Z. M. de koning heeft heden aan de ver
schillende vorsten en buitenlandsche afgezanten
met de heeren van hun gevolg die ter begrafenis
van H. M. de Koningin waren afgevaardigd, een
groot diner aangeboden. Behalve dezen namen aan
het gastmaal deel de Prinsen van Oranje, Alexander,
Hendrik, Prederik en Yon Wied, de vertegen
woordigers der verschillende mogendheden bij ons
hof, zoomede de waardigheidsbekleders bij de hof
houding.
De minister van justitie, baron Van Lijnden
van Sandenburg heeft zich heden voor geruimen
tijd naar Marienbad begeven.
Heden werd alhier de jaarlijksche "Vergadering der
Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde gehouden.
Zij werd door ruim 70 leden bijgewoond en door den
Voorzitter geopend met eene redevoering, waarin hij
o. a. op welsprekende wijze de afgestorvene leden her
dacht, inzonderheid Prof. De Bosch Kemper, Dr. A. De
Jager en J. Lothrop Motley. Tot leden der Maatschappij
werden benoemd de hh.: F. D. A. Obreen, te Rotterdam;
Mr. N. P. Van den Berg, te BataviaDr. I. Hooy-
kaas, te Rotterdam; J. N. Scheltema, te Gouda;
Rosier Faassen, te Rotterdam; Dr. E. D. Pijzei, te
AmersfoortMr. W. H. De Beaufort, te Leusden
P. N. Van Kampen, te Amsterdam; B. G. De Vries
van Heyst, te Alkmaar; J. C. Altorffer. te Middel
burg; A. P. M. Van Oordt, te Leiden J. Van Bemmel
Suyck, te Keppel; Mr. J. A. Levy, te Amsterdam;
J. H. Rennefeld, te AmsterdamS. C. Van Doesburgh,
te Leiden; C. N. Wijbrands, te Graft-Nedereinde
A. baron Schimmelpenninck van der Oye, te 's-Gra-
venhage; Dr. M. A. N. Rovers, te KedichcmDr. J.
Reitsma, te Kooten; Th. I. J. Arnold, te 's-Graven-
hage; Jhr. J. F. L. Coenen van 's-Gravesloot, te
Leiden; Th. M. Roest, te Leiden; A. Weruméus
Buning, te 's-Gravenhage; C. J. Gonnet, te Haarlem
P. C. J. Meys, te MeppelJ. H. Hooyer, te Arnhem.
Tot buitenlandsche leden: Dr. L. Ennen, te Keulen;
Prof. W. Dwight Whitney, te Newhaven; Karl Hirsche,
te Hamburg; Alphonse L. De Vlaminck, te Dender-
mondeGaston Paris, te Parijs, en Mr. Odillon Périer,
te Dendermonde.
Tot Bestuurder werd gekozen Dr. C. Sepp, en tot
Secretaris en Penningmeester herbenoemd de hh.
Verdam en Du Rieu. Volgens besluit der vergadering
zullen de fondsen der Maatschappij, die in den loop
van het jaar besteed werden aan de uitgave van de 2de
Partie van Maerlant's Spieghel Historiael en van
eene Enqueste op het stuck der Verponding
van 1494, thans worden gebruikt voor de voltooiing
van Maerlant's werk, de uitgave van denMiddelnederland-
scben Roman Seghelijn van Jherusalem en der
Gedenkwaardigheden van Coenraet Droste, een
tijdgenoot der De Witten.
In de pauze en na de vergadering werd door ver
scheiden leden de boekerij bezichtigd, die nu in een
afzonderlijken vleugel van het gebouw der Academie
is geherbergd. Hedenavond vereenigen zich vele leden
aan een gemeenschappelijken maaltijd op Zomerzorg.
Gemengd Nieuws.
