende memorie, opnieuw eene poging daartoe te doen, want ik kan nu uog minder dan vroeger in die administratie berusten. Indien bij het herzien der verordening op het beheer der fabriek in het vorige jaar een bepaald stelsel of beginsel voor de administratie was aangenomen of behouden, indien toen b. v. beslist was dat het beheer zou zijn bf zuiver publiekrechtelijk of privaatrechtelijk, ik zou in beiden hebben berust en de rekening hebben getoest aan de eischen of regelen van de wijze van administratie die de Raad had aangenomen. Maar dit is het geval niet geweest. De tegen woordige wijze van administratie is noch het eeDe, noch het andere, is m. i. stelselloos en beginselloos, en is nu nog erger geworden dan ze was. Dit is eigenlijk mijne schuld; want het is het gevolg van mijn voorstel, hoewel ik juist het tegenover gestelde daarmede bedoelde. Ik beoogde betere winstberekening, een zuiveren toestand. Tot in het vorige jaar heeft bij de gasfabriek bestaan en gegolden het beginseldat de winst van de fabriek zuiver wordt berekend, en dat de zuivere winst van de fabriek in de gemeentekas wordt gestort. Nu wordt niet meer de winst, nog minder de zuivere winst van de gasfabriek bere kend en in de gemeentekas gestort. De nieuwe verordening laat volle vrijheid om van de gasfabriek te trekken en in de gemeentekas te storten zoo veel als hh. Commissarissen voorstellen. De ver ordening zegt daaromtrent niets. Het bedrag dat de gasfabriek jaarlijks in de gemeentekas stort mag nu voortaan dat van de werkelijke winst overschrijden. In de laatste jaren geschiedde dit wel is waar reeds, maar toen was het een gevolg van gebrekkige boekhouding en onjuiste winstbe rekening; toen geschiedde het in strijd met den geest der verordening, terwijl daarentegen de nieuwe verordening het toelaat. Hierop komt facto het verschil neer tusschen den toestand vóór en dien na 30 November 1876. Naar de laatste rekening te oordeelen is de koopmansboekhouding vervangen door eene andere. De rekening is nu niet veel meer dan eene kas rekening met eenige aanteekeningen, want het eenige wat daaraan toegevoegd is, bestaat in dien staat (een woord dat beter op een bureau dan op een kantoor klinkt) die echter niet meer dan een kijkje in den gang der fabriek geeft. De rekening is onvolledig en niet duidelijk. De verordening, die waarlijk zeer mild is in hare bepalingen om trent de administratie, en daarin de meeste vrijheid laat, schrijft ten minste nog voor, dat bij de be rekening moeten worden aangeboden alle beschei den die tot toelichting kunnen dienen (en daar onder zou in de eerste plaats moeten behooren een inventaris van de eigendommen)maar ook de bescheiden geven geen voldoend licht. De „staat van winst op de exploitatie-rekening" vermeldt een „overschot" (zoo noemen hh. Commissarissen het saldo) van ƒ55.523.81. Op voorstel van de Commissie van Financiën heeft de Raad besloten dat de gasfabriek dat „overschot" in de gemeente kas zal storten. Is aan dat besluit uitvoering ge geven kunnen worden De heer Scheltema betwij felt het; althans op 1 Jan. 1877 was dat overschot blijkens de rekening niet aanwezig, niet „overge schoten." Ik vermoed, zegt hij verder, dat de kas van de gasfabriek evenmin toereikend was om het „overschot" van ruim ƒ55000 in de gemeentekas te storten als zij het in het vorig jaar was om de „winst" van ruim ƒ65000 uit te keeren. HH. Commissarissen vroegen toen aan de stad 30000, omdat (volgens de toelichting die zij bij hunne aanvraag voegden) „de kas van de fabriek niet toereikende was om de winst geheel uit te keeren en daaraan ruim ƒ20000 ontbrak." Daarop is dan ook een kapitaal van 30000 van 't grootboek genomen en aan de gasfabriek gegeven. Toen kon ze de „winst" uitkeeren. Van die ƒ30000 kapi taal van 't grootboek kwam een bedrag van ruim ƒ20000 in de gemeentekas als „zuivere winst" van de gasfabriek. De wijze waarop hh. Commis sarissen het bezwaar waarop ik zoo even wees (van het ontoereikende der kas) weten te over winnen, is eenvoudig en gemakkelijk. Maar ik kan er mij zeer slecht mede vereenigen en ik geloof ook niet dat onder degenen die eene fabriek onder hunne bezittingen hebben er één gevonden zal worden, die onder gewone omstandigheden met zulk eene afrekening van „de zuivere winst" ge noegen zou nemen. De gemeente Leiden was in 1876 in dat opzicht wel exceptioneel; althans naar mijn gevoelen, maar natuurlijk niet naar dat van de groote meerderheid van den Raad. Het „overschot" van 1876 bedraagt ruim ƒ55000. Op 31 December 1876 was in kas p. m. ƒ25000. Waarin zit nu het van dat „overschot" resteerend bedrag van ƒ30000 of waaruit moet het gevonden worden? Zal er nu alweer kapitaal van het grootboek moeten komen, zoo er nog iets over is, om dat „overschot" uit te keeren. De heer Scheltema vreest van ja, alhoewel hh. Com missarissen nog geen geld gevraagd hebben. Gisteren vertrok van "Vlissingen de loods- schoener n°. 