N°. 5316. Vrijdag A0. 1877. 15 Juni. Deze Courant wordt dagelijks, niet uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. S T AD S-BE RICHTEN. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAST: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17*. Grootere letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEIDEN, Gezien bet adres van den Heer A. W. SIJTHOFF, om zijne inrichting waarbij Stoom wordt gebezigd aan de gedempte Koe poortsgracht alhier, uit te breiden door het plaatsen van een tweede Stoommachine en Stoomketel Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad n°. 95); Geven bij deze kennis aan bet publiek dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag den 28sten Juni aanst.'s voor- middags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. D. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 14 Juni 1877. De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten dat aan den ontvanger der directe belastingen alhier is ter hand gesteld het op den 13den Juni jl. in vorderbaar verklaard kohier van de personeele belasting voor wijk III dienst 1877/78; zijnde een ieder verplicht zijn aan slag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge kondigd. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER. Leiden, 14 Juni 1877. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien de circulaire van den Staatsraad Gouverneur van Zuid- Holland, van den 21sten Augustus 1831 (Provinciaal blad n°. 110), Doen te weten, dat ter voldoening aan bet Koninklijk besluit van den lsten dier maand n°. 72, de Dankdag of godsdienstige viering der overwinning van Waterloo, ditmaal op Zondag deu Ï7den dezer maand zal worden gehouden, Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. i). BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 14 Juni 1877. LEIDES, 14 Juni. Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde de lieer M. W. Beijerinck, geb. te Amsterdam, met acade misch proefschrift: „Bijdrage tot de morphologie der plantegallen." Het eerste gedeelte van het arts-examen te Amsterdam is met gunstig gevolg afgelegd door den heer A. Geyl, med. doctorandus alhier. Door den Senaat der Leidsche hoogeschool is een adres van rouwbeklag aan Z. M. den Ko ning toegezonden. In verband met de toezegging, gedaan bij de behandeling van de begrooting voor dit jaar, worden thans door Burg. en Weth. ontwerpen aangeboden tot wijziging van de plaatselijke directe belasting, welke zijn vastgesteld in overleg met de commissie van financiën. Daaruit blijkt dat te beginnen met 1 Januari 1878 in deze gemeente eene plaatselijke directe belasting zou worden ge heven tot een telken jare bij de vaststelling der begrooting te bepalen bedrag van hoogstens ƒ150,000, vermeerderd met vijf ten honderd voor kwade posten en met vergunning hoogstens vijf ten honderd voor suppletoire kohieren te mogen om slaan. Belastingschuldig zijn allen, die binnen deze gemeente hun hoofdverblijf hebben of langer dan drie maanden verblijven en een eigen inkomen hebben van ƒ400 of meer 'sjaars. Dienstboden, die bij hunne meesters inwonen, worden in deze belasting niet aangeslagen. De hoofden van huis gezinnen zijn aansprakelijk voor de juiste ver melding der belastingschuldige personen, die bij hen inwonen. De grondslag dezer belasting is het jaarlijksch zuiver inkomen van deD belastingschul dige. Onder zuiver inkomen wordt in het algemeen verstaan de som van alles, wat in geld of, bij eigen gebruik en genot van vruchten, in gelds waarde te berekenen, jaarlijks verkregen wordt, 1°. uit onroerende of roerende zaken2°. uit arbeid ambten, bedieningen, betrekkingen, wachtgelden en pensioenen3°. uit renten en winsten van be roepen, bedrijven en ondernemingen van welken aard ook4°. uit eiken anderen hoofde krachtens welk recht en onder welke benaming ookna aftrek van hetgeen door den belastingschuldige tot verkrijging, verzekering of behoud dezer voor deden is besteed geworden en van hetgeen volgens de wet of testamentaire bepaling, onafhankelijk van den wil des belastingschuldige, is uitgegeven. De belastingschuldigen rangschikken zich naar mate van bun zuiver jaarlijksch inkomen in een der navolgende klassende 1ste klasse omvat ben, die een inkomen hebben van ƒ400 tot beneden 500, 2de kl. van ƒ500 t. b. 600, 3de kl. van ƒ600 t. b. ƒ800, 4de kl. van f 800 t. b. 1000, 5de kl. van ƒ1000 t. b. ƒ1500, 6de kl. van ƒ1500 t. b. ƒ2000, 7de kl. van ƒ2000 t. b. ƒ3000, 8ste kl. van ƒ3000 t. b. ƒ4000, 9de kl. van ƒ4000 t. b. ƒ5000, 10de kl. van ƒ5000 t. b. ƒ6000, 11de kl. van ƒ6000 t. b. ƒ7000, 12de kl. van ƒ7000 t. b. ƒ8000, 13de kl. van ƒ8000 t. b. ƒ10000, 14de kl. van ƒ10000 t. b. ƒ12000, 15de kl. van ƒ12000 t. b. ƒ14000, 16de kl. van ƒ14000 t. b. ƒ16000, 17de kl. van ƒ16000 t. b. ƒ18000, 18de kl. van ƒ18000 t, b. 20000, 19de kl. van ƒ20000 t. b. ƒ25000, 20ste kl. van ƒ25000 t. b. f 30000, 21ste kl. van ƒ30000 t. b. ƒ40000, 22ste kl. van f 40000 t. b. ƒ50000, terwijl elke 10000 boven dit cijfer eene hoogere klasse vormt. Het midden- cijfer van elke klasse verminderd met 400 voor noodzakelijk levensonderhoud, strekt tot grond slag voor de berekening van deu aanslag; des- verlangende kan ook elk belastingschuldige binnen de klasse waarin hij zich rangschikt, een bepaald cijfer