Nauwelijks deed gisteravond de
nachtpolilie alhier na elven hare eerste ronde, of
zij koudigde den ingezetenen door ratelen en ge
roep aan dat er brand was uitgebarsten. Ook de
brandklok en de tamboers der schutterij lieten
zich kooren. Een ontzaglijke menschen massa was
dadelijk op de been. Spoedig was algemeen
bekend dat de brand was ontstaan op den Ouden
Singel in dedekeufabriek, genaamd „De blauwe klok"
van de hh. J. B. en W. C. Zuurdeeg. Het vuur nam
zulk eene uitbreiding, dat even nadat eenige per
sonen voor het eerst de vlammen uit het dak
hadden zien slaan, de geheele fabriek van boven
tot beneden één vuurpoel geleek, waaruit de
vlammen een ongelooflijke hoogte met knetterend
geweld opstegen, zelfs zoo dat een groot gedeelte
der stad er door verlicht werd en de hitte
aan de overzijde zoo sterk was, dat vele toe
schouwers 't er niet konden uithouden. Wel
waren de brandspuiten der zoutkeet en der wees
jongens spoedig tegenwoordig en werden zij terstond
door andere gevolgd, doch zij waren niet bij
machte de beide aan weerszijden gelegen perceelen
te beveiligen. Spoedig daarop was de geheele
brandweer tegenwoordig, waaronder ook de leer
lingen der Kweekschool voor Zeevaart met de
spuit van die inrichting, onder aanvoering van den
waarnemenden secretaris den heer Juta, die zich
bij deze gelegenheid eveneens zeer verdienstelijk
maakten.
Te halftwaalf, even na aankomst van de stoom
spuit, kwam het bovengedeelte van den gevel der
fabriek naar beneden, gelukkig zonder eenig men-
schenleven te eischen. Onmiddellijk stortten ijzer
werk en brandende houten binten naar beneden,
terstond weer gevolgd door een zee van vuur, die
zich ver in den omtrek hoog in de lucht voort
bewoog, terwijl zelfs op verren afstand brandende
stukken hout op de toeschouwers terechtkwamen.
Het eerst sleepten de vlammen het aan de rech
terzijde gelegen pefceel in hunne woeste vaart
mede, waarin het kantoor en magazijn gevestigd
was. Van hetgeen pp het kantoor aanwezig was,
had men vooraf doojr inslaan van ramen en blin
den met kordaatheid een gedeelte weten te redden.
Doch niettegenstaande de massa water die er
verwerkt werd, was ook dit perceel weldra als
in een vuurzee veranderd, waarin men bij her
haling verschillende kleurschakeeringen waarnam.
Te twaalf uren viel er weder een ander ge
deelte van den fabrieksgevel naar beneden. Inmid
dels had het vuur zich ook aan het achtergedeelte
van het aan de andere zijde grenzende woonhuis
medegedeeld. Welhaast zag men de vlammen tus-
schen de dakpannen en reten heenwerken, totdat
eindelijk het dak bezweek, met geraas instortte
en de vlammen zich opnieuw hoog in de lucht
verhieven. Weldra stond ook de tweede verdieping
in lichterlaaie, doch door den grooten toevoer
van water zoo van beneden als van de beide zich
boven het aangrenzende huis bevindende slangen,
waarvoor de dragers zich onverschrokken op het
dak begaven en alle gevaar trotseerden, mocht
men er in slagen het benedengedeelte voor ver
dere vernieling te bewaren.
Ook aan de andere zijde was men intusschen
den brand, die zich reeds weder aan een ander
perceel had medegedeeld, zoo goed als meester.
Het bezit van de stoomspuit kon nu niet genoeg
op prijs worden gesteld. Zonder haar zouden de
gevolgen waarschijnlijk niet te overzien zijn ge
weest. Maar ook al de andere spuitgasten deden
dapper hun best. Men was er in geslaagd het gevaar
lijke element tot de drie perceelen te beperken. Aan
hulpvaardige handen ontbreekt het bij zulke ge
legenheden niet. Nauwelijks was de brand in zijn
eerste begin ontdekt, of de bewoners, waarvan er
zich menigeen reeds ter ruste bevond, der nabij
liggende perceelen werden van het gevaar verwit
tigd en dadelijk werd er van meubelen, huisraad
enz. enz. gered wat er te redden viel, en bij de
buren in den omtrek in veiligheid gebracht, 's Nachts
te halftwee vertrok de eerste spuit, weldra gevolgd
door de andere, terwijl twee handspuiten en de
stoomspuit tot hedenmorgen nu en dan dienst
doende, nog op de plaats des onheils bleven. Om
elf uren kon ook de stoomspuit inrukken.
