Ai 1877. iV. 5320 Woensdag 20 iuni. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Het zal den Uitgever aangenaam zijn wanneer de voor het 's avonds verschijnende nummer bestemde ADVERTENTIËN steeds 's middags uiterlijk vóór vier uren worden ingezonden. De plaatsing van na dat uur ontvangen Advertentiën moet zoowel van de plaatsruimte als andere omstandig heden afhankelijk gesteld worden en is dus niet altijd zeker. Nederlandsche Boter en Kaas. ,&CP - L EID 8 C H mm DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor l.eiilon per 3 maanden1.10. Franco per postn 1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. PRIJS DER ADVERTENTIE» Van 16 regels1-05. Iedere regel meer0.1 IJ. Crootere letters naar plaatsruimte. De geschiedenis der aanvankelijke verheffing van de maar al te lang veronachtzaamde kunstindustrie hier te lande is een leerrijke geschiedenis. In haar toch heeft men een afschaduwing van den gewonen loop der zaken in Nederland, die zich oDgeveer volgenderwijze pleegt toe te dragen. Evenals elke kleine natie bezit ook de onze niet genoeg mannen van buitengewone ontwikke ling, om in elk vak van wetenschap of kunst de eminentsle voorgangers in geheel Europa opte leveren. Niets trouwens is natuurlijker dan dat: of zou het geen dwaasheid zijn in een rijkje als het onze even veel mannen met een scheppende of organiseerende kracht te willen zoeken als b. v. in Noord-Duitschland, Erankrijk of Oostenrijk? Wat echter wel degelijk niet tot eer van zulk een klein volk strekt, is dat het zich niet ten nutte tracht te maken wat het van die grootere volken kan leeren. Aan middelen daartoe ontbreekt het zeker niet bij de reeds zoo aanmerkelijk verbe terde en zich uitbreidende communicatie. Aan die achterlijkheid in het overnemen van het nieuwe, het betere van elders maakt men zich niet schuldig dan ten nadeele ook van stoffelijke belangen en welvaart. De wereldtentoonstelling te Weenen leverde het sprekend bewijs, dat op dien tijd de voortbrengselen onzer nijverheid zoo wei nig voldeden ook aan de matigste eischen der kunst, dat er van mededinging met het buitenland geen sprake kon zijn. Alleen door de krachtigste pogingen om het verzuimde in Ie halen po gingen, waaraan liet in den laatsten tijd gelukkig niet heeft ontbroken kan Nederland zijne eervolle plaats op de wereldmarkt der kunst industrie hernemen. Dat alles, zeiden wij, was een leerrijke geschie denis, en dat zeiden wij met grond. Een tentoon stelling toch van anderen aard, dezer dagen in het buitenland gehouden, heeft bevestigd, wat reeds vroeger meermalen van terzijde was geopperd, dat een andere tak van bedrijf, een onzer rijkste bronnen van welvaart, met achteruitgang wordt bedreigd, wederom dewijl wij ons de vorderingen, in het buitenland op te merken, niet ten nutte hebben gemaakt. Wij bedoelen de expositie van melk- en zuivelbereiding, te Hamburg gehouden van 28 Febr. tot 5 Maart dezes jaars. Uit het rapport nl., door commissarissen der Nederland- sche regeering, de hh. Th. J. Waller en W. Sluis uitgebracht, blijkt o. a. dat, wat de expositie der kaas betreft, ons land met het buitenland kon wedijveren, doch bij die der boter kwam het com missarissen voor, dat Nederland, wat de bewer king aangaat, verre bij het buitenland achterstaat. „Dat de Nederlandsche boter," zoo vervolgt het rapport, „voor het tegenwoordige nog zoo hoog staat aangeschreven, is naar ons oordeel eensdeels het gevolg van de gelukkige gesteldheid des bo dems, anderdeels teren op ouden roem. Indien Nederland op dit gebied niet zijn beste krachten inspant, veel meer dan het totnntoe deed, de wetenschappelijke beoefening aan de practijk toe voegt, dan zal de tijd niet verre zijn, dat het geheel door het buitenland wordt overvleugeld." Gold het dus bij de industrie verwaarloozing van de eischen der kunst, bier is 't veronacht zaming van die der wetenschap. Behartiging ver dienen dan ook de wenken, in het rapport der regeeringscommissarissen voorkomende, waar zij er op wijzen, dat Nederland, al heeft het met de landbouwschool te Wageningen een begin gemaakt op wetenschappelijk gebied, daarom niet minder groote behoefte heeft aan meer inrichtingen voor onderwijs, vooral ook voor vrouwen, op wie veel al de leiding rust, waar de melkerij de hoofdzaak is. In dit opzicht kan Nederland een voorbeeld nemen aan Finland daar zijn van rijkswege reeds elf scholen voor meisjes opgericht om zoodoende practisch als wetenschappelijk het kaas- en boter- maken te leeren, terwijl twee door het gouver nement bezoldigde waudelleeraressen aan de boerin nen onderricht geven. Zie, dat zijn gegevens, die heel wat duidelijker sprekeu dan de fraaiste redeneeringeu. Maar nu die cijfers en feiten eenmaal bekend zijn, wordt de verantwoordelijkheid des te grooter voor hen, die verzuimen mochten ze in aanmerking te nemen. Teren op ouden roem is hier geen duurzame grondslag, evenmin als pakschuiten 't op den duur tegen spoortreinen kunnen uithouden. £EUME]Vj 19 «Juni. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indië door middel van het stoomschip „Drenthe", van de Rotterdamsche Lloyd, waarvan het vertrek uit Rotterdam op 23 dezer is bepaald. Behalve naar Batavia zal eene brievenmail naar Padang worden verzonden. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren behooren uiterlijk in den avond van den 22sten en de brieven den volgenden dag 's morgens vóór 10 uren te Rotterdam aangekomen te zijn. Uit het verslag van den toestand der ge meente Leiden over het jaar 1876, door Burg. en Weth. den Gemeenteraad aangeboden, blijkt dat de werkelijke bevolking op 31 December 1875 bestond uit 19386 mannen, 21338 vrouwen, totaal 40724; vermeerdering door geboorte 776 m., 750 vr.vermeerdering door vestiging in de gemeente 1254 in., 1058 vr.de vermindering door sterfte bedroeg 545 m., 525 vr.door ver trek uit de gemeente 1060 m., 2194 vr.zoodat de bevolking op 31 December 1876 was 19737 m., 21561 vr., totaal 41298. Hieronder zijn be grepen behoorende tot de landmacht 831 ui., 80 vr.gevangenen 7 m. en 1 vr. De bevolking is alzoo sedert het vorig jaar toegenomen met 574 zielen. Het getal geborenen was 776 m., 750 vr. levenloos aangegevenen 45 m., 37 vr. Sterfte in de gemeente, zonder levenloos aangegevenen, na aftrek van de elders woonplaats hebbenden (73) en met inbegrip van de alhier woonachtigen in andere gemeenten overleden (30), 545 m 525 vr. Getal huwelijken 342. De verhouding van het getal overledenen tot het cijfer der bevolking was in 1876 1 op 37.10, in 1875 1 op 34.98, in 1874 1 op 36.55, in 1873 1 op 34.57 en in 1872 1 op 36.00; gemiddeld over de laatste 5 jaren 1 op 35.84 zielen. Van de 1070 overlede nen hadden 656 den leeftijd van 10 jaren nog niet bereikt. Het getal overledenen in het aca demisch ziekenhuis bedroeg over het afgeloopen jaar 114; van dezen waren 50 woonachtig in andere gemeenten. De minister van oorlog heeft benoemdtot voorzitter der commissie, ten overstaan van welke dit jaar te Breda het examen van toelating tot de kon. milit. academie zal worden afgenomen, den hoogleeraar dr. J. J. De Hollandertot leden de heeren dr. L. Aronstein, J. L. Cluysenaer en C. Van Aller, leeraren aan de kon. milit. acad. den lsten luit. der art. N. C. Grotendorst en den lsten luit. der inf. M. II. J. Plantenga, beiden werkzaam aan de kon. milit. acad.de heeren J. Versluys, leeraar aan de r. h. b. te Groningen W. Krelmg, aan die te Utrecht; dr. H. Bron- gersma, leeraar aan de gem. h. b. te Leiden; J. 11. Dijkman, aan die te Dordrecht; M. J. A. Masthoff, aan die te Delft; J. W. Bonte, aan de r. h. b. te Zalt-Bommel; B. Dingemans, leeraar aan de gem. h. b. te Zutphendr. V. A. Julius, leeraar aan de r. h. b. te Roermond; dr. G. J. Dozy, leeraar aan de gem. h. b. te Deventer; C. E. Koch, aan die te Schiedamen C. Van Kempe Valk, leeraar aan de r. h. b. te Winters wijk; tot secretaris, den lsten luit. der inf. J. Van den Berg, werkzaam aan de kou. mil. acad. Nader blijkt, dat een brief van rouwbeklag namens het Leidsche studentencorps reeds aan Z. M. den Koning is opgezonden en dat het adres, Z. M. later aan te bieden, bepalingen omtrent de examens der nieuwe wet op het h. o. betreft. Van verschillende zijden is te Amsterdam het plan gemaakt op den dag der begrafenis van H. M. de Koningin den volksrouw door uiterlijke teekenen kenbaar te maken, o. a. door het heel of half sluiten van winkels en kantoren, het uit steken eener rouwvlag of onze nationale vlag met een omfloersden oranjestrik enz. Tot dusverre zijn toegelaten als leerling apotheker de heeren B. J. H. Grevers, E. J. J. Hanssen, M. A. Roepman, E. J. Wolff, A. N. Vechtman, H. J. Hüpscher, en verder de dames J. Grendel, G. Stheeman, D. E. Arentz, M. C. Van der Linden en B. Van Gelder. Aan de thans geëindigde eindexamens aan de Kon. militaire academie te Breda is door 7 cadets niet voldaande overigen kunnen hunne officiersaanstelling eerstdaags tegemoet.zien. Door drie officieren van de applicatieschool is mede niet aan 't examen voldaan; deze blijven dus nog een jaar aan die school werkzaam. De hooge raad heeft, overeenkomstig de voordracht van heeren advocaten te 's-Graven- hage, tot leden van den raad van toezicht en discipline voor de orde van advocaten bij den hoogen raad bij periodieke aftreding, herbenoemd mr. G. M. Van der Linden, en tot vervulling der vaca ture, ontstaan door de benoeming van mr. P. L. EBlussó tot lid van de gedeputeerde staten van Zuid-Holland, benoemd den advocaat mr. D. Van Eek. Z. M. heeft benoemd tot controleur der dir. bel. en van liet kadaster te Rotterdam A. R. Witkop Koning, te 's-Boschte 's-Bosch R. Ni col ai, thans landmeter 3de kl. bij het kadaster te Arnhem; tot bewaarder van de hyp. enz. Ie Maastricht, A. G. F. Holtrop, thans te Assen. Gemengd Nieuws. Tot hedenmiddag te vijf uren waren aan het station alhier ruim 2300 plaatskaartjes voor morgen genomeD. Hedenmiddag is opdeZijdgrachthet twaalfjarig dochtertje van L., aan het spoelen zijnde, te water geraakt, doch spoedig door haar vader gered.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1