10, door den minister van marine afgestaan, om gedurende veertien dagen een kruistocht te doen in de Noordzee. De kleine tocht gaat uit van het zoölogisch station der Ne- derlandsche Dierkundige Vereeniging, dat dit jaar te Vlissingen in de nabijheid der buitenhaven geplaatst werd. Het zijn de heeren dr. Hoek, dr. Van der Horst en dr. Hubrecht, leden der commissie voor bovengenoemd station, die zich met de geheele uitrusting en ook met de leiding van den tocht belast hebben, waaraan met hen ook de heeren Van Haren Noman en Sluyter deelnemen. De prinsen van Oranje, Alexander en Hen drik zijn door het bestuur der internationale ten toonstelling van kunst toegepast op nijverheid te Amsterdam uitgenoodigd 9 Juli de opening der expositie met hunne tegenwoordigheid te komen vereeren. Naar men verneemt zijn bij het departement van oorlog wetsvoordrachten in bewerking, strek kende tot gedeeltelijke herziening zoowel van het crimineel wetboek voor het krijgsvolk te land, als van het reglement van krijgstucht voor het krijgs volk te land. Aan het ministerie van binnenlandsche zaken is gisteren aanbesteed: de aanbouw van eenige lokalen aan en ten dienste van het gebouw van de Tweede Kamer op het Hofsingel en eenige daarmede in verband staande werken. Van de zeven hiervoor ingekomen biljetten was het minste dat van de heeren W. A. G. Jansen en K, Hol lander, te Utrecht, voor 29,747. Den 21sten dezer zal van het koloniaal werfdepot per spoortrein over Utrecht en 's-Graven- hage naar het Nieuwediep vertrekken een detache ment suppletietroepen, sterk 150 man, benevens 18 onderofficieren, om te embarqueeren aan boord van het via Suez naar Java vertrekkende stoom schip „Prins Hendrik." Het bevel over dat deta chement is opgedragen aan den lsten luitenant der cavalerie A. W. H. K. Van Bothnia Andreae, die voor 5 jaren bij de cavalerie van het O.-I. leger is gedetacheerd, onder medegeleide van de 2de luit. der inf. S. Mesch en G. E. Rojer en de 2de luit.-kwartierm. E. H. Vemer en J. S. C. E. Blankenstein, allen van het O.-I. leger. Het artilleriekamp op de Oldebroeksche heide is gisteren door drie compagnieën van het lste regiment vestingartillerie betrokken, die tot den 17den dezer aldaar zullen kampeeren. Door den heer Nicolaas Nosse, onlangs te Amsterdam overleden, is een legaat van ƒ10,000, vrij van alle successierechten, aan de algemeene armen dier stad vermaakt. Zondag overleed te Maarssen de heer W. H. A. Van Bijleveldt, vicaris-genenaal, deken van Naarden, pastoor te Maarssen, ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Het Zaterdag te Amsterdam gehouden examen voor hulpapotheker is met goed gevolg afgelegd door de heeren S. Koning, te Groningen; P. A. Giltay, te Dordrecht; H. Swart, te Nieuwpoort; H. A. Hooftman, te Boskoop. In de heden gehouden zitting der Prov. Staten van Zuid-Holland werd tot toelating ge adviseerd van al de nieuw gekozen leden, die door den griffier binnengeleid en door den voor zitter beëedigd werden. Een brief van rouwbeklag aan den Koning wegens het overlijden der Koningin werd ontworpen, door den griffier voorgelezen en door de vergadering bij acclamatie goedgekeurd. De beide begrootingen (rijks en enkel provin ciale) zijn naar de afdeelingen verzonden die morgen getrokken zullen worden, wanneer tevens de ver kiezing zal plaats hebben van zes leden van Gedep. Staten. Nadat besloten was dat de verkiezing van twee leden der Eerste Kamer zal plaats hebben in de zitting van 10 dezer, werd de vergadering opgeheven tot morgen te 12 uren. Z. M. heeft benoemd tot grootkruis der orde van den Ned. Leeuw, graaf Von Tauben- heim, opperstalmeester van den koning vanWur- temberg; aan mr. D. J. baron Mackay van Op- hemert, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1