Omtrent de oorzaak van het ontstaan van den
brand is niets met zekerheid te vermelden. Ze is
een raadsel. Wegens de begrafenis van wijlen de
koningin had de fabriek dien dag niet gewerkt,
's Middags en 's avonds om halfnegen was de
fabrikant, die naast de fabriek woonde, nog op
't kantoor geweest, zonder iets dat tot brand aan
leiding of vermoeden zou geven, te hebben kunnen
bemerken. Toen de kinderen 's avonds sliepen, de
echtgenoote zich pas ter ruste had begeven en de
dienstbode eveneens van plan was naar boven te
gaan, ontdekte deze opeens het vreeselijk onheil,
waarschuwde haar mevrouw en redde met deze de kin
deren. Men kan zich gemakkelijk hun wanhopigen
toestand en dien der beide eigenaars, die ook spoedig
tegenwoordig waren, voorstellen. Weldra echter
kwam er van buiten hulp opdagen. De schade is
zeer aanzienlijk. Alle goederen, die eerstdaags zou
den worden afgeleverd, zijn een prooi der vlammen
geworden, behalve de andere voorhanden goedefen
en de gebouwen. Gedeeltelijk was een en ander
geassureerd.
Per Holl. IJzeren-spoorweg zijn gis-
terochtend uit Rotterdam naar 's-Gravenhage en
Delft vervoerd: 666 1ste kl., 2082 2de kl. en
8450 3de kl., te zamen 11,198 personen; per
Rijnspoor vertrokken 3107 reizigers naar Den
Haag. Van de verschillende stations van den Rijn
spoorweg zijn ruim 30,000 reizigers derwaarts
vervoerd. Met een extra-trein van den Centraal-
spoorweg gisterochtend te 4 uren uit Kampen en
te 4.130 uit Zwolle naar Den Haag vertrokken,
zijn medegegaan uit Kampen 253 en uit Zwolle
455 personen. De trein bestond uit 36 waggons
en werd getrokken door 2 locomotieven.
De heer Herman IJnthan die, zonder
armen geboren, zich zoo onderscheidt als virtuoos
op de viool, gaf Dinsdag ook aan de zwemschool
te Amsterdam het bewijs, hoezeer hij zich met de
beenen en voeten het gemis van armen en han
den weet te vergoeden. Van het hoogste punt van
den toren dook hij in het diep, haalde met de
voeten voorwerpen van den grond op en kliefde
met belangrijke snelheid het water.
KOLONIËN.
BATAVIA, 16 Mei.
Blijkens een rapport van den commandant van
Zr. Ms. stoomschip „Cura$ao", heeft het volgende
noodlottige voorval aan een drietal opvarenden van
dien bodem het leven gekost. Op den 26sten April
jl. verliet gemeld vaartuig de reede van Soerabaya
met bestemming naar Singapore, op sleeptouw
hebbende twee in de Atjehsche wateren in dienst
te stellen stoombarkassen met inventaris, welke
elk met vijf koppen bemand waren geworden. Het
schip liep met een oostelijken wind eene vaart
van 4 tot 5 mijlen, die de barkassen niet noe
menswaardig water deed overnemen. Ter hoogte
van Poeloe Kambing, des namiddags te zes uren,
kreeg echter de stoombarkas n°. 14, die zich
toen aan lij bevond, met minder wind maar een
veel woeliger zee, eenige aanschietende zeeën naai
binnen, die er, zooals later bleek, een groote massa
water inbrachten. De „Curagao" stopte onmiddel
lijk en wierp reddingboeien en andere drijvende
voorwerpen uit. Het overnemen van water nam
echter zoo snel toe, dat de barkas binnen weinige
minuten met den inventaris in de diepte verdween.
Drie der opvarenden, de matroos 2de kl. P. Luiks
en de matrozen 3de kl. J. J. Bussink en L. H.
W. Van Lieshout, die waarschijnlijk begonnen
waren in het vooronder het water uit te hoozen
en daardoor niet ontkomen konden, verloren het
leven. De beide anderen werden door de redding
boot opgenomen. Een uur lang werd om de
plaats des onheils gestoomd, doch zonder dat eenig
spoor der drenkelingen ontwaard werd. De oor
zaak van dat onheil is niet aan onachtzaamheid
toe te schrijven, maar aan het minder goed sturen
der opvarenden toen de valsche zeeën snel achter
elkander in de barkas sloeg. De zee bleef ook
voor de tweede barkas, ondanks het opkorten van
den sleeper en het verminderen der vaart tot drie
mijlen en minder, zoo lastig, dat besloten werd
naar Probolingo af te houden, ter reede waarvan
voor anker werd gegaan.