als het werkelijk bedrag van zijn inkomen opgeven. Van het belastingschuldig cijfer wordtin verband met bet te heffen bedrag een evenredig cijfer geheven. Voor elk eigen cf aangehuwd kind of inwonend kleinkind van den belastingschuldige, beneden den leeftijd van 18 jaren, wordt de be lasting met twee ten honderd verminderd. Inwo nende kinderen boven den leeftijd van 18 jaren, die wegens voortdurende lichaams- of zielsgebre ken niet in hun onderhoud kunnen voorzien, worden met kinderen beneden de 18 jaren gelijkgesteld. Elk belastbaar ingezeten wordt in de eerste dagen van Januari uitgenoodigd, om bij gesloten brief, welke na acht dagen wordt teruggehaald, in ge- moede en naar waarheid op te geven de klasse die zijn inkomen omvat, of wel, desverkiezende, aangifte te doen van bet juiste inkomen. Aan hen, die later belastingschuldig of als zoodanig bekend worden, wordt gelijke uitnoodiging gericht en gelijke verplichting opgelegd. Deze opgaven moeten gedaan worden zonder eenig voorbehoud en door den aangever met zijne bandteekening worden bevestigd. Die geen biljet heeft ontvangen of bij wien het niet is teruggehaald, zal vóór of op den 31sten Januari de gevorderde aangifte ter Secretarie moeten inleveren. Zij, die in den loop des jaars belastingschuldig worden, zijn verplicht binnen één maand gelijke aangifte in te leveren. Bij onvoldoende of te lage aangifte, ter beoordee ling van Burg. en Weth., of bij het niet inleveren van de inschrijvingsbiljetten worden de belang hebbenden, na te zijn gehoord of opgeroepen, door Burg. en Weth. ambtshalve aangeslagen. De aanslagen zijn invorderbaar in zoovele ter mijnen als er na de dagteekening van het aanslag biljet maanden in bet dienstjaar overblijven. De verschuldigde belasting is dadelijk en ineens invor derbaar: wanneer de belastingschuldige de gemeen te metterwoon verlaat, met wegvoering der meubelen; zoo hij in staat van kennelijk onvermogen is verklaard; gelijk mede in geval van inbeslagne ming van roerende en onroerende goederen van wege de gemeente of van verkoop daarvan ten gevolge van inbeslagneming namens derden. Met ingenomenheid hebben B. en Ws. kennis genomen van het voorstel van commissarissen der gasfabriek, strekkende om den prijs van het gas met ingang van 1 Juli a. s. vast te stellen op acht cents per kubiek meter en volgaarne be velen zij de aanneming van dit voorstel aan. Nu het blijkt dat bij behoud van den tegenwoordigen prijs van tien cents het batig saldo over dit jaar ongeveer 76,000 zal bedragen, ligt het in den aard der zaak, dat tot prijsverlaging worde over gegaan, en is zulks geheel in overeenstemming met het beginsel van de vroegere aangaande den prijs van bet gas genomen beslissingen. Immers noch bij de behandeling van de voorstellen tot verlaging, noch bij de behandeling van die tot verhooging van den gasprijs heeft men eene winst tot een hooger bedrag dan van ƒ50,000 wenschelijk geacht. De tweede zinsnede van art. 12 der verordening vereiscbt eene nadere omschrijving, omdat uit de tegenwoordige redactie niet duidelijk blijkt, in welke gevalleu, wegens het verbruik van eene zekere hoeveelheid gas, restitutie moet worden verleend. De nieuwe redactie is eenigszins uitgebreider dan de bestaande, omdat de ervaring heeft geleerd, dat een enkele verbruiker uit de tegenwoordige redactie meende te lezen, dat de restitutie kon worden uitgestrekt over 't gezamenlijk verbruik in de gebouwen, beboorende tot ééne administratie, terwijl de restitutie alleen in zoover tot het verbruik in verschillende gebouwen kan worden uitgestrekt, wanneer deze gebouwen dienen tot de uitoefening van eene industrie door een en denzelfden persoon of firma gedreven. Nu door vermeerdering van de productie en vermindering van den grondstofprijs de productie prijs zelf gedaald is, heeft het bij commissarissen ook een punt van overweging uitgemaakt, in hoe verre deze toestand op de jaarlijksche vergoeding voor de straatverlichting van invloed moet zijn. Zij hebben echter gemeend, daarvan vooralsnog geen bepaald voorstel te moeten maken, omdat deze zaak geen dadelijke beslissing vereischt en het wellicht wenschelijk wordt geoordeeld die ver lichting nog eenige uitbreiding te geven. Naar aanleiding van de discussiën in de zitting van 31 Mei jl. heeft de voormalige agent van politie H. Yergunst zich nogmaals tot den gemeenteraad gewend met een gewijzigd verzoek, thans de strekking hebbende ter bekoming van eene toelage uit de gemeentekas. Na overweging van dit verzoek zijn B. en Ws. tot de overtuiging gekomen, dat er wel termen schijnen te bestaan, om den man eenige tegemoetkoming uit de ge meentekas te verleenen, en geven in overweging aan adressant eene jaarlijksche toelage ten bedrage van 50 uit de gemeentekas toe te kennen. De raad der gemeente Apeldoorn heeft tot leeraren aan de hoogere burgerschool benoemd: in wis- en werktuigkunde, C. Mensinga, docto randus te Groningen; natuurkunde en cosmo- graphie, dr. H. Haga te Arnhemscheikunde en nat. historie, dr. W. Burck te Leidengeschie denis en aardrijkskunde, J. D. Van Noppen te GorcumNederlandsch en Hoogdnitscb, M. Van Westreenen te 's-Hagehand- en lijnteekenen, D. Lako te Middelburg; gymnastiek, H. C. Offenberg te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1