Men verneemt dat mejuffrouw Merkus, van
wie sedert haar bezoek aan Bulgarije niets meer
vernomen is, zich thans ongeveer eene week te
Batavia bevindt.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende
beschikkingen genomen
Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar
Ned., w. ziekte, aan den hoofdcomm. bij het dep. van fin. W.
C. C. Bleckmann. Ontslagen: Eervol, uit 's lands dienst,
met beh. van recht op pens., de ads.-res. van Lingga A. Ch.
F. De Burlet en de comm op het ad9.-resid. kantoor te Banda
C. L. Stekkens; eervol, nit 'a lands dienst, de opz. 3de kl B.
H. Hildebrand en de ambt. op wachtg. P. B. Smith; eervol,
nit zijne betr., w. ziekte, de inspect, bij den postd. F W. C.
Gnise. Benoemd: Tot lid in den raad van just, te Soerabaya,
mr. M. H. C. Van Oosterzee; tot inspecteur bij den post- en
tel.-dienst, D. Houtman tut comm e9 op het adsis.-res. kantoor
te Banda J. Landman. Ingetrokken: De benoeming van
Mr. M. H. C'. Van Oo-terzee tot adv. en proc. bij het hougger.
van Ned.-Indië. Bij het bionenl. best, op Java en Madura ont
slagen, eervol, uit zijn betr., w. ziekte, de contr. 2de kl P.
Zeydel; benoemd: tot contr. 2de kl. E. Constant. Bij het
depart, van fin. ontslagen, eervol, uit zijn betr., w. ziekte.de
referend. C. E. Schraeder; benoemd: tot refereud. K. B.
Bakhuizen van den Brink; tot hoofdcomm. E. Wiuckel. Ge
plaatst: In het gouvernement Sumatra's we tkust, de adsp.
contr. J. P. C. Hartevelt en de contr. 1ste kl. F. S eburg, in
de resid. Sumatra's Oostkust, de adsp. contr. E. L. Van Ron-
veroy van Niewaal ets J. Van Weelderen; in het gonv. Celebes
en onderh. de adsp.-contr. A. J. C. E. Van lleye op ten Ham.
Benoemd: Tot hulponderw. aan de openb. sch. te Bezoeki J.
Van Buuren. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w.
ziekte, aan den huofd-ing. G. H. L. Van Oordt; aan den lsten
comm. W. M. Meyer aan den boorm. 2de kl. A. Freuay en
aan den opz. 2de kl. W. Bohl. Benoemd: Tot vice-prcs van
boogger. van Ned.-Iudië, mr. Ph. J. Rosegaarde Bisschop; tot
leeraar bij de lnd. taal enz. aan het gymn. VVjUem III te Ba
tavia, D. Gerth Van Wijk; tot contr. 1ste kl bij het binnenl.
bestoor op de bez. buiten Java en Madura, G. W. W. K. ba-
Xon Van Hoevell. Bij de afd. stooniw. tot hoofding., chef der
afd., G. A. Hoogenstraatentot ing. 1-te kl., J. D. Donker
Doijvis tot ing. der 2de kl., D. J. Buysrnan.
Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar
Ned., w. ziekte, aan den ofT.-van gez. 1ste kl. C. Mianlet; een
verlof naar Europa, voor zes maanden, aan den 2den luit. der
oav. A. Von Wolfskeel Reichenberg. VeTgnnd: Op verzoek,
w. dringende famijie-aangel. naar Ned. terng te kerren, aan den
lsten luit. der inf. H G. J. Van Hoogstraten. Ontslagen:
Op verzoek, eervol. Uit Zr. Ms. milit. dienst, w. volb diensttijd»
met beh. van recht op pens., de maj. der inf. H. W. O. D®
Bruyn, onder, toek. van den titul. rang van luit.-kol. Verleend:
Een tweej. verlof naar Europa, w. ziekte, aas den kapt. der inf.